Het zijn vaak goedkope en alledaagse materialen waar Tanja Smeets mee werkt. Plastic bladvangers en zeefjes bijvoorbeeld. Maar in haar handen transformeren ze tot organische structuren. Ze combineert dit met textiel, keramiek en meer complexe technieken en bouwt er een geheimzinnige wereld mee die een eigen leven lijkt te leiden. Woekerend over wanden, vloeren en plafonds. Verstild, maar altijd met de suggestie dat het een proces is dat doorgaat en langzaam bezit neemt van de omgeving.
ONDER HET PLAVEISEL WERVELEN DE WORTELS
In mijn beelden laat ik grote structuren groeien langs muren, vloeren en plafonds, de ruimte in. Ik onderzoek in mijn werk deze groeiprocessen en het spanningsveld tussen het natuurlijke en het kunstmatige. Een oneindig landschap, groeiend en vertakkend, dat bestaat uit plantachtige structuren die volledig opgebouwd zijn uit alledaagse materialen, keramiek, textiel of metaal. Als parasieten banen ze zich een weg en leggen een poëtische laag van organische vormen over de harde ondergrond. Tijdens de opbouw van de installatie verweef ik de structuren steeds verder met de architectonische omgeving, totdat het werk een schijnbaar vanzelfsprekende plek gaat innemen en autonoom door lijkt te groeien.
Voor elk nieuw project ga ik op zoek naar eigenschappen van een locatie die als uitgangspunten kunnen fungeren voor het werk. Het is fantastisch als de identiteit van de plek, het concept van het werk en het materiaal, met elkaar versmelten. De grenzen worden dan diffuus. Terwijl ik het werk opbouw zoek ik naar het moment waarop het werk en de ruimte naadloos in elkaar overgaan en in een spannende symbiose verkeren. Je gaat binnen op een moment van kort evenwicht, een fase tussen vloeien en druipen, groeien en ontluiken, even stilgezet in de tijd.
Aan de opbouwfase gaat een lange periode van onderzoek vooraf. In het atelier ontwikkel ik de bouwstenen voor een nieuw werk. De uiteindelijke installatie ontstaat op de locatie en wordt pas dan een samenhangende wereld.

SCHUREND PARADIJS
Voor de tentoonstelling ‘Schurend Paradijs’ in Kunsthal KAdE in Amersfoort heb ik de installatie Onder het plaveisel wervelen de wortels ontwikkeld die bestaat uit gevlochten koorden die in patronen over de muur cirkelen. Verderop hangen paddenstoelachtige vormen in de ruimte. Ze zijn twintig centimeter tot een meter doorsnee, en zweven aan een wervelend koord in de lucht. Het zijn grote en kleine frituurzeven, waarvan het gaas met draden van raffia is gevuld. Grijs vilt met bladvangers groeit op de wanden en vloeren en daartussen liggen bollen gevuld met bladvangers die zachtjes bewegen en ritselen.
Het is een vloeibaar landschap dat volledig uit gevlochten en geknoopte draden bestaat. De huid van die structuren is rijk gedetailleerd en verleidelijk, en fungeert als een membraan tussen de installatie en de ruimte. De huid als een vloeibare, schilderachtige grens. Daaronder blijkt het landschap een autonoom leven te leiden, vol frictie, geluid en onverwachte wendingen.
Voor deze installatie heb ik gewerkt in het Textiellab op de afdeling Passement, waar verschillende vlechttechnieken worden gebruikt om koorden te maken. Daarnaast werkte ik samen met borduurster Anna Bolk aan borduurtechnieken uit de haute couture. In de uiteindelijke installatie heb ik deze technieken – die zeer verfijnd zijn en gebruikt worden in afwerkingen in mode en interieur – op grotere schaal toegepast.
OMRINGD DOOR STRUCTUREN
In de tentoonstelling ‘Chapter3hree’ in het HEM in Zaandam, liep het publiek dwars door de installatie Liquid Garden, Beneath the Surface (2020), alles aanrakend waardoor beweging ontstond, terwijl sommige objecten zelf al in beweging waren.
Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.