Rivaliteit in kunst: Arnault vs Pinault [Deel II]

Door

Handtassen

Arnault is in dat opzicht wat verfijnder, voorzichtiger, strategischer. Terwijl de Pinault Collection wordt geleid door mensen met hoofdzakelijk politieke connecties (na de ex-minister van cultuur Jean-Jacques Aillagon nu Sylvain Fort, de ex-perschef van president Macron), nam Arnault voor Fondation Louis Vuitton kunstprofessionals in dienst onder leiding van de misschien niet sympathieke maar wel zeer competente Suzanne Pagé, die jarenlang de beste museumdirectrice in Parijs was en een museaal aankoopbeleid uitstippelde. Meerdere kunstenaars maakten werk voor het gebouw van Gehry; zo maakte Olafur Eliasson de installatie met spiegels Inside the horizon en Ellsworth Kelly een toneelgordijn voor het auditorium. Onvoorstelbaar om daarna werken uit deze wetenschappelijk opgebouwde collectie weer te gaan verkopen. Maar het doel van Fondation Louis Vuitton is en blijft hoofdzakelijk om reclame te maken voor de naam van het grootste luxe bedrijf ter wereld (156.000 medewerkers). Dat betekent ook, dat de kunstenaars worden geacht om mee te werken aan de reizende tentoonstellingen, die in de Louis Vuitton-winkels in hoofdzakelijk Rusland en Azië plaatsvinden, en ook op bestelling ‘exclusieve handtassen’ te ontwerpen. Na Stephen Sprouse, Takashi Murakami en Yayoi Kusama, presenteerde Jeff Koons in april 2017 een serie ‘Mona Lisa handtassen’ in het Louvre en beweerde dat zijn handtas een net zo een belangrijk kunstwerk was als het schilderij van Leonardo da Vinci – en dus voor een vergelijkbare prijs verkocht mocht worden. Opbrengst van de VIP-avond: meer dan één miljoen dollar volgens insiders (over winsten mag bij Arnault niet gecommuniceerd worden).

Arnault vs Pinault
Jeff Koons’ voor Louis Vuitton ontworpen handtas, 2017 (foto: N808PV, Flickr)

Kunst als merk

En wat is uiteindelijk het resultaat van dit alles voor onze kunstwereld? In de nieuwe showrooms in Parijs wordt eigenlijk maar één soort kunst gepresenteerd: niet de hedendaagse kunstenaars van over de hele wereld waarover we met veel engagement in Tableau berichten (zoals bijvoorbeeld kunst uit Afrika), maar uitsluitend kunst die bankable is. Dat wil zeggen: kunst met een duidelijk stijgende financiële waarde. Hoe groter die waarde, des te groter de officiële esthetische waarde. En zo wordt een simpele banaan met plakband aan de muur van Maurizio Cattelan (in meerdere edities natuurlijk) ineens 120.000 dollar waard. En niemand denkt erover na dat dit precies de marketingboodschap is van de luxe-industrie: je koopt geen handtas maar een kunstwerk, omdat het van een bepaald merk is en met veel tamtam door een bekende kunstenaar werd gelanceerd. Dus betaal je zonder aarzelen 120.000 dollar.

In zijn deze winter verschenen boek De geheime oorlog van de kunstmiljardairs (La guerre secrète des milliardaires de l’art) stelt de journalist Jean-Gabriel Fredet de vraag of Pinault en Arnault de nieuwe Medici zijn. Het antwoord is duidelijk nee: De Medici waren kunstmecenassen, Arnault en Pinault zijn specullectors (een mix van speculators en collectors).

Wolf in kasjmier

Bernard Arnault is een heel ander type dan François Pinault. Zijn medewerkers noemen hem ‘de wolf in kasjmier’. De stoutmoedige durver en uitdager Pinault houdt van voetbal en drinkt om 5.00 uur ‘s ochtends een shot wodka om op gang te komen. Arnault is daarentegen een Einzelgänger, die (niet onverdienstelijk) piano en vooral schaak speelt. Hij laat als strateeg de anderen in de frontlinies lopen, maakt zijn mooie handen niet vuil, drinkt Earl Grey at five o’clock en haalt aan het eind van de dag discreet de buit binnen.
Arnault werd in 1949 in Roubaix bij Lille geboren met een zilveren lepel in de mond als zoon van een vermogende industrieel, die zijn zoon ‘niet één enkele keer op schoot nam’ (aldus Arnault). Het kind werd aan de grootmoeder gegeven, die in dezelfde straat woonde en hem opvoedde met het leidmotief ‘je moet de beste zijn’. Dat werd hij al op de lagere school, op de universiteit, in het zakenleven (net als Pinault bedrijven kopen en verkopen) en toen hij in 2019 de rijkste man ter wereld werd, bekende hij aan de Financial Times: ‘I always liked being number one’. Alsof het vanzelfsprekend is om bij het opsommen van je bankrekeningen bij een bedrag van boven de 100 miljard dollar uit te komen.

Arnault vs PinaultOlafur Elliasson, Inside the horizon, 2014, installatie met spiegels voor de Fondation Louis Vuitton in het Bois de Boulogne. (foto: Iwan Baan / Fondation Louis Vuitton). Klik hier om te horen wat Olafur Elliasson zelf vertelt over zijn zijn werk en samenwerking met de Fondation Louis Vuitton. 

De twee mannen konden het goed met elkaar vinden in de jaren 80 en 90, waarin ze dankzij Franse staatscorruptie met geld van de belastingbetaler meer dan 200 bedrijven in korte tijd op- en verkochten – totdat ze in 1999 plotseling beiden interesse hadden voor hetzelfde bedrijf: Gucci, de grootste handtassenfabrikant ter wereld. Pinault zei in de ochtend nog tegen Arnault met de hand op hart dat hij Gucci nooit zou kopen – en binnen 24 uur had hij in een voor hem typische Blitzkrieg niet alleen Gucci, maar ook Yves Saint- Laurent gekocht. Sindsdien heerst er oorlog tussen de twee rivalen en is het Arnault vs Pinault, ook al werd officieel ‘vrede’ gesloten om het imago van Frankrijk niet te schaden. Mét de persoonlijke bemiddeling van drie staatspresidenten: Jacques Chirac (de ‘beste vriend’ van Pinault), Nicolas Sarkozy (getuige bij het huwelijk van Arnault en omgekeerd) en Emmanuel Macron (de ‘beste vriend’ van Arnault, met een echtgenote, die op alle officiële uitstapjes uitsluitend kleren en handtassen uit het Arnaultimperium draagt).

Oorlog: Arnault vs Pinault

En met het begin van de ‘oorlog Arnault vs Pinault` ontstonden in 1999 de kunstcollecties van de twee ondernemers. Dat was een marketingidee van de invloedrijke opiniemakers, die ook de nieuwe Franse presidenten ‘bedenken’. Een financieel imperium dat is ontstaan door het opkopen van bedrijven, door het ontslaan van personeel en het uitbesteden van arbeid naar hongerloonlanden is per definitie niet sympathiek. Maar kunst en Parijs zijn mooie uithangborden en hedendaagse kunstenaars geven een gevoel van creativiteit en dynamiek. Pinault was weer de eerste: met zijn fijne instinct had hij – die evenals Arnault tot dan toe geen zichtbare interesse voor beeldende kunst had getoond – de opkomende kunsthype zien aankomen. Een jaar voordat hij in 1999 de bouw van een gigantisch ‘museum’ op de Île Seguin aankondigde, kocht hij totaal onverwacht in een Blitz-aktie het grootste veilinghuis ter wereld, Christie’s (voor 900 miljoen dollar). Dat was en is nog steeds zijn strategie: je koopt een veilinghuis en je wordt aandeelhouder van drie belangrijke kunstgaleries in Parijs, Londen en New York. Zo kun je vaak voor alle anderen – en natuurlijk goedkoper dan je concurrenten – kunst kopen, die je in een mooie showroom tentoonstelt voordat je ze weer verkoopt.

Arnault vs Pinault
Damien Hirst, werk uit Treasures from the Wreck of the Unbelievable, in Punta della Dogana en Palazzo Grassi 2017

Arnault wilde in de week erna Sotheby’s kopen, maar was gelukkig voorzichtiger, want beide veilinghuizen zaten toen in een gigantisch fraude-proces, waarvoor de directeuren van Sotheby’s de gevangenis ingingen en Christie’s een boete van 256 miljoen dollar moest betalen. Arnault kocht in plaats daarvan Philipps, veilinghuis nummer drie, en ook nog twee kleinere veilinghuizen in Parijs en Londen. Maar hij verloor er 250 miljoen dollar mee, wat zijn drang om net als Pinault ook met kunst te speculeren kennelijk deed bedaren. Maar natuurlijk niet om met kunst en kunstenaars geld te verdienen.
Pinault doet dit op de meest openbare en soms zelfs brutale manier. Hij houdt van kunstenaars met wie je zaken kunt doen en die net zoals Andy Warhol zeggen ‘good business is the best art’. Hij was in 1985 een van de allereerste verzamelaars van Jeff Koons en werd coproducent van zijn werken, net als van andere kunstenaars die ook niet vies van geld zijn. In 2017 coproduceerde Pinault de tentoonstelling van Damien Hirst in Venetië met ‘schatten’ uit een zogezegd duizend jaar geleden gezonken boot. Iedere schat – van Farao tot Mickey Mouse – in drie genummerde exemplaren. Te zien in de Fondation Pinault in Venetië. Opbrengst: 500 miljoen dollar in amper twee maanden. Met andere tentoonstellingen in het Palazzo Grassi gaat het precies zo, alleen wordt niet over de opbrengst gecommuniceerd. Pinault ‘ontdekt’ kunstenaars, waarvan hij soms 50 tot 100 werken in één klap koopt. Zoals de weinig bekende abstracte Franse schilder Monique Frydman of de jonge half abstracte schilderende Roemeens Adrian Ghenie. Na een tentoonstelling in het Palazzo Grassi (en straks ook in de Bourse du Commerce?) met behoorlijk wat rumour (want Arnault en Pinault bezitten niet alleen de belangrijke opinie- en economische bladen, maar ook quasi alle Franse kunstkranten) wordt de hele collectie binnen zes maanden verkocht. Het liefst bij Christie’s, een heel Pinault-verhaal op zich (zie onze nieuwe column Art & Finance met voorbeelden & getallen).

www.fondationlouisvuitton.fr
www.boursedecommerce.fr

Meer weten? Lees dan ook: Art & Finance: Pinault & Arnault in cijfers door Valerie Reinhold!

Blijf op de hoogte van alle ontwikkelingen op het gebied van kunst en meld je aan voor onze nieuwsbrief of abonneer je op Tableau Magazine!

Deel 1 van `Rivaliteit in kunst: Arnault vs Pinault` gemist? Klik hier!

Lees meer ...

Vincent Van Gogh Museum Musee d'Orsay Auvers Tableau Magazine

Van Goghs laatste maanden in Auvers

Het Van Gogh Museum in Amsterdam en het Musée d’Orsay in Parijs tonen voor het eerst het vrijwel volledige werk dat Vincent Van Gogh maakte in Auvers-sur-Oise. Een periode van twee bijzonder intensieve en creatieve

Lees verder »