Categorieën
2023 Highlights

Cindy Sherman – Anti-Fashion

Een indrukwekkende vijftig jaar draait de Amerikaanse Cindy Sherman (1954) mee in de kunst- en modewereld. De vele opdrachten die ze uitvoerde voor magazines als Vogue en Harper’s Bazaar en samenwerkingen met bekende designers zet ze in als inspiratiebron voor haar kunst. Op dit moment is haar werk te zien in de Deichtorhallen in Hamburg. De tentoonstelling reist over de wereld en is in de herfst van 2024 ook te zien in het FOMU in Antwerpen.

Dat Cindy Sherman een kritische blik heeft op de modewereld, moge duidelijk zijn. Soms zijn haar beelden grappig, soms ook verontrustend, als een screenshot uit een film die je met de handen voor de ogen zou kijken. Sherman speelt met de clichés van de modewereld, de schoonheids- idealen, de nadruk op pefectie, de leeftijdsdiscriminatie. Haar personages – vaak is zij het zelf – hebben stuk voor stuk iets raars, iets ongemakkelijks, iets obscuurs.

De beelden van Cindy Sherman gaan overigens verder dan de modewereld, ze trekken de genoemde issues en kritische vragen naar onze maatschappij in het algemeen. Vragen over identiteit en imago. En dat gaat iedereen aan, zegt Sherman, ook als we zelf denken dat we niet met deze thema’s bezig zijn. ‘We’re all products of what we want to project to the world. Even people who don’t spend any time, or think they don’t, on preparing themselves for the world out there – I think that ultimately they have for their whole lives groomed themselves to be a certain way, to present a face to the world.’

Cindy Sherman – Anti-fashion
Deichtorhallen (Hamburg) 
t/m 3 maart 2024

Meer lezen? Neem een abonnement of koop een losse editie in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

Bobbi Essers: rauwe tederheid

Bobbi Essers bestormt de kunstwereld met haar rauwe maar toch tedere schilderijen. Ze studeerde in 2022 af aan de HKU in Utrecht en won hetzelfde jaar de Buning Brongers Prijs en de publieksprijs van The Best of Graduates van Galerie Ron Mandos.

Afgelopen jaar was haar werk te zien in verschillende solotentoonstellingen waarvan de laatste bij Unit London. Begin dit jaar was haar werk opgenomen in de tentoonstelling ‘More & Meer’ in Museum More. Onlangs won ze de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst. In 2024 zal ze in een groepstentoonstelling te zien zijn in het Centraal Museum in Utrecht. Essers toont in haar schilderijen de intimiteit van haar vriendengroep zonder dat identiteit daarbij een rol speelt.

Essers: ‘Mijn schilderijen proberen een gevoel van intimiteit en emotionele verbondenheid op te roepen, een glimp van momenten die gedeeld worden in een hechte vriendengroep. Het leven in een queer ‘bubbel’, waar schaamte, vermomming of ongemak niet nodig is. Het is een testament van liefde, een voetstuk van toewijding en een weergave van eerlijkheid.’

Bobbi Essers, I’m looking for the silver lining, 2023, courtesy Bobbi Essers, Galerie Ron Mandos & Unit Londen

‘Ik droomde er eigenlijk van om actrice te worden. Mijn liefde voor schilderen ontstond toen ik besefte wat ik de wereld wil vertellen door kunst, in plaats van iets te maken en te hopen dat andere mensen het goed of mooi vinden. Want toen ik mijn stem vond, maakte dat het verschil.’

Bobbi Essers, Tip of my tongue, courtesy Bobbi Essers, Galerie Ron Mandos & Unit Londen

‘Mijn werkproces begint met bladeren door mijn fotogalerij, op zoek naar interessante beelden. Ik schilder ze op ‘larger than life’ formaat, met details van moedervlekken en/of haar om het gevoel van nabijheid en verbondenheid te versterken. Ik overlap beelden omdat ik een beeld zoek dat het realistische schilderij overstijgt en de kijker verward. Mijn werk gaat niet alleen over naaktheid of over seks. Het gaat over een diepe platonische band. Mijn vrienden voelen zich comfortabel genoeg dat ik hun essentie op foto’s kan vastleggen met totale vrijheid. Mijn werk draait om hen.’

Volg Bobbi Essers op Instagram. Meer lezen? Neem een abonnement of koop een losse editie in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Frans Hals: bezield en bevlogen

Frans Hals werd in zijn tijd gezien als een virtuoos schilder en hij wordt vaak genoemd als een van de grote drie uit de Gouden Eeuw, naast Rembrandt en Vermeer. Toch raakt hij steeds in meer of mindere mate in de vergetelheid. Reden genoeg voor het Rijksmuseum om de handen ineen te slaan met The National Gallery en de Gemäldegalerie, Staatliche Museen zu Berlin en hem weer op een groot podium te plaatsen.

Frans Hals werd tussen 1582 en 1584 geboren in Antwerpen. Niet lang daarna besloot zijn vader, Franchoys Fransz Hals, het gezin rond 1586 naar Haarlem te verhuizen. Een keuze die waarschijnlijk verband hield met de val van Antwerpen in het jaar daarvoor. Haarlem was een logische keuze voor het gezin omdat Franchoys Hals een lakenbereider was en de textielnijverheid, na de bierbrouwerij, de grootste handelsvorm van de stad was. Er is niet veel bekend over het leven van Frans Hals, maar aangenomen wordt dat hij bij de schilder Karel van Mander, vooral bekend om zijn Schildersboeck uit 1604, in de leer ging.

Frans Hals, Portret van Willem van Heythuysen, ca. 1638, particuliere collectie, met dank aan Richard Nagy Ltd, Londen

In 1610 trouwde hij met Anneke Harmensdochter en werd hij lid van het St Lucasgilde. In 1616 vertrok hij naar Antwerpen en daar liet hij zich inspireren door schilders als Peter Paul Rubens en Anthony van Dyck. In 1617 hertrouwde hij met Lysbeth Reyniers. In totaal kreeg hij waarschijnlijk veertien kinderen in zijn twee huwelijken. De stad Haarlem bleek een vruchtbare bodem voor een beginnend schilder die zich wilde toeleggen op portretten. Door de vele vluchtelingen uit het zuiden, op de vlucht voor de Spaanse inquisitie of vanwege economische redenen, verdubbelde het inwonersaantal van Haarlem tussen 1573 en 1620. De migranten waren over het algemeen goed op­ geleide ambachtslieden die de economie van Haarlem een enorme boost gaven, een kickstart voor de Gouden Eeuw.

Schilderen met lef

Frans Hals ontwikkelde zich tot een meesterschilder die lak had aan de bestaande conventies. In plaats van een zo ge­detailleerd mogelijke weergave wilde hij de essentie van de persoon vangen op het doek. Hij besefte dat een levend wezen altijd in beweging is, dat de manier waarop het licht valt bij de minste beweging al verandert en dat het haar beweegt bij de kleinste tochtvlaag. Om die levendigheid te vangen schilderde hij heel los, met een rauwe penseelstreek. Als je zijn werk van dichtbij bekijkt zie je de verfstreken dui­delijk als losse toetsen. Van veraf zijn die streken precies die ene schittering van zonlicht, een snel opkomende blos of een ademteug. Dit gaf de werken een spontaniteit en levendig­ heid waar het publiek verliefd op werd en waardoor Frans Hals snel bekendheid kreeg.

Frans Hals Rijksmuseum Floor Wiegerinck Tableau Magazine
Frans Hals, detail van Portret van Willem van Heythuysen, ca. 1638, particuliere collectie, met dank aan Richard Nagy Ltd, Londen

Al gauw lieten de meest vooraanstaande personen zich door Hals vereeuwigen, zoals rijke lakenkooplieden en welgestelde bierbrouwers. Schrijver en dichter Theorodius Schrevelius, die zichzelf ook liet portretteren, schreef dat Frans Hals: ‘door zijn ongekende manier van schilderen bijna iedereen overtreft, want er zit in zijn schilderijen zo’n levendigheid dat hij met zijn penseel de werkelijkheid zelf schijnt te evenaren, zo blijkt uit de ongelofelijk vele portretten die hij gemaakt heeft, die van dusdanig coloriet zijn dat het lijkt alsof ze ademen en leven.’ Niet alleen de losse penseelstreek dragen bij aan de levendig­heid van de portretten, ook de originele houdingen zorgen voor dat effect. Zo portretteerde hij Willem van Heythuysen rond 1638 wippend op zijn stoel. Van veraf lijkt het een ge­detailleerd schilderij, met de kwastjes aan de stoel, de glimmende laarzen en het zachte uiterst precaire kant van zijn kraag. Dichterbij zien we pas hoe los hij schilderde en dat de laarzen opgebouwd zijn uit strepen licht­ en donkerbruin en zelfs geel. Zo’n schilderij was ongekend in die tijd, omdat uit een portret vooral moest blijken hoe be­schaafd en vooraanstaand iemand was. En iemand wippend op zijn stoel suggereert juist het tegenovergestelde. Toch werd zijn faam hierdoor alleen maar groter, men vond het wonderlijk hoe hij iemands karakter zo treffend kon weergeven. Maar hij portretteerde niet iedereen zwierig lachend. Hij kon ook heel ingetogen en gedetailleerd schilderen, naarmate de wensen van de opdrachtgever.

Verder lezen? Neem een abonnement of koop een losse editie in de winkel.

Categorieën
2023 Columns

Column collect: alleskunners

Op kunstbeurs PAN kunnen geïnteresseerde bezoekers, kunstliefhebbers en verzamelaars zich elk jaar verlekkeren aan een breed scala aan kunst, design en antiek. Waar andere grote beurzen als Art Rotterdam en Unseen zich specifiek focussen op respectievelijk hedendaagse kunst en fotografie, onderscheidt de PAN zich juist door het aanbod in de breedte. Hier vind je zowel Japanse prenten uit de 18e eeuw als modernistische meubels uit Italië, werk van grote namen uit de kunstgeschiedenis zoals Andy Warhol en Alex Katz én werk van opkomende makers dat rechtstreeks uit het atelier komt.

Al struinend door het aanbod op de grote beursvloer (jaarlijks zijn er duizenden kunstwerken en objecten te zien en te koop) kom je bekende namen en nieuwe ontdekkingen tegen. Interessant is dat er niet alleen ver­ scheidenheid is in het aanbod, maar ook de binnen het oeuvre van de kunstenaars die op de beurs te zien zijn.

Activistische textielkunst

Op PAN Amsterdam is in de stand van Rademakers Gallery het werk van aanstormend talent Yamuna Forzani (1993) te zien. Deze opkomende kunstenaar maakte de afgelopen jaren furore met haar kleurrijke, gedetailleerde werken waarin ze fotografie en textiel combineert. Centraal in haar multidisciplinaire kunstpraktijk staat de ballroom­ cultuur, een beweging die in de jaren 80 in Harlem (New York) ontstaan is vanuit de Afro­-Amerikaanse en Latin trans-­ en queer community. Vanuit de noodzaak om een veilige haven te creëren en gelijkgestemden op te zoeken, kwam deze gemarginaliseerde gemeenschap samen op plekken waar ruimte was voor dans en performance, zonder concessies en op hun eigen voorwaarden.

De creativiteit van de scene beperkte zich niet alleen tot choreografie (waar Madonna mee aan de haal ging in haar iconische videoclip ‘Vogue’) en performance, maar komt ook terug in het uitbundige kostuumontwerp waar veel kennis, tijd en vakmanschap in zit. Yamuna Forzani viert in haar textiele kunstwerken een diversiteit aan lichamen, vormen van zelfexpressie en seksualiteit. Naast ‘verzamelbare’ kunstwerken maakt de kunstenaar en modeontwerper ook collecties, die worden gedragen tijdens balls (feestelijke bijeenkomsten met dans en performance in competitievorm). Haar autonome kunstenaarschap en praktijk als modeontwerper gaan hand in hand en laten het potentieel van Yamuna Forzani zien.

Interessant is dat er niet alleen verscheidenheid is in het aanbod, maar ook binnen het oeuvre van de kunstenaars

Tuinieren als kunstvorm

herman de vries (1931) is een van Nederlands bekendste kunstenaars en houdt zich al ruim vijftig jaar bezig met de relatie tussen mensen en natuur. de vries is opgeleid als bioloog en gebruikt de natuur vaak als medium in zijn werk. Een van zijn meest bekende series is from earth, waarbij hij met verschillende soorten aarde zachte strepen op papier aanbrengt. Op geheel eigen wijze brengt hij orde en regelmaat aan in de natuur. De kunstenaar kiest er bewust voor om zowel zijn eigen naam als de titels van zijn kunstwerken met kleine letters te schrijven, om hiërarchie te vermijden. Zijn werk is te zien in de stand van Borzo, samen met andere grote namen uit de zero beweging zoals Jan Schoonhoven. Het oeuvre van de vries beperkt zich echter niet tot tweedimensionaal werk, zo maakte hij in de jaren 90 een tuin in opdracht van Drawing Centre Diepenheim (destijds nog Kunstvereniging Diepenheim), die nog steeds te bezoeken is. Geheel in lijn met zijn filosofie (en oeuvre) schept de vries orde in de natuur, zonder hiërarchie aan te brengen. De tuinen bestaan uit botanische verzamelingen waar de bezoeker met de zintuigen zelf patronen kan ontdekken. Door af te gaan op zicht, geluid, tast en geur kunnen de tuinen steeds opnieuw ervaren worden.

Naast Forzani en de vries zijn er op PAN nog talloze andere multidisciplinaire kunstenaars te ontdekken, denk bijvoorbeeld aan COBRA­-boegbeeld Karel Appel die naast schilder ook een begenadigd beeldhouwer was, of aan de jonge Alexandra Philips die subtiele tekeningen en imponerende installaties maakt. Het is deze brede blik van de makers die naadloos aansluit bij het concept van PAN: een rijk en gevarieerd aanbod waarbij er voorbij de grenzen tussen verschillende disciplines wordt gekeken.

Nadine van den Bosch is kunsthistoricus en co-founder van Young Collectors Circle, hét platform voor startende kunstverzamelaars. Daarnaast werkt ze als curator en kunstadviseur voor diverse (bedrijfs)collecties en is ze columnist, auteur en tekstschrijver.

Lees meer achtergronden over de beurs in de nieuwste PAN Amsterdam-editie van Tableau

PAN Amsterdam
19 – 26 november 2023

Categorieën
2023 Stories

Tussen Kunst en Kitsch

Tussen Kunst en Kitsch is al bijna veertig jaar onverminderd een kijkcijferhit met meer dan een miljoen kijkers. Tussen de vele objecten die al jaren in de huiskamer of op zolder staan, duikt soms iets van uitzonderlijke waarde op. Ze worden getaxeerd door experts die op de PAN staan met hun eigen vondsten. Elke week weer voeren zij met presentator Frits Sissing de spanning op tot het verlossende woord. Wat is het waard? 

Sinds negen jaar presenteert AvroTros-coryfee Frits Sissing Tussen Kunst en Kitsch. De sympa- thieke Groninger presenteert vooral programma’s die op een laagdrempelige manier cultuur brengen bij een breed publiek. ‘Door Kunst en Kitsch ben ik me zelf ook meer gaan interesseren voor kunst. Er komen immers altijd interessante voorwerpen voorbij en onze experts weten er zoveel bij te vertellen. Het succes van het programma is vooral gebaseerd op de persoonlijke verhalen van de inbrengers gevolgd door toelichting van de experts. Hun kennis is grondig en zeer compleet. Ze moeten op de opnamedagen een snelle inschatting maken en hebben meestal maar een paar minuten om aanvullende informatie op te zoeken. Natuurlijk is het leuk als de waarde volkomen onverwacht enorm meevalt. Men leeft echt mee. Je ziet blijdschap maar ook teleurgestelde gezichten.’

Tussen Kunst en Kitsch Pan Amsterdam Tableau Magazine
Antwerpse beker met namen van Friese adel in diamantlijngravure, ter gelegenheid van het (aanstaande) huwelijk van Tjerck van Herema en Lucia van Walta, gedateerd 1599. Hier te zien aan tafel bij Frits Sissing en PAN Deelnemer Kitty Laméris

Eeuwenoud en zeldzaam

Op de grote tafel van Sissing komen de meest bijzondere stukken terecht. ‘Het leukste vind ik als mensen iets hebben gevonden op een rommelmarkt of in de kringloop. Bijvoorbeeld een leuk schaaltje, meegenomen voor een euro. En dan blijkt het antiek en waardevol Japans te zijn. Dat is leuker dan mensen die al weten dat ze iets bijzonders bij zich hebben. Hoogtepunt is altijd de hamvraag: wat voor waarde kun je hieraan toekennen? Zonder die vraag zou het programma niet zo leuk zijn. Een bijzondere vondst? Een mevrouw uit Den Bosch bracht eens een glas mee dat gewoon in het keukenkastje stond tussen de duralex glazen. Dat bleek een eeuwenoud, zeldzaam Fries gelegenheidsglas te zijn met namen van lokale adel er in gegraveerd. Volstrekt onverwacht en zeer kostbaar, iets van 80.000 euro. Dat glas staat nu in het Fries Museum.’

Tussen Kunst en Kitsch Pan Amsterdam Tableau Magazine
Tête de poupée, begin 18e eeuw tijdens de opnamen van Tussen Kunst en Kitsch, met PAN Deelnemer Menno Hoencamp (Foto: Michiel Stokmans)

PAN-waardige objecten

Alle experts hebben een code getekend die voorkomt dat ze tot een half jaar na de uitzending kennis en commercie met elkaar verwarren. Bezoekers krijgen dus nooit de vraag of ze iets willen verkopen. Het initiatief voor het contact moet ook altijd bij de aanbrenger vandaan komen. Alle voorwerpen gaan weer mee naar huis. Sissing: ‘Onze experts vormen een hecht team en zijn vaak al jaren aan het programma verbonden. Tijdens de opnamedag komen er zo’n 800 mensen langs met gemiddeld drie voorwerpen. Minder dan 5% daarvan is interessant, dus het is altijd weer afwachten wat er tussen zit. Museale en PAN-waardige objecten zien we niet vaak, meestal is dat zilver, glas of een schilderij. De PAN is altijd gezellig. Ik ontmoet daar onze experts en natuurlijk de directeur Mark Grol. Het leuke van PAN is dat het dichtbij is en heel toegankelijk. Mijn vrouw en ik kijken altijd goed rond of we iets willen kopen. Soms kom je iets tegen dat ook in ons programma te zien was. Trouwens, er ligt nog zoveel moois op de zolders in dit land, Kunst & Kitsch kan nog jaren door.’

Lees de verhalen van vier handelaren in de nieuwste PAN Amsterdam-editie van Tableau

PAN Amsterdam
19 – 26 november 2023

Categorieën
2023 Highlights

Portetten op de PAN

Het portret blijft een bijzonder genre. Soms zet het iemand op een podium en soms hebben de karakteristieke trekken van de mens meer de nadruk. PAN Amsterdam 2023 laat verschillende varianten zien. In Tableau worden alvast vijf interessante voorbeelden uitgelicht.

Collectie Harms Rolde 

De bronzen en houten sculpturen van lse Oelbers (1964) zijn vaak niet in een oogopslag te vangen. De toeschouwer moet een pas op de plaats maken, er eens omheen lopen om het onderwerp volledig in zich op de nemen. Pas dan komt het beeld volledig tot zijn recht. En dat is het kenmerk van een meesterlijke sculptuur. The Lighthouse keeper is een groot monumentaal beeld van 1.85 meter, gemaakt uit brons. De man kijkt verwonderend, misschien zelfs verstild. Dit werk zal te zien zijn tijdens PAN 2023.

The Weiss Gallery

Dit karaktervolle portret door Adriaen Hanneman toont een onbekende officier in een Nederlands harnas. Het werd geschilderd in 1656, hetzelfde jaar als Hannemans beroemde zelfportret in het Rijksmuseum, Amsterdam. In vrijwel onberispelijke staat is het een zeldzaam voorbeeld van de door de kunstenaar gesigneerde werken uit die periode, en is geschilderd met de zelfverzekerde penseelvoering waarvoor Hanneman zo gewild was. De schitterende krullen en de verzamelde kraag van de geportretteerde verraden een man van mode en actie. Zijn pantser, zorgvuldig weergegeven met sterke accenten over de borstplaat, is typerend voor Hannemans Van Dyckiaanse stijl.

Ontdek de andere drie kunstwerken in de nieuwste PAN Amsterdam-editie van Tableau. Bestel een los nummer of haal hem in de winkel.

PAN Amsterdam
19 – 26 november 2023

Categorieën
2023 Stories

Sheila Hicks op PAN Amsterdam: ‘Ik heb veel te danken aan Nederland’

‘Tegelijk is het de schoonheid van het werk, als ik ervoor sta te kijken, adembenemend stil. Dat komt omdat geluid door het katoen wordt gedempt. Niets dan stoort de matte glans van de werkelijk stralende kleuren.’ – Rudi Fuchs over het werk van Sheila Hicks

EENWERK Gallery brengt een unieke selectie werken van Sheila Hicks naar PAN Amsterdam. Hicks (Nebraska, VS 1934) is een van ‘s werelds meest vooraanstaande kunstenaars op het gebied van kleur, vorm en textuur. In de afgelopen zestig jaar is ze een van de grootste vernieuwers geweest op het gebied van beeldhouwkunst, door de traditionele grenzen tussen kunstvormen uit te dagen en draad en textiel te gebruiken om werken te creëren die in een universele taal spreken.

Het tentoongestelde werk op de PAN varieert van intieme minimes (kleine weefexperimenten die Hicks voortdurend creëert op een hand weefraam) tot grote werken die de ruimte vullen met volumineuze vormen en zinderende kleuren. Prestigieuze samenwerkingen en opdrachten hebben Hicks in staat gesteld om de grenzen tussen kunst, architectuur en design te doorbreken. Hiertoe behoren opdrachten voor het hoofdkantoor van de Ford Foundation in New York, de King Saud University in Riyad en het cultureel centrum van Fuji City in Japan, evenals projecten met IBM, CBS, Air France, Rothschild Bank, Bridgestone, Artek en Georg Jensen.

Sheila Hicks Pan Amsterdam Eenwerk Gallery Tableau Magazine
Sheila Hicks Beacon, 2022

Sheila Hicks over haar eigen werk

‘Ik heb veel te danken aan Nederland’, zegt Sheila Hicks. ‘Toen Wim Crouwel directeur was van Museum Boijmans Van Beuningen daagde hij me telkens uit om dingen te maken voor ingewikkelde ruimtes. En Willem Sandberg gaf me in 1974 een van mijn eerste grote solo’s in het Stedelijk Museum. Hij kocht ook het werk Trapèze de Cristobal dat jarenlang in de entree van het museum hing. Het was het eerste wat bezoekers zagen.’

Lees meer over wat er verder te zien is op PAN Amsterdam in de nieuwste editie van Tableau. Bestel een los nummer of haal hem in de winkel.

PAN Amsterdam
19 – 26 november 2023

Categorieën
2023 Stories

Artis directeur Rembrandt Sutorius: ‘Kunst en natuur vormen een wederzijdse inspiratie’

Artis directeur Rembrandt Sutorius heeft zijn handen vol aan wat allang niet meer enkel een dierentuin is. De dieren huizen in historisch erfgoed omhuld door een botanische tuin vol beeldende kunst. Het geheel wordt geflankeerd door het Artis-Groote Museum, Artis-Micropia en het Artis-Planetarium. Dit jaar ontstond het PAN Amsterdam campagnebeeld door de ogen van Sutorius.

Het zwarte beeld zuigt je blik op. Er zijn abstracte ronde vormen, maar als je beter kijkt zie je dat in de hoek de felgekleurde krul van een kameleonstaart verdwijnt, een bacterie rondtolt, een plant opdoemt en er een kwal over het PAN-logo schuift. ‘Kijk, dit hier is een bloem gemaakt met artificial intelligence’, zegt Rembrandt Sutorius door wiens ogen het campagnebeeld van de PAN dit jaar werd ontworpen. Al het leven komt erin samen en doemt op uit het zwart als planeten in het heelal. ‘Ik wilde ook de kosmos erin, want de oerknal is het ontstaan en het leven begint met licht en water. Vandaar ook de oorsprong in het midden van het beeld, onze ster. Op deze manier is voor mij alles vertegenwoordigd en ook de verbondenheid daartussen.’

Rembrandt Sutorius Pan Amsterdam Tableau Magazine
Sef Hansen, Campagnebeeld PAN 2023

Rembrandt Sutorius houdt kantoor in het hart van het dierenpark, waarvan hij sinds 2017 directeur is. Op de achtergrond zijn volop dierengeluiden hoorbaar en voor het raam vliegt een imposante gier. Aan de wanden hangen Artis campagnes uit voorbije jaren, allemaal ontworpen door kunstenaars. De directeur van Artis vertelt dat hij vereerd was toen PAN Amsterdam hem vroeg om dit jaar het ontwerp voor de campagne te verzorgen. De kunstbeurs wilde de natuur centraal stellen en is daarvoor bij Artis aan het juiste adres. De relatie van de natuur met de kunsten ligt al besloten in de volledige naam van het 185 jaar oude instituut: Natura Artis Magistra, ofwel de natuur is de leermeesteres van de kunst en wetenschap. ‘Ik was verrast door het verzoek van de PAN, maar op een bepaalde manier is het logisch, omdat Artis van oudsher met kunst bezig is. We grijpen de kans aan om het verhaal te vertellen over hoe alles met elkaar verbonden is.’

Wisselwerking

Rembrandt Sutorius liep met mensen van de PAN en met kunstenaar Sef Hansen door het park waar hij de schatkamer toonde waaruit ze konden putten: de dieren, planten en bomen, het onzichtbare leven van schimmels, algen, virussen en bacteriën in Micropia, het heelal in het Planetarium en hoe de mens met dit alles verbonden is ervaarden ze in het Groote Museum. Hij deelde de ideeën die hij tot uiting wilde laten komen in het campagnebeeld dat Hansen creëerde. ‘Hoe kunnen we laten zien dat de natuur zoals je die in Artis kunt beleven, over alles gaat: van het allerkleinste tot het allergrootste. Dat was de uitdaging aan het begin van de reis die we met de kunstenaar maakten. In verschillende stappen hebben we het met elkaar gevisualiseerd’, zegt Sutorius.

Rembrandt Sutorius Pan Amsterdam Tableau Magazine
Arie Teeuwisse, De Oppasser, 1989. Foto: Ronald van Weeren

Kunst en natuur vormen een wederzijdse inspiratie, vertelt Sutorius. Van oudsher is veel kunst gebaseerd op de natuur. Kunstenaars komen in het park schetsen of raadplegen de afbeeldingen in de monumentale collectie van de Artis-Bibliotheek. Dierverzorgers raakten op hun beurt weer geïnspireerd door de kunstenaars die zij in de dierentuin zagen werken en gingen zelf ook aan de slag. Zo zijn de bekende grote witte dinosauriërs die bij het aquarium staan van de hand van reptielenverzorger Boudewijn Bollee. En zij zijn niet de enige; de dierentuin heeft een flinke collectie beeldende kunst tussen het groen staan. De Japanse Boeddha uit 1724 is het oudste beeld en het bronzen steenuiltje, door het personeel geschonken bij het 175-jarig bestaan van Artis, het jongste. Verborgen kunst is er ook: in de collegezaal hangt weliswaar een aantal schilderijen, maar het overgrote deel van de omvangrijke collectie bevindt zich nog in een depot. ‘Het is een toekomstdroom om dat open te stellen’, zegt Sutorius.

PAN Amsterdam
19 – 26 november 2023

Lees verder in de nieuwste PAN Amsterdam-editie. Bestel een los nummer of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

Verkocht op de PAN

Elk jaar wisselen bijzondere objecten van eigenaar op PAN Amsterdam. In Tableau vertellen vijf handelaren over een opvallende verkoop van vorig jaar.

Lawrence Steigrad Fine Arts

Dit meesterwerk [links] van de hand van Frans Hals’ zoon Harmen Hals (Haarlem, 1611-1669) is de ultieme belichaming van een vrolijk flirttafereel dat een groot deel van de Nederlandse kunst uit de 17e eeuw beïnvloedde. Het werd verkocht aan het Frans Hals Museum in Haarlem.

BorzoGallery

Billy Apple (Auckland, 1935-2021) maakt deel uit van de Londense Popart scene, voordat hij zich in 1965 vestigt in New York. Onder invloed van het New Yorkse straatbeeld met opzichtige en kleurige neonreclames, werkt Apple aan een serie neonsculpturen, destijds een volkomen nieuwe en revolutionaire sculpturale expressievorm en gebruikt de voor iedereen herkenbare regenboog als motief. De koper is een Nederlands museum met een internationale collectie moderne en hedendaagse kunst.

Ontdek de andere drie kunstwerken in de nieuwste PAN Amsterdam-editie van Tableau. Bestel een los nummer of haal hem in de winkel.

PAN Amsterdam
19 – 26 november 2023

Categorieën
2023 Highlights

Krasse koppen: Bruegel, Rubens en Rembrandt in Antwerpen

De focus op het gezicht, dat klinkt intrigerend. In het Museum voor Schone Kunsten Antwerpen richten ze de spotlights dit najaar op wat vroeger zo mooi ‘de tronie’ heette. Karakteristieke koppen dus, die in de 17e eeuw populair werden. Denk aan de studies van Peter Paul Rubens, de expressieve gezichten van Rembrandt en Adriaan Brouwer, de boerenkoppen van Pieter Bruegel of de groteske hoofden van Quinten Metsijs. Met oog voor detail, hoe klein de werken soms ook zijn, blijven ze intrigeren. Of ze nu zijn geschilderd, getekend, of gegraveerd; de personages trekken onmiskenbaar je aandacht.

Het is voor ons nu, in selfie- en Tiktok-tijden, moeilijk voor te stellen, maar in de 16e en 17e eeuw was het opzienbarend om op deze manier te focussen op het gezicht. Het hoofd tonen in al zijn of haar glorie, losgeweekt uit de context van Bijbelse en/of mythologische taferelen, was toen helemaal niet zo gangbaar. De kunstenaars maakten veelal gebruik van anonieme modellen voor deze creatieve experimenten. Mensen uit een ver verleden, die hun beeltenis doneerden voor de kunst. Het ging niet over hén, maar over een menstype, een gevoel, of bepaalde karaktertrekken. Via vijf thema’s en tijdperken worden we in ‘Krasse koppen’ meegenomen door deze ontwikkeling, met in totaal 76 nationale en internationale gezichten. Behalve kijken naar anderen kun je ook je eigen tronie vast laten leggen in het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen.

Krasse Koppen: Bruegel, Rubens en Rembrandt
Museum voor Schone Kunsten Antwerpen
t/m 21 januari 2024

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Terug naar de aarde met AkzoNobel

‘Kunnen wij als kunstenaars wel op tegen de natuur?’ Een vraag van de Amerikaanse kunstenaar Dan Asher die goed past bij de urgentie van de nieuwe tentoonstelling ‘EARTH – A collective landscape’, die nu te zien is bij AkzoNobel aan de Amsterdamse Zuidas.

Hester Alberdingk Thijm van de AkzoNobel Art Foundation speelt de vraag of kunstenaars tegen de natuur op kunnen, door naar bezoekers van de nieuwe tentoonstelling. Zij leidt ons langs werk van meer dan veertig kunstenaars met onderwerpen als ecologisch bewustzijn en het veranderende landschap. Het blijkt een uitnodiging om dieper in te gaan op de rol van de mens in de natuur. Nu de klimaatcrisis zich in alle hevigheid manifesteert dringt de vraag zich op of de mens niet sneller zou moeten terugkeren naar de aarde, stevig met beide benen op de grond. ‘Het beantwoorden van die vraag laten we graag over aan de verbeelding van de kijker.’

AkzoNobel Art Foundation Hester Alberdingk Thijm Tableau Magazine
Hester Alberdingk Thijm met werk van Mirte van Laarhoven, Bob Bonies, Hadassah Emmerich bij AkzoNobel Art Foundation (Foto: Friso Keuris)

Magische vormentaal
Alberdingk Thijm ziet de tentoonstelling als een ecosysteem, een collectief landschap waarin de werken elkaar aanvullen en verdiepen. We zien werk uit de jaren 90, recent werk dat speciaal voor ‘EARTH’ is gemaakt, en alles daartussenin, van fotografie tot video-installatie, en schilderij tot sculptuur.

De rondleiding lijkt een metafoor voor een wandeling over een bospad langs verschillende landschappen. Door de duistere bossen van Pär Strömberg naar een zindering van kleur in de compositie van Monika Michalko. ‘EARTH’ nodigt uit na te denken over de natuur en hoe wij daarin passen. Een thema moet groeien, meent Alberdingk Thijm. Zo ontstond ‘EARTH’ als het ware vanzelf, na eerdere tentoonstellingen waarin het mensbeeld werd uitgediept.

‘Dit thema is actueler dan ooit. Het lijkt wel of er steeds vaker natuurrampen plaatsvinden. Daarom focussen we op een herbeleving van de natuur, de behoefte aan groen en de nabijheid daarvan. Dat plaatsen we tegenover grote thema’s als stikstof, klimaat en opwarming. Mondiale problematiek enerzijds maar iets heel persoonlijks anderzijds, een groeiend gevoel om naar buiten te gaan en energie op te doen. In onze Art Space zie je hoe kunst en natuur twee totaal vervlochten energiebronnen zijn. Met de natuur als inspiratie en een vormentaal zo magisch, overweldigend en onuitputtelijk dat je soms denkt dat de natuur het wint van de kunst.’

AkzoNobel Art Foundation Hester Alberdingk Thijm Tableau Magazine
Dan Asher, Zonder titel, 1998, AkzoNobel Art Foundation

Groter ecologisch bewustzijn
In ‘EARTH’ speelt de mens nauwelijks een rol. Hij/zij is gedegradeerd tot een haast onzichtbare toeschouwer, losgezongen van zijn natuurlijke omgeving. Dat heeft een vervreemdend effect. De tentoonstelling ziet Alberdingk Thijm als een schreeuw om aandacht omdat de mens te ver is gegaan: ‘Een aanklacht en tegelijk een oproep. We nodigen de kijker uit deelgenoot te worden van dit collectieve landschap en op te lossen in een wereld die eindeloos groter is dan wijzelf. We hebben bruggen gebouwd en vlogen naar de maan, maar we moeten beseffen dat de aarde aan onze voeten ligt. Dat moeten we cultiveren en in stand houden. Nog niet zo lang geleden was de stad veel groener. Nu is alles steen en aangeharkt. De balans met de natuur moet terug. Down to earth, dat is onze boodschap. Maar of deze kunst en deze kunstenaars oplossingen bieden: nee. We zijn niet dogmatisch, maar hopen op een wake-up call die leidt tot een groter ecologisch bewustzijn. Als dat zo is, heeft ons verhaal gewerkt.’

Container van herinneringen
‘Het verzamelen van kunst is als een bos. Je voegt steeds iets nieuws toe binnen een duurzaam systeem. Niet de waan van de dag is het doel maar gecontroleerde groei terwijl je er goed voor zorgt, hopelijk tot in de eeuwigheid. Zonder enig commercieel belang.’ ‘EARTH’ toont werken uit verschillende disciplines die elkaar versterken als geheel.

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

EARTH, a collective landscape
AkzoNobel Art Space

Categorieën
2023 Stories

Anselm Kiefer als optimist

Grote zwaarmoedige doeken. Verval en vergankelijkheid. Zware thema’s uit de geschiedenis. Het werk van Anselm Kiefer heeft op het eerste gezicht geen vrolijke uitstraling. Toch is dat een misvatting. Hij ziet het zelf veel optimistischer. Zonder verval is er immers geen nieuw begin.

Zwaar en melancholisch is de algemene indruk van Kiefers werk. En ook ik dacht: Anselm Kiefer, leuk om in zijn oeuvre te duiken, maar het is niet echt een vrolijke missie. Als snel kon ik deze mening bijstellen. Wie een interview met Kiefer ziet (online voldoende te vinden) ziet een ener­gieke man die boeiend vertelt over zijn werk en wat hem inspireert. In een gesprek bij de expositie in White Cube Gallery deze zomer – die hij ombouwde tot een totaalinstallatie met het boek Finnegans Wake van James Joyce als leidraad – zet hij de vooroordelen recht: ’Kunstcritici beschrijven het werk vaak als verval, maar zo zie ik het niet. Ik zie het als hoop. Het gaat vaak over ruïnes, dat klopt, maar ruïnes zijn hoop. Iets is voorbij en er kan iets nieuws komen op die puinhopen. Alle mogelijk­ heden zijn weer open. […] Niets mooier dan de ruïnes van het oude Duitsland, want het geeft hoop op een nieuw begin. Geen schone lei, want alles wat er was blijft ergens aanwezig, maar er komt weer ruimte.’

Zo groeit de wereld immer door, oude dingen verterend en meenemend in een nieuwe toekomst. Een voortdurende cyclus van vernieuwing. Dat proces is de kern van zijn werk. En je ziet het letterlijk gebeuren in het beeld.

Anselm Kiefer Museum Voorlinden Tableau Magazine
Anselm Kiefer, Winterreisse, 2015-2020 (Foto: Georges Poncet)

De schilderijen van Kiefer hebben een pasteuze verflaag waarin andere materialen opduiken en verdwijnen. Soms herneemt hij werken. Inhoudelijk door een onderwerp opnieuw op te pakken. Of letterlijk door oudere werken te bewerken, bijvoorbeeld door ze te overgieten met vloeibaar lood, en dat deels weer om te vouwen, zodat het werk letterlijk een nieuwe laag krijgt en meer diepte.

Moeilijke onderwerpen
‘Complex’ is een ander vooroordeel dat aan zijn werk hangt. Om alle verwijzingen te kunnen lezen en doorgronden moet je veel kennis hebben. Maar een kunstwerk is geen raadsel dat je moet oplossen, het is een ervaring. Het is de geur van verf en andere materialen. De fysieke aanwezigheid van het werk. Bij Kiefer gaat het vaak om monumentale werken waar je langs moet lopen om het helemaal te kunnen zien, waar je even afstand van moet nemen, of juist dichterbij moet komen om de details van het materiaal te zien. Dezelfde bewegingen zal de kunstenaar gemaakt hebben bij het creëren van een werk. Een doek van acht meter schilderen is ook een fysieke inspanning. Maar hij kan het ook subtieler, daarvan getuigen de aquarellen en kunstenaarsboeken die hij maakt.

Kiefer begint elke dag in het atelier met lezen. Gedichten, verhalen, wetenschappelijke artikelen, het nieuws, hij voedt zijn geest met informatie. Het wordt deel van wie hij is. De zinnen en woorden die opduiken in zijn werk zijn zinnen die zich in hem genesteld hebben. Hij gebruikt ze als materiaal, op dezelfde manier als alle andere materialen en als vorm en kleur. Hij zegt zelf: ‘Ik maak geen politieke kunst, maar ik lees kranten, ik kijk tv, ik neem informatie op en dat komt er weer uit in het werk. Het is geen politiek werk, het is werk van een politiek geïnteresseerd kunstenaar.’ En hij bekent dat hij houdt van moeilijke onderwerpen. Van wetenschappelijke stukken die hij niet helemaal snapt, van het doorgronden van de wereld, de holocaust. Van schrijvers als James Joyce en Paul Celan. Alles wat hij leest, ziet en denkt komt terug in het werk. Een eindeloos proces dat maar doorgaat.

Anselm Kiefer Museum Voorlinden Tableau Magazine
Anselm Kiefer, Im Herbst dreht sich die Erde etwas schneller (0,06 sec), 2018⁠, Collectie Museum Voorlinden⁠

Het totaal roept gedachten, emoties of associaties op, de details soms ook, maar op een intuïtief niveau, het is niet iets dat zich rationeel laat ontleden als een wiskundige vergelijking. Vaak is het niet eens te herleiden zegt hij zelf in een interview. Woorden en beelden hebben zich ergens in zijn geheugen vastgezet en komen vanzelf weer boven. De oorspronkelijke bron doet in het beeld niet ter zake. Maar als je het werk ziet, voel je wel dat er veel lagen aan informatie in zitten. Dat draagt bij aan de intensiteit van het werk.

Overzicht in Museum Voorlinden
Kiefer is inmiddels 78 jaar oud en werkt nog elke dag. En hij maakt alles zelf. Met zijn oeuvre van ruim vijftig jaar kun je waarschijnlijk tien musea vullen, en het is nog niet voltooid. Van een retrospectief is dan ook geen sprake in Museum Voorlinden, dat dit najaar een grote tentoonstelling van hem inricht. Er komt immers nog steeds werk bij.

Hoe te kiezen uit dat enorme oeuvre? De nadruk ligt op werk uit de afgelopen tien tot vijftien jaar, vertelt curator Barbara Bos. In overleg met de kunstenaar zijn de werken geselecteerd en er worden zelfs nog nieuwe gemaakt. Een ‘boekenkast’ bijvoorbeeld, die aan het begin van de tentoonstelling komt en waar hij tot in september nog aan werkt. ‘Met dat werk kan hij nog verschillende kanten op, dus zelfs voor ons wordt het verrassing’, zegt Bos. Enkele jaren geleden bezocht zij samen met museumdirecteur Suzanne Swarts de kunstenaar in zijn atelier in Barjac. Een moment waarop ook zij hun mening over zijn werk moesten herzien, ze zagen een hele andere kant van Kiefer: de veelzijdigheid van zijn werk. In Barjac heeft Kiefer een groot terrein helemaal ingericht, met paviljoens waarin soms maar één werk te zien is en met tunnels en torens. Dit hele landschap heeft hij naar zijn hand gezet. Bos: ‘Het is zo omvangrijk. Wat hij doet gaat eigenlijk voorbij het voorstelbare.’

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Anselm Kiefer
Museum Voorlinden
t/m 25 februari 2024

Categorieën
2023 Pan Stories

PAN Amsterdam preview: antiek & vintage design

Het aanbod op PAN Amsterdam (19 – 26 november 2023) is afkomstig uit zeer verschillende perioden. Dit jaar is oudgediende Limburg Antiquairs wederom van de partij en presenteert nieuwkomer AtKris Studio zich. We vroegen hen zich voor te stellen en één bijzonder object dat ze gaan presenteren op de komende editie uit te lichten. Beiden kozen een meubelstuk waarvan de herkomst ruim driehonderd jaar uiteenloopt, maar die in een hedendaags huis niet misstaan.

Krista van Oudheusden | AtKris Studio

AtKris Studio is een jong bedrijf dat is gespecialiseerd in vintage design. Wij hebben een verrassende collectie van authentieke ‘20th century’ designmeubelen en leveren deze wereldwijd aan interieurarchitecten en designliefhebbers. AtKris Studio kenmerkt zich door het unieke aanbod, een persoonlijke benadering en goede service. We besteden veel tijd aan de kwaliteit van de meubels en de verzending. Zo hebben we onder andere een eigen restauratieatelier. De PAN is een mogelijkheid om ons bedrijf te laten zien aan liefhebbers voor vintage design; een levend visitekaartje. Onze collectie past binnen het aanbod, maar is ook vernieuwend. Bovendien ligt de lat op PAN Amsterdam hoog, wat past bij onze visie om hoogwaardige stukken aan te bieden. Tijdens de komende editie van de PAN presenteren we Italiaanse, Franse en Nederlandse stukken in een combinatie van verschillende stijlen, materialen en designers. Bijvoorbeeld werken van de bekende Italiaanse mid-century designers Gio Ponti en Osvaldo Borsani, maar ook van minder bekende ontwerpers zoals Giuseppe Rivadossi en Guy Bareff. Sandra Keja Planken gaat op basis van een vintage wandkleed van Jacques Brachet een eigen, moderne interpretatie maken die we tonen op de PAN.

Door deel te nemen aan de PAN hopen wij meer mensen kennis te laten maken met onze collectie. Het is een eer om onderdeel te mogen zijn van een beurs waar het mooiste van Nederland op het gebied van kunst, design en antiek te vinden is.’

Pan Amsterdam AtKris Tableau Magazine
Krista van Oudheusden

Brutalistisch sideboard

‘Een van onze highlights voor PAN Amsterdam is een sideboard van de Italiaanse ontwerper Giuseppe Rivadossi: een uniek dressoir dat is gemaakt van Slavonisch eiken en dat volledig met de hand gegutst is. Dit bijzondere sideboard is begin jaren 80 gemaakt in het atelier van ‘Officina Rivadossi’ en valt onmiddellijk op door de onorthodoxe vorm. Van bovenaf gezien is het een trapezium dat bij het begin van de deurstijlen een scherpe hoek naar binnen maakt om vervolgens weer een rechte lijn aan te houden. Doordat de zijpanelen scherp weglopen, word je als toeschouwer in een perspectieftekening gezogen waarbij de verdwijnpunten oneindig ver weg lijken. Daarnaast lijkt het sideboard te zweven doordat de ronde poten een lichte schaduw onder het geheel werpen. De deuren tonen een architectonisch grid, waarin kleine ramen zijn verwerkt. Het is moeilijk om de stijl van dit sideboard toe te schrijven aan een stroming, maar als we een poging wagen, zien wij dit als een vorm van brutalisme in haar meest elegante vorm. Robuust en zelfs een beetje dreigend, maar tegelijkertijd warm en verwelkomend.

Wat ik zelf graag in huis zou willen? Mijn persoonlijke wensenlijst is behoorlijk lang. Als vrouwelijke ondernemer heb ik natuurlijk extra liefde voor vrouwelijke designers. Dus als ik het voor het uitkiezen had dan het liefst een salontafel van Gabrielle Crespi. Of een mooie stoel van Lina Bo Bardi.’ 

Dirk en Dirk Jan Limburg | Limburg Antiquairs

‘Wij noemen ons algemeen antiquair. Bij Limburg Antiquairs bieden we allerlei voorwerpen aan, vanaf de 15e eeuw tot vroeg 20e eeuw. Voorop staat de hoge kwaliteit van de antieke stukken. Onze firma behoort tot de weinige generalisten met een gevarieerd aanbod van zeer goede, hoge kwaliteit. Je kunt bij ons terecht voor een kast uit de 17e eeuw, een Amsterdams staand horloge, 18e-eeuwse vergulde spiegels, 18e-eeuws zilver, pendules en kandelaars uit de Empire periode en nog vele andere antieke stukken.

PAN Amsterdam Limburg Antiquairs Tableau Magazine
Dirk en Dirk Jan Limburg

Wij presenteren ons graag voor een breed publiek van liefhebbers van kunst en antiek. PAN Amsterdam is daarvoor een uitgelezen gelegenheid, omdat de deelnemers aan de PAN, variërend van een handelaar in oude kunst tot de moderne galeriehouder, juist dit publiek trekken. Op de beurs presenteren wij een breed scala uit ons aanbod. We nemen al ruim 30 jaar deel aan de PAN en presenteren naast een keur aan mooie antieke voorwerpen ook onze firma als een vertrouwd adres voor een mooi stuk antiek. Dat gaan we deze editie weer doen als vanouds.’

Hollandse 17e-eeuwse beeldenkast

‘Een hoogtepunt van wat we gaan tonen de komende PAN is een Hollandse 17e-eeuwse beeldenkast. De beeldenkast is hèt pronkmeubel van de 17e eeuw en werd gemaakt rond 1640 voor de welgestelden. Niet alleen in Amsterdam, maar waarschijnlijk ook voor de rijken in andere welvarende Hollandse steden. Vaak ter gelegenheid van een huwelijk; het was het belangrijkste stuk huisraad voor een jong echtpaar. In de 17e eeuw waren de grachtenpanden in Amsterdam nog aan de kleine kant. Dit meubel kreeg daarom een plaats in het voorhuis, de plek waar men het huis binnen kwam en waar zaken werden gedaan. De beeldenkast liet zien dat de bezoeker over de vloer kwam bij mensen die voorspoedig waren in hun zaken, smaak bezaten en zich op een hoogstaande levenshouding lieten voorstaan, kortom het was een statussymbool.

Deugdzaam leven

Het prachtige beeldhouwwerk en snijwerk op de kast stelde vaak Bijbelse en mythologische verhalen voor, die vertelden over hoe het leven goed en deugdzaam geleefd werd. Op de gesneden panelen van deze kast zijn van links naar rechts de deugden weergegeven: Waarheid (Veritas) en Liefde (Caritas), Hoop (Spes) en Rechtvaardigheid (Justitia), Kracht (Fortitudo) en Voorzichtigheid (Prudentia). De beelden stellen David met het hoofd van Goliath en Hercules voor. Samen met Simson behoren zij tot de helden die met leeuwen vochten en wonnen. Met de leeuwenkoppen op de basis staan zij voor de deugd Kracht. De vrouwenfiguren met de Hoorn des overvloeds en de korenschoof verbeelden Voorspoed. Ook de soldaten staan voor kracht. Alle ornamentiek en beelden stralen kracht en standvastigheid uit en dat brengt ook voorspoed, zou een interpretatie kunnen zijn. Er staat meer uitleg op onze website.

PAN Amsterdam Limburg Antiquairs Tableau Magazine
Hollandse 17e-eeuwse beeldenkast, circa 1640, Limburg Antiquairs

Zelf zouden we thuis graag een van de drie Costerklokjes wensen. Het Costerklokje is het eerste slingeruurwerk, ontworpen door Christiaan Huijgens en genoemd naar de instrumentenmaker Coster die het klokje in 1657 bouwde.’ 

PAN Amsterdam
19 – 26 november 2023

Lees meer over PAN Amsterdam in de nieuwste editie. Bestel een los nummer of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

Niet autonoom: Philip Guston in Tate Modern

Hij is een van die kunstenaars wiens werk flinke reacties kan oproepen: je bent groot fan, of het is totaal niet je smaak. Er lijkt geen tussenweg te zijn. Maar aan welke kant je ook staat, een ding is zeker: Philip Guston (1913-1980) maakte schilderijen en tekeningen die de tijdgeest uitermate goed wisten te vatten. Niet voor niets leverde de verkoop van zijn To Fellini in 2013 destijds een record bij veilinghuis Christie’s op, waar het voor 25,8 miljoen dollar van eigenaar wisselde.

In zijn ruim vijftig jaar omvattende carrière werkte hij in eerste instantie onvermoeibaar aan een abstract expressionistisch oeuvre, met Jackson Pollock als een van zijn beste vrienden. In tegenstelling tot collega’s in dezelfde stijlgroep werkte Guston met name in zachte kleuren, ook wel abstract impressionisme genoemd. Hij maakte (muur)schilderingen die een kunstzinnige blik wierpen op het Amerika van die tijd, van oorlogen tot racisme. Maar eind jaren 60 switchte hij radicaal van stijl en liet daarmee de kunstwereld versteld staan. Van delicaat en abstract had hij opeens de overstap gemaakt naar rauw en figuratief. Grote schilderijen met cartooneske figuren waren het resultaat. Sommigen met witte Ku Klux Klan figuren als symbolen van het kwaad, die worden verbeeld in alledaagse situaties. Anderen met een intens rood gekleurd en eenogig personage, dat regelmatig terugkwam. Hij liet zich hierbij inspireren door zijn favoriete schrijver, Franz Kafka. Op zijn beurt werd Guston later een inspiratiebron voor vele anderen. Kijk maar eens naar de cartoons van Robert Crumb, of de neo-expressionistische schilder Walter Dahn.

Philip Guston Tate Modern Sara Madou Tableau Magazine
Philip Guston, The Line, 1978 © The Estate of Philip Guston, courtesy Hauser & Wirth

Guston had geen gemakkelijk leven. Als Europese Joden vluchtte zijn familie, om in Amerika opnieuw discriminatie mee te maken. Wellicht daardoor pleegde Guston’s vader zelfmoord, hij werd door zijn zoon gevonden in de schuur. Die geschiedenis is door kunsthistorici later regelmatig aangehaald als onderbouwing voor zijn focus op het weerspiegelen van een wereld in nachtmerriesferen. Toch is er ook vaak iets tragikomisch in te ontdekken. Door de uitvergrote figuren, buitenproportionele lichaamsdelen en de samenstelling van kleuren bijvoorbeeld. Hoe dan ook: het is een kunstenaar die zich niet laat negeren. Nog steeds niet. In 2020 werd een grote overzichtstentoonstelling van zijn werk in Washington uitgesteld, omdat de beeltenissen van de Ku Klux Klan net na de #blacklivesmatter protesten als te confronterend werden gezien.
In 1960, op het hoogtepunt van zijn activiteiten als abstractionist, zei Guston zelf:

‘Er zit iets belachelijks en gierigs in de mythe die we erven van abstracte kunst. Dat schilderen autonoom, puur en voor zichzelf is. Daarom analyseren we normaliter de ingrediënten en definiëren we de grenzen. Maar schilderen is op zichzelf onzuiver. Het is de aanpassing van onzuiverheden die haar continuïteit afdwingt. Wij kunstenaars zijn beeldmakers én beeldbepalend.’

Philip Guston
Tate Modern
t/m 25 februari 2024

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Columns

Column Romantiek: Musea als koper en speler op de markt

Aan een museum verkopen is altijd toch weer ‘kicken’. Het vergroot je ego, je kunt het gebruiken als referentie, het bevestigt je kunsthistorische en academische smaak en je komt er nog eens mee in de krant.

Op de meest recente TEFAF kocht de tempel voor 19e-eeuwse schilder en beeldhouwkunst – het Museum d’Orsay in Parijs – twee 19e-eeuwse Franse werken van grootmeesters en pompiers Jean-Leon Gerome en Fernand Pelez bij ‘ the spectacular 19th century’ Gallery 19C uit Texas, aangevoerd door veiling veteraan Polly Sartori. Ik weet uit de wandelgangen dat wanneer de conservatoren van de musea op beurzen rondlopen alle kunsthandelaren op scherp staan. Het is bijvoorbeeld bekend dat op de Salon du Dessin in Parijs de vertegenwoordigers van de grote internationale musea komen ‘shoppen’ en dat de rode loper voor ze wordt uitgerold. De helaas veel te vroeg overleden directeur van de Fondation Custodia/Collectie Frits Lugt, de sympathieke en kundige Ger Luijten, kocht het hele jaar door en schafte veel aan op beurzen en veilingen. Zijn afwezigheid wordt ook commercieel gevoeld.

Pluggen en pushen

Ik verkoop veel 19e-eeuwse en vroeg 20e-eeuwse, olieverfschetsen, tekeningen en schilderijen aan vooral particuliere verzamelaars die er soms thuis hun eigen museum op na houden. En zo af en toe weet een museum de weg naar mijn kunsthandel te vinden: een Verster voor Dordrecht, een schetsboek van Bramine Hubrecht voor het Rijksmuseum, zonnebloemen van Etha Fles aan het Centraal Museum Utrecht, een monumentale B.C. Koekkoek aan het museum in Luxemburg, een vroege Mondriaan aan Villa Mondriaan in Winterswijk en een tempelfeest van Adrien-Jean le Mayeur aan een nieuw museum op Bali.

Zoals gezegd. Dat is dus ‘kicken’. Wel is het in het algemeen zo dat zaken doen met een museum een lange adem en veel geduld vergt. Het gaat er veelal stroperig aan toe omdat de beslissing langs allerlei commissies moet gaan voordat de directie zijn fiat geeft. Daarna laat de betaling meestal ook nog eens tijden op zich wachten. Het komt regelmatig voor dat van het moment het museum een optie op een werk neemt tot en met het ogenblik dat de betaling plaatsvindt er een half jaar tot een jaar verstreken kan zijn. Dat is in onze wereld best lang. Maar ‘kicken’ is het wel! En dat maakt een hoop goed.

Musea als koper en speler op de markt zijn nauwelijks te onderschatten en hebben een bijna net zo een belangrijke rol als particuliere verzamelaars en (tussen) handel. Het zijn hoe dan ook sterkhouders in een markt die volgens ingewijden, maar vooral volgens napraters op zijn retour is. Het klopt dat de Romantische School in Nederland het zwaar heeft ofschoon het Venduehuis in Den Haag het nog gewoon nog aanbiedt en zelfs op solide wijze aan de man weet te brengen. Het is zonder meer waar dat de prijzen voor deze beweging onder druk staan. Een kleine kanttekening is dat de juiste kunstenaars met kwalitatief goede werken en onderscheidende onderwerpen eigenlijk nog steeds robuuste prijzen halen. En het is al helemaal geen optie om de markt voor 19e-eeuwse/vroeg 20e-eeuwse vaderlandse schilderijen te laten schieten, links te laten liggen of totaal te vergeten. De ervaring leert dat het dan verdampt. Ik zou zelf eerder voor de methode van het pluggen en pushen gaan. Toon de mooie en bijzondere werken uit de Romantiek, de Haagse School of de Tachtigers op de PAN, in de musea, op sociale media als bijvoorbeeld Instagram met selectieve regelmaat.

Die markt is er, hij bestaat, en moet slechts wat geforceerd worden. En als men zich er (weer) in verdiept zal blijken hoe knap, spannend en artistiek er ook in Nederland in die periode geschilderd is. Dan kijken we likkebaardend naar het Hollandse historiestuk van de hand van Scheffer of Pieneman, de koude winters met de zwierende schaatsers op de zogenaamde ‘ijsjes’ van Schelfhout en Koekkoek, of de schitterend en zorgvuldig uitgevoerde dierstukken van onder andere Verschuur en Ronner. De morgenrit van Mauve in het Rijks is al niet te versmaden. De Amsterdamse bouwputten en waspitten van Breitner, de modinettes van Israels en de mysterieuze en poëtische stadsgezichten van Willem Witsen moeten van onze retina naar de cortex bewegen.

Ik roep iedereen op om van de Hollandse 19e eeuw te gaan genieten. In musea als Teylers in Haarlem, Rijkmuseum in Amsterdam en het Dordrecht Museum kunt u op dit gebied al uw hart ophalen. Dit zijn de instituten die het nog steeds (mondjesmaat) aanschaffen en daarmee een voortrekkersrol hebben en houden. Daarnaast voorspel ik een kleine revival van de 19e-eeuwse schilderkunst in de vorm van meer aandacht voor deze categorie bij een aantal kunsthandelaren op de aanstaande PAN in november. Laat de conservatoren en verzamelaars maar komen! Naast het commerciële geweld van (ultra) contemporain heeft de Romantiek, en het Impressionisme sowieso bestaansrecht. Al was het maar dat er geen heden zonder verleden bestaat en vice versa.

Jop Ubbens Art Advisory adviseert particuliere verzamelaars, connaisseurs en culturele instellingen op het gebied van 19e- en 20e-eeuwse Europese en exotischeschilder- en tekenkunst. Ook geeft hij raad bij het samenstellen, sublimeren of afstoten van een collectie.

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

Blik op oneindig in Museum De Lakenhal

Schilderkunst, beeldhouwwerken en spoken word komen deze winter samen in Leiden in Museum De Lakenhal. Te beginnen met de monumentale schilderijen van Hans de Bruijn, in een zeven exemplaren tellende serie uit 2017. De gigantische werken portretteren mensen die vanaf een imposante rotspartij de blik op het oneindige richten. Ze doen je contempleren over het leven en afvragen wat er door het hoofd gaat van de afgebeelde persoon.

De Bruijn liet zich inspireren door twee werken van Caspar David Friedrich (1774-1840), een van de boegbeelden is van de romantische schilderkunst. De zoektocht van Friedrich’s eenzame wandelaar komt terug in het werk van De Bruijn. Zijn het zelfportretten? Blikken ze vooruit, naar de toekomst, of denken ze juist na over wat er achter hen ligt? Het effect is mysterieus en hoopvol tegelijk.

Museum De Lakenhal Tableau Magazine Sara Madou
Zaalbeeld ‘De hardnekkigheid van de hoop’. Foto: Joep Jacobs

Ook de beeldengroep Requiem (2020) van Anjet van Linge laat hoop en troost zien. Tijdens de corona-lockdowns hakte zij 125 dagen lang elke dag een kruis uit een blok inheems hout. Van appel tot wilg, els en berk. Mensen van over de hele wereld nodigde ze uit een persoonlijke boodschap te verbinden aan een van de kruisen. Van Linge: ‘Het is een requiem voor wat was, wat we verloren en wie we zullen worden’.

Sophia Blijden vult beide kunstenaars aan met spoken word en schreef een tekst geïnspireerd op de titel van de expositie.

De hardnekkigheid van de hoop
Museum De Lakenhal
t/m 7 januari 2024

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Columns

Column design: functionele sculpturen of conceptuele designobjecten?

Een fabrieksgebouw als krantenrek, een wc-rol met hierop een schommelend mannetje en een huisje dat ook pedaalemmer is. De sculpturen van Tomas Schats bevinden zich op het grensvlak van kunst en design. Ze ogen simpel maar zijn slim bedacht en raken altijd een snaar. Niet zelden prijken er meerdere rode stippen bij zijn werk, dat vaak wordt uitgebracht in kleine oplages. Zijn het functionele sculpturen of conceptuele designobjecten? Ze houden het midden tussen beide, maar met de signatuur van een beeldhouwer. Dat zijn werken handgemaakt en helemaal wit zijn draagt hieraan bij, al worden ze vaak uit hout en/of epoxy opgebouwd. Tomas komt zelf uit de kunsthoek maar ook in de designwereld zien we een toenemende interesse in sculptuur, zeker bij de nieuwe garde.

Aanstormend talent Erik Sluijs studeerde product design, maar neemt niet zozeer dingen als wel gebouwen als vertrekpunt voor zijn witte en grijze wandobjecten. Hij ontleedt bouwstijlen en brengt zijn voorbeelden terug tot een reeks minimale vormen en patronen. Door middel van experimenten met klei, textiel, pvc en andere materialen komt hij tot spannende mallen waarmee hij het platte vlak als het ware uitdaagt. Dit resulteert in driedimensionale wandsculpturen die heel tactiel ogen en allerlei referenties oproepen. Zijn series, want ook dit werk is in een oplage te verkrijgen, zijn gemaakt van Elfenbein gips wat vaak voor decoratieve ornamenten wordt gebruikt. Ook zijn sculpturen vinden gretig aftrek. Door te werken met verschillende formaten en oplages weet hij net als Schats de prijzen redelijk bescheiden te houden.

Tussen kunst en design

Op de graduation show van de HKU dit jaar viel het werk van designer Lucy Schoorl in dit kader op. Een ragfijne collectie keramiek met de mysterieuze titel Glorifying Phylogeny. Kleine maar fijne porseleinen objecten die als tere sculptuurtjes staan te pronken, met her en der een laagje parelmoer. Lucy nam de afstammingsgeschiedenis van organismen als uitgangspunt en beschrijft in een eenvoudig boekje een groep schelpachtige wezens die ze stuk voor stuk in vorm en materiaal heeft gegoten. Haar eindexamenwerk is een alsmaar evoluerende serie objecten die tot ieders verbeelding spreekt. Het leuke is dat ook deze sculpturen een functie hebben, je kunt ze gebruiken als beker, doosje of gewoon als hebbeding: ‘Mijn werk is het resultaat van voortdurend onderzoek naar vorm, verbeelding en functie’, aldus de ontwerper. Ook Lucy wist trots te vertellen dat ze al meerdere stuks had verkocht.

Vervormde plastieken die doen denken aan ballen, stenen of kussens maar waarbij het materiaal als het ware gesmolten lijkt

Hetzelfde geldt voor Floor Merjenburgh die een intrigerende serie van ogenschijnlijk abstracte objecten van klei presenteerde. Vervormde plastieken die doen denken aan ballen, stenen of kussens maar waarbij het materiaal als het ware gesmolten lijkt. En dat is het gevolg van haar ontwerpproces. Wanneer klei net uit de mal komt is het kneedbaar en kun je de oorspronkelijke vorm bewerken tot een nieuw object wat Floor naar hartenlust doet. Ze versmelt twee voorwerpen zodanig dat de beginvorm subtiel zichtbaar blijft, maar er wel een nieuwe en unieke sculptuur ontstaat. Hoewel het voorwerpen lijken die in een kunstverzameling niet zouden misstaan, verwijst Floor zelf nadrukkelijk naar haar metier als vormgever: ‘Uiteindelijk komen producten bij mensen thuis en speelt gevoel een enorme rol. Daarom vind ik het belangrijk om dit niet weg te laten tijdens het ontwerpproces.’

Het is geen verrassing dat de richting Ceramics van de Gerrit Rietveld Academie een walhalla is voor liefhebbers van sculpturale vormgeving. Deze academie heeft een aantal afdelingen waarbij de grens tussen autonome en toegepaste kunst vervaagt en bij studenten keramiek is dit regelmatig het geval. Het vakmanschap speelt een grote rol en tegelijkertijd wordt er veelvuldig geëxperimenteerd en hebben de werken vaak een monumentaal karakter. Tot de verbeelding sprak wat dat betreft de presentatie van Elle van Baaren met onder andere drie reusachtige en realistische vingers, met veel aandacht voor detail gemaakt. Ze zijn onderdeel van een grotere kunstinstallatie, maar zouden het zeker ook goed doen als limited edition design objecten. Terug naar de werken van Tomas Schats, een XL versie van zijn ‘Pedaalemmerhuisje’ was dit najaar te zien op BIG ART. Zo’n drie meter hoog en daarmee niet geschikt voor elk huis maar voor op het aanrecht heeft hij ook een kleiner exemplaar.

Anne van der Zwaag is curator, publicist en eigenaar/directeur van designbeurs OBJECT en kunstplatform BIG ART. Ze maakt tentoonstellingen, schrijft boeken en columns, adviseert bedrijven en zit in allerlei besturen en adviescommissies. Daarnaast verzamelt ze kunst en design.

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

Oud en nieuw in het Dordrechts Museum

Nieuw talent spotten in kunst en design is altijd leuk: wie weet ben jij een van de eersten die het werk van een opkomende wereldster komt bewonderen. Momenteel kunnen talentspotters hun hart ruimschoots ophalen in het Dordrechts Museum, waar zes jonge, internationale ontwerpers in ‘A room with a view’ het dagelijkse leven vanaf een andere kant bekijken.

Bruno Baietto, Teresa Fernández­-Pello, Clara Schweers, Ceola Tunstall­-Behrens, Alex Werth en Te-­Yen Hsu combine­ren hun eigen werk met voorwerpen uit de collectie van het Dordrechts Museum, die ze zelf selecteerden. Daar zitten schilderijen tussen, maar ook archeologische vondsten, zilver, glas, de kamer uit een poppenhuis en een speelautomaat. Door deze oude voorwerpen te combineren met hun nieuwe werken laten ze hun visie op het leven van nu zien.

Hoe duurzaam en maakbaar is onze omgeving eigenlijk? Waarom kennen we aan bepaalde voorwerpen veel waarde toe, en aan andere minder? Hoe kunnen we behouden wat belangrijk is? Naast dat de installaties van het ontwerperscol­lectief bezoekers aan het denken zetten over deze en meer vragen, nodigt de tentoonstelling vooral uit om te kijken, te luisteren en te doen.

A room with a view
Dordrechts Museum
t/m 14 januari 2024

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Dordrechts Museum Tableau Magazine
Ina van Zyl, Trostomaten, 2005, collectie Dordrechts Museum, aankoop 2006
Categorieën
2023 Stories

Jacoba van Heemskerck: leven voor de kunst

Tijdens haar leven was Jacoba van Heemskerck (1876-1923) in Duitsland bekender dan in eigen land, maar niet lang na haar overlijden raakte zij in vergetelheid. Sinds de jaren 80 van de 20e eeuw is er weer aandacht voor haar expressionistische werk. Nu, honderd jaar na haar sterfdag, wijdt het Marie Tak van Poortvliet Museum in Domburg een tentoonstelling aan de kunstenaar.

In krachtige lijnen neergezette bomen, uiteenlopende verbeeldingen van zeilboten voor de kust op doek en op papier, in houtsneden, tekeningen en schilderijen, laten verschillende ontwikkelingsfasen van de kunstenaar zien. Jacoba van Heemskerck was 47 jaar oud toen zij overleed. Een begaafd kunstenares, nog in de bloei van haar leven en nog in ontwikkeling wat haar werk betrof. In het Domburgse Museum is haar werk vanaf 1994 meerdere malen in groepsverband tentoongesteld. In 2005 volgde een solotentoonstelling in het Kunstmuseum Den Haag en in 2021 ging een selectie op tournee in Duitsland. De tentoonstelling die dit jaar in Domburg te zien is, geeft een overzicht van haar ontwikkeling waarbij het accent op de band met Domburg ligt.

Aanvankelijk bracht Van Heemskerck de zomers, en uiteindelijk het hele jaar in Domburg door met haar levensgezel Marie Tak van Poortvliet. De omgeving van het stadje met zijn Manteling-bossen, grillige duingebied en altijd weer anders lijkende zee was een grote bron van inspiratie. Schilderijen, tekeningen en talloze houtsneden maakte ze van bomen, enkele bloemen en zeilboten voor de kust; motieven die ook een onderdeel zouden vormen van de glasontwerpen uit haar laatste levensfase.

Jacoba van Heemskerck Marie Tak van Poortvliet Museum Domburg Tableau Magazine
Jacoba van Heemskerck, Bild no. 95, 1918, collectie Zeeuws Museum Middelburg. Foto: Ivo Wennekes.

Na een opleiding aan de Haagse Academie volgde ze in Laren lessen in de grafische kunsten bij Ferdinand Hart Nibbrig en schilderlessen in Parijs op het atelier van Eugène Carrière. Toen de bruisende Franse hoofdstad Van Heemskerck teveel werd, vestigde zij zich met haar oudere zusje Lucie in Den Haag, waar ook Marie Tak van Poortvliet woonde. De twee jonge vrouwen waren al bevriend en woonden nu ook op een steenworp afstand van elkaar. Vanaf 1908 brachten zij geregeld de zomers door in Marie’s naast het Domburgse Badhotel opgetrokken Villa Loverendale. In de tuin werd voor Van Heemskerck een atelier gebouwd.

Luminisme

Aanvankelijk werkte Van Heemskerck nog realistisch, mede onder invloed van Hart Nibbrigs lessen, maar in Domburg kwam zij in de ban van het luminisme. Het Nederlandse luminisme was geïnspireerd op het werk van Van Gogh en op alle moderne Franse stromingen vanaf het impressionisme. Sinds de voorjaarstentoonstelling van het Amsterdamse kunstenaarsgezelschap St. Lucas in 1908 werd Jan Toorop met zijn van licht schitterende Zeeuwse werken gezien als ‘de luminist bij uitstek’. Dankzij hem had het luminisme Nederland bereikt, met het schiereiland Walcheren als bakermat en al gauw met Toorop en zijn jongere collega Piet Mondriaan als grote voormannen. Zij wilden niet alleen de werking van het licht weergeven, maar ook de sensatie ervan. De gevoelsreactie werd belangrijker dan de visuele reactie.

Zo bekeken was dit luminisme een begin van de verinner­ lijking in de kunst. Die vergeestelijking doortrok het moderne streven in heel West­Europa en was welbesteed aan Van Heemskerck. Op de tentoonstelling is bijvoorbeeld haar in 1909 ontstane olieverfschilderij Bos in de zomer te zien. In dit pointillistisch uitgevoerde schilderij is al enigszins een ver­ geestelijking te proeven, een geslaagde poging niet zozeer een onderwerp als wel een stemming weer te geven.

Jacoba van Heemskerck Marie Tak van Poortvliet Museum Domburg Tableau Magazine
Portret Jacoba van Heemskerck (1876-1923). Foto: particuliere collectie.

Maar het neo­impressionisme voldeed Van Heemskerck niet lang. Zij miste vooral de expressiemogelijkheden van de lijn, die zij vervolgens vrij spel gaf. Haar werk werd in deze fase sober, gedempt van kleur en eenvoudig van vorm, neigend naar het abstracte. De geestelijke leidraad die zij zocht, zou ze, evenals Marie Tak, vinden in Rudolf Steiners antroposofie die omstreeks 1912 voortkwam uit de theosofie.

In Domburg werd zij mede door Toorop en Mondriaan tot het luminisme gebracht en dankzij Lodewijk Schelfhout in 1912 en Mondriaan in 1913 tot het kubisme. Dat bracht Toorop ertoe zich in de zomer van 1913 af te vragen wie zij het jaar erop als voorbeeld zou nemen. ‘Heemskerck is tegenwoordig aan het Mondrianen en Picassoen’, schreef hij aan Schelfhout, ‘wat zal ze ’t volgend jaar imiteren?’ Van Heemskerck was nog zoekende. Door haar zwakke gezondheid leefden zij en Marie relatief teruggetrokken, ook in het weldadige Domburg. Bepalend voor Van Heemskercks verdere ontwikkeling was het contact met Herwarth Walden en zijn uitnodiging om deel te nemen aan de ‘Erster Deutscher Herbstsalon’ (september 1913) in Berlijn, een internationale tentoonstelling van moderne kunst.

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Jacoba van Heemskerck (1876-1923): een klein eerbetoon
Marie Tak van Poortvliet Museum
t/m 10 december 2023 (verlengd)

Categorieën
2023 Highlights

Kunst met een verleden in het Mauritshuis

Het onderwerp ‘roofkunst’ blijft een actueel thema. Niet alleen de herkomst van een werk kan vragen oproepen, maar ook aan wie het toebehoort levert de nodige discussies op. Neem de kwestie rondom het Amsterdam Museum, dat kunstwerken uit de Krim in bruikleen kreeg voordat Rusland de regio veroverde. Naar wie moet die kunst teruggebracht worden: Rusland, of Oekraïne?

Veel musea, in binnen- en buitenland, doen onderzoek naar de herkomst van hun collecties. Dat gaat van kunst met een oorlogsverleden, geroofd van Joodse eigenaren in de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld, tot koloniale roofkunst. De sleutel voor de toekomst van deze items ligt bij het in kaart brengen van hun geschiedenis.

Mauritshuis Roofkunst Tableau Magazine
Een highlight in de tentoonstelling: een paardenhoofd dat ooit deel uitmaakte van het paardenvierspan (quadriga) op de Brandenburger Tor, een bruikleen uit de collectie van het Berlijnse Stadtmuseum.

Het Mauritshuis heeft een belangrijke link met dit onderwerp. In 1795 namen Franse troepen namelijk de schilderijen uit de collectie van Prins Willem V mee naar Parijs, waar ze tot 1815 zouden blijven. Tussen 1822 en 1875 was een verdieping van het Mauritshuis gereserveerd voor het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden, waar verschillende objecten met een koloniale herkomst verbleven. Ook heeft het Mauritshuis schilderijen uit de NK-collectie: cultuurgoederen die werden geroofd van Joodse eigenaren in de jaren 40 en daarna naar Duitsland zijn overgebracht. Een deel van deze objecten keerde na de oorlog terug naar Nederland. In deze expositie worden de verhalen van tien objecten en hun herkomst samengebracht. Door middel van virtual reality kan de geschiedenis hiervan bekeken en ervaren worden.

Roofkunst – 10 verhalen
Mauritshuis
t/m 7 januari 2024

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Collectie Cornelis Paulus van Pauwvliet onder de hamer bij Bonhams

  • Single owner sale collectie Cornelis Paulus van Pauwvliet (1937-2022) bij Bonhams
  • Met topstukken van Kees van Dongen, Johan Barthold Jongkind, Isaac Israels, Jan Sluijters, Matthijs Horrix, Joannes Winter, Willem van Wolfswinkel, Pieter Bonser, Rutgerus van Meurs, Johannes van Ceulen
  • Topwerk Alighiero Boetti in losstaande veiling op 12 oktober 2023
  • Alle te veilen stukken van 13-15 oktober 2023 te zien in Amsterdam
Bonhams Cornelis Paulus van Pauwvliet Tableau Magazine

Londen – Veilinghuis Bonhams veilt deze herfst de collectie van de in 2022 overleden connoisseur Cornelis Paulus van Pauwvliet; een markante en gepassioneerde verzamelaar met kennis van zaken en bovenal hart voor de kunsten. Bij het veilinghuis zal op 21 november 2023 een collectie onder de hamer gaan in een single owner sale, met 19e en 20e-eeuwse schilderijen, 17e en 18e-eeuwse klokken, meubels en zilver en een zeer omvangrijke verzameling aan toegepaste kunsten. Op 12 oktober 2023 zal Alighiero Boetti’s topwerk Tutto (£700,000-1,000,000) de spits afbijten en als enig stuk uit de collectie in een losstaande veiling van Post-War & Contemporary Art in Londen worden geveild. Alle stukken uit de single owner sale zullen van 13 tot en met 15 oktober 2023 te zien zijn in het Luther Museum in Amsterdam — entree is gratis. 

Bonhams Cornelis Paulus van Pauwvliet Tableau Magazine

Op een steenworp afstand van het Rijksmuseum bevindt zich het appartement waar de verzameling van Cornelis (Cees voor vrienden) Paulus van Pauwvliet zorgvuldig werd opgebouwd en ondergebracht. Bezoekers waanden zich ongetwijfeld in een klein museum. De kerncollectie werd gevormd na het overlijden van Cornelis’ vader, Bernard Paulus van Pauwvliet, waarop Cornelis verder bouwde. Hij werd een veelgeziene bezoeker van beurzen, galeries en de kunsthandel en ging regelmatig te rade bij bekende specialisten. Hij leende schilderijen en objecten uit aan tentoonstellingen in binnen- en buitenland en een deel van de collectie is bij zijn overlijden dan ook geschonken aan musea en Vereniging Rembrandt.  

‘Een collectie waar je als veilinghuis van droomt’, aldus Charlotte Roelofsen, hoofd van Bonhams Nederland. ‘Bonhams is vereerd deze uitzonderlijke privécollectie te mogen veilen. Een collectie die met zorg, kennis en liefde is samengesteld en die het allerbeste uit de Nederlandse en Franse beeldende- en toegepaste kunst vertegenwoordigt. Het is een prachtige weergave van de kunst- en cultuurgeschiedenis die Nederland rijk is en we verwachten dan ook veel enthousiaste bieders’. 

Bonhams Cornelis Paulus van Pauwvliet Tableau Magazine

Bekijk de collectie

Kijkdagen Amsterdam
13 t/m 15 oktober 2023 (10.00 – 17.00) – Luther Museum Amsterdam, Nieuwe Keizersgracht 570

Kijkdagen Londen
18 t/m 20 november 2023 – Bonhams, New Bond Street

Veiling Londen
21 november – Bonhams, New Bond Street

Bonhams Amsterdam
020 670 9701 
amsterdam@bonhams.com 
@bonhams1793 

Categorieën
2023 Stories

Design Dialoog: Christien Meindertsma & Floris Schoonderbeek

Ontwerpen die de vinger op de zere plek leggen, duurzaam zijn en mensen bewust maken, dat is de expertise van Christien Meindertsma en Floris Schoonderbeek. Twee ontwerpers voor wie het onderzoek en de mindset bijna belangrijker zijn dan het eindproduct.

‘Ah, jij werkt ook alleen,’ lacht ontwerper Floris Schoonderbeek (44 jaar) als hij het atelier van Christien Meindertsma (42 jaar) betreedt. In de voorkamer van haar statige herenhuis in een Betuwedorpje staat een werktafel met één stoel. En een theepot met één theekopje. ‘Ja, heel bewust ook’, zegt Meindertsma. ‘Ik hoef daardoor met niemand rekening te houden. Als een leuke opdracht binnen­ komt, kan ik altijd ja zeggen.’ Al zit ze daar eigenlijk helemaal niet op te wachten. ‘Ik werk momenteel aan acht projecten tegelijk. Daar kan niets meer bij.’

Het is te zien aan haar werkkamer waar bossen met wilgen­ twijgen tegen de muur staan. In een kast liggen lappen wol en aan de muur hangen krantenknipsels. In een hoek staat een stoel van geperst vlas; op tafel kartonnen schaalmodel­len. ‘Sommige van deze projecten zijn grootschalig en duren jaren, andere zijn juist heel overzichtelijk. Dat is helemaal uitgebalanceerd.’ ‘Jij krijgt tenminste nog opdrachten’, lacht Schoonderbeek. ‘Ik krijg nooit opdrachten – en ik hoef ze eigenlijk ook niet.’ Wat hij wel gemeen heeft met Meindertsma is zijn onderzoe­kende eenmanspraktijk. Zijn bekendste ontwerp is Dutchtub uit 2003, een eenvoudig maar slim buitenbad dat wordt verwarmd met houtvuur. ‘Dat product is de uitkomst van een onderzoek naar hoe ik mensen kan laten ontspannen en tegelijk meer bewust maken van hun omgeving en van tijd.’ Hetzelfde geldt voor zijn Groundfridge, een polyester kelder die ingegraven onder de grond een constante temperatuur heeft rond elf graden en fungeert als een natuurlijke inloop­ koelkast. ‘Het is vooral een manier om mensen anders te laten omgaan met de opslag en koeling van voedsel.’

Christien Meindertsma Floris Schoonderbeek Weltevree Jeroen Junte Tableau Magazine
Floris Schoonderbeek, Strandtuin Vlieland, 2015. Foto: Studio Aandacht

Varkensvet en cosmetica

Opdrachten die Meindertsma consequent afwijst zijn voor puur commerciële consumentenproducten. Waarvan zijn die spullen om ons heen gemaakt? Waarom zien ze eruit zoals ze eruit zien? En welke weg leggen ze af voordat ze in de winkel liggen? Deze vragen over de oorsprong van producten en het maakproces vindt ze veel interessanter. ‘Vaak weet ik van tevoren nog niet wat de uitkomst van mijn onderzoek is.’ Een goed voorbeeld van deze werkwijze is PIG 05049, een boek uit 2007 waarin de toepassingen van één varken na de slacht met klinische precisie zijn gedocumenteerd. Op een gortdroge maar indringende manier worden 147 producten afgebeeld – vlees, vet, botten, organen en zelfs varkenshaar dienen als grondstof voor verfkwasten, sigaretten en cosme­tica. ‘Dit boek is het eindproduct.’ Ook maakte ze in 2018 voor de NTR het televisieprogramma Voor de vorm waarin ze twee seizoenen lang niet alleen de vorm maar ook het maakproces van alledaagse gebruiksvoorwerpen onderzocht.

Net als Meindertsma wil Schoonderbeek een duidelijk eind­ resultaat hebben in zijn onderzoek. Dat kan een prototype zijn – ‘ook grote veranderingen hebben soms een klein begin’ – maar het kan ook uitgewerkt consumentenproduct zijn. ‘Ik ben te veel ontwerper om met lege handen te eindigen.’ Meindertsma: ‘Grappig, we hebben dezelfde mentaliteit maar verschillende skills. Dat echte ontwerpen, waarbij je een vernuftige constructie uitvindt, dat vind ik lastig. Ik merk dat ik beter ben in het bedenken van nieuwe materialen en de productie technieken die daar bij horen. En wat ik nog lasti­ger vind, is het verkopen van mijn ideeën’, waarbij zij verwijst naar de ondernemersgeest van Schoonderbeek. Vanuit diens Dutchtub ontstond Weltevree, een designlabel met speelse buitenproducten. Vervolgens was hij als productontwerper betrokken bij de startup New Motion, actief in laadpalen. ‘Dat ondernemen is met gemengde gevoelens, hoor. Het is vaak de enige manier om een idee ook echt te realiseren. Dan doe ik het maar zelf.’ Maar altijd met de vraag in zijn achterhoofd: ‘Wat voor soort producten wil ik nog toevoegen aan een wereld vol overproductie? Aan wat voor soort producten is nog echt behoefte?’ Toch ietwat bedremmeld: ‘Zo’n Dutchtub zou ik nu niet meer maken, omdat het verstoken van kilo’s hout voor elk bad echt niet duurzaam is. Ik werk nu aan een schonere oplossingen.’

Christien Meindertsma Floris Schoonderbeek Weltevree Jeroen Junte Tableau Magazine
Christien Meindertsma, Fibre market Valvan stapels. Foto: Mathijs Labadie
Christien Meindertsma Floris Schoonderbeek Weltevree Jeroen Junte Tableau Magazine
Christien Meindertsma, Fibre market, 1000 truien. Foto: Mathijs Labadie

Autarkische camper

De ontwerper uit Arnhem, waar hij na zijn studie aan de Artez Academy bleef hangen, doet tegenwoordig vooral veel veldonderzoek. Maar dan ook letterlijk. Tijdens de corona­ lockdowns bouwde Schoonderbeek een oude camper om tot veldlab. Naast een eenvoudige slaapplek beschikt dit autar­ kische designlab over wanden vol gereedschap, schroefjes en snoertjes. Inspiratie voor het rijdend designlab put Schoon­derbeek uit alledaagse verwondering en nieuwsgierigheid. Of uit een herinnering aan jeugdvakanties met kampvuren die werden dichtgegooid om vervolgens op de verwarmde grond te slapen. Zou je met dit principe kunnen koken, vraagt hij zich dan af. En welke gerechten zijn daarvoor geschikt? ‘Met een chefkok heb ik vervolgens een heel weekeinde in de natuur gekookt. Wat geen bruikbaar product opleverde trouwens. Maar dat is niet erg.’

Ook Meindertsma zoekt voortdurend naar samenwerkingen. ‘Ik vind het geweldig om bij bedrijven rond te neuzen, het liefst in de fabriekshal of in het onderzoekslab.’ Voor de linoleumfabrikant Forbo doet ze uitgebreid onderzoek naar hoe het restmateriaal uit de eigen productieketen kan worden hergebruikt. Om dan uiteindelijk de opgedane kennis in alle rust uit te werken in haar studio. ‘Ik wil het liefst dat zo veel mogelijk mensen mijn ontwerpen gebruiken. Maar wat daarbij komt kijken, zoals de verkoop of nadenken over aantallen, daar ben ik niet goed in. Ik word het meest gelukkig als ik ergens helemaal in kan duiken, zonder dergelijke belemmeringen.’

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

Overgave: Antoni Tàpies in Bozar

Zeker de moeite waard voor een tripje naar België, en mocht dat lastig zijn: verdiep je dan vooral eens thuis in het werk van de Catalaanse Antoni Tàpies (1923-2012). Als autodidact dacht Tàpies tijdens het interbellum veelvuldig na over ‘la condition humaine’, gekoppeld aan de grenzen en tegenstrijdigheden van de schilderkunst. Daar kun je veel kanten mee op, iets wat hij dan ook deed.

De zeer productieve kunstenaar maakte vele werken, die inmiddels over de hele wereld zijn te vinden. Tàpies raakte geïnteresseerd in kunst toen hij in 1934, op de middelbare school, een tijdschrift vond waarin kunstenaars als Duchamp, Kandinsky en Picasso werden geportretteerd. Hij begon nog aan een studie rechten, but the heart wants what the heart wants: vanaf 1943 kon hij niet anders dan zijn leven wijten aan schilderen. Geleidelijk ontpopte hij zich tot pionier van de Spaanse avant-garde, waarbij het absurdisme duidelijk te herkennen is en thema’s als lijden en onderdrukking overheersen. Het is werk waar de frustratie vanaf knalt, waarbij de verf vol overgave is aangebracht. Hele volksstammen aan kunsthistorici analyseerden zijn werk, maar volgens Tàpies zelf ligt de betekenis daarvan in de participatie van de kijker: ‘Wie leeft zonder innerlijke beelden, zonder verbeelding en gevoeligheid die geassocieerd moeten worden met zijn of haar eigen gedachten en gevoel, zal niks zien.’

Op dus naar het Brusselse Bozar voor een retrospectief van Tàpies, waarin je als het ware op een tijdreis gaat van 1944 tot 1990. Ruim 120 items zijn samengevoegd: vroege tekeningen en zelfportretten, maar ook de ‘materieschilderijen’ die hij in de jaren 50 maakte en assemblages uit de jaren 60 en 70. Vervolgens werkte Tàpies in de jaren 80 aan vernissen, geïnspireerd door de Spaanse democratie. In de jaren 90 stortte hij zich meer op het experimenteren, in vorm en stijl.

Antoni Tàpies: de praktijk van de kunst
Bozar
t/m 7 januari 2024

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Columns

Column Collect: de opleving van het surrealisme

Wie het Museo del Prado in Madrid wel eens heeft bezocht, heeft ongetwijfeld oog in oog gestaan met een van de meest indrukwekkende kunstwerken uit de westerse kunstgeschiedenis: De tuin der lusten van Jheronimus Bosch. Het meesterwerk van deze Nederlandse schilder is ruim drie meter breed en bijna twee meter hoog. Dankzij het forse formaat en de talloze details leent het werk zich uitstekend voor een nadere inspectie, waarbij men als kijker van scène naar scène op reis kan gaan in het schilderij.

Het werk verbeeldt het verhaal van de zondeval en barst van de symboliek. Op het linkerpaneel staat de schepping van Eva centraal, gesitueerd in het aardse paradijs, op het moment voordat de zonde zijn intrede deed. Deze relatief rustige compositie staat in schril contrast met de duizelingwekkende hoeveelheid gebeurtenissen op het middenpaneel. Inzoomend op het midden van dit paneel zijn naakte mensfiguren rondrijdend op paarden, varkens, geiten en fantasiewezens te zien, voeren levensgrote vogels bessen aan mensen en draagt een man een mossel op zijn rug waarin twee ongeklede mensen tussen de parels verstopt liggen. Het rechterpaneel schetst de consequenties van deze losbandige acties: gefolterde zondaars worden door duivels opgejaagd in de coulissen van een brandend landschap. De slotakte verbeeldt hel en verdoemenis.

De opleving van het surrealisme zorgt voor ruimte op de markt en in de musea voor kunst die draait om verbeeldingskracht

De invloed van dit iconische kunstwerk is tot de dag van vandaag merkbaar in de kunstwereld. Ruim een halve eeuw nadat Bosch De tuin der lusten schilderde, maakte Pieter Bruegel de Oude zijn Toren van Babel. Hoewel minder expliciet en dystopisch dan het drieluik van Bosch, gaat ook dit kunstwerk over de slechte, zondige eigenschappen van de mens. IJdelheid en hoogmoed worden gestraft door God middels het dwarsbomen van één universele taal voor de hele mensheid.

Miró & Dalí

Een sprong in de kunstgeschiedenis brengt ons bij het surrealisme, in het begin van de 20e eeuw. Een blik op het rechterpaneel van Bosch doet onmiskenbaar belletjes rinkelen bij de liefhebbers van Joan Miró en Salvador Dalí. De droomachtige, onheilspellende sfeer en de zwevende objecten die losjes samen een compositie vormen zijn goed terug te zien in het werk van deze boegbeelden van het surrealisme. Met name in het werk van Miró komen – in gestileerde vorm – dieren, fantasiewezens en losse lichaamsdelen samen in een setting die ondanks de vrolijke kleuren toch vaak iets dreigends heeft. De werken van Dalí zijn minder geabstraheerd en meer beïnvloed door de fascinatie van de schilder voor het onderbewuste en de droomwereld. Maar ook hier is de invloed van Bosch goed te zien: bizarre taferelen, lichaamsdelen die zijn losgezongen van het geheel en ranke mensfiguren komen met regelmaat terug in zijn schilderijen.

The Milk of Dreams

Recentelijk oogstte de hoofdtentoonstelling op de Biënnale van Venetië, ‘The milk of dreams’, veel lof. In deze tentoonstelling – de titel is ontleend aan het boek van de surrealistische kunstenaar Leonora Carrington – was volop aandacht voor ons onderbewuste, processen van transformatie en een magische wereld die parallel loopt aan de onze. Deze toonaangevende expositie zorgde op de kunstmarkt voor een enorme opleving van kunstwerken met een surrealistische inslag. Waar er de afgelopen decennia maar mondjesmaat interesse was in deze stroming – die door de markt toch vaak werd afgedaan als minder interessant dan kunststromingen met een meer academische of filosofische grondslag – markeerde de Biënnale een kantelpunt. De verkoop van en institutionele interesse in het werk van onder andere Firelei Báez en Raphaela Vogel nam een enorme vlucht. Deze wisselwerking tussen kunstwereld en kunstmarkt is niet nieuw; toonaangevende kunstmanifestaties zoals de Biënnale van Venetië zijn al jaren een voorbode voor wat er enkele maanden later te zien en te koop is op Art Basel. Maar de link wordt wel steeds meer zichtbaar en sterker. De hernieuwde interesse in het surrealisme en kunstenaars die zich hier verwant aan voelen, zorgt voor ruimte op de markt en in de musea voor kunst die draait om verbeeldingskracht, fantasie en andere werelden.

Nadine van den Bosch is kunsthistoricus en co-founder van Young Collectors Circle, hét platform voor startende kunstverzamelaars. Daarnaast werkt ze als curator en kunstadviseur voor diverse (bedrijfs)collecties en is ze columnist en tekstschrijver.

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

Prints uit Parijs: Chagall, Matisse en Miro in Museum Folkwang

Parijs is het centrum van het universum voor velen. De Fransen natuurlijk, die geen enkele andere stad als hun favoriet dulden. En degenen die op zoek zijn naar een romantische trip zetten de lichtstad ook vaak bovenaan hun lijstje. Maar ook de kunstwereld heeft een belangrijke link met Parijs. Sinds het begin van de 20e eeuw is het een van de belangrijkste plekken voor de productie van kunstboeken en -portfolios in Europa.

Waar een schilderij door een beperkt aantal mensen bekeken en bewonderd kan worden bieden grafische werken in oplage de kans op een bredere verspreiding. Onder andere Marc Chagall, Henri Matisse, Joan Miró en Pablo Picasso hadden dat al snel door. Met dezelfde passie als waarmee ze schilderden, publiceerden ze bewonderenswaardige boekwerken. Museum Folkwang in Essen heeft een aantal van die boeken in de collectie. Aangevuld met exemplaren die ze in bruikleen wisten te vergaren, geeft dit een goed beeld van de vele manieren waarop dit soort boeken konden worden uitgegeven. Neem bijvoorbeeld de gebundelde schetsen die Chagall maakte van de Hebreeuwse bijbel. Of Jazz van Matisse, vol kleurrijke papieren collages. Of A toute épreuve van Miró, met houtsneden in allerlei grafische vormen. In Museum Folkwang kun je als bonus ook een aantal van de apparaten en hulpmiddelen zien, waarmee dit soort items werden geproduceerd.

Made in Paris: Chagall, Matisse, Miro
Museum Folkwang
t/m 7 januari
2024

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Columns

Column Kunst & Keuring: Huis Landfort

Nederland is een nieuwe parel rijker. Sinds kort is de renovatie van Huis Landfort in de provincie Gelderland, gelegen tegen de Duitse grens op luttele kilometers naast Schloss Anholt, een feit. Het huis is geheel in oude glorie teruggebracht en de oude luister van het Zocher park hersteld. Een plek waar je inspiratie kunt opdoen. Je wordt omgeven door harmonie en schoonheid. Het is een uitzonderlijk project, waar op elk front kosten noch moeite zijn gespaard en elk detail met zorg geplaatst is. Een totaal harmonieus Gesamtkunstwerk!

Voor mij als taxateur is het meegroeien met het verzamelproces een buitengewoon mooie ervaring. Omdat het project door de jaren groeit, groei je als taxateur vanzelf mee. De historie van het huis is grondig onderzocht en alles is voor zover mogelijk teruggebracht in de oorspronkelijke staat, zodat de samenhang der dingen weer tot zijn recht komt. Met behulp van een filantropische financier hebben René Dessing en Wim Dröge het project vorm kunnen geven en is stichting Erfgoed Landfort opgericht. Huis Landfort is een buitengewoon en opmerkelijk ensemble en een aanwinst voor de Nederlandse cultuur en culturele educatie. Er is een uitgebreide bibliotheek en het is de bedoeling dat er kennis doorgegeven gaat worden op nationaal en internationaal gebied. Zonder kennis is er immers geen begrip en waardering voor ons mooie erfgoed. Een gedachte die ik omarm.

Holistisch rentmeesterschap

De variëteit van de taxatie opdrachten binnen dit project was voor de uitoefening van mijn vak zeer interessant. Behalve de diversiteit van de objecten maakt ook de diversiteit in de opdrachten het boeiend. De collectie is opgebouwd met objecten die passen in de Nederlandse traditie van fraaie meubels, kleden, serviezen, kroonluchters en schilderijen. Daarnaast is er een interessante collectie Delfts aardewerk en een vrolijke, bonte collectie porseleinen papegaaien en kaketoe’s in de tuinkamer. Dit alles gepresenteerd en afgestemd tegen een decor van extravagante stoffen en wandbespanningen. De keuzes voor de objecten zijn gerelateerd aan het Nederlandse interieur met de bedoeling om de kennis hierover door te geven aan de volgende generaties. Een vorm van holistisch rentmeesterschap. Dit alles in samenhang en relatie met de geschiedenis van de oorspronkelijke bewoners van het huis. Een persoonlijk perspectief dat tot ieders verbeelding spreekt.

Omdat het een meerjarenplan was kwamen er verschillende taxatie opdrachten uit voort. Zowel lenen, schenken als kopen kwamen aan de orde. Bij bruiklenen is een taxatierapport van belang om de waarde tussen de beide partijen vast te leggen. Dit kan vervolgens weer gebruikt worden voor de (transport) verzekering. Ook schenkingen worden gebaseerd op een taxatierapport. Dit kan dan fiscaal voordeel opleveren bij de schenker. Hij kan het immers weer aftrekken bij de belastingdienst. Bij het kopen komen de werken op de lijst voor de verzekering te staan, ook hier is een rapport opgesteld door een onafhankelijke derde van groot belang.

Enkele objecten zoals bijvoorbeeld een fraaie witte tegelkachel uit de Herrnhutter fabriek in Zeist had een restauratie nodig. Een adviserend rapport van de taxateur is hierbij behulpzaam. Wat is de waarde voor de restauratie en wat zou de waarde zijn na restauratie? Een goede onderbouwing is fundamenteel. Zeker ook wanneer fondsenwerving een onderdeel is voor het restauratie proces. Het moet dan leesbaar en begrijpelijk zijn voor meerdere partijen, alvorens een aanvraag voor een bijdrage voor restauratie gehonoreerd kan worden. Ik vind dat als taxateur interessant, want wat maakt een object belangrijk om het als erfgoed te behouden? Welke invalshoek kies je? Wat is de voorbeeldfunctie en welke pedigree heeft het?

Bij de tegelkachel van de Herrnhutters was het niet moeilijk. Behalve in de Herrnhutter kerk aan het Broederplein in Zeist zijn er nog maar weinig exemplaren te vinden. De kachel die in Huis Landfort staat komt uit Soestdijk. Een prachtige provenance! De mooie werkplaats waar de kachels oorspronkelijk gefabriceerd werden, is overigens nog steeds te zien in Zeist! De naam van de fabriek staat nog op de gevel, Fayencefabriek Fa. E.C. Martin.

Huis Landfort heeft kortom een rijke geschiedenis en is een Gesamtkunstwerk met impact!

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Edel van Utenhove is oprichter van Noble House Valuation, een onafhankelijk taxatie- en adviesbureau voor kunst, antiek en inboedel. Sinds 2008 biedt ze taxaties aan voor verzekering, successie of onderlinge verdeling. Tevens geeft ze advies bij aan- en verkoop van kunst en antiek. 

Categorieën
2023 Stories

Yayoi Kusama: Queen of Dots

Dat Yayoi Kusama, wereldberoemd om haar stippen en spiegelruimtes, een geschiedenis heeft in Nederland is weinig bekend. Stedelijk Museum Schiedam zet de spotlight op de vijf jaar waarin ze regelmatig in Nederland verbleef en samenwerkte met de NUL-beweging.

Jan Schoonhoven heeft zijn sokken nog aan. Het is niet het meest in het oog springende op de 55 jaar oude foto, maar wel memorabel: verschillende ooggetuigen herinneren zich hoe de ietwat schrale Schoonhoven onbeschaamd geheel uit de kleren gaat in de kapel van Stedelijk Museum Schiedam – met uitzondering van zijn sokken. Waarom hij naakt is? Omdat Yayoi Kusama hem wil overladen met stippen.

Wie Kusama zegt, zegt stippen. Maar ook: oneindig ogende spiegelruimtes en wereldfaam. En vooruit, waarschijnlijk ook Louis Vuitton. Nederland staat niet in de top tien van associaties en ontbreekt ook in de meeste overzichten en catalogi. Toch verbleef deze superster tussen 1965 en 1970 regelmatig voor langere tijd in Nederland, waar ze een atelierruimte had, een vijfjarig contract bij Internationale Galerij Orez in Den Haag en exposities in onder meer Amsterdam, Loenersloot, Enschede en Schiedam. Een deel van haar biografie dat tot nu onderbelicht is gebleven. Tijd voor een spotlight, zo dachten ze bij Stedelijk Museum Schiedam.

Yayoi Kusama Stedelijk Museum Schiedam Tableau Magazine
Yayoi Kusama, Schelpkade, vlakbij Internationale Galerij Orez, Den Haag, 1967. Foto: Harrie Verstappen, courtesy 0-INSTITUTE.

Spoor van foto’s

Aanleiding voor de tentoonstelling ‘Yayoi Kusama De Nederlandse jaren 1965-1970’ zijn de onderzoeksbevindingen van het 0-instituut, dat – onder leiding van Tijs Visser, vanuit de nalatenschap van zijn oom Henk Peeters – bronnen verzamelt over de internationale ZERO-beweging. Toen Yayoi Kusama (1929) veelvuldig in foto’s en correspondentie opdook, vroeg Visser Stedelijk Museum Schiedam of ze daar een tentoonstelling over wilden maken. ‘Dat wilden wij heel graag,’ aldus curator Catrien Schreuder. Niet alleen behoort werk rondom de NUL-beweging en andere seriële, systematische en radicale kunst uit die tijd tot het verzamelgebied van het museum, ook het ophef veroorzakende bestippelen van Schoonhoven vond er plaats. ‘Die foto’s duiken regelmatig op, maar we hebben niets in de collectie waarmee we dit historische moment kunnen vertellen,’ aldus Schreuder. Met de foto’s als leidraad heeft zij samen met het 0-instituut Kusama’s spoor door Nederland gevolgd. ‘Kusama was ook in die tijd al een opvallende verschijning en ze is veel gefotografeerd. Niet alleen door persfotografen, maar ze nam ook fotografen mee op stap en dan ontstonden mooie reportages. Het werd onderdeel van haar werk.’

Haar werk is overal ter wereld, maar het mooie is dat van deze periode nog best veel werk in Nederland is

Zo fotografeerde Harrie Verstappen haar bijvoorbeeld tijdens het ontbijt in het hotel als ze zojuist twee boterhammen van haar rode stippen signatuur heeft voorzien. En soms gebruikte Kusama deze foto’s als basis voor geschilderde structuren van stippen of organische vormen. Een vleugel van het museum zal – naast vitrines vol foto’s en originele afdrukken – gevuld worden met schilderijen, teke­ningen, sculpturen en installaties uit die tijd. ‘Haar werk is overal ter wereld, maar het mooie is dat van deze periode nog best veel werk in Nederland is. Bij musea, maar ook bij particulieren, mensen die destijds iets van haar kregen of kochten om haar te steunen.’

Yayoi Kusama Stedelijk Museum Schiedam Tableau Magazine
Yayoi Kusama, Polka Dot Love Room in Internationale Galerij Orez, Den Haag, 1967. Foto: TH. van Houts / Panorama, Spaarnestad, collectie Museum Boijmans Van Beuningen, aankoop met steun van Mondriaan Fonds

Van Japan tot Nederland

Als kind nam Kusama haar tekenspullen overal mee naartoe. Opgaand in details en repeterende structuren in de natuur vormde het ook toen al een tegengif voor de angstaan­ jagende hallucinaties die haar teisteren. Ze wist al vroeg dat ze uit het keurslijf van het vrouwonvriendelijke en nationalis­tische Japan zou moeten breken om werk te kunnen maken zoals ze dat wilde. En ook al had ze thuis haar eigen atelier, haar verstikkende ouders steunden haar bepaald niet. Aangemoedigd door een briefwisseling met Georgia O’Keeffe – als onafhankelijke, vrouwelijke kunstenaar een belangrijk rolmodel – lukte het Kusama voor haar dertigste naar de Verenigde Staten te vertrekken. Het vaak armoedige leven in een meedogenloos New York deed een zwaar beroep op Kusama’s doorzettingsvermogen, maar binnen twee jaar kon ze al verschillende groepstentoonstellingen en een solo bij haar naam noteren. Ze toonde haar Infinity Netpaintings, doeken die ze nauwgezet vol schilderde met bijna een­ vormige boogjes. Van een afstand ogen ze monochroom, maar wie een stap dichterbij zet, wordt beloond met een glimp van een oneindig universum.

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Yayoi Kusama. De Nederlandse jaren 1965-1970 – Nieuw licht op de beginjaren van superster Kusama
Stedelijk Museum Schiedam
23 september 2023 t/m 25 februari 2024

(naast werk van Yayoi Kusama ook van o.a. Marianne Domisse, Harrie Vestappen, Lotti van der Gaag en Henk Peeters.)

Categorieën
2023 Stories

Tableau Podium: Diana Scherer

Intrigerend textiel van wortels, met dunne witte lijnen in verschillende patronen. Diana Scherer weeft met plantenwortels, die ze tijdens het groeien in een bepaalde richting stuurt. Het levert een mooi beeld op en inzicht in een verborgen deel van de natuur.

Diana Scherer: Aan de basis van mijn botanische werk ligt een grote bewondering voor wat neurobiologen ‘het brein van planten’ noemen. Ik bestudeer planten en wortelstelsels om hun natuurlijke groeiprocessen te sturen. In mijn atelier en kas creëer ik een biotoop om mijn textiel te laten groeien met behulp van aarde, zaden en licht. Darwin was de eerste die ging kijken naar het gedrag van plantenwortels. Een wortel navigeert, weet wat boven en beneden is, neemt de zwaartekracht waar en kan vocht en chemische stoffen lokaliseren. Darwin ontdekte dat planten veel intelligenter zijn dan lang was gedacht. Met mijn voortdurende project Interwoven leg ik deze onderaardse processen bloot.

In samenwerking met plantkundigen van de Radboud Universiteit Nijmegen ontwikkelde ik in 2015 een techniek om de groeiprocessen onder de grond te leiden. In mijn werk breng ik mijn interesse in plantkunde en textielambacht bij elkaar. Ik onderzoek weeftechnieken en combineer ze met de dynamiek van de natuur. Ik kijk naar het wortelstelsel alsof het van garen is. Zo doet de verfijnde en witte structuur van gras mij aan zijde denken en de krachtige, gelige strengen van de margriet vergelijk ik met wol. En ik kijk naar het traditionele textielambacht van bevolkingen met een sterke verbondenheid met de natuur. Het Tapa Boombast Textiel bijvoorbeeld, dat al 200 jaar door de lokale bevolking van Tahiti geteeld en geoogst wordt.

Diana Scherer Tableau Magazine
Diana Scherer, installatie in ‘Die Intelligenz der Pflanzen’, 2021. Foto: Norbert Miguletz.

‘Ik onderzoek weeftechnieken en combineer ze met de dynamiek van de natuur. Ik kijk naar het wortelstelsel alsof het van garen is’

Met hulp van onderaardse sjablonen kan ik het wortelstelsel zo sturen dat het zich vormt tot een textielachtig materiaal. Tijdens het groeiproces van de haverplant voegen de wortels zich naar mijn patronen en weeft het textiel zichzelf. De dynamiek van deze plantaardige intelligentie zet ik in om mijn werk te vormen. Ondanks mijn ingrijpen is het botanische proces niet geheel voorspelbaar, het wortelstelsel verweeft zich tijdens de groeifase van de plant onder de aarde ook op zijn eigen manier. Deze wisselwerking van controle en loslaten is een belangrijk element in mijn werk.

Ecologische vraagstukken

In 2015 ben ik begonnen met het ontwikkelen van het project, van idee naar materiaal tot grootschalige installaties. In mijn tentoonstellingen heb ik de mogelijkheid om de diverse disciplines te verbinden en combineer ik onderzoek, textiel en botanie. In de afgelopen drie jaar ontstonden installaties voor de ‘Biennale of Sydney Entanglement’ (2022, curator Jose Roca), ‘Triënnale Paradys Arcadia’ (2022, curator Hans Den Hartog Jager) en ‘Intelligence of Plants’ bij Frankfurter Kunstverein in 2021 (curator Franzisca Nori). Via deze installaties onderzoek ik de grenzen tussen plantencultuur en plantennatuur. Wat betekent ‘natuurlijk’ in het Antropoceen? Maakt de mens deel uit van de natuur of is hij een parasitaire soort op het milieu?

Het kale wortelstelsel gepresenteerd als textiel of als levende sculptuur toont sporen van een roekeloze ingreep in een natuurlijk systeem, maar toont ook een concept voor een mogelijk gecultiveerde weg samen. Het werk verwijst naar actuele ecologische vraagstukken. Met Interwoven benader ik het thema op een poëtische manier en beschouw het werk als een schakel tussen wetenschap en publiek.

• Solo in Museum Kranenburgh, Bergen (1 oktober tot met maart 2024)
Haus der Kunst Biennale Reset Now München (6 augustus – 21 september 2023)

Categorieën
2023 Stories

Anne Wenzel: fuck the dictator

Op de langste dag van het jaar staat de deur van Anne Wenzels atelier in het Rotterdamse Oud-Charlois open. Buiten is het warm. Binnen ook. De spanning van de op handen zijnde tentoonstelling zindert. Op een tafel in het kantoor zijn stapeltjes papier in rijen geordend, in de werkplaats glanzen keramieken beelden in kersvers glazuur en op de buitenplaats staan medewerkers klaar om de achterkant van een tegeltableau te slijpen. Nog een dikke twee weken te gaan tot de opening van de tentoonstelling in Stedelijk Museum Schiedam (9 juli 2023 t/m 14 januari 2024).

Bijna vier jaar geleden won Anne Wenzel eigenhandig carte blanche tijdens een bokswedstrijd tegen museumdirecteur Deirdre Carasso. Hoewel de laatste inmiddels plaats heeft gemaakt voor Anne de Haij, is het nu tijd om de volmacht voor vier zalen over te dragen aan Wenzel. Mocht u zich afvragen of u zich op een enigszins anarchistische chaos moet voorbereiden, dan is het antwoord nee. Een kritische blik op hoe musea en kunstenaars samenwerken en de rol van het rijk daarin? Dat zeker! Wenzel vult haar carte blanche in met opvallend veel verantwoordelijkheidsgevoel.

Anne Wenzel Stedelijk Museum Schiedam Tableau Magazine
Anne Wenzel voor de bokswedstrijd. Foto: Aad Hoogendoorn.

Dat er in Stedelijk Museum Schiedam gebokst werd, klinkt eigenlijk wonderlijker dan het is. Kunst en boksen go way back. Picasso stond al graag zowel in als naast de ring, Joseph Beuys nam het op de laatste dag van ‘Documenta V’ boksend op tegen een kunststudent en bij de opening van SMAK stond Jan Hoet ook tegenover een kunstenaar in de ring. ‘Net als kunst heeft boksen te maken met ruimtegevoel, ritme, karakter, concentratie en reflexen,’ verklaarde Hoet. Maar voor Carasso, destijds al recreatief bokser, was het ook een beleidskwestie. Staand in haar kantoor blikt Wenzel terug: ‘Een van haar belangrijkste taken was om verbindingen te leggen tussen het museum en de stad.’ In een voormalig badhuis in Schiedam zat al sinds de jaren zestig de – gerust legendarisch te noemen – Boksschool De Haan. ‘Carasso viel daar helemaal voor.’ Maar hoe deze twee instituten met elkaar te verbinden? ‘Door er zelf te gaan boksen, was haar conclusie.’ Waarom ze Wenzel vroeg als tegenstander? ‘Dat weet ik niet precies. Ze heeft mij intuïtief gekozen.’

Wellicht speelde het feit dat het museum al een werk van Wenzel in de collectie heeft een rol. Of het feit dat ze de indruk wekt nogal een vechter te zijn, iemand die graag de gevestigde orde bevraagd. Zo staat Wenzel samen met Lucette ter Borg genoteerd als petitionaris bij de succesvolle petitie van februari 2022 om musea en andere presentatieplekken weer open te stellen. En elf jaar eerder was ze samen met Rob Voerman de initiatiefnemer van de protestbezetting van het Rijksmuseum tegen de vernietigende bezuinigingen.

Anne Wenzel Stedelijk Museum Schiedam Tableau Magazine
Anne Wenzel, Splendid Surrender, 2012, collectie Stedelijk Museum Schiedam

Verhoogde inzet

Vechter of niet, Wenzel ervoer deze bokswedstrijd niet als een eerlijke krachtmeting. ‘Voor mij was het een gevecht van een museumdirecteur tegen een kunstenaar. Wij voelen die strijd altijd: alleen tegenover zo’n instituut. Musea denken misschien dat ze een warm bad zijn, maar dat is niet zo. Als kunstenaar ben je ontzettend kwetsbaar. Het gaat om mijn idealen, mijn hele ziel en zaligheid.’ Voor ze begon aan haar negen maanden durende voorbereiding, verhoogde Wenzel daarom de inzet. ‘Voor een expo ga ik niet vechten. Als kunstenaar heb ik een doel voor ogen, waarvoor ik voortdurend mijn grenzen verleg. Ik beweeg me in een gebied vol onzekerheden. Zo kom ik waar ik zelf nog nooit ben geweest. Zoals nu, met het glazuren bijvoorbeeld: ik weet nooit precies hoe het gaat uitpakken. Ik neem risico’s en ben bereid om dat te doen, omdat het ten goede komt aan goede kunst.’ Met de eis voor carte blanche bij een overwinning legde Wenzel de directie de vraag voor in hoeverre ook zij bereid is risico’s te nemen.

Op les bij de museumstaf

Wenzels overwinning in de boksring markeerde de start van een nieuwe trainingsronde. ‘Want wat betekent het als je een carte blanche hebt gewonnen van een museumdirecteur? Wat doe ik met de ruimte waarover ik nu kan beschikken?’ Ze vroeg Selen Ansen erbij, curator bij kunstinstituut Arter in Istanbul. ‘Selen is een fantastisch curator. Ze maakt tentoonstellingen die op veel lagen communiceren, met oog voor zowel esthetiek als verdieping. Daarna heb ik ook ontwerpbureau 75B gevraagd. Zij kennen de situatie in musea inhoudelijk en praktisch. We namen de tijd om common ground te vinden, om het doel te formuleren. Er ontstonden bijna filosofische gesprekken, een soort daten was het. Vanuit deze solide basis kunnen we nu heel snel bouwen.’

Met haar eigen team zocht Wenzel vervolgens grondig de aansluiting bij het museumteam. ‘Ik heb mijn mond vol van dat het anders moet, maar ik heb eigenlijk helemaal geen verstand van hoe het werkt in een museum.’ Het startpunt was museummedewerkers uit alle disciplines online te bevragen over hun werkzaamheden en verwachtingen. 

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Carte Blanche (Fuck The Dictator)*
*Anne Wenzel in Stedelijk Museum Schiedam en Boksschool De Jong.
Stedelijk Museum Schiedam
9 juli 2023 t/m 14 januari 2024

Categorieën
2023 Highlights

The Encounter: Barbara Chase-Riboud en Alberto Giacometti in het MoMA in New York

In 1962 maakte de Amerikaanse Barbara Chase-Riboud, geboren in 1939, een bijzondere reis. Ze bezocht de Zwitserse beeldhouwer Alberto Giacometti (1901-1966) in zijn werkplaats, in de Parijse buurt Montparnasse. ‘Alles was er bedekt onder het gips’, herinnerde ze zich later. ‘De muren, de vloer, het plafond; alles. Toen ik Alberto zag, leek hij net een lopende Egyptische mummie: van top tot teen was hij bedekt in wit gips.’ Het was de eerste ontmoeting tussen de twee kunstenaars: allebei expats die hun nieuwe thuis in Parijs hadden gevonden, maar uit verschillende generaties. Het klikte meteen. Een paar jaar later was hun laatste ontmoeting, in Milaan, net voordat Giacometti overleed in 1966.

Hun werk is anders, maar bevat ook veel overeenkomsten. Zo keken ze allebei veelvuldig naar het verleden om de kunst van hun eigen tijd te kunnen maken en begrijpen. Vaak resulteerde dat in beelden van menselijke figuren. Giacometti werkte veel met klei: hij boetseerde zijn werken met de hand, voordat ze in gips werden gegoten. Chase-Riboud had een voorliefde voor de ouderwetse wasgietmethode die ze weer in ere herstelde. Haar bronzen beelden combineerde ze vervolgens met geknoopte en gevlochten vezels, wol of zijde.

In het MoMa te New York zijn vijf gipsen sculpturen van Giacometti’s kenmerkende serie Femmes de Venise te zien. Hij maakte ze voor de Biënnale van Venetië in 1956. Ze worden vergezeld door verschillende werken uit het oeuvre van Barbara Chase-Riboud, dat inmiddels zeven decennia omvat: ze is 83. Er zijn bijvoorbeeld vroege bronzen werken, zoals The Couple (1963), maar ook beelden uit de jaren 70, waaronder All That Rises Must Converge (1973); een werk dat exemplarisch is voor haar visie dat ‘sculpturen niet stil moeten zitten’.

Barbara Chase-Riboud Giacometti MoMa Tableau Magazine
Barbara Chase-Riboud, Woman’s Monument, 1998

Mocht New York niet in je reisplannen passen en je het werk van Barbara Chase-Riboud tóch beter willen leren kennen, goed nieuws: naast kunstenaar was ze ook dichter en schrijver. Zo schreef ze Sally Hemings (1979), een historische roman over de tot slaaf gemaakte vrouw die zeven kinderen kreeg met Thomas Jefferson. Het boek leverde de nodige discussie op van historici die niet geloofden in de connectie tussen de twee. Maar toen in 1998 DNA onderzoek aantoonde dat dit wel degelijk klopte, moesten zij hun ongelijk erkennen. Haar levensverhaal is sowieso de moeite waard om in te duiken, bijvoorbeeld met de memoires die ze schreef. Als de eerste African-American vrouw die zich bij de Yale Universiteit Meester in de Schone kunsten mocht noemen, weet je: dit is iemand met bijzondere verhalen. In tekst en in beeld.

The Encounter: Barbara Chase-Riboud en Alberto Giacometti
MoMA New York
t/m 9 oktober 2023

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

De post-Covid kunstmarkt in beweging

We waren er zo van overtuigd: de pandemie zou alles veranderen. We zouden bewuster omgaan met het milieu, minder vliegreizen maken, vaker de auto laten staan, meer online vergaderen en tot een democratischer verdeling komen tussen de haves en have nots. Er zou meer aandacht zijn voor kansarme bevolkingsgroepen, en we zouden de wereld in breder perspectief gaan zien dan alleen vanuit de westerse denkbeelden.

Interessant om nu, twee jaar na dato, in kaart te brengen of die veranderingen inderdaad zijn doorgekomen en hoe zij zich binnen de kunstmarkt hebben gemanifesteerd.

Nieuwe kopers, nieuwe hypes

De overgang naar online, gestuwd door de pandemie, trok een nieuwe, relatief jonge kopersgroep aan. Opgegroeid met internet en gewend aan het gemak van online kopen, ging deze groep veel makkelijker over tot aankoop vanaf een scherm, dan tijdens een fysieke veiling op vastgestelde tijden of bezoek aan een galerie. Met name jonge Aziaten, vooral afkomstig uit China maar in het Westen opgeleid, kochten kunst van eveneens jonge kunstenaars. Hierbij zagen we een voorkeur voor werk dat het goed doet op Instagram: helder van kleur en met aantrekkelijke voorstellingen. Dit soort ‘happy art’ werd goed verkocht in de prijscategorie tussen 50.000 en 1 miljoen dollar en ontwikkelde zich tot een nieuwe trend. Deze zette door in 2021 en had tot gevolg dat jonge kunstenaars van nog geen veertig jaar al werken verkochten voor meer dan 500.000 dollar. Toen deze kunstenaars door de explosieve waardestijging onbereikbaar werden, gingen de nieuwe kopers gretig op zoek naar ultra contemporary art – werk van de allerjongste generatie, vaak nog jonger dan dertig jaar. Dit wordt ook wel red-chip kunst genoemd, gemaakt door kunstenaars die snel beroemd worden en veel aandacht krijgen op sociale media-platforms. Via deze platforms promoten ze hun eigen werk, en behalen zo enorme commerciële successen. Het tegenovergestelde is blue chip-kunst, gemaakt door gevestigde namen als Andy Warhol, Mark Rothko, en Jeff Koons, die op veilingen voor recordresultaten wordt verkocht. De blue chip-kunstmarkt kent veel vraag en weinig aanbod.

Jeannette ten Kate Kunstmarkt Tableau Magazine
Kerry James Marshall, Untitled, Sotheby’s London, 27 juni 2023, USD 3.918.643

Red chip-kunstenaars zijn doorgaans nieuw op de markt en zoals gezegd relatief jong. Ze hebben zoveel volgers en succes op sociale media, dat hun werken het traditionele proces overslaan en nu al de veilingen hebben bereikt, waar ze eveneens voor duizelingwekkende prijzen worden verkocht. Maar niet alleen online zijn deze kunstenaars populair: ze worden inmiddels ook opgepakt door topgaleries als David Zwirner en Larry Gagosian. Dit betekent dat red chip-kunstenaars tegelijkertijd verschijnen op de primaire als op de secundaire markt. Ofwel: ze worden bij een galerie getoond en ook op de veiling verkocht.

De red chip-kunstenaars staan nog vol in hun ontwikkeling, waardoor het lastig te voorspellen is wat hun volgende stap zal zijn. Dat betekent dat het voor hen ook moeilijk is om de steun en het vertrouwen te krijgen van non-profit instituten als musea en internationale kunstevents. Ervaring leert dat het heel moeilijk is om als kunstenaar relevant te blijven, wanneer de support van en opname in musea, handel en gerenommeerde collectioneurs ontbreekt. De red chip-trend spitste zich in 2022 verder toe op kleurrijke, abstracte voorstellingen, veelal gemaakt door vrouwelijke kunstenaars. Een verandering ten opzichte van het realisme dat in de jaren daarvoor populair was.

Een nieuwe, hybride markt

De opkomst van online platforms had niet alleen impact aan de koperskant, maar leidde tot een verandering in het gehele verkoopsysteem. Het aantal online verkopen steeg exponentieel: na een langzaam groeitraject in de meeste jaren tot aan de coronacrisis in 2019, bereikte de opbrengst van online verkoop een historisch hoogtepunt van 12,4 miljard dollar in 2020 – een verdubbeling ten opzichte van het jaar daarvoor. Hoewel de enorme toename in online verkopen daarna stagneerde, is de markt post-corona niet meer teruggezakt naar het oude niveau. Het aantal online kunstaankopen bleef aanzienlijk hoger dan in 2019 of enig vorig jaar: in 2021 was de totale omzet 13,3 miljard dollar. De online-markt lijkt zich dus definitief gevestigd te hebben.

Toen de markt vanaf 2021 geleidelijk heropende, was er een hybride vorm ontstaan waarin men inzette op fysieke events zoals beurzen en veilingen, maar ook investeerde in digitale oplossingen als online viewing rooms. Daarnaast maakten zowel kunstenaars als kopers gebruik van de nieuwe, online verkoopplatforms, die functioneren zonder tussenkomst van de galerie. Het werd steeds makkelijker, maar ook steeds breder geaccepteerd om kunst via een scherm te kopen. Dat gezegd hebbende, blijkt toch dat de duurdere verkopen meestal offline blijven. We zien hier dat digitale technologie vooral wordt ingezet om fysieke verkoop te ondersteunen. De mogelijkheden om bijvoorbeeld verfstructuur vanaf een scherm te kunnen zien, worden steeds beter. Zo wordt technologie gebruikt om een bezichtiging op afstand zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren, maar in het hogere segment worden werken vaak ook in het echt bekeken.

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Jeannette ten Kate is kunstadviseur op de mondiale kunstmarkt, oprichter van The Art Connector en directeur van The Arts Club en International Arts Club. Ze werkte bij veilinghuizen Sotheby’s en Glerum Auctioneers. Sinds twintig jaar heeft ze haar eigen bedrijf.

Categorieën
2023 Stories

Lisette Pelsers, directeur Kröller-Müller Museum: ‘Mijn hart ligt heel sterk bij de collectie’

Altijd weer een feest om af te reizen naar Het Nationale Park De Hoge Veluwe. De combinatie natuur en kunst is daar verheven tot poëtische proporties. En dat is precies wat Helene Kröller-Müller voor ogen stond toen zij haar levenswerk in 1938 opende: een modern museum en daaromheen een riante beeldentuin. Een avontuur van herkenning met beelden van Rodin, Moore en Dubuffet die zich geen mooiere plek kunnen wensen. Dat geldt ook voor Lisette Pelsers, directeur van het museum.

Vanaf het prille begin kon het Kröller-Müller Museum zich meten met de mondiale top. Niet alleen vanwege de 90 schilderijen en 180 tekeningen van Vincent van Gogh, ook vele andere meesters zijn hier vertegenwoordigd, zoals Mondriaan, Monet en Picasso. Maar er is meer. Dwalend door de labyrintachtige beeldentuin van 25 hectare ontdekken we zalen van groen waar meer dan 160 sculpturen een gedroomde eenheid vormen met de natuur. Pelsers beschouwt zichzelf als een gezegend mens: ‘De kwaliteit van de collectie, echt fantastisch als je daarmee mag werken. Moderne beeldhouwkunst heeft daarnaast ook altijd mijn interesse gehad, dus dat kwam hier goed uit. Zelf ben ik opgegroeid met minimal art en conceptuele kunst, stromingen die je hier ook terugziet. Dus mijn hart ligt heel sterk bij onze collectie. De ligging in dit unieke natuurgebied komt daar nog eens bij. Door de jaren heen ben ik steeds meer gaan inzien hoe belangrijk dat aspect is, dat we echt onderscheidend zijn van musea in de stad. Dat was ook het idee van Helene: dat je je beter kunt concentreren op de kunst in de stilte van de natuur. Je moest je los kunnen maken van de waan van alledag. Het was een bewuste keuze van haar om het museum hier te vestigen. En vanaf het begin is het museum goed bezocht. Ook was er een economische spin-off: bezoekers moesten immers ergens eten en slapen. Essentieel was de rust van de natuur waar je je volledig aan de kunst kon overleveren. Dat is nog steeds een van onze kernwaarden.’

Kröller-Müller Museum Lisette Pelsers Tableau Magazine
Vincent van Gogh, Caféterras bij nacht (Place du Forum), circa 16 september 1888

Meer urgentie

Bijzonder was ook Helene’s programmatische aanpak van verzamelen, iets dat voor een privécollectie uitzonderlijk is. Pelsers: ‘Haar doel was het tonen van de voornaamste ontwikkelingen in de kunst vanaf 1850 tot haar eigen tijd. Dat wilde ze delen met het publiek. Een verheffingsdoel, kun je zeggen. Ze begon met schilderkunst en later heel voorzichtig ook met beelden, een beleid dat na haar werd voortgezet door directeur Hammacher. Zo werd de collectie verder uitgebreid. Die omvat inmiddels zo’n 21.000 werken. Een van mijn opdrachten is het maken van grotere tentoonstellingen die wat meer urgentie genereren. Om dat te realiseren hebben we hard gewerkt aan het verwerven van extra middelen, onder meer met een steunfonds als een soort vliegwiel. De bezoekersaantallen zijn sterk gestegen. Ook de huidige tentoonstelling ‘Het Futurisme & Europa’ wordt heel goed bezocht. Een retrospectief met een sterke connectie met de collectie. Daarnaast doen we veel op het gebied van hedendaagse kunst.’

Relatie met de natuur

In deze paradijselijke omgeving zou je je makkelijk kunnen afschermen van de boze buitenwereld. Maar zo werkt het niet. Pelsers: ‘We zitten midden in een Natura 2000 gebied en de stikstofproblematiek is niet ver weg. Daarom reflecteren we de laatste jaren vanuit een actueel standpunt op onze relatie met de natuur. We zijn geen eiland. Als er één plek is waar je museaal gezien actuele vraagstukken op het gebied van kunst en cultuur en natuur aan de orde kunt stellen, dan is dat hier. Een belangrijk programmaonderdeel dat we benaderen door de ogen van kunstenaars. Die vragen wij voor een tentoonstelling of opdracht om zich nadrukkelijk op die thematiek te focussen. Zo hebben we recent ‘Botanischer Wahnsinn’ georganiseerd (naar een citaat van de Duitse kunstenaar Joseph Beuys), een tentoonstelling over vegetaal denken in de hedendaagse kunst met werk van kunstenaars die zich bezig houden met het plantenrijk. Denk aan Giuseppe Penone, herman de vries, Lili Fischer en anderen. In onze reeks Vestibulum hebben we recent een tentoon­stelling van Anne Geene gehad, waarvoor ze vanalles bijeen heeft gebracht uit het gebied rond het museum. Van klaver­ blaadjes tot een voorraad eikeltjes van een eekhoorn en de blauwe lucht boven de Veluwe.’

Kröller-Müller Museum Lisette Pelsers Tableau Magazine
Giacomo Balla, Volo di rondini (Vlucht der zwalu­wen), 1913

Wisselend perspectief

Je zou haast denken dat het Kröller­-Müller Museum het aan zijn positie verplicht is om deze onderwerpen te belichten. Pelsers: ‘Enerzijds is dat een zegen, anderzijds een nadeel want de regelgeving wordt steeds strenger. Maatschappelijk zijn we actief door bijvoorbeeld zo’n 30.000 scholieren te ontvangen per jaar. Educatie vinden wij belangrijk. We praten met elkaar over de collectie, dat is de voornaamste invalshoek. De gemeente Ede ondersteunt door bijvoorbeeld het busvervoer voor scholen gratis te maken. Wat betreft inclusie en diversiteit kijken we voortdurend naar de vier P’s: programma, publiek, partners en personeel. Met de oprichting van onze interne denktank bleek daar een grote motivatie voor te bestaan, in alle lagen van onze organisatie. En onze collectie? Die kun je zien als een mammoettanker. Die stuur je niet zomaar even bij.’

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Columns

Column Kunstjacht: de kinderportretten van Jan Sluijters

Als je aan Jan Sluijters sr. (1881-1957) denkt, dan denk je aan zijn vibrerende luministische landschappen, vrouwelijke naakten en donkere stillevens, maar niet meteen aan zijn kinderportretten. Deze kinderportretten van pasgeboren baby’s en verlegen peuters waren een goede inkomstenbron voor Sluijters, die als ‘society schilder’ tamelijk populair was.

Een voorbeeld van zo’n bekend kinderportret is Liesje is jarig (1929), dat permanent op zaal hangt in het Noordbrabants Museum (de geboortestad van Sluijters). Hierop staat de dochter van de schilder afgebeeld, die vijf jaar oud is geworden. Tegenwoordig is er maar weinig belangstelling voor dit genre. Hedendaagse kunstverzamelaars willen geen portret van een anonieme pruilbaby aan de muur. Daar is natuurlijk wat voor te zeggen, toch kon ik het niet laten om een babyportret van Sluijters te kopen.

Jan Sluijters Bob Scholte Tableau Magazine
Interieur van de familie Nolet. Foto: RKD.

Sluijters en het gezin

Afgelopen jaar kwam uit een Haagse kunstcollectie een tekening onder mijn aandacht met linksboven het opschrift ‘voor Leen Nolet van Jan Sluijters’. Vastberaden de identiteit van de baby te achterhalen, kocht ik het werk voor een bescheiden bedrag.
Na Sluijters’ zogenaamde ‘Wilde Jaren’ waarin hij experimenteerde met het fauvisme, kubisme en symbolisme, kwam hij rond 1915 tot zijn gematigd expressionistische stijl. Na de geboorte van zijn eerste kind Jan in 1914, begon hij zijn onderwerpen steeds dichter bij huis te zoeken: ‘De heele wereld voor mijn inspiratie ligt hier in een kring van vijf en twintig meter om me heen.’ Het werd zijn gezin, zijn vrouw Greet van Cooten met hun kinderen Jan, Rob en Liesje en later zijn kleinkinderen, die Sluijters begon te schilderen. Hij verwierf bekendheid met zijn intieme portretten. In deze periode werd hij steeds vaker gevraagd om de gezinnen van familie en vrienden te portretteren, individueel of als groep. Met succes, want portretverzoeken voor baby’s en kinderen van ouders uit onbekende hoek vonden ook hun weg naar Sluijters. Meestal vereeuwigde Sluijters deze kinderen met hun favoriete speelgoedje of pop. Niet alleen om dat het er leuk uit zag, maar ook om de kinderen gerust te stellen tijdens het poseren voor een imposante man als Sluijters.

De heele wereld voor mijn inspiratie ligt hier in een kring van vijf en twintig meter om me heen

De familie Nolet

De tekst linksboven op de tekening deed mij vermoeden dat Sluijters bevriend was met Leen Nolet. Na wat onderzoek in de database van het RKD kwamen er enkele andere werken naar boven waarop leden van dezelfde familie Nolet waren geportretteerd. De familie Nolet is een katholiek huishouden afkomstig uit Nijmegen. Anthony Nolet (1867-1961), de vader van het gezin, heeft zijn vermogen verdiend in de wijnhandel en was kunstverzamelaar. Hij woonde samen met zijn vrouw Helene (Leen) Nolet-Vonk de Both (1883-1967) in de St. Annastraat 113. De familie was bevriend met Jan Toorop en leerde via deze schilder Jan Sluijters kennen en raakte bevriend. Sluijters maakte verschillende portretten van Anthony, zijn vrouw en hun drie kinderen. Op een van de interieurfoto’s in het archief van het RKD van hun zwaar gestoffeerde woonkamer zijn drie werken van Sluijters te zien. Linksboven een olieverf van Anthony als cellist uit 1920, rechtsboven voluit geschilderd zijn dochter Cara in 1926 en linksonder een babyportret; het portret in kwestie van vermoedelijk Clementine Nolet, de jongste dochter geboren in 1916. Het opschrift duidt erop dat de tekening in opdracht is vervaardigd, of wellicht door Sluijters als cadeau is gegeven bij de geboorte van Clementine.

Jan Sluijters Bob Scholte Tableau Magazine
Jan Sluijters, Clementine, 1916

Wegens financiële redenen maakte Anthony na de Tweede Wereldoorlog zijn kunstcollectie te gelde. Enkele werken vonden na een lange weg hun thuis in een museum, zoals een portret van Helene Nolet dat sinds december 2000 onderdeel is van de collectie Museum Het Valkhof in Nijmegen. Andere werken van Sluijters en Toorop verdwenen in de collecties van privéverzamelaars, zoals het babyportret van Clementine gekocht door een verzamelaar in Den Haag. En daarmee is de provenance compleet, de identiteit van de baby achterhaald en het kunstwerk een verhaal rijker. Hoewel deze portretten van weinig commercieel belang zijn, herbergen ze alle eigenschappen die je van een Sluijters verwacht, zoals de typische Sluijters lijnvoering. In dat licht is de aankoop van een Sluijters baby zo gek nog niet.

Bob Scholte is een van de jongste kunsthandelaren van Nederland. Als historicus en kunsthistoricus onderzoekt, verzamelt en verkoopt hij kunstwerken uit de 19e- tot halverwege de 20e eeuw, met een extra focus op Nederlandse oude meesters. In deze column doet Bob verslag van zijn avonturen in de kunstwereld.

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Into Nature: tussen stuifzand en sterrenstof

Het is er weids, leeg en ’s avonds nog echt donker: Drenthe. Hier vindt sinds 2016 elke twee jaar de buitententoonstelling ‘Into Nature’ plaats, waarvoor kunstenaars een werk maken dat reageert op de omgeving. Hilde de Bruijn is sinds 2022 de nieuwe artistiek leider. Ze neemt ons mee op een expeditie langs stuifzand, hunebedden en veen.

Hilde de Bruijn woont in het westen van het land, maar is inmiddels verliefd op Drenthe en vertelt er voluit over. Over ondergrondse zoutpilaren, dat er ooit een binnenzee was en een grote mythische stad, over een kevertje dat bossen sloopt, over De Hondsrug als enige Unesco geopark in Nederland, over de gigantische radiotelescoop LOFAR, de witte wieven, lege landschappen, vogelspotters; ze weet alles. En dat is dan alleen nog maar Drenthe. Eenzelfde hoeveelheid informatie rolt haar mond uit als het gaat over de vijftien kunstenaars die ze voor ‘Into Nature: Time Horizons’ selecteerde. Een internationaal gezelschap met verschillende disciplines. Sommige van hen verbleven tijdelijk in Drenthe om research te doen. Randy Lee Cutler bijvoorbeeld, die een geluidskunstwerk maakt voor de twee locaties waar de biënnale van ‘Into Nature’ dit jaar plaatsvindt. Cutler bezocht het gebied meerdere malen en sprak met bewoners en diverse experts, ze verzamelde zo informatie voor haar werk. De Bruijn: ‘Ze is erg geïnteresseerd het samenbrengen van kennis uit verschillende wetenschappelijke en culturele gebieden, in ‘deep time’ en bijvoorbeeld ook mineralen, waaronder zout. In haar geluidswerk brengt ze kennis die ze over het gebied heeft opgedaan samen.

Into Nature Marjolein Sponselee Tableau Magazine
Ilke Gers, If the Universe Were Watching, 2023, installatie op LOFAR Telescoop. Foto: Luuk Kramer.

Emii Alrai is ook veel hier geweest. Zij werkte samen met een amateur archeoloog uit de streek. Ze maakt een sculpturaal werk en speelt met de museale tradities als informatieborden en diorama’s. Die archeoloog verbindt wat hij vindt met de mythische stad Hunze die uit verhalen bekend is, maar waarvan niet duidelijk is of die echt heeft bestaan en zo ja waar.’ Zo haken alle kunstwerken aan op het gebied.

Stuifzand en microben

Vanaf een parkeerplaats in Drouwen lopen we eind februari door het bos naar het Drouwenerzand, een van de laatste actieve stuifzandgebieden in Nederland. De rest van de wereld lijkt ver weg. Onderweg vertelt De Bruijn over bodemmicroben en hoe ze tot het thema ‘Time Horizons’ is gekomen. ‘Dit ijstijdenlandschap deed mij erg denken aan hoe wij als mensen omgaan met het begrip tijd. Wij kunnen veel verder denken dan een muis of andere levende wezens, maar tegelijk blijkt dat wij het moeilijk vinden ons handelen daarop af te stemmen. Interessant is ook dat natuurkundig gezien het bestaan van tijd eigenlijk niet goed te bewijzen valt. Het lijkt erop dat tijd, de ervaring hiervan, iets is dat bij mensen hoort en cultureel bepaald is. En ik wist dat dit gebied niet alleen geologisch interessant is, maar dat ook de telescoop hier ligt en besefte: dan kun je geologische tijdschalen en astronomische tijdschalen in de route verwerken.’ Een rijke geschiedenis.

Into Nature Marjolein Sponselee Tableau Magazine
Chiara Camoni, Sister, 2023. Foto: Camilla Maria Santin.

Op ‘De Kwartjesberg’ bij het Drouwenerzand, komt een 3D- geprinte sculptuur van het duo Baum & Leahy waar allemaal tekens op staan. Het werk is ontstaan in samenwerking met het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee. Daar bestuderen wetenschappers ondermeer het sediment van de zee op een micro moleculair niveau. Zo kunnen ze klimatologische omstandigheden van heel lang geleden achterhalen en daarmee misschien iets leren over de toekomst. Baum & Leahy maken vaker werk waarin microben een hoofdrol spelen. Zij spreken over het ‘microbioceen’, een door henzelf bedachte term voor een tijdperk dat vier miljoen jaar geleden begon met het eerste leven op aarde – de microben – en tot nu voortduurt, want microben zijn er nog steeds. De tekens op de sculptuur hebben ze samen met de wetenschappers verzonnen als de taal van de microben. Op de plaats waar het beeld staat was ooit een binnenzee. De Bruijn: ‘Ik vind het mooi om met de kunstwerken te wijzen op onzichtbare aspecten van het landschap.’

Ik vind het mooi om met de kunstwerken te wijzen op onzichtbare aspecten van het landschap

Into Nature Marjolein Sponselee Tableau Magazine
Emii Alrai, Drinkers of the Wind (Winddrinkers), film still, 2023

Wetenschappelijk onderzoek, de sporen uit het verleden en de fantasie van de kunstenaars komen samen in ‘Into Nature’ en maken het tot een verhaal dat groter is dan Drenthe. Of iets echt 100% waar is weet je niet, maar het zou kunnen… Bovendien spreekt de natuur zelf vaak ook tot de verbeelding. De geologie, de vegetatie, de legendes en de hunebedden, het is een veelzijdige bron van inspiratie. Een bron die miljoenen jaren omspant. Het besef dat je als mens onderdeel uitmaakt van een oneindig veel groter geheel, in tijd en omvang, dringt zich in dit gebied herhaaldelijk op en wordt door de kunstenaars benadrukt. Van heel kleine details in de bodem tot de grootsheid van het universum. Kunstenaar en botanist Stefan Cools gaat (samen met Sandra van den Beuken) op zoek naar de kleur geel in het gebied. Waarom? Omdat vlinders een voorkeur lijken te hebben voor gele bloemen, daar zit de meeste nectar in. Met zijn werk attendeert Cools je op geel, met als gevolg dat je daar alert op wordt en anders naar de omgeving kijkt. De Bruijn: ‘Normaal als je op zo’n plek bent zeg je wat mooi hè en dan wijs je op de weidsheid of het licht. Het grotere geheel. Maar dit werk richt je blik op kleinere dingen in het landschap, op details in de natuur en op de veel kortere levensspanne van bloemen en vlinders.’

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Into Nature: Time Horizons‘ vindt t/m 29 oktober 2023 plaats in de gemeente Borger-Odoorn. Op beide locaties is een wandelroute uitgezet. Als bezoeker krijg je een reisgids en een routekaart. Met werk van: Ilke Gers, Thijs Ebbe Fokkens, Susanna Inglada, Randy Lee Culter e.a.

Categorieën
2023 Stories

Museumtrends: vernieuwend verzamelen

Het verzamelbeleid van musea verandert mee met de ontwikkelingen in kunst en design. Nieuwe media en nieuwe inzichten hebben effect op wat wordt verzameld en hoe. Hoe krijgt een NFT een plek in de collectie? Hoe maak je een collectie meer divers en toekomstgericht? Museum Boijmans van Beuningen kiest voor een nieuwe invalshoek: ‘We selecteren designobjecten nu op basis van de mogelijke impact die ze hebben op onze toekomst.’

Na decennia van extreme hitte en overstromingen zijn wereldwijd de landsgrenzen vervaagd en mensen op drift geraakt. Pas in 2108 is de harmonie eindelijk teruggekeerd. Vervuiling is een misdaad, discriminatie is uitgebannen. In de nieuwe fictieve tijdsaan­ duidig is het dan 19.345 na de grote ramp en in de haven van Rotterdam wordt een bijzondere opgraving gedaan. In een spiegelend gebouw (ooit bekend als Depot Boijmans) wordt een grote collectie objecten aangetroffen die zijn verzameld door voorouders uit de 20e en 21e eeuw. De wereld staat versteld. Waarom ging de mens toen zo onverantwoord om met elkaar, andere wezens en de aarde zelf? En waarom zijn ze deze objecten verzameld in een zogenaamd ‘museum’?

Dit script is het uitgangspunt van de even speelse als serieuze presentatie ‘Objects of Change’ die tot 3 september te zien is in Depot Boijmans Van Beuningen. Het klinkt eerder als frivole sciencefiction dan een doorwrochte kunsthistorische be­ schouwing. ‘Met deze toegankelijke verhaallijn met een vleugje Black Mirror willen wij een breed publiek aanspreken’, zegt Annemartine van Kesteren, curator Design van het museum. Minstens zo belangrijk is de frisse blik die dit biedt op de eigen collectie. ‘Door met een blik vanuit de toekomst naar onze collectie te kijken, krijgen we nieuwe inzichten over wat we verzamelen – en waarom. Het museum is een tijds­capsule waarin we spullen uit het heden en vooral verleden bewaren voor de toekomst. Maar welke objecten zullen we in de toekomst nodig hebben?’

Depot Boijmans van Beuningen Jeroen Junte Tableau Magazine
Melle Smets, De Menskrachtcentrale, 2020. Foto: Lotte Stekelenburg

Design van de toekomst

‘Objects of Change’ bestaat uit twaalf objecten die Van Kesteren selecteerde uit het Depot van Boijmans. Zij werkte daarbij samen met het Museum of 21st Century Design, een inter­ nationaal curatorenplatform dat zich buigt over de toekomst van design en het design van de toekomst. ‘Doel is niet conservatie maar conversatie.’ Opvallend is dat geen verhalend of kunstzinnig design is geselecteerd maar juist alledaagse objecten als een straat­lantaarn van Friso Kramer, een stofzuiger uit de jaren 50, en een aluminium pikhouweel. Bij elk object staat het commen­taar van een denkbeeldige curator uit het jaar 2108. Dat deze de utopische blik heeft van een samenleving waarin mens en natuur in harmonie leven, is een bewuste keuze. ‘Zo kunnen we de designobjecten een waardeoordeel meegeven.’ Bij de straatlantaarn van Friso Kramer staat bijvoorbeeld: ‘Het licht van dit object vervuilde het ecosysteem en leidde tot het uitsterven van vogels en insecten. Het verstoorde bovendien het levensritme van de mens en belemmerde zijn slaap.’

Onderscheid tussen collectie en gebruiksvoorwerpen uit het gebouw vindt de toekomstige mens maar lastig. ‘Het lijkt alsof onze voorouders de samenleving indeelden in twee groepen, uitsluitend gebaseerd op uiterlijke kenmerken’, staat bij de man-­vrouw bordjes van de wc’s. Ook het museum zelf wordt niet gespaard. Bij het bolletjesplastic waarin kunstobjecten doorgaans worden getransporteerd staat: ‘Het is onduidelijk waarom in de vorige eeuw objecten die zo kostbaar waren, werden verpakt in materiaal dat zo giftig is.’

Deze analyse van de eigen collectie levert verrassende inzich­ten op. De iconische mobiele telefoon Nokia 1100 uit 2003 had een batterij van maar liefst 400 uur. De batterij en ook andere onderdelen konden bovendien eenvoudig worden gerepareerd of anders vervangen. ‘Het is verbazingwekkend dat vroeger toestellen werden ontworpen van steeds mindere kwaliteit.’ De samenvatting van de curator van de toekomst: ‘Deze vondsten laten zien hoe onverantwoord onze voorou­ders leefden.’ Deze kritische beschouwing van de collectie moet aanknopingspunten bieden voor toekomstige aankopen, zegt Van Kesteren.

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

De kracht van kunst: Ai Weiwei in de Kunsthal

Waar ligt de grens tussen activisme en kunst? Hoe zet je het een in voor het ander? Dé kunstenaar wiens werk dit soort vragen oproept, is de Chinese Ai Weiwei. Hij had een ingewikkelde jeugd, met een vader in ballingschap als gevolg van de Culturele Revolutie (1966-1976) en de studentenprotesten in Beijing. Ai Weiwei (nu 65) ontwikkelde zich steeds meer tot iemand die openlijk onderwerpen als corruptie en mensenrechten bespreekbaar maakt. In het gesloten China werd hij hiervoor meerdere keren gearresteerd en in 2011 belandde hij in de gevangenis.

Sinds 2015 ontvluchtte hij het land, waarna hij onder andere in Engeland, Portugal en Duitsland woonde. Zijn werk blijft ondertussen de wereld veroveren. Deze herfst kun je in de expositie ‘In search of humanity’ in Kunsthal Rotterdam zien waarom. Het is de meest volledige tentoonstelling van zijn werk tot nu toe en omvat een indrukwekkend overzicht van Ai Weiwei’s carrière, die inmiddels ruim vier decennia omspant. Opvallend is de grote diversiteit in vormen en genres die hij gebruikt, om zijn denkbeelden en ideeën tentoon te spreiden. Er zijn schilderijen, maar ook werken van Lego-steentjes, sculpturen, foto’s, video’s, installaties en readymades. Gemene deler is, ondanks alles, een zoektocht naar menselijkheid en een betere toekomst. Hierin hebben we, aldus de kunstenaar, allemaal een verantwoordelijkheid. Want, zoals hij zelf zegt: ‘Can a civilization that is built on the misfortune of others carry on forever?’

Ai Weiwei Kunsthal Rotterdam Sara Madou Tableau Magazine
Ai Weiwei, Crystal Ball, 2017, privécollectie. Foto courtesy Ai Weiwei Studio © 2022 Ai Weiwei

Zijn visie resulteert bijvoorbeeld in Forever Bicycles (2003), een sculptuur van stuurloze fietsen: symbolisch voor het feit dat je niet altijd zelf bepaalt waar je naartoe gaat, en een verwijzing naar het dominante Chinese regime. Ook bijzonder is Sunflower Seeds (2010), een vloer met ruim honderdduizend handgeverfde porseleinen zonnebloempitten die doet denken aan het ‘Made in China’ label. En After the Death of Marat (2018), waarin met Lego-steentjes een verdronken vluchteling wordt geportretteerd. Daarnaast maken de objets trouvés indruk: alledaagse voorwerpen die een nieuwe betekenis krijgen. Van de loopband van Julian Assange, een beeld dat zijn uitzichtloze situatie weerspiegelt, tot een met geheime Amerikaanse documenten gevulde speelgoedpanda. Op deze manier worden politieke onderwerpen zichtbaar, is het achterliggende idee, om te voorkomen dat we er te zeer aan gewend raken in een door nieuwsberichten overspoelde maatschappij.

Natuurlijk zien we ook de foto’s waar velen hem van kennen: met opgestoken middelvinger naar internationale monumenten en machtsymbolen. Juist in de huidige maatschappij, waarin democratie steeds meer onder druk staat, geeft het werk stof tot nadenken. Een tentoonstelling die toont hoe krachtig kunst kan zijn, met werk van een man die ondanks alles niet opgeeft en zijn creativiteit blijft inzetten.

Ai Weiwei – In search of humanity
Kunsthal Rotterdam
30 september 2023 – 3 maart 2024

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Jos Koster: “Verzamelen blijft een avontuur”

Ergens in het Brabantse buitengebied hebben wij afgesproken met Jos Koster van de JK Art Foundation, de kunststichting uit Den Bosch. Op de tuinrotonde voor het huis knipoogt een stapeling getordeerde koffiekannetjes van Klaas Gubbels naar de koffie-achtergrond van naamgever Koster. De Brabantse verzamelaar woont in deze lommerrijke omgeving te midden van zijn adembenemende collectie, die binnenkort als langdurig bruikleen naar Het Noordbrabants Museum gaat verhuizen. ‘Straks kan iedereen ervan genieten.’

Bij binnenkomst valt ons oog op een Brueghel die wij nooit eerder zagen: Allegorie op de schilderkunst door Jan Brueghel de Jonge, een heerlijk paneel dat vanaf eind september in Het Noordbrabants Museum te zien zal zijn in de nu al spraakmakende tentoonstelling ‘Brueghel: de familiereünie’, die daarna zal doorreizen naar het Prado in Madrid. Ongeveer tachtig werken van vijf generaties Brueghel – inclusief vrouwelijke familieleden – geven een uniek overzicht van het oeuvre van deze beroemde familie die gedurende anderhalve eeuw een centrale rol speelde in de Europese kunstwereld. Dit werk van Brueghel toont een inkijk in de wereld van de schilderkunst. In dit schouwspel van vakmanschap en verwondering ontdek je steeds iets nieuws. Een proeve van bekwaamheid als spil in de veelzijdige verzameling van de JK Art Foundation.

Jos Koster JK Art Foundation Tableau Magazine
Kees Van Dongen, Deux Yeux, 1911, JK Art Foundation

Smaak aan de muur

Al jong kwam Jos Koster in aanraking met kunst: ‘Mijn ouders waren bevriend met een kunstverzamelaar die nauw verbonden was aan het Van Abbemuseum. Bij hem hingen werken van Permeke en Van Dongen aan de muur. Dat maakte al vroeg indruk op mij. Ook andere verzamelaars hebben mij op het juiste spoor gezet. Jaren later toen onze koffiebranderij in Den Bosch werd getransformeerd tot kantoor wilde ik smaak aan de muur: litho’s, steendrukken. Ik ging galeries in Amsterdam bezoeken en zo kwam ik in contact met kunstenaars als Appel, Erik Andriesse, Struycken, Corneille, etc. Daarna volgde de 17e-eeuwse kunst, dat was de periode dat de koffie en thee naar Europa kwamen. Zo begon voor mij als autodidact het serieuze verzamelen met een historische verbondenheid. De eerste aankoop was een stilleven van Abraham van Beijeren met een geschilde citroen, echt prachtig. Gevolgd door Jan Porcellis met een geweldig zeegezicht. Het water spatte als het ware uit het schilderij. En dan de kruisbessen van Adriaen Coorte, ook heel bijzonder. Later richtte ik mij op de Bergense School met onder meer Piet van Wijngaerdt. Op de PAN kocht ik namens de stichting een Van Dongen die onlangs nog in het Singer Museum heeft gehangen. En zo begon een eclectische collectie met logische verbanden gestalte te krijgen.’

Jos Koster JK Art Foundation Tableau Magazine
René Daniëls, Memoires van een vergeetal, diptych, 1985, JK Art Foundation

Breed publiek

De JK Art Foundation van Koster begon als een wandeling door de kunstgeschiedenis. Met werken van oude meesters, op de voet gevolgd door moderne en hedendaagse kunst. Bruiklenen zijn regelmatig op reis gegaan naar musea als MoMA in New York, Albertina in Wenen, National Gallery of Art in Washington, Reina Sophia in Madrid, The Royal Academy in Londen en The National Art Center in Tokyo. Kunst toegankelijk maken voor een breed publiek geldt als doelstelling. Een belangrijke inspiratiebron was Thyssen Bornemisza in Madrid, een collectie met schilderijen daterend van de 15e tot de 21e eeuw. Ook bij de JK Art Foundation komen vrijwel alle grote Europese stromingen voorbij, met museaal werk van Rubens tot Picasso, van Mesdag tot Modigliani, van Mondriaan tot Miró. Vooral Europese schilderkunst uit de late 19e en vroege 20e eeuw, maar net zo goed hedendaags en opkomende kunstenaars. Koster: ‘Wij proberen van zoveel mogelijk stromingen goede vertegenwoordigers te vinden. En ik leer nog steeds, door bezoek aan veilingen, musea en de kunsthandel…’

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Jos Koster JK Art Foundation Tableau Magazine
Adriaen Coorte, Groene kruisbessen op een stenen richel, 1705, JK Art Foundation
Categorieën
2023 Stories

Berthe Weill: een vergeten pionier

In het Parijs van 1901 zorgde een nieuw gezicht voor opschudding in de door mannen gedomineerde kunstwereld: Berthe Weill opende haar galerie in Montmartre. Zij werkte samen met grote namen en gaf ook vrouwelijke kunstenaars een podium.

Traditioneel gezien werd de Parijse kunstmarkt beschouwd als een typisch mannelijke aan­ gelegenheid. Het grootste gedeelte van de kunstenaars, de kopers en vooral de kunst­ handelaren was man. Toch diende zich vanaf het begin van de 20e eeuw een nieuw gezicht aan binnen de Franse kunsthandel: Berthe Weill (1865­1951). Niet meer dan anderhalve meter groot, met dikke jampot­ glazen in haar bril en een scherp temperament, was zij de allereerste vrouwelijke kunsthandelaar in Parijs. In 1901 open­ de Weill haar galerie in het culturele centrum van Montmartre. Galerie B. Weill bleef veertig jaar actief en toonde verschil­ lende kunstenaars die tegenwoordig tot de top van de moderne kunst worden gerekend, onder wie Pablo Picasso, Henri Matisse en Suzanne Valadon.

Berthe Weill Sterre Overmars Tableau Magazine
Amedeo Modigliani, Seated Nude, 1916, collectie Courtauld Institute of Art, Londen

Berthe Weill werd geboren in een arm joods gezin en ging als tiener in de leer bij haar achterneef Salvator Mayer, die een antiek­ winkeltje runde aan de Rue Laffitte in Montmartre. Van Mayer leerde zij de kneepjes van het vak en samen handelden zij in verschillende antieke waren en oude boeken. Toen haar leermeester in 1896 overleed, besloot zij om met haar broer Marcellin een eigen antiekwinkeltje te openen aan de Rue Victor Massé, eveneens in het drukbezochte Montmartre. Niet lang na de opening werd Weill benaderd door de Spaanse zakenman Pedro Mañach, die goede connecties onderhield met jonge Spaanse kunstenaars in Parijs. Hij spoorde haar aan het antiekwinkeltje om te zetten in een kunsthandel. Aldus geschiedde: op 1 december 1901 opende Galerie B. Weill haar deuren. Berthe koos er bewust voor om haar voornaam af te korten tot slechts de letter ‘B’, zodat bevooroordeelde kopers haar niet op haar gender zouden afkeuren.

Al snel had Weill een uitgebreide kring aan kunstenaars om zich heen verzameld. Zij beperkte zich hierbij niet tot de populaire impressionisten, zoals vele andere kunsthandelaars deden. Sinds de successen in de laatste decennia van de 19e eeuw, werden impressionistische werken veelvuldig verzameld door iedereen die het zich kon permitteren. In tegenstelling tot haar collega’s, presenteerde Weill haar galerie als de eerste kunsthandel die zich volledig wijdde aan de promotie van contemporaine kunstenaars. Al vanaf 1902 promootte zij, onder andere, Henri Matisse, André Derain en Albert Marquet, die drie jaar later bekend zouden staan als de fauvisten. De Galerie B. Weill had als doel om de jongere generatie avant-gardisten – aan wie ze moederlijk refereerde als ‘les jeunes’ – een platform te bieden.

Pablo Picasso, Le Moulin de la Galette
Pablo Picasso, Le Moulin de la Galette, 1900, Solomon R. Guggenheim Museum, New York

Picasso en Modigliani

Zo was Berthe Weill een van de eersten die handelde in de werken van Pablo Picasso. De jonge Spaanse kunstenaar was in 1900 voor het eerst naar Parijs afgereisd en werd daar door Pedro Mañach voorgesteld aan Weill. Mañach deelde een klein appartement annex studio met Picasso en de beeldhouwer Manuel Martinez Hugué (beter bekend als Manolo). Tijdens haar eerste ontmoeting met Picasso kocht Weill drie werken van stierengevechten voor 100 franc en verkocht deze weer door voor 150 franc: Picasso’s eerste verkoop in Parijs. Hierop nodigde Mañach haar uit om in hun appartement naar meer werk te komen kijken. In haar memoires beschrijft Weill haar bezoek aan het appartement van de drie Spanjaarden. Ze beklom de trappen naar de voordeur en trok geruime tijd aan de bel, maar niemand deed open. Geïrriteerd daalde Berthe Weill de trappen weer af en kwam daar Mañach tegen. Waarom ging zij weer naar beneden, vroeg deze, deed er niemand open? Met zijn tweeën liepen ze terug naar het appartement.

Bij binnenkomst bleken Picasso en Manolo wel degelijk thuis te zijn. Verstopt onder de dekens hadden zij gegierd van het lachen bij het idee dat de kleine Weill zó aan de deurbel moet hebben gehangen. Een van de werken die Weill toen uitkoos, hangt op dit moment in The Guggenheim Museum in New York en wordt gezien als een van Picasso’s vroegste meesterwerken: Le Moulin de la Galette (1900). Hoewel Picasso een exclusief contract zou tekenen met kunsthandelaar Clovis Sagot in 1904 (hij wist Picasso’s werken voor hogere prijzen te verkopen dan Weill), zouden zij tot ver in hun beider carrières bevriend blijven.

Weill was tevens de enige die tijdens zijn leven een solotentoonstelling wijdde aan de werken van de Italiaanse kunstenaar Amedeo Modigliani…

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

The Goldin age: Nan Goldin in het Stedelijk

Er zullen weinig kunstliefhebbers zijn die de rauwe fotografie van Nan Goldin (1953) niet kennen. Weinig fotografen kunnen mensen zo in beelden vatten als zij. Neem de foto’s die ze schoot van de homoseksuele en trans-community’s van Boston in de jaren 70. Of de door drugs en geweld overspoelde straten van New York in de jaren 80, dat resulteerde in haar magnum opus: The Ballad of Sexual Dependency.

Goldin verliet zelf op haar dertiende het ouderlijk huis, getraumatiseerd door onder andere de zelfmoord van haar oudere zus. Door de lens van een camera, die ze op haar zestiende ontdekte, kon ze naar eigen zeggen de wereld ‘vanuit een veilige plek’ bekijken. In die wereld was nogal wat gaande op dat moment. Goldin: ‘Al sinds ik heel jong was, wilde ik high worden, een junkie zijn. Dat vind ik nu heel intrigerend. Deels kwam het denk ik door de tijdsgeest, de Beat-beweging en The Velvet Undergrond. Maar daarnaast had het voor mij ook iets te maken met een verlangen om zoveel te verschillen van mijn moeder als ik maar kon, zo ver weg mogelijk te komen van het burgerlijke leven waar ik vandaan kwam.’

Goldin, zelf biseksueel, richtte haar blik op gemarginaliseerde groepen. Zo fotografeerde ze slachtoffers van de AIDS-epidemie, waaraan ze zelf veel vrienden verloor. Een ervaring die haar een levenslange missie bezorgde: benadrukken dat de verschillen tussen mensen helemaal niet zo groot zijn als velen denken of beweren.

Nan Goldin Stedelijk Museum Tableau Magazine Sara Madou
Nan Goldin, Brian and Nan in Kimono, 1983 © Nan Goldin

Iets minder bekend dan haar foto’s is hoe Goldin die beelden verwerkt tot filmmateriaal. In het Stedelijk zien we hier de eerste overzichtstentoonstelling van, in samenwerking met Moderna Museet uit Stockholm. Goldin maakte ruim een dozijn diavoorstellingen, die elk zijn samengesteld uit duizenden afbeeldingen. Die zijn zo afwisselend als beeld maar kan zijn. Portretten van haar vrienden, maar ook foto’s die teruggrijpen op haar jarenlange verslaving aan Oxycontin.

Dat laatste is de moeite waard om even verder in te duiken, want dit is het onderwerp waar Goldin de afgelopen jaren het meest mee in verband wordt gebracht. Goldin is de initiatiefnemer en het boegbeeld van de protesten tegen de Sacklers, een steenrijke familie die hun fortuin vergaarde met de zeer verslavende pijnstiller Oxycontin. Met donaties aan toonaangevende musea en kunstinstellingen probeerden de Sacklers goodwill te kweken. En daar had Goldin, die uit eigen hand had ervaren hoe schadelijk die pillen konden zijn, geen zin meer in. Ze richtte actiegroep Prescription Addiction Intervention Now (PAIN) op, ging voor dood liggen op de stoep van het Metropolitan Museum in New York en kreeg voor elkaar dat de naam Sackler nu grotendeels wordt gemeden in de kunstwereld.

Nan Goldin – This will not end well 
Stedelijk Museum
7 oktober – 28 januari 2024

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Vijf generaties Brueghel

Vanaf oktober presenteert Het Noordbrabants Museum de tentoonstelling ‘Brueghel: De familiereünie’. Het museum zet maar liefst vijf generaties schilders in de spotlight. Maar hoe kader je de enorme verscheidenheid aan personages, materialen, media en onderwerpen over een tijdspanne van 1550 tot 1700? Conservator oude kunst Nadia Groeneveld-Baadj geeft een inkijkje in het proces en schijnt nieuw licht op een van de grootste kunstenaarsfamilies uit de geschiedenis.

Het is een warme juni dag en de historische binnenstad van Den Bosch straalt me tegemoet terwijl ik naar Het Noordbrabants Museum wandel. Ik word hartelijk onthaald door Nadia Baadj en steek meteen van wal, benieuwd hoe het museum deze tentoonstelling van de grond heeft gekregen. Baadj: ‘Het was inderdaad een uitdaging. Voor ons was het vooral belangrijk om een verhaal te vertellen dat nog nooit verteld is. Om deze tentoonstelling mogelijk te maken zijn we afhankelijk van bruiklenen over de hele wereld, alleen zijn wij een relatief klein museum en kunnen we in ruil geen grote meester aanbieden. Dus dan moet het onderzoek en de uiteindelijke tentoonstelling nieuw licht schijnen op de familie Brueghel. In eerdere tentoonstellingen lag de focus nooit op de familie als geheel. Daar proberen we verandering in te brengen door breder te kijken naar alle vijf generaties en de focus te leggen op meerdere facetten van het familiebedrijf. Zoals de belangrijke rol die vrouwen hebben gespeeld, de familiebanden, de traditie die door de generaties heen zichtbaar blijft en samenwerkingen en verbintenissen met andere kunstenaarsfamilies.’ Niet alleen de opzet van de tentoonstelling is een uitdaging. Vijf generaties Brueghels in een verhaal bij elkaar te krijgen is niet gemakkelijk. Waar begin je?

Brueghel Het Noordbrabants Museum Tableau Magazine Floor Wiegerinck
Pieter Brueghel de Jonge, De Vlaamse spreekwoorden, 1607, collectie Stadsmuseum Lier

Om deze tentoonstelling mogelijk te maken zijn we afhankelijk van bruiklenen over de hele wereld, alleen zijn wij een relatief klein museum en kunnen we in ruil geen grote meester aanbieden. Dus dan moet het onderzoek en de uiteindelijke tentoonstelling nieuw licht schijnen op de familie Brueghel.

Baadj: ‘Vrij vroeg in het onderzoeksproces kwam ik het schilderij Allegorie op de schilderkunst van Jan Brueghel de Jonge [kleinzoon van Pieter Bruegel de Oude*] onder ogen. Een bijzonder schilderij waarin de totale identiteit van de Brueghels terug te vinden is. En toen wist ik: aan de hand van dit werk kunnen we het verhaal van deze familie vertellen.’

Allegorie met een boodschap

Op het eerste gezicht lijkt Allegorie op de schilderkunst gemakkelijk in te delen in het genre kunstkamer-schilderijen dat vanaf 1610 in Antwerpen populair werd. Maar beter bekeken bevat het schilderij een enorme hoeveelheid details die niet typisch zijn voor een allegorie. In het midden van een groot atelier zit Pictura, de personificatie van de schilderkunst. Zij schildert een stilleven van een vaas met bloemen. Om haar heen liggen verschillende soorten materialen, gereedschappen, modelboeken, tekeningen en studies om de kijker een inzicht te geven van het werkproces van de schilder. Aan de muren hangen schilderijen die linken naar de internationale bekendheid van de Brueghels en de samenwerkingen die zij aangingen met andere schilders uit die tijd. Als een ode aan de patriarch van de familie hangt het portret van Pieter Bruegel de Oude links van de doorgang aan de muur, tussen de portretten van Michelangelo en Pieters leermeester en latere schoonvader, Pieter Coecke van Aelst. Daaronder hangt een portret van Jan Brueghel de Oude (jongste zoon van Pieter Bruegel de Oude), naast een afbeelding van Albrecht Dürer. Rechts van de doorgang hangen nog meer portretten van bekende schilders als Hubert van Eyck, Lucas van Leyden, Quentin Metsys en Jan Gossaert, waarmee Jan de Jonge suggereert dat de Brueghels gelijkwaardig waren aan deze grootmeesters. In de galerij op de achtergrond is een meesterschilder aan het werk, zijn pupillen kijken over zijn schouder mee.

Brueghel Het Noordbrabants Museum Tableau Magazine Floor Wiegerinck
Jan Brueghel de Oude en Peter Paul Rubens (atelier), Nimfen vullen de hoorn des overvloeds, ca. 1615, Mauritshuis, Den Haag

Daarachter werkt een andere schilder aan een landschap en daarachter wordt het portret van een vrouw geschilderd. Helemaal achteraan staan twee mannen pigment te malen. Dit wijst erop hoe uitgebreid het schildersatelier van de Brueghels in die tijd moet zijn geweest en dat het een bloeiend familiebedrijf was. Maar Pieter Bruegel de Oude stierf op ongeveer 40-jarige leeftijd toen Pieter de Jonge en Jan de Oude nog maar vier en een jaar oud waren. Hoe lukte het de jongens om toch in de voetsporen te treden van hun vader?

Mayken Verhulst en andere vrouwen

Pieter Bruegel de Oude kreeg zijn opleiding in Antwerpen van Pieter Coecke van Aelst, die getrouwd was met Mayken Verhulst. Zij kwam uit een kunstenaarsgezin en was een gevierd aquarellist en miniaturist die zelfs door Karel van Mander in zijn Schilder-Boeck uit 1604 genoemd wordt. In de kunstgeschiedenis wordt de rol die Verhulst speelde vaak over het hoofd gezien, maar zij had een grote invloed op het voortzetten van de schildertraditie van Pieter de Oude. Zij was namelijk niet alleen de vrouw van zijn leermeester, maar werd ook Pieter de Oude’s schoonmoeder toen hij trouwde met haar dochter Mayken Coecke in 1563. Toen Pieter de Oude in 1569 stierf, en kort daarna ook zijn vrouw Mayken, lieten zij twee zoontjes op jonge leeftijd achter. Baadj: ‘Nieuw onderzoek toont aan dat de jongens na de dood van hun moeder eerst door hun tantes in huis zijn genomen.’ 

In de tentoonstelling willen we het verhaal breder trekken en de vrouwen de aandacht geven die ze verdienen

Baadj: ‘Later, zo beschrijft Van Mander, wordt Jan de Oude maar waarschijnlijk ook Pieter de Jonge door hun grootmoeder Mayken Verhulst opgeleid in de miniatuur- en waterverftechniek. Zij was waarschijnlijk in het bezit van prenten en tekeningen van Pieter Bruegel de Oude die zij erfde na dood van Mayken Coecke. Doordat zij die prenten en tekeningen bewaarde hadden de jongens toch toegang op het werk van hun vader. Met deze tentoonstelling willen we het verhaal breder trekken en ook de vrouwen de aandacht geven die ze verdienen.’

Brueghel Het Noordbrabants Museum Tableau Magazine Floor Wiegerinck
Anna Maria Janssens, Bloemenguirlande met de Heilige Familie en een musicerende engel, 1620-1668 © The Phoebus Foundation, Antwerpen

Ook voor andere vrouwen in de familie is in de overlevering geen ruimte, maar de Brueghels zelf hadden daar waarschijnlijk een heel andere kijk op. Baadj: ‘In het schilderij Allegorie op de Schilderkunst zit de vrouw in het midden van de voorstelling. Zij is als Pictura onderdeel van de allegorie, maar ik zie in haar ook een statement. Het feit dat ze volledig gekleed, al schilderend in het midden zit komt niet overeen met andere allegorieën. Die centrale rol die Jan de Jonge haar geeft is voor mij veelzeggend.’

Mayken Verhulst was voor de kickstart van het familiebedrijf belangrijk, maar er zijn nog meer vrouwen te noemen. Zoals Clara Eugenia Brueghel, dochter van Jan Brueghel de Oude uit zijn tweede huwelijk met Catharina van Mariënburg. Clara was een vooraanstaand lid van de Begijnengemeenschap in Mechelen en had daarom een groot netwerk. Zij liet kerken en privé-interieurs aankleden met schilderijen van onder andere haar familieleden en het netwerk daar omheen. Haar rol kan gezien worden als een soort matronage voor de Brueghels. Een andere belangrijke vrouw was Anna Maria Janssens die de Brueghelfamilie binnenstapte door te trouwen met Jan Brueghel de Jonge. Zij kwam uit een vooraanstaande schildersfamilie en met hun verbinding kon er een heel nieuwe samenwerking met het schildersatelier van de familie Janssens worden aangegaan. Baadj: ‘Het is moeilijk om de vrouwen in het familiebedrijf in kaart te brengen, omdat er zo weinig is overgeleverd. We willen in de tentoonstelling transparant zijn maar toch deze vrouwen laten zien, al hebben we niet veel aantoonbare werken of bewijzen. Ik vermoed dat veel werken van Anna Maria Janssens zijn toegeschreven aan mannelijke collega’s, ook omdat de stijl en onderwerpen zo dicht bij elkaar liggen. Maar er is wel een werk van Anna Maria Janssens overgeleverd en opgenomen in de tentoonstelling. Er zijn ook aanwijzingen in teksten, die lopen als een soort route door de tentoonstelling, waardoor nieuw licht schijnt op de rol van de vrouwen.’ 

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

* Pieter Bruegel de Oude signeerde zijn werk met Bruegel, daarna werd de naam Brueghel gehanteerd.

Categorieën
2023 Stories

Hans Arp: een genereuze schenking

Museum Beelden aan Zee ontvangt een schenking van 22 beelden van Hans Arp en wordt zo in een klap de aangewezen plek voor onderzoek naar deze toonaangevende avant-garde kunstenaar. En om de gipsen beelden te tonen aan het publiek – een primeur.

Op het unboxing-filmpje is the zien hoe grote kisten op wieltjes naar binnen worden gereden. Vanaf de vrachtwagen op het plein voor Museum Beelden aan Zee naar de gipsotheek in het hart van het museum. Gehandschoende medewerkers openen de deksels en onthullen de inhoud van de kostbare lading: 22 sculpturen van Hans Arp, gratis aan huis bezorgd. Het museum liet het filmpje maken om de bijzondere schenking die ze dit voorjaar ontvingen luister bij te zetten. Want speciaal is het, vertelt Brigitte Bloksma, directeur van Museum Beelden aan Zee. ‘De kunsthistorische waarde van deze schenking is groot. De gipsen van Hans Arp zijn nog nooit getoond aan het publiek; dat is iets wat hij nooit wilde. De kunstenaar zag ze als het centrale element van zijn oeuvre en ze mochten ook niet verhandeld worden. Net als andere musea hadden wij deze gipsen dus nooit kunnen verwerven.’

Wereldwijd

De Duits-Franse avant-garde kunstenaar Hans Arp (1886- 1966), ook bekend als Jean Arp, was dichter, schilder en beeldhouwer. Hij was begin vorige eeuw een van de oprichters van de Dada-beweging en wegbereider van de abstracte kunst en het surrealisme. In 1954 kreeg Arp op de Biënnale van Venetië de Grote Prijs voor de Sculptuur toegekend. Aan het eind van zijn leven waren er overzichtstentoonstellingen van zijn oeuvre in het MoMA in New York en het Parijse Musée Nationale d’Art Moderne (tegenwoordig in Centre Pompidou). En zijn werk is opgenomen in particuliere en museale collecties wereldwijd; in Nederland onder andere in het Kröller-Müller Museum, Kunstmuseum Den Haag en Museum Voorlinden en nu dus in Museum Beelden aan Zee dat hiermee in een klap verreweg de grootste Nederlandse Arp collectie in huis heeft.

De kunsthistorische waarde van de schenking is groot. De gipsen van Arp zijn nog nooit aan het publiek getoond

Hans Arp Museum Beelden aan Zee Tableau Magazine Eline Crijns
Brigitte Bloksma en Lot Fakkeldij bij een van de gipsen uit de schenking van Hans Arp. Foto: Gerrit Schreurs.

Na Arp’s dood is door zijn tweede vrouw de Duitse ‘Stiftung Arp’ in het leven geroepen om de omvangrijke nalatenschap van de kunstenaar te beheren en te zorgen dat deze wereldwijd te zien zal blijven. Een van de doelen van de stichting is het stimuleren van onderzoek naar het werk en de werkwijze van Arp – en zijn eerste vrouw, de Zwitserse kunstenaar Sophie Taeuber-Arp.

Ruim vijftig jaar na zijn dood acht de stichting de tijd nu rijp voor een omvangrijke schenking van werken van Hans Arp. De stichting doneert 220 gipswerken (dat is nagenoeg alles) aan tien musea wereldwijd. Van het Nasher Sculpture Center in Dallas tot het Albertina in Wenen en van de National Gallery of Victoria in Melbourne tot Museum Beelden aan Zee in Den Haag: overal worden de komende tijd kisten met de kostbare gipsen afgeleverd. Het is een slimme zet van de stichting om met deze substantiële schenking op internationale schaal het werk van Arp levend te houden en het onderzoek met een collectieve inspanning voort te zetten.

An offer you can’t refuse?

Waarom is Museum Beelden aan Zee uitverkoren om op het wereldtoneel dat deze schenking beslaat, deel te nemen? Bloksma: ‘Museum Beelden aan Zee richt zich als enige museum in Nederland exclusief op het onderzoeken en tonen van sculptuur. Onze onderzoeksafdeling focust op Nederlandse beeldhouwkunst en vaak in een internationale context. We doen dat onder meer in samenwerking met Universiteit Leiden. Het streven is de beeldhouwkunst levend te houden zowel voor het publiek als voor kunsthistorici. Voor ons is dit project een bestendiging van onze internationale onderzoeksfunctie naar de beeldhouwkunst. Door onze gipsotheek hebben we in het museum veel kennis over het materiaal en geven we onze bezoekers inzicht in het proces van het ontstaan van de moderne beeldhouwkunst. Als mensen een brons zien, realiseren ze zich niet altijd welke voorstudies daaraan ten grondslag liggen: schetsen, wassen beelden en gipsen. De gipsotheek toont die ontwikkeling.’

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Schenking Hans Arp: preview is nu te zien in de gipsotheek / Arp tentoonstelling 6 maart t/m 1 september 2024 in Museum Beelden aan Zee in Den Haag

Categorieën
2023 Highlights

Nieuwe kansen, nieuwe kunst in het Joods Cultureel Kwartier

Het Joods Museum richt zich op alle aspecten van de Joodse cultuur en religie. Zo kun je, als je snel bent (tot en met 3 september), naar de tentoonstelling ‘Nieuwe kansen, nieuwe kunst’. Daarin wordt gekeken naar de ontwikkeling van kunst- en architectuurstijlen in Nederland in de periode tussen 1880 en 1940, een hoopvolle tijd vol nieuwe technieken en idealen. Met bijvoorbeeld het ontstaan van de Amsterdamse School, art deco en art nouveau.

Na lange tijd te zijn uitgesloten van beroepsgroepen en (kunst)verenigingen lukt het veel Joden nu eindelijk een zichtbare plaats te verwerven in de samenleving en de kunstwereld. Zowel makers als opdrachtgevers. Hoe grepen zij deze ‘nieuwe kunsten’ aan om onderdeel uit te maken van de samenleving, en tegelijkertijd hun Joodse identiteit te benadrukken? Theater Tuschinski, de Bijenkorf en de synagoge aan het Jacob Obrechtplein zijn slechts enkele voorbeelden. De nieuwe stijlen komen niet alleen terug in prijzige kunstwerken, maar ook in het dagelijkse leven. Van architectuur en meubels tot affiches en serviesgoed. Gebruiksvoorwerpen, zoals een koekblik van HEMA en zakdoekjes van de Bijenkorf, komen in de expositie aan bod, net als beeldbepalende werken van bekende kunstenaars, architecten en ontwerpers als Fré Cohen en Joseph Mendes de Costa.

Joods Historisch Kwartier Joods Museum Tableau Magazine
Samuel Leser Schwarz (1876-1942), tentoonstellingsaffiche, Drukkerij Kotting, 1920, collectie Joods Museum, aangekocht met steun van de BankGiro Loterij

Loop je deze tentoonstelling net mis, dan kun je daarna in het Joods Museum terecht voor het werk en leven van Sol LeWitt, uitgediept op verschillende manieren. Van tekeningen, structures (zoals LeWitt zijn sculpturen zelf noemde) en werken op papier tot context, over hoe zijn Joodse achtergrond onderdeel uitmaakte van zijn werk. Als conceptueel kunstenaar was dat voor hem in eerste instantie minder relevant, maar vanaf eind jaren 80 produceerde LeWitt een aantal specifiek Joodse werken. Zo ontwierp hij een synagoge, gebaseerd op de vroegere Oost-Europese houten synagogen, en maakte hij een sculptuur op het plein van de universiteit van Münster; een plek waar voor de Tweede Wereldoorlog veel Joodse jongeren studeerden. Bij hoge uitzondering gaf hij dit werk een ondertitel: Black Form – Dedicated to the Missing Jews.

Joods Museum / Joods Cultureel Kwartier
Nieuwe kansen, nieuwe kunst
t/m 3 september 2023 

Sol LeWitt
30 oktober 2023 t/m 31 maart 2024

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Richard Long: sporen

Een lijn, een cirkel, een actie. Een spoor van stenen dat tijdens een wandeling wordt achtergelaten. Zo werkt Richard Long (1945). Nog steeds! Voor de tuin van het Rijksmuseum maakte hij een reeks nieuwe werken. Met gras, met stenen, met zijn handen.

Het meest bijzonder aan het werk van Richard Long is dat het eigenlijk nauwelijks bestaat. Hij verschuift iets in het landschap, maar geeft dat geen permanente status. Zijn werk is meer een ervaring of een idee dan een sculptuur zoals we die kennen. Het verheft zich niet maar is bescheiden aanwezig. En het is gevarieerd: soms een spontane reactie op een plek, soms een uitgedacht concept; in vorm wisselend van modder op de muur, tot een wandeling, tekst, een foto, een boek.

Het moment van maken, de locatie, de beweging, dat zijn de materialen waarmee Richard Long werkt

Lange wandelingen vormen vaak het startpunt van zijn werk. Onderweg maakt hij sculpturen in het landschap. Die zijn altijd afgeleid van de omstandigheden van de locatie, van de afmetingen, het licht, de bodemgesteldheid, de aanwezige vegetatie en mineralen en het weer. Hij voegt geen elementen van buitenaf toe. Het moment van maken, de locatie, de beweging, dat zijn de materialen waarmee hij werkt. Naast die wat terloopse werken onderweg maakt hij ook sculpturen die meer doordacht en groter zijn, zowel buiten als voor museum en galerie. Hij ziet het werk op al die verschillende plekken als gelijkwaardig. De vormen die hij gebruikt zijn altijd hetzelfde en doorgaans geometrisch: een cirkel, een lijn, een kruis. Soms stemt hij af op bijzondere locaties. Zo maakte hij ooit een cirkel op de poolcirkel. Maar het kan ook veel kleiner: een vorm die ontstaat door bloemen te plukken in veld madeliefje.

Richard Long Rijksmuseum Amsterdam Tableau Magazine
Richard Long, Life Line, 2023. Foto: Rijksmuseum, Jannes Linders.

Richard Long wordt vaak gerekend tot de Land Art stroming, maar bij dat etiket voelt hij zich niet zo thuis. Hij ziet zichzelf niet als een Land Artist zegt conservator Frits Scholten, die met Long de tentoonstelling samenstelde. ‘Bij die term denkt hij aan kunst met een enorme schaal, aan bulldozers die het landschap volledig transformeren. Dat doet hij niet. Hij gebruikt alleen materiaal dat hij met zijn handen kan verplaatsen. Onderweg tijdens het wandelen maakt hij vaak cirkels. Binnen een half uur moeten die klaar vindt hij, anders is het doorgaans geen goed werk. De cirkel zelf verdwijnt meestal of blijft ongezien. Alleen foto’s en soms een tekst blijven over.’ De menselijke maat en het tijdelijke karakter zijn een belangrijk verschil met andere Land Art kunstenaars.

Het werk van Richard Long is veel subtieler. Meer bescheiden. Het is eigenlijk eerder minimal en conceptueel dan dat het past bij de grootschalige Land Art werken die permanent ingrijpen in het landschap.

Long is de tiende kunstenaar die exposeert in de tuinen van het Rijksmuseum. Het eerste contact werd gelegd in 2019, maar de covidpandemie kwam tussen beide. Scholten: ‘Het werk dat hij hier maakt grijpt terug op zijn vroege werken van eind jaren 60, toen hij bijvoorbeeld een lijn in het gras maakte door erop te lopen. Opvallend is wel dat de vormen nu vaker wat barokker zijn, met golvende lijnen en amorfe vlakken.’ Vier perken in de tuin heeft Long gekozen. Twee voor het museum, twee in de tuin aan de achterkant. De titels van de werken geven de reikwijdte van zijn thema’s aan. Een halve maan in het gras bij de fontein heet From space to earth.

Richard Long Rijksmuseum Amsterdam Tableau Magazine
Richard Long, Snake in the water, 2023. Foto: Rijksmuseum, Jannes Linders.

Even verderop is een zigzagvorm gemaaid: Life line. Samen behandelen deze twee de hoofdthema’s in Long’s oeuvre: ruimte en tijd. Terwijl het eerste werk de ruimtelijke dimensie thematiseert, verwijst het tweede naar de levenslijn en dus naar de tijd. De vormen in het gras zijn eind mei zo’n tien centimeter hoog, en steken vijf centimeter boven de rest uit. Het mag nog vijf centimeter hoger worden, meer niet. De eerste keer heeft de kunstenaar zelf gemaaid, daarna is het overgedragen aan een tuinman.

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Artificial Intelligence in de kunst

Is het een artistieke revolutie? Of toch gewoon een handig hulpmiddel? Kunstmatige intelligentie kan worden ingezet om teksten te schrijven of beelden te maken. Dat levert veel discussie op, maar zorgt het ook voor goede kunst? Diverse kunstenaars experimenteren met de mogelijkheden van Artificial Intelligence.

Dear Mr. President,
We are melting. It hurts. We are sad. Please do not forget us. Your friend,
Ice Cap

Met deze woorden richtte kunstenaar Jeroen van der Most (1979) zich in 2020 met zijn Letters from Nature tot de Amerikaanse President Trump. Deze noodkreet was alleen niet geschreven door de kunstenaar maar door ChatGPT, een veelgebruikt tekstprogramma op basis van kunstmatige intelligentie (AI). ‘Mijn kunst gaat over de vraag of nieuwe technologie op een andere manier kan worden ingezet dan waarvoor het is bedoeld. Dus heb ik technologie gebruikt om namens de natuur brieven te schrijven aan wereldleiders om aandacht te vragen voor klimaatverandering. Iets wat in onze ogen ver van de natuur staat, zoals AI, en dat in zekere zin zelfs natuuronvriendelijk is vanwege het hoge energieverbruik, wordt opeens de bondgenoot van bedreigde ijskappen, gletsjers of koraalriffen.’

Zo letterlijk zal Van der Most Artificial Intelligence nu niet meer inzetten. Letters from Nature (een samenwerking met wetenschapper Peter van der Putten) is inmiddels een ‘ongoing experiment met AI’. Na uitgebreide conversaties met versie 4 van ChatGPT schrijft nu de toekomst brieven aan de mensheid over tijd. ‘Een van die brieven suggereert een non-lineaire tijd waarin heden, verleden en toekomst met elkaar in verbinding staan. Het verleden blijft dan veranderlijk en de toekomst kan al vastliggen, zoals je dat ziet in Oosterse filosofieën of bij inheemse volken.’ Leven volgens zo’n non-lineair tijdsbesef zou de samenleving ten goede kunnen komen, meent de kunstenaar. ‘Misschien worden we wel creatiever met minder controle of minder strikte draaiboeken. Terwijl dat nu precies is waarvoor we AI gebruiken.’ Van der Most verbeeldde dit idee vervolgens met een digitale klok waarvan de wijzers voortdurend verspringen. ‘Bewegingen die vanzelfsprekend zijn geprogrammeerd met AI.’

Co-auteur? Of gewoon een instrument – een digitale verf en kwast? De rol die Artificial Intelligence speelt in zijn werk kan Van der Most niet precies benoemen. ‘Een creatieve assistent komt misschien het dichtste bij, zoals ook de oude meesters vroeger assistenten hadden. Maar daarmee maak je AI menselijker dan het is. Ik vind juist interessant dat het technologie is.’ Daarbij, die ambiguïteit fascineert Van der Most juist. ‘Wat kun je er mee, en wat niet. Die grenzen zoek ik op.’

Artificial Intelligence in de kunst Tableau Magazine
Richard Vijgen, Through Artificial Eyes, 2022

Creatieve assistent

De potentie van Artificial Intelligence voor kunstenaars die met data werken lijkt in elk geval onbegrensd. Het kan immers razendsnel patronen ontdekken in enorme informatiestromen. Kunstenaar en ontwerper Richard Vijgen maakt ingenieuze installaties waarmee hij onzichtbare systemen en netwerken zichtbaar, of anders toch minstens inzichtelijk maakt. Bij het analyseren en ordenen van deze systemen gebruikt hij zelfgeschreven algoritmes. Toch ziet Vijgen vooralsnog weinig meer dan ‘een superkrachtige rekenmachine’ in AI. ‘De technische mogelijkheden zijn weliswaar indrukwekkend maar daarmee nog niet interessant. Net zoals data zelf ook niet interessant zijn.

Mijn werk gaat niet over de data die ik ontrafel maar over de betekenis daarvan.’ Vijgen plaatste dit voorjaar de licht­installatie Atmospheric Lighthouse op de Torre Glòries, het op een na hoogste gebouw van Barcelona. De gekleurde en bewegende lichtpatronen verbeelden de temperatuur, wind­ sterkte en andere klimaatdata. ‘De inwoners van Barcelona kregen zo meer grip op het leefklimaat, want ze konden overal in de stad zien of er zeewind was of hoe hoog de luchtverontreiniging was. Daar kan AI weliswaar bij helpen maar in principe het kan ook zonder.’

Artificial Intelligence in de kunst Tableau Magazine
Robert Jan Leegte, JPEG, 2022

Ook Jan Robert Leegte (1973), al meer dan 25 jaar in de voor­hoede van digitale kunst, werkt veel met algoritmes. ‘Het biedt mogelijkheden om generatief werk te maken dat live en performatief is.’ Zo lanceerde Leegte vorig jaar een serie NFT’s van JPEG ̧ een abstracte afbeelding die als een jpeg­ document voortdurend wordt gecomprimeerd. Op het moment dat iemand een van de 275 NFT’s koopt, wordt één gecomprimeerde jpeg uit die eindeloze beeldenzee bevro­ren. ‘Ik heb weliswaar het algoritme ontwikkeld dat de beel­ den genereert en vervolgens selecteert. Maar welk beeld nou precies wordt aangekocht, daar heb ik als kunstenaar geen invloed op. Het is voor mij én voor de koper een verrassings­ei. Een unicum in de kunstgeschiedenis.’

Toch is Leegte sceptisch over de artistieke mogelijkheden van Artificial Intelligence. ‘Ik heb het afgelopen half jaar geprobeerd om een zelf­lerend computersysteem te ontwikkelen dat een eindeloze stroom websites kan genereren. Het resultaat is mij behoorlijk tegengevallen. Zo’n AI is niet getraind om rariteiten of afwij­kingen te detecteren maar is juist gericht op normalisering.’

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

PAN Preview: Mulan Go

Sinds 2021 kent de PAN de open stand Walls & Cabinets, waarin enkele nieuwe deelnemers zich presenteren op uitnodiging van directie en bestuur van de PAN. Wanneer er van beide kanten een match is, nemen ze het jaar daarop deel als reguliere deelnemer. Dit jaar krijgen GoMulan Gallery en The Merchant House een plek. Mulan Go van GoMulan Gallery stelt zich alvast voor.

GoMulan Gallery, opgericht door Mulan Go biedt sinds 2018 een platform voor hedendaagse opkomende kunstenaars in een monumentaal schoolgebouw in Amsterdam. De galerie vertegenwoordigt een kleine groep kunstenaars, zodat alle aandacht is gericht op hun groei en ontwikkeling. Deze nieuwe garde wordt vaak gecombineerd met gerenommeerde namen, waardoor een sterke inhoudelijke verbinding tussen generaties ontstaat. De galerie toont voornamelijk schilderkunst maar ook sculpturaal werk en installaties.

GoMulan Gallery Mulan Go PAN Amsterdam Tableau Magazine
Dion Rosina, Murky Water, 2022, GoMulan Gallery

Mulan Go: ‘We hebben een programma met kwalitatief goede en veelbelovende kunstenaars. Dion Rosina bijvoorbeeld. Hij studeerde in 2021 af aan de Breitner Academie. Vlak na zijn eerste expositie in onze galerie afgelopen jaar exposeerde hij op Documenta 15 in het Duitse Kassel. Op dit moment is zijn werk te zien in Museum MORE en de Kunsthal. Dat weet je van tevoren niet. Maar als ik potentie zie in het werk van een kunstenaar dan moet je de gok wagen om iemand te vertegenwoordigen. Verzamelaars weten ondertussen dat ze voor het ontdekken van nieuwe en kwalitatief goede schilderijen bij mij kunnen aankloppen.

Link met de kunstgeschiedenis

Tijdens de PAN tonen we schilderijen van Dion Rosina, Jonat Deelstra en sculpturaal werk van Ulrike Rehm. De werken die worden getoond zijn sterk gerelateerd aan de kunstgeschiedenis. In het werk van Jonat Deelstra zijn referenties naar 19e-eeuwse schilderkunst te vinden. Over zijn werk wordt een publicatie geschreven door Edwin Becker, hoofdcurator van het Van Gogh Museum. Het boek zal gepresenteerd worden tijdens de PAN. Ook Dion Rosina verwijst in zijn collageachtige werken naar kunstgeschiedenis, van werk van oude meesters zoals Albrecht Dürer tot hedendaags werk van Emory Douglas. Ulrike Rehm toont sculpturen die verwijzen naar oude technieken. Op de PAN tonen we van haar een serie keramische en houten beelden die refereren aan christelijke middeleeuwse beeldhouwkunst…”

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

Monochroom: Wouter Dam in Kunstmuseum Den Haag

Wouter Dam (1957) is keramist van beroep, en een bijzondere bovendien. Hij werkt impulsief, zonder vooropgezet plan, en zijn objecten zien eruit als architectonische hoogstandjes: sculpturaal en opvallend in vorm, kwetsbaar qua afwerking.

Dam begint achter een regulier pottenbakkerswiel, waar allerlei cilindervormige en vaas-achtige figuren worden gemaakt. Daarna snijdt en knipt hij deze los en door elkaar, om er monochrome linten van klei van te maken. Elk werkstuk wordt uitvoerig geschuurd, waardoor het een glad oppervlak krijgt met een zachte uitstraling. Elk stuk is uniek. Bekijk het vanuit een ander gezichtspunt, en je ziet iets heel anders.

In eerste instantie lijkt zijn stijl minimalistisch, maar de ronde vormen, scherpe hoeken en het gladde oppervlak van de keramische vormen zorgen voor een intrigerend spel tussen licht en schaduw. Heel logisch dus, dat de sculpturen van Wouter Dam hun plek vonden en vinden in menig museum én woonhuis. The Los Angeles Times noemde de werken ‘heerlijk nutteloze vormen’ met een ‘radicaal andere notie van schoonheid’. Je kunt er van alles in zien en de inspiratiebronnen komen dan ook overal vandaan: van het menselijk lichaam tot golven in de zee, of planten en bloemen.

Wouter Dam Kunstmuseum Den Haag Tableau Magazine
Wouter Dam, Vorm, 2023. Foto: Erik & Petra Hesmerg.

Elk stuk is uniek. Bekijk het vanuit een ander gezichtspunt en je ziet weer iets heel anders

Na een carrière die al ruim veertig jaar duurt, vond Kunstmuseum Den Haag het hoog tijd voor een oeuvre tentoonstelling. En dat is het zeker, want het werk van Wouter Dam was eerder onder andere te zien in Musée des Arts Décoratifs in Parijs en het Londense Victoria and Albert Museum.

Wouter Dam
Kunstmuseum Den Haag
t/m 24 september 2023

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

PAN Preview: The Merchant House

Sinds 2021 kent de PAN de open stand Walls & Cabinets, waarin enkele nieuwe deelnemers zich presenteren op uitnodiging van directie en bestuur van de PAN. Wanneer er van beide kanten een match is, nemen ze het jaar daarop deel als reguliere deelnemer. Dit jaar krijgen GoMulan Gallery en The Merchant House een plek. Marsha Plotnitsky van The Merchant House stelt zich alvast voor.

TMH is een kunstruimte/galerie die hedendaagse kunst presenteert om te ontdekken, in op te gaan en te verzamelen. De ruimte richt zich op onderzoek gebaseerde projecten in samenwerking met de kunstenaars. Elk project omvat een uitgebreide tentoonstelling, culturele evenementen en een catalogus/kunstenaarsboek. TMH is opgericht door Marsha Plotnitsky in een 17e-eeuws grachtenpand en staat voor een nieuwe kijk op de tradities die stad en kunsten verbinden.

Marsha Plotnitsky The Merchant House PAN Amsterdam Tableau Magazine
Marsha Plotnitsky

The Merchant House (TMH) viert met genoegen haar tiende verjaardag bij PAN in november 2023. Wij waarderen de kans om aan Walls & Cabinets mee te doen met kunstenaars die nieuw zijn op de beurs.

Marsha Plotnitsky

Verdieping en verbinding

Op de PAN presenteren ze een programma onder de titel The Indispensable Experience of Art. Dit bouwt door op de tentoonstelling die Plotnitsky met internationale en Nederlandse kunstenaars van TMH samenstelde om de diepgang van het programma aan te geven. De generatieoverschrijdende presentatie op de PAN laat zien hoe deze groep kunstenaars een voorliefde deelt voor materiële textuur en een niet-lineaire geometrie, hoe ze met kleuren tot een krachtige beeldtaal komen. Dit is avontuurlijke en spraakmakende kunst op haar best. De kunstenaars van de oudere generatie in de groep, zoals Beppie Gielkens (1942, NL), André de Jong (1945, NL), Craigie Horsfield (1949, UK), André Stempfel (1930, FR) en Leo Vroegindeweij (1955, NL) zoeken in hun praktijk al jaren de grenzen van de schilder- en beeldhouwkunst op. Ze worden vergezeld door drie jongere kunstenaars – Sylvie Bonnot (1982, FR), Mary Sue (aangenomen identiteit) en Elsa Tomkowiak (1981, FR) – die de kunstwereld pas na het jaar 2000 betraden, maar ook de missie hebben om met kleur te experimenteren. Deze kunstenaars studeerden af aan dezelfde kunstacademie in Frankrijk en vertegenwoordigen een nieuwe generatie van Franse kunstenaars.

Marsha Plotnitsky The Merchant House PAN Amsterdam Tableau Magazine
Mary Sue, Revelation, 2017, video, courtesy kunstenaar

Op de PAN verdiept TMH het onderzoek naar hedendaagse schilderkunst. Het eigenzinnige en moedige gebruik van kleur van deze kunstenaars doet het beeld van een schilderij als commercieel aangeboden object uiteenbarsten…

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

Hyperrealistisch: Samah Shihadi in Museum MORE

Het lijken net foto’s, de hyperrealistische tekeningen van Samah Shihadi (1987). De Palestijnse tekent met houtskool en potlood, naar eigen zeggen ‘tegen het vergeten’ en ‘om troost te bieden’. Heimwee is dan ook een belangrijk thema in haar nog jonge oeuvre. Hoewel ze tekent in zwart, wit en grijstinten, weet ze er een heleboel details in te verwerken en de taferelen tastbaar te maken. We zien landschappen, hele families met elkaar aan tafel, symbolische stillevens en mysterieuze zelfportretten in haar eerste museale solotentoonstelling in Europa, die nu te zien is in Museum MORE.

Samah Shihadi Museum MORE Tableau Magazine
Samah Shihadi, Mansaf, 2018, © Samah Shihadi

De tekentingen van Sama Shihadi zijn fijnzinnige en precieze beeltenissen, die het gevoel van ontheemding willen laten zien. Juist ook door de zichtbaarheid van praktische zaken als groenten, fruit en kruiden in variaties die veel voorkomen in Palestina. Van rituele gebeurtenissen rondom het samen koken en eten, als ankerpunt voor families, tot landschappen die een ode brengen aan Shihadi’s geboortegrond. Fotografie ligt ten grondslag aan het werk: de kunstenaar reisde fotograferend rond en zette het resultaat bij terugkomst om in tekeningen, soms met haar familieleden als figuranten. Ook gebruikt Shihadi zichtbaar onafhankelijke vrouwenfiguren, deels geïnspireerd door tarotkaarten en astrologie. Daarnaast is er een glansrol weggelegd voor de inheemse cactus, die stekelig maar sterk is en daarom voor veel Palestijnen een symbool van geduld en verzet. Allemaal heel logisch als we kijken naar Shihadi’s grote voorbeelden: Georgia O’Keeffe, Frida Kahlo en Shirin Neshat; sterke, eigenzinnige vrouwen.

Roots: Samah Shihadi
Museum MORE
t/m 3 september 2023

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

Haarscherp: Jan Veth in het Dordrechts Museum

De naam van Jan Veth (1864-1925) is minder bekend dan hij eigenlijk zou moeten zijn, als je nagaat wat zijn impact op de kunstwereld was én is. Al is er in de regio Dordrecht, waar de schilder en criticus werd geboren, vast geen kunstliefhebber te vinden die hem niet kent. Onbegrijpelijk genoeg is deze tentoonstelling in het Dordrechts Museum het eerste grote overzicht van zijn werk. Dit terwijl Veth een van de bekendste portretschilders en meest gerespecteerde kunstcritici van zijn tijd was.

De mensen die Veth portretteerde nestelen zich in je hart: intense blikken, waar allerlei emoties achter schuil lijken te gaan, en persoonlijkheden die zo van het doek lijken te kunnen stappen. Dat talent, om mensen haarscherp te kunnen observeren en vastleggen, wist hij ook in zijn andere werk tentoon te spreiden. Veth was een drukbezet man. Naast het schilderen en het schrijven over beeldende kunst werkte hij ook als dichter, en deed hij baanbrekend werk op het vlak van monumentenzorg. We zouden hem zelfs een talentscout kunnen noemen: hij zag als een van de eersten het talent van Vincent van Gogh, stak de loftrompet over Breitner en Jan Toorop en stopte al zijn kennis van Rembrandt in de opzet van Museum het Rembrandthuis.

Deze expositie laat niet alleen de veelzijdigheid van zijn werk zien, maar probeert ook een kijkje te geven in het leven van Jan Veth zelf. Door middel van brieven en andere bezittingen kijk je als het ware mee door zijn ogen. Daarnaast is ook het randprogramma, dat bijvoorbeeld ingaat op zijn observerende manier van kijken, zeker een aanrader om te bekijken.

Het oog van Jan Veth
Dordrechts Museum
t/m 3 september 2023

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Jan Veth Dordrechts Museum Tableau Magazine
Jan Veth, Portret van Davida Willemina Hacke op 18-jarige leeftijd, latere echtgenote van Joannes van Woensel Kooy, 1899, particuliere collectie
Categorieën
2023 Columns

Column Kunst & Keuring: een Pirelli kalender avant la lettre

Toen een connaisseur met verve vertelde over de nieuwe Caravaggesque aanwinst die hij op een internationale veiling had gekocht, was mijn nieuwsgierigheid meteen gewekt. Ik nam het aanbod om de voltooiing van het werk van de restaurateur te bekijken meteen aan. Hoe mooi is het om in een restauratieatelier rond te neuzen en de geuren te ruiken! Een mengeling van vernis, oplosmiddelen, verf en oude materialen komt je tegemoet. Altijd een bijzondere ervaring om kunstwerken in restauratieproces te zien. Wat zit eronder het vernis, zou er misschien toch een signatuur tevoorschijn komen? Of zit er ergens nog een onderschildering, dat zou nog mooier zijn. Mijn fantasie slaat op hol. In de huurauto, het doek was immers te groot voor een normale kofferruimte, togen we samen op pad. Daar stond het schilderij van Lot en zijn dochters. Prominent opgesteld in het lichte restauratieatelier kwam de voorstelling meteen tot leven. Vader Lot en zijn oudste dochter die elkaar aankijken, beiden met een hand op haar ontblote borst. Met haar andere hand houdt de oudste dochter een druiventros vast, knijpend in een druif. De tweede dochter, slechts gehuld in een rok met prachtige florale motieven, staat ernaast.

Sodom en Gomorra

Het verhaal van Lot en zijn dochters wordt beschreven in Genesis 19.30-38. Een confronterende bijbel passage. Lot ontvlucht de stad Sodom met zijn vrouw en dochters. God is vertoornd over de wanpraktijken en sodomie en besluit daarom zowel de stad Sodom als Gomorra tegelijkertijd te vernietigen. De vrouw van Lot overleeft de vlucht niet. Tegen de goddelijke instructies in, kijkt zij achterom naar de brandende stad en verandert daardoor in een zoutpilaar. Lot eindigt met zijn twee dochters in een grot alwaar zij hun vader wijn geven en hem verleiden opdat zij nageslacht krijgen. Kortom incest ten top en behoorlijk ongemakkelijk voor een bijbels verhaal waarin de voorbeeldfunctie over het algemeen een centrale plaats inneemt. Fijntjes vermeldt de bijbelpassage ook nog dat Lot er zelf niets van heeft gemerkt! Hoe dan ook, het gaf de schilders vanaf de Renaissance een heleboel mogelijkheden om een erotisch werk neer te kunnen zetten. Een soort Pirelli kalender avant la lettre.

Incest ten top en behoorlijk ongemakkelijk voor een bijbels verhaal waarin de voorbeeldfunctie over het algemeen een centrale plaats inneemt. 

De herkomst van het schilderij is te traceren tot 1956. Het schilderij wordt dan als zijnde een ‘Terbrugghen’ geveild bij Christie’s in Londen. De jaren daarna zwerft het rond in de kunsthandel en worden diverse kunsthistorici geraadpleegd die er allerlei toeschrijvingen aan trachten te geven. Van Baburen tot Caravaggio zelf. Altijd mooi immers wanneer je een scholarly opinion in een financial fact kunt omzetten. Maar helaas! Tot op heden is niet met zekerheid vast te stellen wie de maker is, het onderzoek ernaar is nog steeds gaande en er wordt momenteel zelfs een scriptie aan gewijd.

Fascinerende reis

Wat in ieder geval vaststaat, dankzij moderne technieken zoals röntgenopnames en infraroodreflectografie, is dat het om een origineel werk gaat uit de 17e eeuw. Er zijn meerdere pentimenti (verbeteringen of aanpassingen tijdens het creatieve schilderproces) zichtbaar, wat erop duidt dat het werk een originele compositie is en geen kopie. Dankzij de verfdwarsdoorsnede, die in het restauratieatelier werd afgenomen, kon de opbouw van de verflagen bestudeerd worden. Daaruit bleek dat er een dikke roodbruine imprimatura was aangebracht op het doek, typerend voor de Italiaanse navolgers van Caravaggio. Deze laag is vervolgens bedekt met de ‘doodverf’, een grijsbruine laag. Dit werd veel toegepast in de 17e eeuw en geeft diepte en transparantie aan de voorstelling. Stilistisch gezien vertoont het werk zowel Noord Nederlandse als Italiaanse elementen. Waarschijnlijk heeft er kruisbestuiving plaatsgevonden. Interessant om te constateren hoe dicht die twee werelden aan het begin van de 17e eeuw bij elkaar stonden.

Hoe dan ook, de reis die het schilderij aflegt is net zo fascinerend als het werk zelf. De voorstelling prikkelt je nieuwsgierigheid zowel qua thematiek, intensiteit als geschiedenis. Het zou prachtig zijn om het werk met onderbouwing en precisie te kunnen toeschrijven aan een meester. De financiële kant van het verhaal zou dan flink kunnen toenemen. Maar soms is de reis ernaartoe net zo waardevol en dat valt niet in klinkende munt uit te drukken. Het stimuleert de geest, de fantasie en de discussie. Er zijn weinig nuances te vinden. Je vindt het werk mooi of niet mooi. En daar kan je eindeloos met elkaar in discussie over gaan. Ik vind dat prachtig, daar is kunst ook voor bedoeld. ‘Jedes Kunstwerk ist eigentlich eine Skizze, die erst durch unsere Fantasie vollendet wird’ (Jean Paul).

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Edel van Utenhove is oprichter van Noble House Valuation, een onafhankelijk taxatie- en adviesbureau voor kunst, antiek en inboedel. Sinds 2008 biedt ze taxaties aan voor verzekering, successie of onderlinge verdeling. Tevens geeft ze advies bij aan- en verkoop van kunst en antiek.