Categorieën
2023 Stories

Vier topstukken op de TEFAF

Van 11 tot en met 19 maart strijkt de TEFAF weer neer in Maastricht. Meer dan 260 kunsthandelaren uit de hele wereld geven acte de présence en tonen in delicate stands hun allermooiste, vaak zeldzame en unieke objecten. Van oude meesters en kunst uit de klassieke oudheid tot moderne schilderkunst en hedendaags design. Tableau licht alvast vier topstukken uit.

Chinese potten uit de Kangxi periode

Deze Chinese potten met deksel zijn behoorlijk imposant van formaat: maar liefst zestig centimeter hoog met een doorsnee van bijna veertig centimeter. De potten – afkomstig uit een Belgische privécollectie – zijn gemaakt rond 1720, in de Kangxi periode (1662-1722). Tijdens de regeerperiode van keizer Kangxi maakte China een welvarende tijd door. De economie kwam na jaren van onrust – als gevolg van de val van de Ming dynastie – weer tot grote bloei. Ook was er veel aandacht voor het ambacht. Niet alleen voor porselein, maar bijvoorbeeld ook voor zijde. De Kangxi periode staat bekend om de hoge kwaliteit porselein onder meer door innovatieve, verbeterde technieken, en om de verspreiding van het porselein wereldwijd. Beide potten zijn rijk gedecoreerd. De hals heeft een rand van krullende bloemen. De versiering op de ‘body’ van de potten bestaat uit bloeiende pioenrozen met exotische vogels in een onderglazuur blauw en bovenglazuur rood email, met krachtige gouden accenten.

De potten worden aangeboden door Vanderven Oriental Art uit Den Bosch. Het familiebedrijf bestaat volgend jaar 55 jaar en brengt ter gelegenheid hiervan een speciale TEFAF-catalogus uit.

TEFAF 2023 Maastricht Tableau Magazine
Alonso Castillo Sanchez, Portret van een jonge edelvrouw, aangeboden door Colnaghi

Alonso Sánchez Coello, Portret van een jonge edelvrouw

Dit elegante portret van een jonge vrouw is geschilderd door de 16e-eeuwse Alonso Sánchez Coello (circa 1531-1588). De Spaanse schilder, geboren in de buurt van Valencia, begon zijn carrière in Portugal waar hij samen met zijn grootvader aan het Portugese hof werkte. Zijn studiereis naar Vlaanderen – als begin twintiger – is van grote invloed geweest op zijn latere stijl. Ook maakten de schilderijen van Titiaan grote indruk op hem. Bij zijn terugkeer naar Spanje ging Sánchez Coello werken aan het Spaanse hof, waar hij vooral portretten maakte van koning Filips II en de overige leden van de koninklijke familie. Sánchez Coello was een geliefd en succesvol schilder: koning Filips II, die zelfs peetvader werd van twee van zijn kinderen, verleende hem niet alleen prestigieuze opdrachten voor portretten, maar ook voor talrijke religieuze schilderijen voor koninklijke paleizen en kerken. Mede dankzij deze steun stond Sánchez Coello in hoog aanzien. Ook zijn dochter, Isabel Sánchez, was een vermaard portretschilder. Wie deze geportretteerde vrouw is, is niet bekend, maar hoogstwaarschijnlijk behoort zij tot de inner circle van het Spaanse hof.

Het schilderij wordt aangeboden door Colnaghi, opgericht in 1760 en een van de oudste kunsthandels ter wereld, met vestigingen in Londen, New York en Madrid.

TEFAF 2023 Maastricht Tableau Magazine
Gerard van Kuijl, Philoctetes op het eiland Lemnos, 1647, aangeboden door Haboldt & Co

Philoctetes op het eiland Lemnos

Het licht komt van linksboven en valt prachtig op het ontblote, gespierde lichaam van de man. Dit is Philoctetes, een personage uit de Griekse mythologie. Door een beet van een slang is hij gewond aan zijn rechtervoet, met zorgelijke blik verzorgt hij de wond in het water. Philoctetes werd door Odysseus achtergelaten op een onbewoond eiland omdat de wond niet genas. Naast hem ligt de pijl en boog van Heracles, met wie hij bevriend was. Hij kreeg het wapen na diens dood. Het valt Philoctetes zwaar alleen op het eiland. Tien jaar verblijft hij er, met helse pijnen, in totale isolatie. Uiteindelijk wordt hij gered omdat aan de pijl en boog superkrachten worden toegedicht die Troje moeten redden. Dit indrukwekkende 17e-eeuwse olieverfschilderij is geschilderd door Gerard van Kuijl. Hij werd in 1604 geboren in Gorinchem en schilderde vooral historie- en genrestukken. Daarnaast zijn enkele portretten van hem bekend. Van Kuijl is een leerling van Gerard van Honthorst en wordt beschouwd als een van de laatste Nederlandse caravaggisten. Zijn studie- reis naar Italië – hij verblijft er drie jaar – is van grote invloed op Van Kuijl. Dit werk is geschilderd in 1647, Van Kuijl is dan allang terug uit Rome, maar de Italiaanse invloed is nog duidelijk zichtbaar.

Het schilderij wordt aangeboden door Haboldt & Co

TEFAF 2023 Maastricht Tableau Magazine
Karel Appel, Boy, 1965, aangeboden door Jaski Gallery

Karel Appel, Boy, 1965

Opvallend aan dit schilderij zijn de grote, heldere vlakken in contrasterende kleuren die elkaar versterken. Het is zeer expressief geschilderd. Het typeert de kunst van Karel Appel, een van de invloedrijkste Nederlandse schilders uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Op 8 november 1948 is Appel een van de oprichters van Cobra, een avant-gardistische kunstenaarsgroep die het experiment niet schuwt. Dit jaar is het 75 jaar geleden dat de Cobra-groep is opgericht. En hoewel Cobra als groep niet lang heeft bestaan, is de invloed van deze kunstenaars vandaag de dag nog zichtbaar. Appels roemruchte uitspraak ‘Ik rotzooi maar wat aan’ heeft bijgedragen aan zijn wilde imago. Toch zijn zijn expressieve schilderijen weloverwogen composities met heldere lijnen. Dit schilderij Boy is door hem in 1965 geschilderd. Het geeft goed de transitie weer van Appels wilde, barbaarse periode uit de jaren 50 en begin jaren 60 naar zijn meer kleurrijke en figuratieve werk uit de jaren 70. Wat dat betreft kun je in dit geval spreken van een sleutelwerk.

Vorig jaar heeft Jaski Gallery, de Amsterdamse galerie waar deze Appel wordt aangeboden, een prachtig fotoboek over Karel Appel uitgegeven. Op de TEFAF is dat werk verkrijgbaar.

Lees verder in de nieuwste Tableau. Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

TEFAF Maastricht
11 t/m 19 maart 2023

Categorieën
2023 Beurzen Stories

Zin in TEFAF

Maart is eindelijk weer TEFAF-maand. Na een roerige periode waarin covid roet in het eten gooide, strijkt de kunstbeurs dit voorjaar weer neer in Maastricht (11 t/m 19 maart). Meer dan 260 kunsthandelaren uit de hele wereld geven acte de présence en tonen in delicate stands hun allermooiste, vaak zeldzame en unieke objecten. Van oude meesters en kunst uit de klassieke oudheid tot moderne schilderkunst en hedendaags design.

TEFAF wordt beschouwd als de belangrijkste kunstbeurs ter wereld. TEFAF-voorzitter Hidde van Seggelen legt uit hoe de kwaliteit gewaarborgd blijft. ‘Voorafgaand aan de beurs worden alle objecten gekeurd door meer dan tweehonderd vetting specialisten. Dat doen we al 35 jaar en dat maakt ons uniek. Met de keuring geven we een kwaliteitsstempel af. Het publiek weet dat en kan dus met groot vertrouwen bij ons kopen.’ De keuringexperts zien duizenden voorwerpen. Nieuw hierbij is het gebruik van technologische kennis, zegt Van Seggelen. ‘We hebben apparatuur waarmee we wetenschappelijk naar werken kunnen kijken, naar patina’s, naar pigmenten. Niet elk kunstwerk wordt onder een microscoop gelegd, maar bij twijfel wordt er meer onderzoek gedaan. En hoewel de eindverantwoordelijkheid bij de verkopende partij ligt, wordt er soms ingegrepen en een object uit de beurs gehaald.’ TEFAF is als beurs ook belangrijk voor de museale wereld. ‘Het is hét moment in het jaar dat er kennis wordt uitgewisseld en er ook daadwerkelijk wordt gekocht. Met name op de eerste twee dagen zijn conservatoren van over de hele wereld aanwezig om te zien welke werken beschikbaar zijn. Voor musea is het een uitgelezen kans om de hiaten in hun collectie op te vullen.’

Tefaf Hidde van Seggelen Tableau Magazine
Hidde van Seggelen

TEFAF is hét moment in het jaar dat er kennis wordt uitgewisseld en er ook werk wordt gekocht

Hidde van Seggelen

Crème de la crème

Sinds een aantal jaar is er een lichte verschuiving in het aanbod en wordt er steeds meer moderne en hedendaagse kunst getoond. Terwijl de roots van TEFAF bij de oude meesters liggen, zien we steeds meer recenter werk. Toch zijn oude meesters nog steeds prominent aanwezig op TEFAF en gelden die werken als de crème de la crème van wat vandaag de dag beschikbaar is. ‘Het blijft de beste beurs ter wereld voor historische kunstwerken, maar de mix van tijdperken zorgt voor een interessante en dynamische beurs voor verzamelaars. Tegenwoordig bestaat een kwart uit oude meesters, een kwart uit moderne kunst en de rest zijn antiquairs, van meubels en tapijten tot boeken en sieraden. De altijd weer omvangrijke sectie ‘werken op papier’ – in de brede zin des woords: tekeningen van oude en klassiek moderne meesters, in beperkte oplage gedrukte prenten, fotografie, antiquarische boeken en manuscripten, aquarellen en Japanse prenten – is verplaatst naar de begane grond, als volwaardig onderdeel van de beurs.’

Tefaf Hidde van Seggelen Tableau Magazine
Wim T. Schippers, The Birds, 1962, aangeboden door Hidde van Seggelen. Foto: Tom Haartsen

Het imago van de TEFAF is ijzersterk en Van Seggelen erkent dat dat een druk op zijn schouders legt. ‘De beurs is heel belangrijk voor Nederland. Wat bijeen komt in maart in Maastricht is een culturele kennisuitwisseling op het allerhoogste niveau. Dat is immens: er wordt dus niet alleen kwalitatief hoogstaande kunst verkocht, er worden ook nieuwe ideeën voor tentoonstellingen opgedaan, contacten gelegd met musea en verzamelaars. Dat is onder meer te danken aan het topteam van de TEFAF. Ik ben trots op waar wij nu staan als organisatie. Wat ik echt bijzonder vind, is dat – na zo’n moeilijke periode – zoveel handelaren zich weer hebben aangemeld voor de beurs. Dat zij de TEFAF zien als de belangrijkste beurs van het jaar.’ Hij verwacht ook dat het aantal bezoekers weer groot zal zijn, waaronder veel veel Amerikanen. ‘We werken er hard aan om ook de jonge bezoekers naar de beurs te laten komen. Kunst- liefhebbers van rond de veertig hebben TEFAF omarmd – een jongere generatie verzamelaars is van cruciaal belang voor de toekomst van onze beurs!’

Waar Van Seggelen het meest naar uitkijkt? Lees verder in de nieuwste Tableau. Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

TEFAF Maastricht
11 t/m 19 maart 2023

Categorieën
2022 Stories

Talentvolle kunstenaars: de winnaars van de Van Vlissingen Art Foundation

Kunstenaars Marie Reintjes en Floris Felix van Velsen zijn de winnaars van de Van Vlissingen Art Foundation. De prijs – waaronder een reis naar keuze – is bedoeld om hun kunstenaarschap verder te ontwikkelen.

De Van Vlissingen Art Foundation – in 2008 opgericht door kunstliefhebbers John en Marine Fentener van Vlissingen-Comtesse de Pourtalès – ondersteunt elk jaar een talentvolle Nederlandse kunstenaar om nieuwe stappen te zetten in zijn kunstenaarschap. Het geeft de kunstenaar de mogelijkheid naar een vrij te kiezen bestemming te reizen voor inspiratie. Het werk dat uit deze reis voortkomt – en de weg ernaartoe – wordt vastgelegd in een boek in de reeks ‘Inspiratie’. Ook komt er een expositie met het nieuwe werk. Om het verloren coronajaar in te halen werden dit jaar twee kunstenaars uitverkoren: Marie Reintjes (1990) en Floris Felix van Velsen (1989). Hun werk is van 29 november tot en met 8 januari te zien in Singer Laren.

MARIE REINTJES

Het is een soort heilige twee-eenheid: Marie Reintjes en haar telefoon. Met haar telefoon legt de in Arnhem wonende en werkende kunstenaar de wereld om zich heen vast. Het zijn vaak alledaagse dingen, niet per se mooie dingen die ze kiest. Juist daarin ziet Reintjes schoonheid. Die schoonheid vangt zij in vorm, kleur en compositie. Haar acrylschilderijen zijn geen een-op-een reproductie van de foto’s, ze geeft er een persoonlijke draai aan. Reintjes neemt graag kennis en informatie tot zich. Ze laat zich inspireren door de kunstgeschiedenis, verslindt kunstboeken en bezoekt graag musea. Toch wil ze zich niet al te veel laten leiden door deze onderdompeling in de kunst. Alle informatie die ze tot zich neemt, mag haar eigen visie op kunst niet vertroebelen.

Het landschap is een belangrijk onderwerp in de kunst van Reintjes. Dus toen de Van Vlissingen Art Foundation haar de kans gaf om een reis te maken, wist ze meteen wat de bestemming zou zijn: IJsland.‘IJslandiseengeniaallandenstondallange tijd op mijn lijstje. Ik wilde er heel graag heen. De vele vulkanen leveren een uniek landschap op. En de kleuren daar zijn ongelooflijk. Je kunt je bijna niet voorstellen dat het echt is, dat het de kleuren van de aarde zijn. Het is bijna buitenaards.’

Verder lezen over Marie Reintjes? Bestel een losse editie van Tableau. Lees onder de foto meer over het werk van Floris Felix van Velsen.

Van Vlissingen Art Foundation Floris Felix van Velsen Tableau Magazine
Floris Felix, De Vergrijping, 2020

FLORIS FELIX VAN VELSEN

Floris Felix, zoals Van Velsen zich als kunstenaar noemt, droomt graag groots en meeslepend. Omdat Nederland te klein voelt, stapt hij in 2015 op de trein naar Parijs. Daar, in modestad numero uno, wil hij zijn droom najagen: de allerbeste mode-illustrator en kunstenaar worden. De jaren dat hij in Parijs woont, worden gekenmerkt door hoge pie- ken, maar ook diepe dalen. Aan de ene kant dompelt hij zich onder in de high fashion en de exorbitante wereld die daarbij hoort. Hij maakt illustraties in samenwerking met Viktor & Rolf, Thierry Mugler en L‘Oreal. Maar er zijn ook periodes dat hij nauwelijks iets verdient en al blij is als hij een baguette kan kopen.

Met pijn in zijn hart besluit hij in 2019 terug te gaan naar Nederland. Het onbestemde gevoel – waarom is het niet gelukt in Parijs – verandert als sneeuw voor de zon als hij in Haarlem een groot leegstaand winkelpand tot zijn beschikking krijgt. Hij hervindt de lol in het tekenen en schilderen. Zijn illustraties van de catwalk, zijn modellen hebben veelal ultralange benen, zijn populair en gaan als zoete broodjes over de toonbank. Naast zijn mode-illustraties schildert Floris Felix. Deze schilderijen lijken vanuit zijn diepste wezen te komen en zijn veel persoonlijker.

Na een impulsieve ‘tussenstop’ in Barcelona heeft hij inmiddels Haarlem verruild voor Amsterdam. Hij voelt zich er thuis, maar de onrust zit nog steeds in zijn lijf. ‘Vooral omdat ik geen eigen atelier hebt. Dat geeft onrust.’ De prijs is voor hem een stimulans – zelfs een stok achter de deur, zegt hij zelf – om zijn carrière te professionaliseren. Floris Felix wil nu eindelijk eens een eigen atelier, zodat hij niet meer hoeft te hoppen en te slepen met zijn werk. ‘Ik ben nu echt heel dedicated om hiermee aan de slag te gaan. Ik wil weer aarden in Nederland.’

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2022 Stories

Royal Delft Museum breidt uit

Opgericht in 1653 is De Porceleyne Fles de enige van de oorspronkelijk 32 aardewerkfabrieken in Delft die nog operationeel is. Het Royal Delft Museum laat de geschiedenis zien en maakt nog steeds nieuw Delfts blauw, ook in samenwerking met bekende onderwerpers.

Sinds januari is Jolanda van den Berg directeur van Royal Delft Museum, in de volksmond nog altijd bekend als De Porceleyne Fles. Van den Berg heeft grote plannen met Royal Delft Museum. Naast het museum kunnen bezoekers ook de fabriek bezoeken om te zien hoe het beroemde Delfts blauw wordt geproduceerd. Momenteel worden de huidige museumzalen gerenoveerd. ‘Dat was nodig’, zegt Van den Berg. ‘Het gebouw is een prachtig monumentaal pand. In combinatie met het feit dat we officieel de museumstatus kregen lag een renovatie voor de hand. Na de renovatie kunnen we met onze collectie op een interessante manier ons verhaal vertellen. Ook zullen we de komende jaren meer inzoomen op inhoud en diepgang. Met audiovisuele middelen willen we onze collectie nog beter ontsluiten.’

Daarnaast wordt een deel van de opslagruimten van het monumentale gebouw getransformeerd tot fonkelnieuwe tentoonstellingszalen, naar een ontwerp van het Amsterdamse architectenbureau KossmanndeJong. ‘Dat geeft de mogelijkheid om wisselende tentoonstellingen te organiseren. We zijn van plan om elk jaar, in samenwerking met nationale- en internationale musea, twee tentoonstellingen te maken.’ Dat is vooral interessant voor de Nederlandse bezoeker, omdat Royal Delft Museum sinds vorig jaar is aangehaakt bij de Museumkaart. ‘Een buitenlandse bezoeker komt meestal maar een keer, maar we willen graag dat Nederlandse bezoekers vaker terugkomen.’ In het pre-coronatijdperk waren het vooral buitenlandse toeristen die het museum bezochten. Voor hen is Delfts blauw en een molen toch nog steeds de meest geliefde combinatie in Nederland. ‘Buitenlandse bezoekers zijn na corona gelukkig in groten getale terug gekomen. Daar ben ik echt erg blij mee. Ze komen vooral uit Amerika, Frankrijk, Duitsland en Engeland. De Aziatische markt moet nog op stoom komen. Maar we zien dat, mede door de Museumkaart, de Nederlandse markt groeit.’

Royal Delft Museum Tableau Magazine
Henk Schiffmacher, Memento Mori, tegeltableau uit de serie Schiffmacher Royal Blue Tattoo

VAN BIER NAAR PORSELEIN

De Porceleyne Fles is opgericht in 1653 door David Antonisz van de Pieth in Delft. De stad telde in de 17e eeuw maar liefst 32 aardewerkfabrieken. Dat had alles te maken met de bierbrouwerijen die er zaten. Delft stond bekend als de stad van de bierbrouwers. Maar door het vervuilde water – iedereen loosde alles gewoon in de grachten – trokken de bierbrouwerijen de stad uit. In die tijd maakte Nederland via de VOC kennis met het porselein uit China, dat werd razend populair. Van den Berg lacht: ‘Ik zeg soms: wij waren de Chinezen van Europa. We kopieerden alles als er geld mee te verdienen viel. Dat deden we bijvoorbeeld ook met sitsen, de handbeschilderde stof uit Indië. Amsterdam had sitsenfabrieken die stoffen maakten voor de klederdrachten. En in het geval van het gewilde Chinese porselein deden we het ook: we maakten het gewoon zelf. Dus toen de bierbrouwerijen uit de stad vertrokken, namen de aardewerkfabrieken die gebouwen over, er stond immers al een oven. Het bier verdween en de pottenbakkers kwamen er voor terug.’

Vandaag de dag is De Porceleyne Fles de enige van die oorspronkelijk 32 aardewerkfabrieken die nog bestaat en nog steeds operationeel is. De bezoeker ziet er – zoals het eeuwen geleden ook al ging – hoe het aardewerk wordt gemaakt. Alles gebeurt in het gebouw, de objecten worden hier ontworpen, gebakken en beschilderd.

Het beschilderen van het zogeheten ‘biscuit’ – de onbeschilderde klei zoals die uit de mal komt – is een vak apart. De kunstenaar schildert met zwarte verf de decoratie. Daarna wordt het object gebakken, geglazuurd, opnieuw gebakken en dan verandert het zwart in blauw. Van den Berg: ‘Ik noem dat altijd de magie van ons museum. De verf bestaat uit kobaltoxide pigmenten verdund met water. Naar gelang de hoeveel water wordt de kleur lichter of donkerder. Dit is de enige plek waar Delfts blauw gemaakt wordt en waar je als bezoeker het hele maakproces ziet. Daarin zijn we echt uniek als museum.’

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2021 Highlights Uncategorized

Once Upon a Time

In een statige villa aan het museumplein voegt zich deze zomer een tijdelijk museum met vuurvergulde pendules. Hier stap je een andere wereld in. Een uitbundig sprookje vol goud en verhalen. Te zien is een bijzondere collectie van tachtig pendules uit de laat 18e en begin 19e eeuw. Het zijn uitbundige sculpturen uit de tijd van rococo tot empire. Klokken waren in die tijd een pronkstuk voor het interieur. De techniek van het vuurvergulden was op een hoogtepunt en de scènes om de klok heen vertellen verhalen van de goden, verre reizen en soms ook politiek. Tableau sprak met curator Caroline Rhodius.

Tijdloos

In een majestueuze villa aan het Museumplein in Amsterdam, met het Van Gogh Museum en Moco Museum als directe buren, wordt getimmerd, gezaagd en geverfd. Werklieden zijn druk in de weer om de voormalige bibliotheek van het Van Gogh Museum om te toveren tot een elegant klokkenpaleis. Tachtig Franse klokken uit de hoogtijdagen van de vuurverguld bronzen pendules zijn er tot eind oktober te bewonderen in de tentoonstelling ‘Once Upon a Time’.

Jean-Joseph de Saint- Germain, De Ganda (Pantserneushoorn) 
naar Albrecht Dürer, ca. 1743-1749, vuurverguld en gepatineerd brons,
76×54,5×37,5cm (inclusief muziekbox). Foto © R. Gerritsen

De klokken – gemaakt tussen het einde van de 18e eeuw en het begin van de 19e eeuw – behoren tot de Parnassia Collectie. De eigenaar wil graag anoniem blijven. Zijn passie voor al dit moois mag wél aan de grote klok gehangen worden. Graag zelfs, want hij wil de schoonheid van de pendules met iedereen delen. Het gaat hem vooral om ‘de kast’: het vaak imposante beeldhouwwerk dat het uurwerk omlijst. De verzamelaar is gecharmeerd door de combinatie van de vergulde beelden, het gepatineerd zwart brons en het witte emaille van de wijzerplaat.
Curator van de tentoonstelling is Caroline Rhodius, zij is gespecialiseerd in het beheren van particuliere kunstcollecties. Ze legt uit waarom de klokken zo onovertroffen zijn. ‘In de 18e eeuw en het begin van de 19e eeuw was Frankrijk, en dan met name Parijs, toonaangevend op het gebied van smaak. Aan alle Europese hoven wilde men meubels en spullen uit Frankrijk. Daarmee liet je zien dat je stijl had, het stond voor luxe en exclusiviteit.’ Dat de kwaliteit van de Franse toegepaste kunst zo hoog was, heeft een duidelijke verklaring, zegt Rhodius. ‘In Frankrijk gold een heel streng gildesysteem. Als vakman mocht je alleen datgene doen waarvoor je was opgeleid. Zo’n opleiding kostte jaren voordat je meester was. De gilden waren strikt gescheiden; een bronsgieter mocht alleen bronsgieten, een vergulder alleen vergulden. Dat had als voordeel dat wat er door het gilde geproduceerd werd van extreem hoge kwaliteit was, maar aan de andere kant bemoeilijkte het het maken van een klok, omdat daar meerdere ambachten voor nodig zijn.

…verder lezen over vuurvergulde pendules? Bestel de nieuwe editie hier

Kijk voor meer informatie op: www.once-upon-a-time.amsterdam