Categorieën
2023 Columns

Column design: functionele sculpturen of conceptuele designobjecten?

Een fabrieksgebouw als krantenrek, een wc-rol met hierop een schommelend mannetje en een huisje dat ook pedaalemmer is. De sculpturen van Tomas Schats bevinden zich op het grensvlak van kunst en design. Ze ogen simpel maar zijn slim bedacht en raken altijd een snaar. Niet zelden prijken er meerdere rode stippen bij zijn werk, dat vaak wordt uitgebracht in kleine oplages. Zijn het functionele sculpturen of conceptuele designobjecten? Ze houden het midden tussen beide, maar met de signatuur van een beeldhouwer. Dat zijn werken handgemaakt en helemaal wit zijn draagt hieraan bij, al worden ze vaak uit hout en/of epoxy opgebouwd. Tomas komt zelf uit de kunsthoek maar ook in de designwereld zien we een toenemende interesse in sculptuur, zeker bij de nieuwe garde.

Aanstormend talent Erik Sluijs studeerde product design, maar neemt niet zozeer dingen als wel gebouwen als vertrekpunt voor zijn witte en grijze wandobjecten. Hij ontleedt bouwstijlen en brengt zijn voorbeelden terug tot een reeks minimale vormen en patronen. Door middel van experimenten met klei, textiel, pvc en andere materialen komt hij tot spannende mallen waarmee hij het platte vlak als het ware uitdaagt. Dit resulteert in driedimensionale wandsculpturen die heel tactiel ogen en allerlei referenties oproepen. Zijn series, want ook dit werk is in een oplage te verkrijgen, zijn gemaakt van Elfenbein gips wat vaak voor decoratieve ornamenten wordt gebruikt. Ook zijn sculpturen vinden gretig aftrek. Door te werken met verschillende formaten en oplages weet hij net als Schats de prijzen redelijk bescheiden te houden.

Tussen kunst en design

Op de graduation show van de HKU dit jaar viel het werk van designer Lucy Schoorl in dit kader op. Een ragfijne collectie keramiek met de mysterieuze titel Glorifying Phylogeny. Kleine maar fijne porseleinen objecten die als tere sculptuurtjes staan te pronken, met her en der een laagje parelmoer. Lucy nam de afstammingsgeschiedenis van organismen als uitgangspunt en beschrijft in een eenvoudig boekje een groep schelpachtige wezens die ze stuk voor stuk in vorm en materiaal heeft gegoten. Haar eindexamenwerk is een alsmaar evoluerende serie objecten die tot ieders verbeelding spreekt. Het leuke is dat ook deze sculpturen een functie hebben, je kunt ze gebruiken als beker, doosje of gewoon als hebbeding: ‘Mijn werk is het resultaat van voortdurend onderzoek naar vorm, verbeelding en functie’, aldus de ontwerper. Ook Lucy wist trots te vertellen dat ze al meerdere stuks had verkocht.

Vervormde plastieken die doen denken aan ballen, stenen of kussens maar waarbij het materiaal als het ware gesmolten lijkt

Hetzelfde geldt voor Floor Merjenburgh die een intrigerende serie van ogenschijnlijk abstracte objecten van klei presenteerde. Vervormde plastieken die doen denken aan ballen, stenen of kussens maar waarbij het materiaal als het ware gesmolten lijkt. En dat is het gevolg van haar ontwerpproces. Wanneer klei net uit de mal komt is het kneedbaar en kun je de oorspronkelijke vorm bewerken tot een nieuw object wat Floor naar hartenlust doet. Ze versmelt twee voorwerpen zodanig dat de beginvorm subtiel zichtbaar blijft, maar er wel een nieuwe en unieke sculptuur ontstaat. Hoewel het voorwerpen lijken die in een kunstverzameling niet zouden misstaan, verwijst Floor zelf nadrukkelijk naar haar metier als vormgever: ‘Uiteindelijk komen producten bij mensen thuis en speelt gevoel een enorme rol. Daarom vind ik het belangrijk om dit niet weg te laten tijdens het ontwerpproces.’

Het is geen verrassing dat de richting Ceramics van de Gerrit Rietveld Academie een walhalla is voor liefhebbers van sculpturale vormgeving. Deze academie heeft een aantal afdelingen waarbij de grens tussen autonome en toegepaste kunst vervaagt en bij studenten keramiek is dit regelmatig het geval. Het vakmanschap speelt een grote rol en tegelijkertijd wordt er veelvuldig geëxperimenteerd en hebben de werken vaak een monumentaal karakter. Tot de verbeelding sprak wat dat betreft de presentatie van Elle van Baaren met onder andere drie reusachtige en realistische vingers, met veel aandacht voor detail gemaakt. Ze zijn onderdeel van een grotere kunstinstallatie, maar zouden het zeker ook goed doen als limited edition design objecten. Terug naar de werken van Tomas Schats, een XL versie van zijn ‘Pedaalemmerhuisje’ was dit najaar te zien op BIG ART. Zo’n drie meter hoog en daarmee niet geschikt voor elk huis maar voor op het aanrecht heeft hij ook een kleiner exemplaar.

Anne van der Zwaag is curator, publicist en eigenaar/directeur van designbeurs OBJECT en kunstplatform BIG ART. Ze maakt tentoonstellingen, schrijft boeken en columns, adviseert bedrijven en zit in allerlei besturen en adviescommissies. Daarnaast verzamelt ze kunst en design.

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Columns

Column Design: de openbare ruimte

Vaak kleine maar fijne ingrepen en toevoegingen typeren het werk van Street Art Frankey in de publieke ruimte van Amsterdam. Een subtiel sculptuurtje van een pianospeler op een kruk hangt aan de daklijst in de Blankenstraat, een roze tong steekt uit een rooster in een muur aan de Jan Pieter Heijestraat en een konijntje piept uit een boom op de Prins Hendrikkade. Slimme, speelse en vaak humoristische werkjes die alleen de oplettende kijker ziet, maar die de stedelijke omgeving net een beetje leuker maken. Op een subtieler manier neemt Frankey de stad als uitgangspunt voor zijn talloze originele urban interventions. Op de Overtoom voegde hij een gele hijskraan toe aan een neoklassiek wit timpaan en een betonnen blok wordt in een handomdraai een dobbelsteen. Soms ontwerpt hij in opdracht maar vaak ook op eigen initiatief. Recent liet Piet Boon in zijn galerieruimte in Oostzaan een overzicht van het werk van Street Art Frankey zien, dat zich begeeft op het grensvlak tussen kunst, design en architectuur. In de openbare ruimte vraagt hij altijd toestem­ming aan de eigenaar van het gebouw, tenzij het pand aan zijn lot is overgelaten dan neemt Frankey het heft in eigen hand. De interventies zijn niet ironisch of kritisch bedoeld, ze vormen een knipoog naar het alledaagse leven en verwijzen naar de hedendaagse beeldcultuur.

Theatrale eyecatchers in de openbare ruimte

Minder subtiel maar even speels en verrassend is de grote lichtsculptuur die ontwerper Maarten Baas dit voorjaar onthulde op de Neude in Utrecht. Voor de historische gevel van de Centrale Bibliotheek creëerde hij een beeld­ bepalende installatie die de entree van de bibliotheek markeert. Het werk Intellectual heritage slaat een brug tussen het ingetogen karakter van de bibliotheek en de drukke, dynamische sfeer van de binnenstad. De opvallende sculp­ tuur vormt een groot contrast met de statige, gesloten architectuur van het voormalig postkantoor maar past heel goed bij het uitnodigende en interactieve karakter van het stadsplein. Het werk is opgebouwd uit kleurrijke vormen en teksten en heeft iets van de neonreclames die je bijvoorbeeld in Las Vegas ziet, maar de woorden verwijzen naar literatuur, cultuur en filosofie, en natuurlijk is Dick Bruna’s Nijntje vertegenwoordigd. Het extraverte kunstwerk roept nogal wat reacties op en is – zoals veel werken van Maarten Baas – een echt conversation piece, theatraal en een tikkeltje recalcitrant.

Het werk slaat een brug tussen het ingetogen karakter van de bibliotheek en de drukke, dynamische sfeer van de stad

Kunst in de Openbare Ruimte Anne van der Zwaag Tableau Magazine
Maarten Baas, Intellectual Heritage, 2023, Bibliotheek Neude, Utrecht. Foto: Maarten Noordijk

Een eyecatcher is ook het grote publieke werk dat Studio Job recent ontwierp voor de Kunstkerk in Dordrecht. The Embrace is een dertien meter hoge gevelsculptuur van brons en glas waar de wereldberoemde studio vijf jaar aan werkte. Het is een rijk gedecoreerd tafereel in glas in lood, volledig met de hand vervaardigd, en zit net als het werk van Maarten Baas boordevol verhalen, referenties en details. Ook Studio Job stond voor de uitdaging een opvallend werk te ontwerpen voor de ingang van een monumentaal gebouw, met alle technische en artistieke beperkingen van dien. Het framework sluit in dit geval naadloos aan bij de contouren van het gebouw, een voor­ malige gereformeerde kerk. Ook de keuze voor glas in lood past bij de oorspronkelijke functie. In tegenstelling tot de kerkramen van weleer is deze voorstelling echter naar buiten gericht. Studio Job staat bekend om de toepassing van ambachtelijke technieken en ging uiterst nauwkeurig en gedetailleerd te werk. Een grote groep ontwerpers, illustra­ toren, architecten, beeldhouwers, bronsgieters, glas­ en staalbewerkers leverde een bijdrage aan het werk dat op een eigentijdse manier een tijdloos thema ‘saamhorigheid’ verbeeldt. De Kunstkerk is de afgelopen tijd getransformeerd tot een tentoonstellingsruimte en ontmoetingsplaats die kunstenaars, creatieven en cultuurliefhebbers verwelkomt.

Alles komt goed

Terug naar Utrecht waar Lily van der Stokker in 2013 een enorme theepot op Hoog Catharijne plaatste. Celestial Teapot is een doodnormaal huishoudelijk object dat Van der Stokker in polyester, zeven meter hoog liet uitvoeren. De afgelopen decennia werkte Van der Stokker aan een eigenzinnig oeuvre waarin vaak alledaagse bezig­ heden en objecten centraal staan. Haar werk is uitbundig, vrouwelijk, vrolijk en frivool, decoratief ook, zonder een moment cynisch te worden. Met rake teksten laat ze zien dat (conceptuele) kunst ook best grappig, direct en aandoenlijk mag zijn, bijvoorbeeld in de lichtsculptuur Kalm nou maar, alles komt goed uit 2007.

Anne van der Zwaag is curator, publicist en eigenaar/directeur van designbeurs OBJECT en kunstplatform BIG ART. Ze maakt tentoonstellingen, schrijft boeken en columns, adviseert bedrijven en zit in allerlei besturen en adviescommissies. Daarnaast verzamelt ze kunst en design.

Categorieën
2023 Columns

Column Design: verleidelijk

Van de glanzende tompoucen van designer Mickey Philips loopt het water je in de mond. De sculpturen zijn in verschillende maten te krijgen en nauwelijks te onderscheiden van het origineel, maar gemaakt van keramiek en met de hand beschilderd. Klein maar niet onbelangrijk verschil: deze tompouce blijft extra lang lekker en kun je ook nog aan de muur hangen. Ze kosten vanzelfsprekend een veelvoud van de bekende HEMA tompouce, maar zijn wel genummerd en gesigneerd. Voor de echte liefhebber bestaat er zelfs een gouden variant.

Kunst en eten vormen al eeuwenlang een verbond en ook onder jonge designers blijft ‘food’ een gewild onderwerp, zeker nu onze eetgewoontes onder een vergrootglas liggen.

Mierzoet ogen ook de nieuwste producten van Simone Post, maar hier is het geen kwestie van schijn bedriegt. Voor de etalage van Hermès in Japan bedacht ze een verzameling interieurobjecten gemaakt van echt snoepgoed, in samenwerking met een fabriek in Friesland. Alle meubels en producten in de etalage zijn volledig opgebouwd uit snoep, met uitzondering van de ontwerpen van Hermès uiteraard. Een bloempot, spiegel en lamp maar ook een theepot, samengesteld uit spekjes, marshmallows en ander lekkers. Kunst en eten vormen al eeuwenlang een verbond en ook onder jonge designers blijft ‘food’ een gewild onderwerp, zeker nu onze eetgewoontes onder een vergrootglas liggen.

Anne van der Zwaag Mickey Philips Tableau Magazine
Mickey Philips, Golden Tompoes, 2021

Vet

Net zo opvallend en speels als de serie van Mickey Philips maar van een hele andere soort zijn de sculpturen van de Koreaanse Sohye Shin (ShiSoH) die afgelopen jaar afstudeerde aan de Design Academy in Eindhoven. Zij richt zich met de installatie Inside Out op excessief eetgedrag binnen de kapitalistische maatschappij. De behoefte aan ongezonde tussendoortjes en snacks als opkikker, ter afleiding, of om stress te lijf te gaan. Slechte eetpatronen kunnen ontstaan door sociaal wenselijk gedrag en vervolgens weer leiden tot problemen met sociale acceptatie. Door uitgebreid onderzoek te doen en kritische vragen te stellen legt Shin de verschillende oorzaken, maar ook de gemene deler bloot: vet. Dit resulteert in grote gestaltes gemaakt van kippengaas, piepschuim, boter, margarine en was. Op het eerste gezicht ogen ze verleidelijk, maar ze worden al snel glibberig en griezelig als je in haar onderzoek duikt. Met de hand boetseerde ze ook kleine sculpturen van boter die op een sokkel in een museum niet zouden misstaan.

Anne van der Zwaag Sohye Shin (ShiSoH) Tableau Magazine
Sohye Shin (ShiSoH), The Wonderer (l) and The Mumbler (r), 2022

Voor Arne Hendriks vormt vet al vijftien jaar een rode draad in zijn werk, hij wijdde er meerdere lezingen en kunstwerken aan. De meest bekende is de FATBERG, een bal van vet die door donaties groter en groter groeide. Het project vormt onderdeel van zijn doorlopende onderzoek The Incredible Shrinking Man naar manieren om als mens minder ruimte in te nemen. Minder eten is hier een onderdeel van omdat de mens langer en langer wordt en steeds meer eten nodig heeft. Een mens van 50 centimeter zou veel minder voedsel verbruiken en zijn ecologische voetafdruk drastisch verminderen. Daarbij zouden we ook veel minder van de ingrediënten nodig hebben die we zo graag eten, zoals vet. Door het verbruik van vet te visualiseren, agendeert Hendriks onze eetgewoontes op een speelse maar tegelijkertijd urgente wijze. Zijn projecten vinden geregeld hun weg naar musea waar ze een inspiratiebron voor een nieuwe generatie ontwerpers vormen.

Het nieuwe jagen

Een van die jonge designers is Geke Schalkwijk die deze zomer afstudeerde aan de Willem De Kooning Aademie in Rotterdam. Met The NEW Hunt neemt hij het consumentisme op de hak. Consumeren is volgens Schalkwijk het nieuwe jagen geworden; van jagen en verzamelen in de natuur naar de run op voorverpakte, bewerkte etenswaren in de supermarkt. Middels foto’s en installaties van geschoten of gevangen etenswaar legt hij de link tussen ons heldhaftige verleden en de hedendaagse gemakzucht. Museum LAM in Lisse kocht zijn werk alvast aan. In dit museum maak je als bezoeker kennis met internationale topstukken die iets met eten, drinken of consumeren te maken hebben. Van kunstenaars als Folkert de Jong en Maria Roosen, maar ook ontwerpers als Studio Job en Bertjan Pot.

In Lisse vind je ook het intrigerende Food Chain Project van Itamar Gilboa, dat het midden tussen kunst en design houdt. Meer dan 8000 kleine sculpturen uitgevoerd in wit porselein, van een komkommer tot een hotdog, representeren de producten die de maker gedurende een jaar kocht. Een overweldigende hoeveelheid in relatie tot de miljoenen mensen wereldwijd die elke dag hongerlijden. Verfijnde, decoratieve objecten die niet alleen functioneren als eye candy maar ook als eye opener.

Anne van der Zwaag is curator, publicist en eigenaar/directeur van designbeurs OBJECT en kunstplatform BIG ART. Ze maakt tentoonstellingen, schrijft boeken en columns, adviseert bedrijven en zit in allerlei besturen en adviescommissies. Daarnaast verzamelt ze kunst en design.

Categorieën
2023 Columns

Column Design: Toekomstmuziek

Met de tentoonstelling ‘RetroFuture’ opende het Evoluon in Eindhoven afgelopen najaar na 32 jaar weer haar deuren. Het markante gebouw werd in jaren zestig ontworpen door Louis Kalff en Leo de Bever in opdracht van Frits Philips, als boegbeeld van technologie en wetenschap. In haar hoogtijdagen trok het Evoluon 500.000 bezoekers per jaar met interactieve tentoonstellingen. Veel mensen hebben er nog levendige herinneringen aan.

In het huidige ruimteschip vormt nieuwe technologie nog steeds de rode draad maar nu nadrukkelijk gericht op het voortbestaan van onze planeet. Bezoekers van het Evoluon worden gestimuleerd na te denken over een duurzame samenleving door middel van tentoonstellingen, lezingen en workshops. De eerste expositie ‘RetroFuture’ combineert het verleden en de toekomst met een tentoonstelling die laat zien hoe wij vroeger naar de toekomst keken, maar die ook nieuwe visies een podium geeft. Een flink aantal designers en kunstenaars, waaronder Driessens&Verstappen, Studio Drift en Floris Kaayk, toont er speelse installaties die tot denken aanzetten.

WAT WE NIET WETEN

Een meer mystieke invalshoek bood de tentoonstelling Unknown Unknowns’ in de imposante Triënnale in Milaan, gericht op alles wat we nog niet weten over de aarde. Met deze groots opgezette presentatie bevraagden de curatoren een flink aantal onderwerpen die op de internationale agenda staan, van de oorsprong en toekomst van steden en oceanen tot genetica en zwaartekracht. Creatieven blikten terug op nooit opgeloste mysteries maar er werden ook nieuwe visies voor de toekomst aangedragen. Een van de ontwerpers die speciaal voor ‘Unknown Unknowns’ een nieuw werk maakte is de in Amsterdam werkzame Irene Stracuzzi, als docent ook verbonden aan de Design Academy. Met enorme precisie en cartografie en data visualisatie als uitgangspunt onderzoekt ze eigentijdse fenomenen, zoals de legale status van de poolgebieden. De tentoonstelling was er niet op gericht om antwoorden te geven, maar had een onderzoekend en daardoor ook poëtisch karakter. Maar liefst 400 designers, architecten en kunstenaars uit meer dan 40 landen leverden een bijdrage. Met een opvallend aantal deelnemers uit het Afrikaanse continent bood de presentatie de bezoeker een divers perspectief.

Anne van der Zwaag Toekomst Design Tableau Magazine
Andrea Galvani, Unknown – V1 Study on Leptoquark, 2021

HELLO ROBOT

Heel concreet wordt het toekomstdenken in het Vitra Museum. Onder het mom van ‘Science fiction becomes reality’ is hier tot en met 5 maart ook een interessante presentatie te zien. Met ‘Hello, Robot’ onderzoekt het museum de relatie tussen mens en machine. Een dankbaar onderwerp want dit is inmiddels al versie 2.0 van de tentoonstelling die in 2017 aan een succesvolle wereldtournee begon. Het museum presenteert een even intrigerend als intimiderend beeld van de sturende rol die robotica in ons dagelijks leven speelt en de grote vlucht die de technologie op dit gebied heeft genomen. Een enorme variatie aan robots passeert de revue, waarbij de toepassing in ons huis en interieur uitgebreid aan bod komt. Maar ook de gezondheidszorg, nieuwe media, en natuurlijk de gaming industrie krijgen veel aandacht. Bijzonder om te zien hoe bepalend daarbij altijd het design is geweest, van auto’s en mobiele telefonie tot modeontwerpen, waaronder die van onze Nederlandse hightech fashion designer Anouk Wipprecht maar ook de 3D geprinte brug die Joris Laarman in 2015 creëerde.

DE ZON ALS KRACHT

Dat niet alleen nieuwsgierigheid en inventiviteit ten grondslag ligt aan vernieuwing werd duidelijk op ‘The Solar Biennale’, een initiatief van duurzame designers Marjan van Aubel en Pauline van Dongen. Met de energiecrisis ‘top of mind’ gingen zij vorig jaar op zoek naar allerlei vormen en gebruik van zonne-energie, nu en in de toekomst.

Anne van der Zwaag Toekomst Design Tableau Magazine
Marjan van Aubel, Sunne, 2021

Het perspectief is hierbij niet alleen gericht op vooruitgang en dat is een verademing. Ze toonden ook de keerzijde van de mogelijkheden en de menselijke kant van een post fossiele toekomst. Gedurende een periode van zes weken vonden afgelopen herfst allerlei presentaties, lezingen en discussies over de energietransitie plaats. Samen met Het Nieuwe Instituut maakte de organisatie over dit onderwerp een tentoonstelling die nog tot het voorjaar te bezoeken is. Hoeveel energie hebben we en hoeveel hebben we werkelijk nodig? Hoe zou de wereld eruitzien als we allemaal gebruik maakten van zonne-energie? ‘The Energy Show’ toont tot en met 5 maart inspirerende projecten waarin de wisselwerking tussen de zon, energie, mens en ontwerp centraal staat. Blikvanger vormt Van Aubel’s eigen project Sunne, een immersieve installatie die de stand van de zon verbeeldt en – hoe kan het ook anders – werkt op zonne-energie.

Anne van der Zwaag is curator, publicist en eigenaar/directeur van designbeurs OBJECT en kunstplatform BIG ART. Ze maakt tentoonstellingen, schrijft boeken en columns, adviseert bedrijven en zit in allerlei besturen en adviescommissies. Daarnaast verzamelt ze kunst en design.

Categorieën
2022 Columns

Column Design: De stad uit

De jaarlijkse meubelbeurs in Milaan stond niet bol van de innovaties en het was niet de nieuwste lichting ontwerpers die op de Salone del Mobile de aandacht trok. Een aanzienlijk deel van de meubelmerken en designers had besloten thuis te blijven en nog niet te investeren in een duur avontuur. Maarten Baas spande de kroon met de postercampagne ‘Baas is out of town’. Zelf was hij druk met zijn nieuwste project in Portugal. Helemaal op stoom was deze juni editie dus niet en dit merkte je aan de publieksstroom, het oogde overal aanmerkelijk rustiger dan vroeger.

Vooral voor jonge en zelfstandige ontwerpers die vaak in de binnenstad of aan de randen ervan hun werk presenteren, vormt de investering in een nieuwe presentatie in Milaan een risico. Echt uitpakken was er voor hen deze editie nog niet bij. Veel ontwerpen waren al eens ergens vertoond of vormden een vervolg of variatie op wat we al kennen. Het waren de grote internationale merken, met bijbehorende diepe zakken, die in Milaan de show stalen. Modehuis Hermès zette als vanouds een betoverende presentatie neer. Vier monumentale kleurrijke bouwsels, ontworpen door Hervé Sauvage en Charlotte Macaux Perelman lichten de ruimte letterlijk op. Geïnspireerd op watertorens in zogenaamde ‘Brutalistische’ stijl huisden ze de nieuwste meubelcollectie en interieur accessoires van het Franse luxemerk. Evenzo opvallend was de show van Dolce & Gabbana die een bonte combinatie van textieldesign, glaskunst uit Murano en Siciliaans keramiek presenteerde. Een Nederlandse blikvanger vormde de installatie van onze eigen Sabine Marcelis die samen met OMA een expressieve expositie neerzette in opdracht van SolidNature. In verschillende kamers en opstellingen waren de mogelijkheden van natuursteen te bewonderen, waarbij OMA tekende voor het indrukwekkende tentoonstellingsontwerp met daarin een glansrol voor de creaties van Marcelis.

INNOVATIE EN GESCHIEDENIS

Kleur, patroon, vorm en formaat met een vleugje design maar vooral ook veel verwijzingen naar mode, kunst en architectuur dus. En een hang naar historie, traditie en ambacht. Ook op de graduation shows zien we dit terug. Mik Bakker onderzoekt in zijn afstudeerwerk aan de KABK letterlijk het grensvlak tussen kunst en design, RE FORM is een serie kleurrijke objecten die het midden houden tussen autonome sculpturen en functionele meubels, niet verwonderlijk dat hij stage liep bij Maarten Baas.

In Den Haag zwaait dit jaar ook Marcos Kueh af, met een prachtige collectie textiel vol referenties en verwijzingen naar zijn voorouders in Borneo. Traditionele technieken combineert hij moeiteloos met eigentijdse industriële weefmethodes. Textiel is sowieso nog steeds aan een niet te stuiten opmars bezig. Op de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht sprong het werk van Jamilla Karg eruit, met steigerframes bouwde ze een installatie bestaande uit verschillende doeken en prints met hierop figuren en symbolen geschilderd, gedrukt of genaaid. Identiteit speelt in haar werk een grote rol, inspiratie vindt ze in cultuur maar ook in cartoons. Het leverde Karg alvast een nominatie voor het Dooyewaard Stipendium op.

Figuratief en verhalend, het zijn ingrediënten die herkenbaar zijn en houvast geven na een onzekere periode. Niet zelden wordt dan ook teruggegrepen op de geschiedenis en de toepassing van traditionele ambachten, zij het verpakt in een eigentijds jasje. Het voor de zomer geopende Museum W in Weert verenigt veel van deze elementen en lijkt de tijdsgeest perfect aan te voelen. Architect Maurice Mentjens legde zich toe op de renovatie en koos voor een opvallende gouden gevel met een aansprekend interactief kunstwerk van Emily Bates dat aan de verloren coronajaren refereert. De openingstentoonstelling van Studio Job is een schot in de roos en staat bol van de verbeelding. Heden, verleden, kunst en ambacht, fantasie en folklore versmelten hier en bieden de bezoeker flink wat kijkplezier. Elke ruimte is ingericht naar een ander thema, met bijbehorende soundtrack gekozen door Job Smeets zelf.

Ook het recent geopende Schoenenkwartier in Waalwijk brengt een gelaagd maar toegankelijk programma. Hier tekende CIVIC voor de museumtransformatie en gaan ambacht en innovatie eveneens hand in hand. Met meer dan 3000 vierkante meter aan oppervlakte biedt het Schoenenkwartier een kijkje in de geschiedenis van het metier en het maakproces, maar is er nog meer dan genoeg ruimte voor hedendaagse kunst, grafisch ontwerp en eigentijds design. Buiten de Randstad lonkt ook het Groninger Museum. Met de vrolijke tentoonstelling ‘Kleur!’ mikt het op een breed publiek. Centraal staat de geschiedenis, betekenis en de toepassing van kleur in het heden en verleden. Kunststukken, designobjecten, foto’s, modeontwerpen, schilderijen, sculpturen en keramische voorwerpen wisselen elkaar af in een gebouw dat al een kleurexplosie op zichzelf is.

Meer lezen? Bestel een losse editie van Tableau of haal hem in de winkel.

Anne van der Zwaag is curator, publicist en eigenaar/directeur van designbeurs OBJECT en kunstplatform BIG ART. Ze maakt tentoonstellingen, schrijft boeken en columns, adviseert bedrijven en zit in allerlei besturen en adviescommissies. Daarnaast verzamelt ze kunst en design.

Categorieën
2022 Columns

Column Design: spot on

Geen betere periode om een nieuw lampenlabel te lanceren dan in de winter. De dagen zijn kort en de avonden lang en donker. Atelier Artiforte, opgericht in Rotterdam in 1930, wordt nu na ruim negentig jaar nieuw leven ingeblazen, met nieuwe ontwerpen en heruitgaven van bekende designs. Het ontwerpen van lampen is in de vorige eeuw een populaire designdiscipline en bloeiende business geworden. Sinds de uitvinding van de gloeilamp is verlichting in tal van materialen en stijlen vormgegeven.

Met de intrede van de gloeilamp brak een nieuw tijdperk aan, al is het nog steeds omstreden wie nu voor deze revolutie in verlichting verantwoordelijk was. Zo’n twintig anderen waren de uitvinding al op het spoor toen in 1879 in Engeland Joseph Swan demonstreerde dat een gloeidraad van koolstof licht kon geven. Maar de uitvinding van de gloeilamp wordt veelal toegeschreven aan de Amerikaan Thomas Edison die een half jaar later met een commerciële variant van hetzelfde principe naar buiten trad. Philips was het eerste bedrijf dat in Nederland gloeilampen ging produceren en is lange tijd nationaal en internationaal toonaangevend op het gebied van verlichting geweest. Aan deze vroege lampen kwam overigens nog weinig vormgeving te pas, lampen werden industrieel vervaardigd en waren in de eerste plaats functioneel.

Hier kwam verandering in met de opkomst van de arts-and-crafts beweging en de art nouveau oftewel jugendstil, waarbij architecten en kunstenaars zich juist toelegden op handmatige productie en vakmanschap. De inmiddels wereldberoemde Tiffany lamp die eind 19e eeuw werd gemaakt is een schoolvoorbeeld van deze decoratieve stijl. Nog steeds worden er talloze varianten van deze bestseller op de markt gebracht en is de lamp allang niet meer het unieke object dat het bedrijf ooit voor ogen stond. De industriële revolutie had de honger naar vernieuwing flink aangewakkerd en dat vertaalde zich in de 20e eeuw in de art deco beweging, een eclectische stijl met veel oog voor techniek. De glasontwerpen van René Lalique zijn een schoolvoorbeeld van de art deco stijl die tot de Tweede Wereldoorlog zijn stempel drukte op architectuur, interieur, en op verlichtingskunst. De hedendaagse lichtontwerpen van Brand van Egmond grijpen misschien nog wel het meest op deze stijlen terug.

David Derksen, Lucid Light, 2019

GLASHELDERE VORMGEVING
Na de oorlog zag het wereldbeeld er totaal anders uit, ook op het vlak van kunst en design. De wederopbouw vroeg om sobere en functionele oplossingen. Dat was niet volkomen nieuw, tijdens het interbellum volgden het Bauhaus en De Stijl beweging ook dit adagium. Het modernisme van de jaren 50 en 60 greep hier in zekere zin op terug, alleen was nu Europa niet leidend maar Amerika, waar de economie opbloeide en daarmee ook de interesse in het interieur. De toonaangevende figuren waren Charles & Ray Eames die meerdere meubelklassiekers op hun naam schreven. In Denemarken was in de jaren die volgden Poul Henningsen van grote betekenis, hij ontwierp tientallen iconische designlampen die tot op de dag van van-daag worden uitgegeven door het bekende designmerk Louis Poulsen. Markante designers in Italië waren Achille & Pier Giacomo Castiglioni die in 1962 voor de Arco lamp tekenden, nu nog onderdeel van de collectie van Flos. Ontwerpen van deze makers zijn vandaag de dag zeer geliefd op veilingsite Catawiki. In Nederland werden Raak, Hala en Anvia grote namen in de verlichtingsindustrie. Uit de catalogus van Atelier Artiforte van 1961 valt dezelfde voorliefde voor het functionalisme te lezen: ‘Alle lampen werden ontworpen en vervaardigd in eigen bedrijf met het oogmerk de meest doeltreffende en ongekunstelde verlichting in het hedendaagse interieur te kunnen scheppen. Logische materiaalkeuze en glasheldere vormgeving zijn hiervan het gevolg.De technische ontwikkelingen stonden intussen niet stil, in de jaren 70 kwam de spaarlamp op de markt, al snel gevolgd door de meer energiezuinige ledverlichting. Innovaties zorgden ervoor dat het in eerste instantie witte, kille led licht ook kon wo-den toegepast in warme en gekleurde varianten. Ook designs van postmodernistische ontwerpers als Ettore Sottsass werden van led voorzien.

Tegenwoordig is er een heuse run op vintage klassiekers uit de jaren 50 tot en met 80 van de vorige eeuw. Veel oude favorieten worden opnieuw geproduceerd, met de look van toen maar de techniek en functionaliteit van nu. Atelier Artiforte brengt dit voorjaar een aantal heruitgaven op de markt. Tijdens designbeurs OBJECT in Rotterdam worden de cirkellamp van Aldo van den Nieuwelaar, de K46 van Kho Liang le en de Magnetovan Henk Fillekes gelanceerd. In de loop van het jaar komen daar nog nieuwe ontwerpen bij van rijzende sterren als David Derksen, Rick Tegelaar, VANTOT en Rachel Griffin.

Wil je op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van kunst en design? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief.

Categorieën
2021 Columns

Het sieraad als design

Over het sieraad is vanuit historisch en cultureel oogpunt lange tijd opvallend weinig geschreven, was de conclusie van Marjan Unger, die een groot deel van haar leven wijdde aan het onderzoeken en verzamelen van draagbaar design. In 2010 schonk ze 500 stukken uit haar omvangrijke sieradencollectie aan het Rijksmuseum en vlak voor haar overlijden kwamen hier nog eens 200 ontwerpen bij. Haar collectie was breed en gevarieerd, net als het genre, en omvatte sieraden van brons, zilver en goud maar ook van hout, glas, plastic, in alle mogelijke verschijningsvormen. De meeste objecten heeft ze tijdens haar leven zelf gedragen.

Het ontstaan van juwelen en sieraden gaat al eeuwen terug, de oudste vondsten zijn in Afrika gedaan maar ook Egypte en China kennen een lange en rijke sieradentraditie. Objecten die het lichaam verfraaien vertellen ons veel over het tijdperk, de cultuur en de dragers van juwelen. Sieraden zijn er in alle soorten en maten maar waarin verschilt een edelsmid van een kunstenaar of ontwerper en wanneer is dat onderscheid ontstaan?

HET MODERNE SIERAAD

Het ‘moderne sieraad’ zoals Marjan Unger dit noemde ontstond volgens haar in de jaren 70 van de vorige eeuw, toen zelfstandige sieradenontwerpers met een heel eigen signatuur zich los van de gangbare juwelen en juweliers positioneerden. Zij ontwierpen veelal unica waarbij persoonlijke expressie, bijzondere vormgeving en opvallend materiaalgebruik centraal stonden. Nadrukkelijk werd de relatie met kunst gelegd en de maker was verantwoordelijk voor het concept alsook de verschijningsvorm. Vervolgens kwamen ook galeries voor sieraden op en ontstond een klantenkring van liefhebbers en verzamelaars. In Nijmegen werd in 1979 Galerie Marzee opgericht, nog steeds een bekend platform voor gevestigd en jong talent uit binnen- en buitenland.

Ontwerper Gijs Bakker was in de jaren 60 en 70 een belangrijke wegbereider voor een nieuwe generatie vrije vormgevers die zich op het sieraad toelegden. Hij ontwierp de avant-gardistische Stovepipe Collar uit 1967, nu in de collectie van het Centraal Museum Utrecht. Het Stedelijk Museum in Amsterdam en Design Museum Den Bosch kochten eveneens stukken aan van Gijs Bakker. In de jaren 80 en 90 ging ook het provocerende werk van Ted Noten de wereld over, sieraden waarbij vervreemdende objecten zoals een dode muis werden ingegoten in blokken acrylaat. Met humor en een knipoog leverde hij kritiek op zowel de kunst als het alledaagse leven. Ook andere voorwerpen zoals een schaakstuk, stokpaardje of pistool werden in opvallende ringen en kettingen omgetoverd. Zijn werk is onder musea en verzamelaars nog steeds zeer geliefd en wordt onder andere bij Rademakers Gallery en MPV Gallery verkocht.

Tweek-eek, Olong collection, 2019-heden, door tweelingzussen Roos en Geertje Eek
(foto @editorialsby- shanna)

TOEGEPAST OF AUTONOOM

In het verlengde hiervan nam binnen de design- en kunstopleidingen ook de interesse voor het sieraad toe. Vandaag de dag zijn er wereldwijd verschillende kwalitatief hoogwaardige opleidingen te vinden waarbij vernieuwing en vakmanschap hand in hand gaan. De afdeling Linking Bodies van de Gerrit Rietveld Academie is een van de bekendste. Hier wordt het sieraad niet zozeer onderzocht als een discipline, maar als een mentaliteit. Studenten worden nadrukkelijk uitgedaagd het begrip op te rekken en niet binnen de grenzen van het draagbare design te blijven. Het lichaam in de brede zin staat centraal, waarbij bijvoorbeeld ook zintuigelijke ervaringen zoals voelen en ruiken aan bod komen. Veel van de afstudeerpresentaties zijn persoonlijk en verhalend zoals ook de intrigerende ontwerpen van Koen Jacobs die in 2017 een collectie lanceerde geïnspireerd op herinneringen uit zijn jeugd. Skeletten van dieren transformeerde hij tot ware kunstwerkjes in de vorm van grote hangers.

Of je van toegepaste of autonome kunst spreekt lijkt voor deze nieuwe generatie makers steeds minder relevant. De artistieke praktijk van zowel jonge kunstenaars als ontwerpers is mede door de toenemende medialisering nauwelijks meer in een hokje te plaatsen. Het jonge ontwerpduo Tweek benadrukt zowel het ambachtelijke maakproces als het duurzame concept van hun sieradencollecties, ze schurken bewust tegen kunst, design én mode en schuwen daarbij ook de commercie niet. Die interdisciplinaire benadering is tekenend voor de hedendaagse praktijk stelt Current Obsession, een onafhankelijk magazine en platform gericht op het hedendaagse sieraad: ‘Onafhankelijk van prijs, exclusiviteit, of artistieke waarde; een sieraad is bijzonder voor degene die het draagt en dat is waar het om draait’. Door verbindingen te leggen met aanverwante disciplines, zoals mode, kunst, design, fotografie en de letteren onderzoekt en verstevigt zij de positie van het sieraad voor de toekomst.

Wil je op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van kunst en design? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief of abonneer je op Tableau Magazine. Meer artikelen lezen over design, bestel dan hier de losse editie!

Categorieën
2021 Columns

Buitenhuisje en designhotel

column Design

Steeds meer mensen zoeken de natuur op als plek om te ontspannen en ontmoeten. Maar wat als je vooral houdt van cultuur snuiven, kunst kijken en architectuur beleven? Hoe vier je dan je vakantie deze zomer? Het kan ook allebei. In het hart van Rotterdam vind je de Culture Campsite, een groene oase, opgericht door kunstenaars. Gelegen in een industrieel stukje stad, vlakbij het bruisende Vierhavensgebied waar onder andere Richard Hutten, Sabine Marcelis en Studio Makkink&Bey gevestigd zijn. Hier slaap je in architectonische objecten gemaakt van hergebruikte materialen. In de weelderige tuin lijkt de drukke stad even ver weg. Er zijn verschillende zitjes en eten en drinken bestel je bij Rotterdamse makers, zoals het lokale biertje van Kaapse Brouwers; maar er is ook een common kitchen. De kunstenaars hebben de units zelf vormgegeven en dat zie je. De slaapobjecten zijn gemaakt van een voormalige voedersilo, een originele stalen Spijkstaal wagen en een polyester hok voor kalveren, zolang de ‘footprint’ maar minimaal is. Ook andere creatieven worden uitgenodigd om met ideeën te komen. Op die manier is de Culture Campsite niet alleen een stadscamping maar ook een alternatieve tentoonstelling. En in tien minuten ben je bij De Kunsthal, het Nederlands Fotomuseum en het Depot van Museum Boijmans Van Beuningen.Wie juist rust zoekt kan zijn hart ophalen in Drenthe. Architect, designer en kunstenaar Rolf Bruggink ontwierp in het schilderachtige Mantinge de Goudvink, een vierkant tiny house met een verpletterend uitzicht over de heide. Niet alleen de vorm, maar ook het interieur van het vakantiehuis is minimalistisch. De vloer is van natuursteen en voor het plafond gebruikte hij onderdelen van een oude varkensstal. Bruggink staat bekend om zijn ingenieuze omgang met gerecyclede materialen, in Utrecht transformeerde hij een oud koetshuis met sloopmaterialen van een naastgelegen barak tot eigentijds woonhuis. Hier in Drenthe bouwde hij de Goudvink zo dat de woonkamer zich op de bovenste verdieping bevindt en je door het grote raam ’s avonds de zon onder ziet gaan. Het huis is ingericht met onder andere designstoelen van het Nederlandse meubelmerk Pastoe. Standplaats is natuurcamping De Vosscheheugte van Gervaise Coebergh, bescheiden kunstverzamelaar en groot natuurliefhebber uit Amsterdam. Zij kocht dit voorjaar ook het nabijgelegen ‘sprookjesbos’ de Mariahoeve en droomt al over het realiseren van een kunstroute met beeldentuin.

Bjarne Mastenbroek, Villa Vals, 2009 Zwitserland

Naar de Alpen
Toch naar het buitenland? Dan staat het door de Nederlandse architect Bjarne Mastenbroek ontworpen berghuis garant voor een unieke ervaring. Genesteld in de Zwitserse Alpen is het letterlijk een sterk staaltje architectuur. De entree wordt gevormd door een historische houten schuur die je via verborgen gangen in de berghelling leidt. Vervolgens openbaren zich verschillende ruimtes achter een grote glazen gevel met uitzicht op de vallei. Niet alleen het uitzicht trekt de aandacht, de ruimtes staan vol Dutch Design van bekende ontwerpers als Scholten & Baijings en Claudy Jongstra. Op het grote terras stook je je eigen bad warm in de Dutchtub van ontwerper Floris Schoonderbeek. Eenmaal buiten wandel je naar de beroemde thermen van Vals, ontworpen door Peter Zumthor en meer dan een bezoek waard. Dichterbij huis, in Amsterdam, ontwierp Mastenbroek het prijswinnende Hotel Jakarta. Op de punt van het Java-eiland, waar reizigers vroeger afscheid namen en weer in elkaars armen vielen, creëerde hij een duurzaam hotel, helemaal opgetrokken uit hout. Het hotel kenmerkt zich door imposante, transparante glazen gevels en een enorme houten hoofddraagstructuur. Alle kolommen, binten, raamkozijnen en plafonds zijn met FSC of PEFC keurmerk uitgevoerd. De binnentuin is ingericht in overleg met de Hortus Botanicus Amsterdam en gevuld met metershoge planten en bomen. Een tropische oase. Hier waan je je even in het Verre Oosten.

Geen liefhebber van eigentijds design maar wel van bijzondere overnachtingen? Vereniging Hendrick de Keyser beheert al tientallen jaren historische huizen in Nederland. De locaties van Monument en Bed zijn soms eeuwenoud, maar de facili-teiten zijn modieus en luxe, van romantisch tot modern. Huis Dijkstra uit 1933 bijvoorbeeld, vlakbij het kunstenaarsdorp Bergen en Museum Kranenburgh. Hier staat volgens de principes van het Nieuwe Bouwen de beleving van lucht, ruimte en licht centraal. Een persoonlijke favoriet staat in Friesland, het 17e-eeuwse Huis Tichelaar in Makkum, met prachtige originele tegelplateaus. Makkum ontwikkelde zich in de Gouden Eeuw tot welvarend dorp waar de steenbakkerijen, pelmolen en schelp-kalkovens op volle toeren draaiden. Toen in de 20e eeuw de belangstelling voor aardewerk en tegels daalde, richtte het bedrijf zich op eigentijds design door samenwerkingen met Hella Jongerius, Studio Job en Marcel Wanders. Meer dan drie eeuwen lang woonde de familie Tichelaar in dit huis. Nu kunnen liefhebbers van cultuur er de nacht doorbrengen.

Meer columns lezen? Kijk hier.

Categorieën
2021 Columns

Column design: Reislustig

Na een jaar van thuiswerken en vakantie in eigen land verlangen we allemaal in meer of mindere mate naar nieuwe avonturen en verre bestemmingen. Met de zomer voor de boeg beginnen we voorzichtig weer te dromen van toekomstige reizen. 
Deze ontwerpers dromen graag met je mee.  

Onderweg 

Tot ver in de negentiende eeuw reisde je per paard, koets, trekschuit of te voet. Koffers moesten daarom in de eerste plaats tegen een stootje kunnen. Met de industrialisatie kwam het luxe reizen met stoomtrein en stoomboot op en konden langere afstanden worden overbrugd. Voor de welgestelde klasse werden grote en vaak rijk uitgevoerde hutkoffers gemaakt die een volledige garderobe konden herbergen. En in sommige gevallen zelfs een complete schrijftafel. De koffers werden uitgevoerd in stevig hout, met een metalen raamwerk en vaak een gestoffeerd interieur. Hoe extravaganter de uitvoering hoe rijker de eigenaar. Vandaag de dag worden er nog steeds eigentijdse varianten op de vroegere hutkoffer bedacht. Jong talent Hosun Ching studeerde in 2012 in Eindhoven af met zo’n bijzonder exemplaar. Een groot en prachtig uitgevoerd kabinet met aan de onderzijde onopvallende houten wielen waarmee de kastdeuren openen en sluiten en die subtiel naar de hutkoffer verwijzen. Niet bedoeld om mee te reizen maar wel om het reisgevoel in huis te halen. 

Marcel Wanders voor Louis Vuitton, Object Nomades, 2017

Thuis 

In 1914 opent kofferfabrikant Louis Vuitton een winkel aan de Champs-Elysees ’s werelds grootste zaak voor reiskoffers en reisartikelen. Het imperium breidt zich in snel tempo uit en de koffers met LV monogram worden wereldberoemd. Het luxelabel weet verschillende topontwerpers aan zich te verbinden en de ene collectie is nog exclusiever dan de ander. Binnen het aanbod valt het relatief sobere maar ingenieuze design van topontwerper Marcel Wanders misschien wel het meest op. Hij staat bekend om zijn extravagante designs maar hield het deze keer juist simpel. Objets Nomades, zo heet de collectie Louis Vuitton meubels, die bestaat uit een serie gevouwen meubilair en accessoires. Om deze bestaande serie uit te breiden schakelde het designhuis Wanders in, die een lounge chair in drie onderdelen ontwierp. Geïnspireerd op de authentieke reiskoffers en gemaakt van kwalitatief hoogwaardig leer. De stoel kan drie verschillende vormen aannemen: van armstoel tot chaise longue en poef. Geen ontwerpen waarmee je zomaar op de trein stapt maar zeker goed voor een flinke dosis reis- en interieurinspiratie.   

Minder prijzig en heel erg praktisch zijn de 46 bagagestickers die de wereldberoemde kunstenaar Olafur Eliasson voor het merk RIMOWA ontwierp. Een speciale collectie die op de natuur geïnspireerd is, verkrijgbaar als limited edition en te koop in een milieuvriendelijke verpakking. De stickers zijn bedrukt met afbeeldingen van stenen en meteorieten tot foto’s van ijs en koralen, materialen die we ook in het oeuvre van Eliasson soms terugzien. De opbrengst gaat volledig naar de goede doelen stichting van de kunstenaar. Dus ook zonder reisplannen en RIMOWA koffer is de aanschaf de moeite waard. 

Voor de ‘thuiszitters’ bedacht de Belgische ontwerper Maarten de Ceulaar een aantal jaren terug een bijzondere collectie. Zijn passie voor reizen en avonturieren bracht hem tot een samenwerking met een van de belangrijkste leerbewerkers van België, Ralph Baggaley. Dit resulteerde in een serie lederen koffers die op verschillende manieren kunnen worden samengesteld en zo nieuwe meubelstukken vormen. Met een palet aan blauw- of groentinten maakt hij zo een kleurrijk bureau of een unieke kast.  

Susan Bijl, Party lilac front shopping bag large, i.s.m. Bertjan Pot, 2020

Dichtbij 

Vier je vakantie liever binnen de landsgrenzen of hou je het bij een dagje uit, dan volstaat ook gewoon een praktische tas. Mijn persoonlijke favoriet is nog steeds het kleurrijke en milieuvriendelijke ontwerp van Susan Bijl. Gemaakt van hergebruikt, duurzaam nylon en geïnspireerd op de alom bekende boodschappentas. Maar verkrijgbaar in allerlei kleurcombinaties en diverse maten. Ze maakte al verschillende versies samen met culturele instellingen en werkt op regelmatige basis samen met ontwerpers. De designs van Bertjan Pot en 75B zijn absolute musthaves maar ook de limited edition die ze voor het Depot van Museum Boijmans Van Beuningen ontwierp is een echte eye catcher van spiegelende stof.  
Letterlijk in het oog springend is ook The Cyclist van aanstormend designtalent Julie Thissen. Zij ontwierp een collectie speciaal voor reizigers op de fiets. De tas met decoratief patroon is overdag een stijlvol accessoire dat ’s avonds in een onmisbaar item transformeert. Door het gebruik van reflectief materiaal licht het patroon op zodra er koplampen op de tas schijnen. Niet zo zwaar als een hutkoffer maar net zo elegant en innovatief, voor wie op fietsvakantie gaat.  

Anne van der Zwaag is curator, publicist en eigenaar/directeur van designbeurs OBJECT en kunstplatform BIG ART. Ze maakt tentoonstellingen, schrijft boeken en columns, adviseert bedrijven en zit in allerlei besturen en adviescommissies. Daarnaast verzamelt ze kunst en design. 

Categorieën
2020 Columns

No show: ook de designwereld staat on hold.

Veel uitstel en ook regelmatig afstel, dat typeerde het afgelopen halfjaar wat betreft presentaties, tentoonstellingen en beurzen in de designwereld. Een paar mooie tentoonstellingen werden verlengd maar voor veel culturele instellingen, kunstenaars en ontwerpers was het vooral teleurstellingen incasseren en ook een flinke dosis geduld hebben.

Een groot aantal nationale en internationale beurzen werd helemaal afgeblazen. De schrik zat er binnen de designwereld goed in en met name solisten en kleinere studio’s zagen zich geconfronteerd met een inkomstenstop. Opdrachtgevers trokken zich terug, marketingbudgetten werden bevroren, musea zaten zelf in zwaar weer en er waren geen presentatieplekken waar je verzamelaars tegen het lijf kon lopen. 

Creatieve sector

De sector zou de creatieve industrie niet zijn als er niet links en rechts samenwerkingsverbanden werden gezocht en nieuwe initiatieven ontstonden. De jonge kunstbeurs Unfair veranderde prompt in een museum waardoor ze in ieder geval open konden. Niet met de gedroomde bezoekersaantallen, maar the show must go on en op deze manier konden trouwe fans toch cultuursnuiven. De opzet van Amsterdamse designfestival GLUE was bij voorbaat al coronaproof. Designers, ondernemers en instellingen in de stad werden begin september op een slimme manier middels een plattegrond verbonden en stelden een lang weekend hun deuren open. Het altijd inspirerende Lloyd hotel was een van de design hubs en bood ruimte aan verschillende vormgevers zoals Ruwe Bolster, Fields en Carina Riezebos. Ontwerpers die eigenlijk hun zinnen op Milaan hadden gezet presenteren hun werk nu veel dichterbij huis. Zo toonde BIG ART in de afgelopen editie een opvallende kleurrijke installatie van designduo Rive Roshan, die eigenlijk haar primeur op de Salone del Mobile zou beleven. Met name de evenementen met een internationaal profiel hebben het te zwaar, want veel buitenlandse deelnemers en bezoekers laten het logischerwijs afweten. Een belemmering vormde dat gelukkig niet overal, de Dutch Design Week organiseerde een afgeslankte versie waardoor liefhebbers in Eindhoven toch hun designhart op konden halen. 

Seet van Hout, Blumenzucht, 2018-2020, serie van kleine unieke schilderijen, 13x18cm

Wat deze crisis betekent voor de hele creatieve sector zal op lange termijn duidelijk worden. Voor nu lijkt de interieur business, net als de huizenmarkt en de vastgoedwereld, er niet onder te lijden. Integendeel. We spenderen immers allemaal meer tijd thuis en willen van dit huis dan wel optimaal kunnen genieten. Nu we minder vaak en minder makkelijk op vakantie gaan, een restaurant bezoeken of een filmpje pakken wordt thuis de plek waar je inspiratie zoekt en wilt ontspannen. Wonen en werken vloeien daarbij steeds meer in elkaar over, wat betekent dat de functionaliteit van het interieur wordt uitgebreid met de meubels en praktische tools die hierbij horen. De grote interieurlabels als Lensvelt en Hay hebben niet te klagen. En zij besparen intussen op de kosten die de internationale beurzen met zich meebrengen. Maar voor kleinere interieurwinkels en designgaleries is het een ander verhaal. Zij zijn meer en meer afhankelijk geworden van e-commerce nu het directe contact met de klant lange tijd ontbrak. Het aantal webshops is daardoor weer toegenomen en online platforms zoals We Like Art en Post Modern doen goeie zaken. Want tijd hadden we allemaal even in overvloed. 

Chris Kabel, Hidden Colors, 2018, gesigneerd en genummerd wandobject, 17×12 cm

Extra Large

Ook kunstenaars en ontwerpers in de designwereld hebben niet stilgezeten, niet eerder was de productie van nieuw werk en vernieuwende concepten zo hoog. Op de afstudeershow van de Rietveld Academie vertaalde zich dit in veel monumentale installaties. De nieuwste generatie pakte opvallend groots uit. De enorme schilderijen van Sanne van Balen van de Gerrit Rietveld Academie en de XL illustraties op textiel van Vere van der Veen zijn hier een mooie voorbeelden van. De belangrijkste vraag is nu waar zij hun werk het komende jaar kunnen presenteren. Vooral voor de jongste generatie ontwerpers is dit essentieel, zij zijn afhankelijk van een nieuw netwerk, en hebben een lanceringsplatform met bijbehorende pers en publiek nodig. Als er weer een beurs, evenement of graduation show plaatsvindt ga dan vooral kijken. En plan een paar keer een studiobezoek. Er is zoveel nieuws te zien in de designwereld.

Anne van der Zwaag is curator, publicist en eigenaar/directeur van designbeurs OBJECT en kunstplatform BIG ART. Ze maakt grote tentoonstellingen (o.a. in het Fotomuseum en de Kunsthal), schrijft boeken en columns, adviseert bedrijven en zit in allerlei besturen en adviescommissies. Daarnaast verzamelt ze kunst en design.

Wil je op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van design? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief of abonneer je op Tableau Magazine!

Categorieën
2020 Columns

Natuurlijk design

Zoals kunstenaars zich door de eeuwen heen hebben laten inspireren door de natuur, gebruiken ook eigentijdse ontwerpers de natuur veelvuldig als vetrekpunt. Natuurlijke kleuren, vormen, patronen en texturen zijn op allerlei manieren onderdeel van decoratieve en innovatieve ontwerpen.

Designs die soms veel verder gaan dan esthetiek en functionaliteit en in of zelfs samen met de natuur tot stand komen. Eco design, nature inspired design, bio design, er zijn evenzoveel termen als benaderingen.

Weelderige beeldtaal

Al tijdens de 18e-eeuwse Rococo periode keken kunstenaars naar vormen uit de natuur in een stijl die letterlijk verwijst naar rocaille, oftewel schelp. Als reactie op het strenge classicisme ontstond in Frankrijk een weelderige beeldtaal in de schilderkunst, beeldhouwkunst en interieurarchitectuur die al snel zijn weg vond naar de aristocratie en rijke burgerij in andere Europese landen zoals Duitsland, Oostenrijk en Italië. In Nederland zijn maar weinig Rococo interieurs terug te vinden, de bibliotheek van de Abdij Rolduc is waarschijnlijk het meest prominente voorbeeld. De uitbundige en ietwat pronkerige interieurs staan bol van asymmetrische ornamenten uit de natuur.

Asymmetrische composities en organische vormen kenmerkten rond 1900 nog nadrukkelijker de Jugendstil oftewel de Art Nouveau waarbij motieven heel letterlijk uit de natuur werden ontleend. Ranke, gestyleerde planten en bloemen maar ook sierlijke vlinders, zwanen, pauwen en andere vogels zien we terug in meubels, sieraden, lampen, bedrukte stoffen, kortom wat we nu design zouden noemen.

Bloemen en planten 

De grote bloemsculpturen van Linda Nieuwstad houden ook het midden tussen kunst, design en decoratie en zouden in de Art Nouveau niet misstaan. Maar zij blikte voor inspiratie nog verder terug: een tentoonstelling over de 17e-eeuwse schilder Jan van Huysum vol prachtige bloemstillevens vormde de directe aanleiding voor haar werk. Nieuwstad vervaardigt de reuzebloemen van bouwzeil, dekens, staal, fluweel behang en glimmend plastic. Net als in de natuur speelt kleur een sleutelrol.

natuurlijk design
Linda Nieuwstad, Bloemen voor Weesp, 2017 , 27 x150cm,
staal, velours en pvc (foto: © Ilco Kemmere) 

Waar de bloemstillevens van Nieuwstad in schaal en materiaal ver van de natuur af staan, zoekt het Rotterdamse REM atelier juist de grens tussen illusie en werkelijkheid op. In hun Growing Plants Indoors kijk je naar een lichtbak met daarin een grote bananenplant, althans zo lijkt het. In werkelijkheid is het een driedimensionale foto van de plant, gevangen tussen glas. De lichtobjecten spreken tot de verbeelding, met name de levensgrote versie prikkelt de nieuwsgierige kijker.

De Amsterdamse designstudio Spruitje gaat nog een stap verder en brengt de natuur daadwerkelijk bij je binnen. Oprichter van dit groenlab is Jonael van der Sloot, hij bracht zijn jeugd door in de jungle van Latijns-Amerika en experimenteert al zijn hele leven met planten en groenten. Terug in Nederland vertaalde Van der Sloot zijn liefde voor de plantenwereld in een groene microkosmos voor thuis. Hij ontwerpt glazen ‘bubbels’ met hierin aarde, mos en planten. Aan de bovenzijde worden ze afgesloten met een lamp die voor de groei van dit ecosysteem niet eens noodzakelijk is. Ideaal voor de designliefhebber zonder groene vingers.

natuurlijk design
Edisons’ Garden hanging door 

Biologie en design 

Innovatie en duurzaamheid vormen vaak de kern van het samenspel tussen designers en de natuur. Hoe integreer je biologie in design en nieuwe processen en producten? Kunnen we de hulp inschakelen van de natuur? En welke rol speelt technologie binnen bio-design? Complexe vraagstukken in de manier waarop designers duurzame productiemethoden verkennen. Steeds meer bedrijven en ontwerpers voelen immers de noodzaak op een verantwoorde manier met onze aarde en natuurlijke grondstoffen om te gaan. Een paar jaar geleden werd ik gegrepen door de eenvoud van het werk van Iris Claessens die in 2017 aan de Maastricht Academy for Fine Arts and Design afstudeerde. Haar poëtische sieradencollectie bestond uit bloemen en planten die ze rechtstreeks uit de natuur haalde. Delicate en fragile ontwerpen die soms niet meer vormden dan een madelief met een gouden knopje eraan. De meest pure vorm van hergebruik wellicht. Een soort Land Art maar dan op heel kleine schaal, waarbij het landschap oftewel de aarde de basis voor kunst is en met maar een paar ingrepen wordt verheven.

Designliefhebbers die de natuur niet direct in huis willen halen maar in de zomer wel graag de natuur ingaan kunnen hun hart ophalen bij Weltevree. Een mooi, robuust en duurzaam Nederlands merk dat helemaal gericht is op het buitenleven. Het meest bekende ontwerp van Weltevree is de Dutchtub, waarmee de Arnhemse ontwerper Floris Schoonderbeek al in 2003 afstudeerde. Het buitenbad is hout gestookt en weegt maar 75 kilo, waardoor je het makkelijk kunt verplaatsen. Elke exemplaar wordt met de hand gemaakt in Nederland, voorzien van een uniek nummer en is leverbaar in verschillende RAL-kleuren. Een sterk staaltje Dutch design voor het ultieme vakantiegevoel, zelfs in je eigen achtertuin.

natuurlijk design
Dutchtub van Weltevree

Andere columns van Anne van der Zwaag lezen:
https://tableaumagazine.nl/highlights/textiel-trend
https://tableaumagazine.nl/news/neo

Meer informatie over kunstbeurs OBJECT:
http://objectrotterdam.com/

Categorieën
2020 Columns

Textiel Trend

In elk tijdperk is textiel een belangrijke motor geweest achter economische, culturele en artistieke ontwikkelingen en ook bij hedendaagse kunstenaars en ontwerpers speelt dit nog een rol. Niet voor niets werkt het Deense stoffenhuis Kvadrat, een van de grootste spelers in de markt, samen met wereldberoemde kunstenaars als Olafur Eliasson en Pipilotti Rist. 

Het eerste textiel

De creaties van Beatrice Waanders komen misschien wel het dichtst bij de meest ruwe en basale vorm van textiel die we kennen. Alle producten van Waanders zijn handgemaakt volgens de eeuwenoude techniek van het vilten, een niet geweven stof die wordt gevormd door losse wolplukken bij elkaar te leggen, nat te maken en te bewegen tot er een stof ontstaat. Vilt werd 6.500 jaar voor Christus in Klein-Azië vervaardigd om warm te blijven, esthetiek deed er nog weinig toe. Dit veranderde een paar eeuwen later toen de eerste voorbeelden van katoen, zijde en linnen opdoken in India, Egypte en China. 

De zijderoute zorgde rond het begin van de jaartelling voor een enorme impuls, daar het aanbod sterk werd uitgebreid. Deze nieuwe stoffen werden voornamelijk gebruikt voor kleding maar de aristocratie paste textiel ook steeds vaker toe op de wanden, vloeren en meubels van hun paleizen. Decoratie werd steeds belangrijker, terwijl de manier van weven door de eeuwen heen eigenlijk niet echt veranderde. Uitbundige kleuren en patronen vereisten nog meer handwerk en dat maakte producten alleen maar kostbaarder. De handgeweven kleurrijke kleden, glanzende stoffen, tapijten, dekens en kussens van Fransje Killaars worden nog steeds speciaal vervaardigd in een atelier in India en dat blijft ook vandaag de dag een arbeidsintensief proces. Vandaag besteld en morgen in huis is er dus niet bij. 

Fransje Killaars,
Paravan, 2006, diverse kunststoffen,
6 delen ieder 187×44 cm, collectie kunstenaar
Handwerk

Tijdens de middeleeuwen waren luxe stoffen voorbehouden aan de elite maar richting de renaissance veranderde dit. Met name in Europa raakte het verven en naaien van stoffen wijdverbreid en sijpelde die fijnzinnigheid tot de kleding en het interieurtextiel van de middenklasse door. Binnen elke kunsthistorische stroming speelde textiel sindsdien een rol en hoewel de decoratie en vormentaal steeds rijker werd bleven de productiemethoden in de eeuwen die volgden vrijwel hetzelfde. Pas met de industriële revolutie kwamen de geautomatiseerde processen waardoor stoffen op een grote schaal konden worden geproduceerd en dus voor een breed publiek toegankelijk werden. Toch bleven ook toen kunstenaars trouw aan het handwerk, zoals de bekende William Morris, een voorman van de Engelse arts-andcraftsbeweging die pleitte voor het behoud van het ambacht. Intussen werden stoffen steeds minder kostbaar waardoor er meer ruimte ontstond voor experiment. 

Innovatie met oude technieken

Dat experiment bloeide in de jaren 70 in de beeldende kunst. De Canadese kunstenares Miriam Schapiro speelde hierin een belangrijke rol als leider van de Pattern & Decoration beweging binnen de kunsten. Zij hief de grens tussen arts and crafts definitief op door ambachtelijke werkwijzen in haar schilderkunst te verweven. Ook beeldend kunstenaar Sheila Hicks oogst al decennialang bewondering met haar innovatieve en experimentele weefsels en sculpturale installaties die heel kleurrijk en vaak zeer persoonlijk van aard zijn. En onze eigen Claudy Jongstra niet te vergeten, die wereldberoemd werd met haar architecturale kunstwerken waarvan sommigen wel vijftien meter meten. Maar ook een nieuwe generatie ontwerpers heeft het afgelopen decennium het textiel ontdekt. Mae Engelgeer bijvoorbeeld gebruikt oude technieken op een innovatieve manier voor zowel haar autonome werk als voor producten die ze in opdracht voor merken als Auping en Forbo maakt. 

Op het grensgebied van design, kunst, mode, architectuur, erfgoed en innovatie spelen zich vaak interessante dingen af. Dé plek in Nederland om dit te ervaren is het Textielmuseum. Het museum herbergt een schat aan kennis over ambachten, materialen, technieken, patronen en recepten en maakt niet alleen tentoonstellingen maar heeft ook een eigen lab, met geavanceerde machines van breien en weven tot laserprints. Nederlandse talenten als Roos Soetekouw, Jan Koen Lomans en Studio RENS maar ook internationale namen als Carlos Amorales weten Tilburg te vinden. Amorales ontwikkelde in samenwerking met het TextielLab 60 textiele panelen voor zijn werk Orgy of Narcissus. Het is tot 17 mei te zien in zijn solotentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. 


Carlos Amorales, Orgy of Narcissus, 2019.
met dank aan Carlos Amorales, kurimanzutto en Nils Staerk (foto Peter Tijhuis)
Anne van der Zwaag is curator, publicist en eigenaar/directeur van designbeurs OBJECT en kunstplatform BIG ART. Ze maakt tentoonstellingen, schrijft boeken en columns, adviseert bedrijven en zit in allerlei besturen en adviescommissies. Daarnaast verzamelt ze kunst en design.