Categorieën
2023 Highlights

Chinese muur in Fotomuseum Den Haag

De beelden van fotograaf Xiaoxiao Xu (1984) knallen je netvlies op en laten zich niet gemakkelijk negeren. Vanaf 27 mei is haar werk te zien in een tentoonstelling in Fotomuseum Den Haag. Tijdens deze expositie ligt de nadruk op twee van haar uitgebreide series, die allebei ook in boekvorm zijn uitgebracht: Watering my horse by a spring at the foot of the Long Wall (2020) en Shooting the tiger (2022).

Beelden waarin ze focust op de inwoners, tradities en gebruiken van haar geboorteland China. Xu emigreerde op haar veertiende vanuit het Zuidoosten van China naar Nederland, waar ze later cum laude de Fotoacademie afrondde. Je ziet in haar werk haarscherp de liefde die ze heeft voor het land waar ze werd geboren en de mensen die er wonen. Met bijzonder veel oog voor detail krijg je als kijker aan de ene kant een geschiedenisles en aan de andere kant een inkijkje in de vaak gesloten Chinese cultuur en samenleving. Van kleurrijke traditionele kleding en optochten tot een gruizig straatbeeld en grootse, verstilde landschappen die ogen als een dystopische filmset. Xu staat er middenin en tegelijkertijd ook helemaal niet, vanwege haar leven in Nederland. Het levert beelden op die regelmatig ontroeren en waarbij de minder glanzende kanten van de samenleving zeker niet worden ontweken, maar die toch zorgen dat je bij thuiskomst het liefst á la minute een reis naar China boekt.

Xiaoxiao Xu
Fotomuseum Den Haag
27 mei t/m 22 oktober 2023

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Columns

Column Collect: kunst en natuur

Met de zomer in het verschiet, kunnen we ons verheugen op verschillende kunstmanifestaties en biënnales op de agenda. Niet te missen zijn ook de permanente installaties in de beeldentuinen van bijvoorbeeld Museum Voorlinden en het Kröller-Müller Museum, twee collecties die beiden zijn ontstaan vanuit een privéverzameling.

De avontuurlijke kunstliefhebber plant deze zomer een trip door Zuid-Frankrijk om de talloze Fondations te bezoeken, gelegen op prachtige landgoederen en het decor voor de meest spectaculaire buitenkunst. Een must-see in deze regio is Chateau La Coste, een wijngaard met een uiterst interessant programma voor beeldende kunst. In de enorme binnenruimtes zijn wisselende exposities te zien van hedendaagse kunstenaars, maar de grote publiekstrekkers zijn de permanente sculpturen van onder andere Tracey Emin, Sophie Calle en Alexander Calder. Buiten de context van de steriele, witte muren van een tentoonstellingsruimte komen deze grote beeldhouwwerken pas echt tot leven. Persoonlijke favoriet is de gigantische spin van Louise Bourgeois. Dit werk is perfect geplaatst in een vijver, waardoor de grillige poten ook als reflectie in het spiegelende wateroppervlak te zien zijn. Het resultaat is een imposante verschijning, die door haar dynamische vormen elk moment lijkt te kunnen gaan bewegen.

Verzamelaars die liever het hele jaar door genieten van kunst én natuur doen er goed aan zich te verdiepen in kunstenaars die niet alleen inspiratie halen uit de natuur, maar dit ook als materiaal gebruiken. Een goed voorbeeld is Diana Scherer, die ingenieuze ‘tapijten’ maakt van geknoopte wortels. Scherer opereert op het snijvlak van kunst, wetenschap en design en is gefascineerd door het normaliter onzichtbare gedrag van de wortels van planten. Tijdens haar onderzoek kwam Scherer erachter dat wortels per plant sterk verschillen. Zo heeft gras delicate, haast zijdeachtige wortels en zijn die van kamille juist grof en wollig. De strengen van de plantenwortels gebruikt zij als een soort van garen waarmee ze patronen weeft. Dit doet ze niet op de traditionele manier van weven – door de wortels zelf te knopen – maar door het groeipatroon te manipuleren. Scherer dicteert de richting waarop de wortels zich uitstrekken middels een sjabloon, maar heeft geen totale controle over het groeiproces, en daarmee de uitkomst. Het is een interessante strijd tussen mens en natuur met een prachtig visueel resultaat. Dat werken met levend materiaal het nodige onderzoek en experiment behoeft mag duidelijk zijn. Scherer werkte samen met onder andere TU Delft en Radboud Universiteit Nijmegen. Daarnaast is een flinke portie geduld en een flexibele houding ook geen overbodige luxe. Als er een deadline is moet de kunstenaar immers rekening houden met de groeisnelheid van de wortels. Een nachtje extra hard doorwerken in het atelier haalt in dit geval weinig uit.

Nadine van den Bosch Kunst in de Natuur Anne Geene Diana Scherer Tableau Magazine
Diana Scherer, Interwoven, 2023

Vlekjes, gaten en randjes

Ook kunstenaar Anne Geene maakt graag gebruik van de natuur om haar heen. Een van haar werken is dit jaar te zien op de h3h biënnale. Waar Scherer haar materiaal stuurt en laat woekeren tot een verrassende uitkomst, ordent Geene heel minutieus de natuur om zich heen. Met grote precisie en engelengeduld schept Geene orde in het weelderige groen. Zo determineert ze de bladeren van planten en bomen op geheel eigen wijze, door bijvoorbeeld te kijken naar vlekjes, gaten of gekartelde randjes van een blad. De patronen die ze ontwaart vormen het uitgangspunt voor haar werk. In de enorme verzameling van bladeren, grassprietjes en takjes legt ze – vaak met een knipoog – visuele verbanden. Vervolgens worden de stukjes natuur vereeuwigd op fotopapier en lijkend op echte herbariums aan de muur gepresenteerd.

Tientallen blaadjes die allemaal hetzelfde door insecten aangevreten randje hebben en zo een nieuwe familie vormen

Onlangs dook Geene bijvoorbeeld in de tuin van het Kröller-Müller Museum, waar ze allerlei objecten uit de natuur verzamelde en sorteerde volgens door haar bepaalde kaders. Het resultaat was onder andere een collectie van tientallen blaadjes die allemaal hetzelfde door insecten aangevreten randje hadden en zo een nieuwe ‘familie’ vormen. Ook stenen ontkwamen niet aan de verzamelwoede van Geene. Keurig ordende ze kiezels op formaat en gewicht, als ware het een wetenschappelijke exercitie. Dat ze dit museum koos sluit mooi aan bij de ontstaansgeschiedenis. Oprichter Helene Kröller-Müller stond er om bekend haar collectie uiterst nauwkeurig vast te leggen, met dezelfde precisie en toewijding als Anne Geene de natuur ordent.

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Nadine van den Bosch is kunsthistoricus en co-founder van Young Collectors Circle, hét platform voor startende kunstverzamelaars. Daarnaast werkt ze als curator en kunstadviseur voor diverse (bedrijfs)collecties en is ze columnist en tekstschrijver.

Categorieën
2023 Highlights

Dubbelop in het Cobra Museum

Vijftig jaar geleden overleed een van de beroemdste kunstenaars uit de 20e eeuw: Pablo Picasso. Daarnaast is het dit jaar de 75e verjaardag van de internationale Cobra-beweging. Beide wapenfeiten kan het Cobra Museum in Amstelveen natuurlijk niet zomaar aan zich voorbij laten gaan.

In ‘Terug naar de bron’ leren we meer over de kindertijd van de illustere man en zijn culturele achtergrond: welke rol speelden dans en theater in zijn werk? Een van zijn bekendste uitspraken is ‘Ieder kind is een kunstenaar. De moeilijkheid is er een te blijven als je groot wordt.’ Het kind zien we terug in de experimentele aard van de tentoongestelde tekeningen, keramiek en etsen.

Picasso werd geboren in Málaga, zijn vader was eveneens kunstenaar. Zijn eerste schilderij maakte Pablo in 1890, toen hij negen jaar oud was: een stierenvechter in de arena, gemaakt in olieverf. Een paar jaar later overleed zijn zusje Conchita aan difterie, het maakte veel indruk op de kunstenaar in spe en kwam later regelmatig terug in zijn schilderijen. Op zijn dertiende werd Picasso toegelaten aan de Academie voor Schone Kunsten in Barcelona: het voor de toelating vereiste werk, het tekenen van een torso, maakte hij in één dag in plaats van de maand die ervoor stond. Men was zo onder de indruk dat hij de eerste twee jaren van de studie meteen mocht overslaan.

Pablo Picasso Cobra Museum Tableau Magazine
Pablo Picasso, Taureau, 1955

Vervolgens kun je in de tentoonstelling ‘Grenzeloos vrij’ stilstaan bij de verwantschap van Cobra met vrije expressieve kunstenaars door de jaren heen. Zij zagen Picasso als een van hun grote voorgangers, naast Paul Klee, Joan Miró en Wassily Kandinsky. In deze expo is er werk van Appel, Constant, Corneille en Jorn te zien, maar ook bijvoorbeeld Munch, en hedendaagse kunstenaars als Jonathan Meese en Cecily Brown.

Juist door al deze schilderijen, sculpturen, werken op papier, foto’s en keramiek zo dichtbij elkaar te kunnen bekijken, zie je hoe universeel Cobra eigenlijk was. De kunstenaars die tot deze avant-gardebeweging behoorden vonden het essentieel om hun ideeën met anderen te delen. Daarvoor zochten ze naar gelijkgestemden, die mee konden in hun honger naar speelsheid, provocatie en experimenteren. Vanaf het begin waren er grote verschillen tussen de individuele kunstenaars van de groep. Ook hun artistieke ontwikkeling verliep totaal verschillend. Toch is het niet te ontkennen wat hun impact was op de schilder- en beeldhouwkunst, en hoe overtuigend de expressieve kracht van veel werken nog steeds is.

Grenzeloos vrij – Van Appel tot Picasso 
De andere Picasso – Terug naar de bron
Cobra Museum
resp. tot en met 8 oktober en 17 september
2023

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Van Goghs laatste maanden in Auvers

Het Van Gogh Museum in Amsterdam en het Musée d’Orsay in Parijs tonen voor het eerst het vrijwel volledige werk dat Vincent Van Gogh maakte in Auvers-sur-Oise. Een periode van twee bijzonder intensieve en creatieve maanden, tot op de laatste dag van zijn leven.

Toen Vincent van Gogh op 20 mei 1890 in Auvers-sur-Oise aankwam, lag zijn leven met 37 jaar al achter hem. Het ging alleen nog maar ‘bergafwaarts’, zo schreef hij aan zijn broer. Alles was misgelopen: zijn schilderijen waren ‘waardeloos’ en zijn grote droom – die hem tot op de laatste dag van zijn leven zou bezighouden – om een ‘atelier van de toekomst’ op te richten, waar de beter verdienende schilder de helemaal niets verdienende zou steunen, was mislukt. Na enkele mooie maanden met Paul Gauguin hadden ze ruzie gekregen over een minuscuul zinnetje van Degas en had Vincent in een aanval zijn rechteroor afgesneden, in een envelop gestopt en het in een bordeel aan een arme naaister gegeven, die flauwviel. Hij werd in een ziekenhuis opgenomen en toen hij weer thuiskwam schreven vijftig buren een petitie aan de burgemeester van Arles, om hem te verdrijven. Zo kon het niet meer verder gaan.

Vincent Van Gogh Museum Musee d'Orsay Auvers Tableau Magazine
Vincent van Gogh, De kerk van Auvers-sur-Oise, 1890, collectie Musée d’Orsay © Musée d’Orsay, Dist. RMN-Grand Palais / Patrice Schmidt

Vincent vroeg toen om opname in een ‘gekkenhuis’ in Saint-Rémy-de-Provence, waar hij zich veilig voelde. Want daar werd hij bijzonder goed behandeld en zag hij hoe de ene patiënt de andere hielp, wanneer die een aanval kreeg. En hij mocht ook in de natuur schilderen onder begeleiding van een verpleger, die hem op een dag naar huis droeg, toen hij in de felle zon weer een aanval kreeg. Theo wilde hem dichterbij Parijs hebben in een milder klimaat, maar Vincent wilde zijn jongere broer niet lastig vallen, nu Theo getrouwd was met Jo (Johanna) en zij een zoon, Vincent, hadden gekregen. Maar toen hij in Saint-Rémy de verftubes begon op te eten die Theo onvermoeibaar uit Parijs stuurde – want ze moesten van de Père Tanguy komen, zodat deze vriendelijke kunsthandelaar ook nog iets verdiende – was de maat vol. Vincent kwam via Parijs naar het dertig kilometer noordelijker gelegen dorpje Auvers, idyllisch aan de kleine rivier Oise gelegen. Hier wachtte een werkelijke engel op hem: Dokter Paul Gachet was niet alleen een arts, gespecialiseerd in melancholie (depressie), die vele kunstenaars behandelde (Courbet, Cézanne, Pissarro) en bereid was schilderijen aan te nemen als vergoeding (een grote eer voor Van Gogh!). Gachet was zelf ook een schilder en etser. Vincent zag direct een ‘nieuwe broer’ in hem: hij vond hem nog ‘zieker en melancholischer’ dan zichzelf. Ze konden uren over kunst praten en Vincent schreef aan zijn moeder: ‘Gachet zegt dat werken nog het beste is om in mijn geval er bovenop te komen’. Hij ging direct aan de slag.

Vincent Van Gogh Museum Musee d'Orsay Auvers Tableau Magazine
Vincent van Gogh, Dokter Paul Gachet, 1890, collectie Musée d’Orsay © Musée d’Orsay, Dist. RMN-Grand Palais / Patrice Schmidt

Nauwelijks aangekomen, schilderde hij twee meesterwerken: De kerk van Auvers-sur-Oise en het Portret van dokter Paul Gachet. De kerk herinnerde hem aan Nuenen (zoals hij aan zijn zuster schreef ) en in de compositie ging hij terug op Carel Fabritius, een leerling van zijn geliefde Rembrandt, die hij zo ‘menselijk’ en zelfs ‘teder’ vond. Maar in de kleuren werd hij veel feller: ze werden expressief en uitbundig, vooral in de ‘nieuwe tinten van donkerblauw’ (waar hij zeer trots op was). Hetzelfde ‘cobaltblauw’ vinden we terug in het portret van Gachet, waarop hij er heel anders uitziet als op de andere portretten uit dezelfde tijd. Vincent stileerde hem tot een melancholicus (het steunen op de rechterhand gaat terug op de beroemde prent van Dürer Melencolia) met indringende blauwe ogen, die Gachet niet had – het waren Vincents eigen ogen! Want het werd een ‘modern portret’ (zoals hij schreef ), waar hij een ‘ziel’ portretteerde en niet een ‘fotografische gelijkenis’.

De bloem die Gachet in de hand houdt, een vingerhoedskruid (die trouwens nooit blauw is), zorgde achteraf voor veel commentaar. Want het vingerhoedskruid was destijds een hartmedicijn en het is mogelijk dat Gachet, die met homeopathie experimenteerde, dit aan Vincent voor heeft geschreven. Van Gogh kreeg in Auvers geen aanval meer en kon aan zijn moeder schrijven, dat ‘de onrust in mijn hoofd zoo veel is bedaard’ en ‘de symptomen van de kwaal’ verdwenen. Hij bloeide op, vond zijn ‘betrekkelijke werkkracht’ terug, stond ’s morgens om vijf uur op om ’s avonds al om negen naar bed te gaan. 

Elke dag een kunstwerk

Zo werden de twee maanden in Auvers (van 20 mei tot 27 juli 1890) bijzonder productief: 74 schilderijen, 33 tekeningen (het enige bekende schetsboek niet meegerekend) en ook de enige etsen die hij ooit heeft gemaakt. Dat is dus minstens één kunstwerk per dag! Dit allemaal dankzij Gachet, waar Vincent kon aanlopen wanneer hij wilde en vaak mee aan tafel zat – ook al vond hij die Franse maaltijden met vier gangen ‘veel te zwaar’. 

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Van Gogh in Auvers, zijn laatste maanden
Van Gogh Museum (tot en met 3 september)

Musée d’Orsay (26 september tot en met 28 januari 2024)

Categorieën
2023 Highlights

Amsterdam Art Week: de stad als artistiek ecosysteem

Tijdens de elfde editie van Amsterdam Art Week verandert de hoofdstad in een internationale ontmoetingsplaats voor kunstliefhebbers, verzamelaars en kunstenaars. Martine Halsema, directeur van Amsterdam Art, zet in op verbinding en ontmoeting.

In een breed programma van tentoonstellingen, openingen, performances, lezingen en artist talks laat Amsterdam Art zien wat de ontwikkelingen zijn op het gebied van hedendaagse kunst in een samenwerking van vijftig galeries, musea, projectruimtes en residenties, verspreid over de gehele stad. Met Martina Halsema als nieuwe directeur staat er iemand aan het roer die de organisatie en partners van Amsterdam Art al goed kent: ‘Iedereen die iets met kunst heeft kan zich vijf dagen lang onderdompelen in een veelzijdig programma dat dit jaar nadrukkelijk inzet op het verbinden van de vele spelers in het Amsterdamse kunstenveld.’

Kruisbestuiving

Halsema: ‘Mijn doel is de verbinding tussen de vele kunstinstellingen en initiatieven die de stad rijk is te versterken waardoor een inhoudelijke kruisbestuiving ontstaat. Dit doen we bijvoorbeeld met de kick-off conversations in Pakhuis de Zwijger, waar ik in gesprek ga met onder meer Margriet Schavemaker (Artistiek Directeur Amsterdam Museum), Emily Ansenk (Directeur Holland Festival) en Lara Khaldi (Artistiek Directeur De Appel). Met dit soort presentaties brengen we een netwerk samen van partijen die anders niet samen zouden komen. Mijn kracht ligt in het samenbrengen van mensen en initiatieven.Verder moeten we de krachten die zich al in Amsterdam bevinden activeren en motiveren om tot nieuwe ideeën te komen. We gaan dus meer mikken op cultureel ondernemers en creatieve instellingen. Er zijn zoveel getalenteerde mensen in deze stad. Die samenbrengen, dat is een van mijn grote uitdagingen. Bovendien voel ik die behoefte vanuit het veld.’

Amsterdam Art Week Martina Halsema Tableau Magazine
Dina Danish, The Forum, 2023, bij Stigter van Doesburg

Het mooie is dat je op ontdekkingstocht kunt gaan langs vijftig locaties in de stad, met een aantal hidden gems. Zo krijg je ook veel van Amsterdam mee. We zijn een wereldstad op kleine schaal, heel charmant, maar wel met internationaal toptalent.

Uniek karakter

Amsterdam blijft Halsema intrigeren: ‘Dat komt door het unieke karakter en de aanwezigheid van residenties als De Ateliers, de Rijksakademie, de galeries, musea en projectruimtes waar kunstenaars kunnen experimenteren. Hier floreert een artistiek ecosysteem dat zowel kunstenaars trekt als een lokaal en internationaal publiek. Dit onder­ streept het belang van Amsterdam als hedendaagse beeldende kunststad. We hebben programma’s voor enerzijds het Nederlandse en Amsterdamse publiek, en anderzijds voor internationale kunstprofessionals. Zo zetten wij de stad nog steviger op de kaart als epicentrum van de hedendaagse kunst. Hoogtepunt van de Art Amsterdam Week is de opening van de Open Studios op de Rijksakademie door Staatssecretaris Gunay Uslu. Daar kunnen bezoekers kennis maken met het werk van 47 internationale, multidisciplinaire kunstenaars die hun ateliers openstellen voor publiek.’

Het verrassingselement speelt een grote rol tijdens Amsterdam Art Week. Halsema: ‘Het mooie is dat je op ontdekkingstocht kunt gaan langs vijftig locaties in de stad, met een aantal hidden gems. Zoals de Stevenson Gallery, verstopt op de Prinsengracht, de Diego Diez Gallery in de oude rechtbank en ISO, een broedplaats in West. Hierdoor krijg je ook veel van Amsterdam mee. We zijn een wereldstad op kleine schaal, heel charmant, maar wel met internationaal toptalent. Daar ligt het vermogen van de stad om zich internationaal te profileren. Tel daarbij op de charme van ons evenement: al die bekende en nieuwe plekken die de dynamiek van Amsterdam benadrukken en die het aantrekkelijk maken om op onderzoek te gaan naar alle creatieve programma’s die de deelnemers ontwikkelen. Ondertussen is ons team het hele jaar door bezig met overkoepelende samenwerkingen en het aantrekken van fondsen, partnerships, verzamelaars en buitenlandse kunstprofessionals.’

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Amsterdam Art Week
31 mei t/m 4 juni op vijftig locaties door de hele stad

Categorieën
2023 Stories

Van iets naar niets: de ontdekkingsreis naar moderne kunst

Terugkijkend op de kunstgeschiedenis hebben kunstenaars in elke periode hun eigen vraagstukken op te lossen. Maar wat als de wetenschappelijke en culturele ontwikkelingen elkaar zo snel opvolgen dat ze de gebaande paden onder je voeten wegslaan? Als er in de verste verte geen weg meer te bekennen is, welke kant ga je dan op? Is er dan alleen nog maar licht en kleur? Luister je naar je gevoel en kies je voor symboliek? Of zoek je onophoudelijk naar vereenvoudiging, totdat iets verandert in niets? In de tentoonstelling ‘After Impressionism. Inventing Modern Art’ over de aanloop naar de moderne kunst gaat The National Gallery in Londen op zoek naar antwoorden in de exceptionele periode van 1886 tot 1914.

De ontwikkeling naar moderne kunst begon grof gezegd met de breuk in traditie die het impressionisme teweegbracht. De impressionisten in Parijs vroegen zich af of de kunst van de traditionele Franse academie nog wel relevant was. Hoe natuurgetrouw kan een voorstelling eigenlijk zijn?

Moderne Kunst Modernisme National Gallery Londen Tableau Magazine
Paul Gauguin, Visioen na de preek (Jacob en de engel), 1888, National Galleries of Scotland © National Galleries of Scotland

Als je een vluchtig moment wil vangen is er geen tijd om uit te meten hoe het perspectief het best opgetekend kan wor­den, om de kleuren precies te mengen en een voorbij vliegende vogel is dan eerder een streep dan een dier met veren en een snavel. Door de naturalistische traditie los te laten, zich te verenigen en eigen tentoonstellingen te organi­seren, ondervonden kunstenaars voor het eerst dat er veel meer mogelijk was. Daarbij markeert de uitvinding van de fotografie een belangrijke verandering in hoe er tegen het doel van kunst aangekeken werd. Vanaf 1880 werd de vraag hoe kunst zich verhield tot de buitenwereld steeds groter. Kon alles beschouwd worden als kunst of was het ook be­langrijk dat er een boodschap achter zat? Drie sleutelfiguren in de ontwikkeling van deze avant garde kunst waren Paul Cezanne*, Vincent van Gogh en Paul Gauguin.

Cezanne

Paul Cezanne onderzocht hoe hij volume en ruimte kon weergeven in een tweedimensionaal vlak. Was het gebruik van perspectief cruciaal in een voorstelling of kon het ook zonder deze strikte regels? Hoe moest hij motieven op­ bouwen, hoe uitte zich dat in vorm en uiteindelijk in de voorstelling? En tot op welke hoogte kun je motieven vereen­voudigen? Hij vertaalde zijn observaties naar een steeds van richting veranderende penseelstreek, zoals te zien in Mont Sainte-Victoire uit 1902-­06. Hij schilderde de bomen, rotsen, wegen en zelfs de lucht als op elkaar gestapelde vakken. Hij daagt het oog van de toeschouwer uit door te rommelen met de regels van het perspectief. In plaats van verticale lijnen naar een verdwijnpunt aan te brengen, zijn veel van de lijnen juist horizontaal.

Cezanne daagt het oog van de toeschouwer uit door te rommelen met de regels van het perspectief

Moderne Kunst Modernisme National Gallery Londen Tableau Magazine
Paul Cezanne, Mont Sainte-Victoire, 1902-06, © Philadelphia Museum of Art, Pennsylvania (gift van Helen Tyson Madeira, 1977)

Van Gogh

Vincent van Gogh verhuisde in 1886 naar Parijs en maakte daar een enorme ontwikkeling door toen hij het werk van de neo-impressionisten zag. Hij begon daarna zelf de grenzen van het naturalisme op te zoeken door gebruik te maken van een expressief kleurenpalet. Hij ontdekte dat hij door middel van kleur zijn humeur naar het doek kon vertalen en dat hij de verschillende oppervlaktes van objecten kon benadruk­ken door korte en langere verfstreken met elkaar af te wisselen. Niet alleen kon hij zijn eigen emotie in zijn schilde­rijen kwijt, door de verf in zwierige dikke streken op te brengen kon hij ook de kracht van de natuur, de beweging van de wind en de intensiteit van het licht opvoeren als een theaterstuk. In Zonsondergang in Montmanjour (1888) lijkt alles zich te bewegen in een zacht briesje tijdens de laatste momenten van een hete dag.

Gauguin

Van deze drie sleutelfiguren maakte Paul Gauguin misschien wel de meest dramatische ontwikkeling door. Vooral in zijn latere werk liet hij zich steeds meer inspireren door de subjec­tieve wereld van dromen en visioenen. Een bron van inspiratie voor deze ideeën waren het eenvoudige boeren­leven in Bretagne en niet­-westerse culturen en hun tradities. Een belangrijk moment in zijn carrière was zijn bezoek aan Van Gogh in Arles in 1888, waar hij De Wijnoogst maakte. Te zien zijn Bretonse boerenvrouwen die hij schilderde uit zijn geheugen. Op de voorgrond zit nog een vrouw, haar groe­nige gezicht niet passend bij haar zachtroze vlezige armen. Gauguin baseerde haar op een Peruviaanse mummie die hij eerder had gezien in het Etnografisch Museum in Parijs. De figuren dwalen in een onnatuurlijke achtergrond van okergeel, rood en wit.

Tijdens zijn verblijf bij Van Gogh kristalliseerde het idee in zijn hoofd uit dat een voorstelling van een droom een weergave van de realiteit zou kunnen overtreffen. Een zo’n revolutionair idee dat er ruzie tussen de vrienden ontstond en Gauguin Arles verliet, Van Gogh ontredderd achterlatend.

Gauguin zag kunstenaars als uitverkoren personen, die net als priesters de vertaalslag konden maken tussen de tastbare wereld en de mystieke wereld. Dit resulteerde in symbolische weergaven van zijn belevingswereld, in voorstellingen met platte figuren en achtergronden in dominante kleuren, zoals Het visioen van de preek (Jacob worstelt met de engel) uit 1888. Dit idee was baanbrekend omdat kunst niet langer een weergave van iets tastbaars hoefde te zijn, naturalistisch of niet.

Moderne Kunst Modernisme National Gallery Londen Tableau Magazine
Vassily Kandinsky, Beiers dorp met een veld, 1908, privécollectie © 2011 Christie’s Images Limited

In heel Europa begon een tijd van welvaart als gevolg van de industrialisatie en nieuwe wetenschappelijke uitvin­dingen. Europa werd steeds makkelijker te bereizen wat voor kunstenaars een uitkomst was. Het epicentrum van al deze ontwikkelingen was bij uitstek Parijs, waar schilders, beeldhouwers, schrijvers en musici bij elkaar kwamen en zich organiseerden in exposities, vrije academies en kunstcafe’s. Rond het einde van de jaren 1880 worden de stijlen steeds radicaler. 

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

After Impressionism: Inventing Modern Art
The National Gallery (Londen)
t/m 13 augustus 2023

*schrijfwijze die The National Gallery hanteert

Categorieën
2023 Stories

Hilma af Klint: eenheid voorbij het zichtbare

Hilma af Klint (1862-1944) moet tijdens haar intens productieve leven concluderen dat de wereld nog niet klaar is voor haar in meerdere opzichten grootse oeuvre. Maar nu, bijna tachtig jaar na haar dood, wordt ze opgenomen in een warme, wereldwijde omhelzing van erkenning. Na Arnhem, Stockholm, New York, Sidney en Londen komt een royale selectie van haar fascinerende werk deze zomer naar Den Haag. Haar gastheer? Piet Mondriaan.

Iets om je popelend op te verheugen: oog in oog staan met een kamerhoog schilderij van wolkenluchtblauw met daarop grote cirkels en ellipsen in nachtblauw, aarde-oranje en vlezig roze, in beweging gebracht door in zichzelf krullende lijnen en wentelende zachtroze en gele bloemvormen. En draai je weg van Nr 2 van grupp IV, beter bekend als De Tio Största (De Tien Grootste, 1907), dan blijk je te zijn omgeven door nóg negen van deze overrompelende doeken. Hilma af Klint beschrijft in deze meer dan levens­ grote schilderijen vol kleur vier levensstadia. De eerste twee verbeelden de kindertijd en nummer drie en vier – oranje doeken vol spiralen en cirkels – de jeugd. Vier doeken om­spannen in paarsig roze volwassenheid, waarin plant­ en lettervormen de overhand hebben. Bij de laatste twee, ouder­dom, verdwijnt de kleur langzaam uit het werk en verschijnen er meer geometrische patronen.

De tien komen allemaal naar Den Haag, verzekert conserva­tor Laura Stamps. Maar eerst gaan ze naar Tate Modern, om daar onder meer Mondriaans Rode Wolk (1907) en zijn meest theosofische werk Evolutie-triptiek (1911) te ontmoeten. Met de tentoonstelling ‘Forms of Life’ tonen de twee musea na elkaar beide pioniers in abstractie en willen ze ‘laten zien dat hun eigenzinnige stijlen mede zijn ontstaan uit een gedeelde fascinatie voor spirituele bronnen en het verlangen om de krachten achter het leven op aarde te begrijpen.’

Spiraalvormige tempel

Dat de wereld voorlopig niet ontvankelijk zou zijn voor Hilma af Klints werk, bleek al tijdens haar leven. Ze gaf haar neef Erik af Klint daarom de opvallende opdracht een groot deel van haar nalatenschap – bestaande uit meer dan 1000 schilderijen, tekeningen en notitieboeken – na haar dood nog twintig jaar achter gesloten deuren te bewaren. De marge ruim nemend, klopte de Zweedse marine officier in 1970 aan bij Moderna Museet in haar thuishaven Stockholm. ‘She’s a spiritualist, not an artist’, was echter het oordeel. Zelfs vijftien jaar later bleek de tijd nog niet geheel rijp. Af Klint maakte deel uit van de reizende groepstentoonstel­ling ‘The Spiritual in Art – 1890-­1985’ met onder meer Kandinsky en Malevich. Hoewel nummer 17 uit haar serie Svanen (1914­15) – een rode achtergrond met in het midden in elkaar grijpende halve cirkels in verschillende kleuren – op de omslag van de Nederlandstalige catalogus prijkt, wordt Af Klint door critici aan de kant geschoven als een verdwaalde mysticus tussen de grootmeesters van abstractie.

Hilma af Klint Piet Mondriaan Tate Modern Gemeentemuseum Kunstmuseum Den Haag Tableau Magazine
Hilma af Klint, The Ten Largest, Group IV, No. 3, Youth, 1907, courtesy of The Hilma af Klint Foundation | Hilma af Klint, Tree of Knowledge, The W Series, No. 1, 1913-1915, courtesy of The Hilma af Klint Foundation

Het zou nog tot 2013 duren voor Moderna Museet in Stockholm een zeer succesvolle solotentoonstelling organiseerde. Vijf jaar later gevolgd door de alle bezoekersrecords brekende solo in Guggenheim New York. Dit museum wonderlijk overeen­komstig met de gedroomde plek voor de kunstenaar: voor haar 193­-delige serie Målningarna till templet (schilderijen voor de tempel, 1906-1915) ontwierp Af Klint een gebouw met een spiraalvormige ruimte. Met 600.000 bezoekers schuift zij Kandinsky, zelfverklaarde pionier van abstractie, van zijn troon. Mensen delen hun enthousiasme massaal op Instagram, Hilma af Klint blijkt de perfecte kunstenaar van deze tijd; een volstrekt moedige, vooruitstrevende vrouwelijke vegetariër en visionair, die een diepe, bezielde verbinding zocht met natuur en kosmos. Belangrijkste missie: de wereld laten zien dat we allemaal één zijn. Met schijnbaar onvermoeibare overgave heeft ze haar kunstenaarschap gewijd aan het maken van uitgebreide series waarin ze de ondoorgrondelijke wegen van het leven probeert te vangen met een hoogstpersoonlijke beeldtaal en zich voortdurend repeterende symbolen, zoals de alomtegenwoordige slak – die met de spiraalvorm van het huisje staat voor ontwikkeling en tegelijk met de tweeslachtigheid het mannelijke en vrouwelijke in zich verenigd.

Spirituele kunstenaars

Natuurlijk was Af Klint kunstenaar én spiritualist. Toen Hilma af Klint na een jaar van ontgiften en meditatie in 1907 op haar knieën op de grond op grote vellen papier haar kwast in cirkels liet bewegen voor De Tio Största, was ze een gerespecteerd kunstenaar die – in 1888 cum laude afgestudeerd aan de Koninklijke Academie in Stockholm – succesvol was met haar landschappen, portretten en botanische illustraties. Haar interesse voor het occulte liep daaraan al vanaf haar zeventiende parallel. 

De fascinatie voor bovennatuurlijke zaken was tijdens de eeuwwisseling volstrekt gebruikelijk en werd aangewakkerd door de stortvloed aan wetenschappelijke ontdekkingen op het gebied van natuur- en scheikunde; van de onmogelijke geachte splitsing van atomen tot Curies ontdekking van radioactiviteit. Zowel God als de wetenschap lagen onder een vergrootglas en de zichtbare werkelijkheid bleek slechts een dun laagje over een eindeloosheid aan mogelijkheden.

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Hilma af Klint & Piet Mondrian: Forms of Life
Tate Modern (Londen), 20 April – 3 September 2023
Kunstmuseum (Den Haag), 7 oktober 2023 t/m 25 februari 2024

Bij de tentoonstelling verschijnt de rijk geïllustreerde catalogus Hilma af Klint & Piet Mondrian: Forms of Life met tekstbijdragen van o.a. Laura Stamps, Caro Verbeek, David Birnbaum, 240 p., prijs €45

Categorieën
2023 Advertorials Highlights

Avant Garde, Friesland style

Uren rondhangen in een museum is leeftijdsloos genieten, of je nu van hypermodern of historisch houdt. In Friesland maak je kennis met kunstenaars die de tijd doorstaan en roots in de provincie hebben. Alma Tadema, Escher, Jan Mankes, en ook een eigenzinnig en filosofisch man als Jopie Huisman. Friesland heeft haar eigen Avant Garde, de vooruitstrevende voorhoede van trendsetters die anderen doet volgen. Ontdek je eigen stijl in deze eigenzinnige provincie.

11fountains Friesland Tableau Magazine
De Vis door Mark Dion in Stavoren, een van de 11fountains. Foto: Mijke Bos

Wist je dat in de elf steden van Friesland, elf kunstwerken te zien zijn van elf internationaal gerenommeerde kunstenaars? De 11fountains zijn daarmee de grootste beeldentuin van Europa. De fonteinen dragen de historie en vibe van de stad in zich, zoals de kunstenaar die stad zag, vormgegeven in water. Een schaal met spiegelende bloemen van de Japanse kunstenaar Shinji Ohmaki reflecteert de Friese stinseplanten en combineert dit met Ikebana, de Japanse kunst van bloemschikken. In de haven van Stavoren ligt een vis die ontsprongen lijkt te zijn uit de kanttekeningen van een Middeleeuws geschrift, de gapende muil op de zee gericht, druipend van het water. En zo zijn er nóg negen wonderlijke fonteinen te vinden.

11fountains Friesland Tableau Magazine
Avant Garde in het Jopie Huisman museum te Workum. Foto: Marleen Annema

Friesland heeft een eigen kijk op kunst en cultuur die niet onderdoet voor de culturele metropolen in de wereld. Ze doen het hier alleen net even anders, wat eigenzinniger, wat bjusterbaarliker, zoals de Friezen zeggen: wonderbaarlijker.

Cultuur in Friesland

Categorieën
2023 Highlights

Ontgroening in het Centraal Museum

Het is een bijzonder verhaal, dat van De Bentvueghels. Het beruchte genootschap, bestaande uit kunstenaars uit de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, verenigde zich rond 1620 in Rome. Hun opvallende naam refereerde aan hoe ze zichzelf zagen: als een groep kleurrijke vogels. Ze gingen met gestrekt been in tegen de Rooms-Katholieke kerk en kunstenaarsvereniging Accademia di San Luca en ja, dat mocht en kon ook eindigen in een drinkgelag.

Rome bleek ook voor hen een bron van inspiratie in betrekking tot hun werk. Ze waren dan wel jong en onbezonnen, maar ook verbonden in hun liefde voor de stad en de schilderkunst. Overigens was het nog niet zo eenvoudig om je bij deze groep aan te sluiten; er kwam een uitgebreid ontgroeningsritueel bij kijken, net als een flinke berg geld om een banket mee te bekostigen. Een wereld die we in onze eigen tijd herkennen als het studentencorps, waarin de kunstenaars elkaar bijnamen gaven die soms behoorlijk pijnlijk konden zijn. Zoals Jan Asselijn, die Krabbetje werd genoemd: hij had een handicap aan zijn hand, met kromme vingers, waardoor hij amper een schilderspalet kon vasthouden. De groepsleden lieten allerlei lolligheden achter op de muren van ruimtes waar ze samenkwamen, als een soort graffiti, en verzonnen hun eigen liedjes, gezegden en oneliners (‘Wie gek geboren is, geneest nooit’).

Verderop in het Centraal Museum wordt de film Brussels, 2016 uit 2017 vertoond, van Sara Sejin Chan oftewel Sara van der Heide (1977, Busan). Ook hedendaagse kunstenaars zoeken regelmatig een tijdelijke werkplek in het buitenland, om te kunnen focussen op hun kunst en zich te laten inspireren. In deze film zien we hoe de werkelijkheid haar studio binnenkomt, tijdens een residency
in Brussel. Ze toont de stad vanuit het perspectief van een denkbeeldig gesprek met haar (onbekende) moeder. Dat doet
ze op een gevoelig moment: direct na de bomaanslagen, waarbij 32 doden vielen, en vlak voor het Brexit-referendum.

De Bentvueghels & Annex: Sara Sejin Chang (Sara van der Heide)
Centraal Museum
t/m 4 juni 2023

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Tableau Portret: Gunay Uslu

Op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) betreden we de werkkamer van Gunay Uslu, staatssecretaris voor Cultuur en Media. De bewindsvrouw blijkt een liefhebber van hedendaagse kunst. De veelzijdige salonopstelling toont een persoonlijke keuze uit de immense Rijkscollectie. Bijkans elke plek wordt ingenomen door een kunstwerk.

Het leven van een bewindspersoon van Cultuur is er een van keuzes maken. De PAN wel bezocht, de TEFAF niet, de Amsterdam Art Week wel geopend, maar zovele kunst-evenementen niet. Te weinig tijd om alles te bezoeken. Gunay Uslu: ‘Ik zou veel meer willen bijwonen. Kunst en cultuur zijn voor mij onmisbaar. Het is zo breed, al die verhalen, met vaak het werk van Homerus als basis voor inspiratie.’ Als cultuurwetenschapper promoveerde Uslu op dit onderwerp. Geen wonder dat zij bij musea belandde als het Allard Pierson, het Rijksmuseum en het Amsterdam Museum. Daar maakte zij als curator en conservator tentoonstellingen en hield ze zich bezig met educatie. Bij de UvA was zij actief als docent Cultuurwetenschappen. En dan nu bij OCW: de juiste persoon op de juiste plek. ‘Het museum is voor mij een plek voor onderwijs en onderzoek, een plek vol verhalen, inzichten, bezinning, bezieling, ontwikkeling en persoonlijke groei. Kunst en cultuur voeden de geest.’

Een leven zonder kunst kan ik mij niet voorstellen.

Gunay Uslu Staatssecretaris Cultuur en Media Tableau Magazine
Joyce Overheul, Je mag ook niks meer zeggen), 2022

Waardering uitspreken

In de laatste Huizingalezing riep Gunay Uslu op tot herwaardering van de belangrijke rol van kunst en cultuur in ieders leven. Hoe draagt een staatssecretaris bij aan de verwezenlijking van dit streven? Uslu: ‘Dat begint door allereerst die waardering uit te spreken. Dat kunst en cultuur belangrijk zijn. Dat de makers belangrijk zijn. Dat doen we te weinig. We moeten ons realiseren dat we zonder makers geen kunst en cultuur hebben. Dus begin bij de bron en versterk de positie van de makers. Bijvoorbeeld door fairpay en door beleid dat wij kunnen ontwikkelen. We moeten zoveel mogelijk laten zien wat er gebeurt in de culturele wereld. En bewindspersonen verleiden om zich uit te spreken om naar voorstellingen te gaan en andere culturele uitingen. Ik heb een missie. In deze korte periode dat ik hier zit wil ik de waardering en het enthousiasme aanjagen. Net als de samenwerking met andere departementen. Voor crossovers kijk ik onder meer naar de zorg, financiën en ruimtelijke ordening. Cultuur zit immers overal.’

Meer middelen voor cultuur

Het belang van investeren in kunst en cultuur is evident voor Uslu: ‘We moeten het gesprek aangaan met het bedrijfsleven. Laatst hield ik een lezing bij een groot netwerk van bedrijven en ondernemers om te vertellen wat we doen en wat commerciële organisaties zelf kunnen bijdragen. Zo maken we cultuur aantrekkelijker en zien ook deze partijen het belang in om zich uit te spreken. We hebben een plan, een doel, een budget en stakeholders. Zo kijk ik met mijn ervaring uit het bedrijfsleven. Helaas kan ik geen extra miljard regelen voor de cultuursector. Wel kan ik de positie van de sector versterken. Dat is mijn doelstelling. Om extra middelen in te zetten voor de makers en voor een eerlijke beloning. En voor de bibliotheken, de meest toegankelijke manier om met kunst en cultuur in aanraking te komen. Het zijn bepaalde keuzes die je maakt. Door samenwerkingen kunnen we financieel gaan bundelen en stapelen. Dan creëer je als het ware meer middelen, meer budget. Dan wordt het vanzelf­ sprekend dat heel andere partijen gaan investeren in cultuur. Zo werken we samen met staatssecretaris Van Rij om het fiscaal aantrekkelijker te maken om in deze sector te investeren. Het is echt tijd voor zo’n omslag, dat meer organisaties kunst en cultuur gaan omarmen. Dat er een gevoel van trots ontstaat. En verbinding. Zonder kunst en cultuur zijn we geen samenleving. We willen toch geen aggregaat van losse individuen zijn?’

Gunay Uslu Staatssecretaris Cultuur en Media Tableau Magazine
Farida Sedoc, Freetown – Alex, 2016

Trots op onze cultuur

Cultuur en kunst: het mag altijd meer. En daarom zoekt Gunay Uslu steeds naar nieuwe middelen: ‘Het zit ‘m echt in het kennen, herkennen, benoemen en toe­-eigenen. Je kunt in gesprekken namen noemen als Rem Koolhaas, Studio Drift, Johan Huizinga, Joyce Overheul, Duran Lantink, Iris van Herpen, Jan Snoek. We mogen trots zijn op wat onze cultuur heeft voortgebracht. Dat geldt net zo goed voor de fanfare, fashion, het bloemencorso, de gaming industrie en onze internationaal succesvolle DJ’s: benoem dat. En inderdaad, ik heb nog maar twee jaar. Voor een tweede termijn moet je natuurlijk gevraagd worden. Daarom moeten we hard werken aan het behalen van mijn doelen. Ik wil heel graag iets afmaken en de ingeslagen weg van hervorming van het cultuurbestel afleggen. Ik hoor vaak van de jongere generatie dat ze niet door het systeem komen. Dat is dus aan her­ziening toe. Hoe kunnen we het toegankelijker maken en zorgen voor meer doorstroom? Dat is een onderwerp dat ik heel graag zou willen afmaken. Dan is deze periode te kort en kan ik alleen maar de steigers neerzetten.’

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Art Dubai

Art Dubai is de grootste kunstbeurs van de global south, uiteraard want bijna alles in Dubai is het grootst of het hoogst of anderszins indrukwekkend en dat dragen ze hier heel nadrukkelijk uit. Tableau bracht afgelopen maart een bezoek aan Art Dubai.

‘We do not wait for things to happen, rather we make them happen.’ Dit citaat van Sjeik Rashid staat op de muur van het bezoekerscentrum van The Palm in Dubai en is typerend voor de stad. Make things happen. Nieuw land in de zee krijgt met meer fantasie dan in Nederland de vorm van een palmboom, want ook het show element is hier belangrijk. Nadat in de jaren 60 olie gevonden werd is de stad opgebouwd en werd ingezet op handel, transport en toerisme. Architectuur speelde vanaf het begin een rol. De Britse architect Tom Wright werd gevraagd een iconisch gebouw te ontwerpen dat Dubai op de kaart zou zetten. Dat werd de Burj El Arab, een gebouw dat doet denken aan een zeilboot en is geïnspireerd op de vissers die hier vroeger woonden. De opening was in 1999 en het was een instant succes. Het zorgde voor veel publiciteit. Net als recenter The Palm en Burj Khalifa, het hoogste gebouw ter wereld. Dubai werd een merk en iedereen bouwt daaraan mee. De mentaliteit is optimistisch en toekomstgericht. Mede omdat het een jong land is. Ze bedenken iets en gaan het gewoon doen. En dat kan ook. Financieel zijn de mogelijkheden er en de geografische positie maakt de reisafstand vanuit verschillende hoeken van de wereld acceptabel. Zo kan Dubai een ideaal tussenstation zijn. Net als de Verenigde Arabische Emiraten als geheel, waar steeds meer musea en kunst events verrijzen.

Art Dubai Tableau Magazine
Rana Begum, Dappled Light, 2023, installatie in kunsthal Concrete

Global south

Art Dubai begon in 2007 met veertig galeries en is uitgegroeid tot een internationale beurs met dit jaar ruim 130 galeries, een uitgebreid randprogramma met educatie en discussie en voor de tweede keer Art Dubai Digital. Ruim 60% van de deelnemers komt uit de MENASA regio (Middle East, North Africa & South Asia), wat nadrukkelijk het focusgebied is van de fair, zowel in de kunst als de deelnemende galeries. Er zijn 24 galeries uit Dubai zelf, meer dan ooit, wat ook de groei van de kunstsector in de stad laat zien.

Art Dubai profileert zich als dé beurs die kunst uit deze omgeving op de kaart zet. Artistiek directeur Pablo del Val: ‘Het is een showcase van dingen die je niet ziet in de mainstream kunstwereld, een niet westers kunstbeeld. Art Dubai is een venster op deze andere werkelijkheid, het gaat niet over het exotische, maar over de echte wereld van de global south. De galeries komen voor het merendeel uit het Midden Oosten, Noord-Afrika en Zuid Azië. Ook de sectie modern is als enige ter wereld op deze regio gericht. De digital section is samengesteld door een curator uit Singapore en ook verder hebben we gewerkt met curatoren uit de regio omdat zij snappen wat hier de thema’s zijn.’

Art Dubai Tableau Magazine
Etel Adnan, Marecage, 2022

Volgens Del Val groeit het aantal verzamelaars in Dubai. ‘Met name de international citizens die verzamelen brengen nieu- we energie in de stad. En er is een nieuwe esthetiek van de 21e eeuw. Schilderijen over hoop en frustratie, over dromen, en met elementen die niet te relateren zijn aan de natuur of de dagelijkse werkelijkheid maar meer futuristisch zijn.’

Het meest opvallend op de beurs is de uitgebreide aandacht voor digitale kunst, die hier een aparte hal heeft en een heel divers aanbod, met interactieve werken, NFT’s, 3D-geprinte objecten, en indrukwekkende videoinstallaties, zoals de film van Michael Benisty waarin je vanuit de woestijn op Dubai af lijkt te vliegen. Een succesvolle zet want er werd goed verkocht in de digitale sectie, zowel lokaal als internationaal. Een NFT van Tyler Hobbs ging voor $400,000 naar een verzamelaar in Europa en digitaal werk van Refik Anadol – die ook een immersieve digitale installatie had op de beurs – werd eveneens goed verkocht. Art Dubai blikt sowieso terug op een succesvolle beurs, met meer dan 34.000 bezoekers en galeries die recordverkopen van vijf en zes cijfers melden in alle secties van de beurs, zowel bij hedendaagse, moderne als digitale kunst en zowel lokaal als internationaal; zo meldt een afsluitend persbericht.

Art Dubai Tableau Magazine
Rasheed Araeen, Red Square Breaking into Primary Colors, 2015

Alskeral Avenue

Net als bij andere beurzen is er een art week om de beurs heen. De meeste galeries in de stad – zo’n 80 in totaal – hebben een opening in deze week. Een interessante culturele locatie buiten het centrum is Alskeral Avenue: een verzameling galeries en culturele bedrijfjes. De locatie ziet er uit als een doorsnee bedrijventerrein met loodsen, en rondom zand want op de plekken waar geen gebouwen staan zie je goed dat dit eigenlijk woestijn is. Op het centrale plein staat een door het Nederlandse bureau OMA ontworpen kunsthal. Rana Begum haakt mooi in op deze ruimte met kleurrijke installaties van visnet en gaas in felle neon tinten; een sterk contrast met het robuuste betonnen gebouw.

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

De tentakels van Mette Sterre

Misschien zou ze wel het liefst een octopus willen zijn. Of in elk geval willen voelen hoe dat is. Gefascineerd door de bijzondere eigenschappen van deze dieren probeert Mette Sterre daar heel dichtbij te komen en de huid van de octopus na te maken.

De wezens en installaties die Mette Sterre (Delft, 1983) maakt lijken sowieso altijd tot een onderwaterwereld te behoren. Ze zijn kleurrijk en aaibaar, maken golvende bewegingen. Deinend op de stroom. Onderhuids pulseren dingen. De associatie met zachte zeewezens als kwallen, anemonen en soortgenoten is snel gelegd. Maar in het formaat lijken ze meer op een mens. Ondanks deze associaties blijven het vreemde wezens. Buitenaards. Ze zijn een beetje eng, overdreven aanwezig of uitbundig uitgedost. En toch is een ontmoeting niet helemaal ongemakkelijk. Door de zachtheid en vloeiende bewegingen, hebben de wezens een sensuele en verleidelijke uitstraling. Je wordt er nieuwsgierig van en zou ze willen aanraken. Ondanks het feit dat ze zo vreemd zijn. Een verwarrende sensatie. Mette Sterre: ‘Het is fijn om die grens een beetje te zoeken en te zien hoe mensen daarop reageren.’ Zeker als ze zelf in zo’n pak zit vindt ze het fascinerend daarmee te spelen, terwijl ze zelf anoniem en onzichtbaar is.

Mette Sterre Tableau Magazine
Mette Sterre, Seapussy Power Galore, Abcession (If you don’t know, you don’t grow), performance en installatie, Rijksakademie Open Studio 2021. Foto: Tomek Dersu Aaron.

Touch me

Nadrukkelijk doet het werk van Mette Sterre een beroep op de tastzin. Tastzin dat zo’n belangrijk zintuig is. Post corona, maar sowieso in deze high tech tijd waarin het (sociale) leven steeds meer in een digitale omgeving plaatsvindt. Artificial Intelligence, de metaverse (het geheel van alle digitale omgevingen, van games tot facebook). In de digitale wereld kun je elke vorm aannemen die je wil en een avatar kiezen die een totaal andere versie is van je zelf. Je zou je fysieke lichaam bijna vergeten. Maar juist daarin zit de kern van het werk van Mette Sterre: dat het tastbaar is. Ook in de performances. Natuurlijk kun je een ervaring digitaal imiteren, in een game of VR-installatie, maar het feit dat haar werk zich fysiek in dezelfde ruimte bevindt als jij maakt het echt een ander verhaal. Om iets niet alleen vanuit je hoofd te ervaren maar ook met je lichaam.

Sterre maakt omgevingen en figuren van zachte materialen die met computertechnologie en door performances in beweging worden gebracht. In het formaat hebben haar figuren iets menselijks, maar ook andere elementen weet ze te bezielen. Zo komt in Seapussy Power Galore – Abcession (if you don’t know, you don’t grow) uit 2021 zelfs de muur tot leven.

Sinds haar werkperiode bij de Rijksakademie (2019-2021) zoekt Mette Sterre naar manieren om haar werk zo natuurlijk mogelijk te animeren, tot leven te brengen. Niet met de vlekkeloze digitale beweging van robots of virtual reality, maar juist op een natuurlijke manier. Belangrijk daarin is dat patronen niet rechtlijnig zijn en zich steeds herhalen, maar dat ze juist onvoorspelbaar zijn, met kleine afwijkingen en onverwachte wendingen. Vanaf november 2022 werkt ze samen met de studenten van de TU Delft aan de verfijning van de techniek in haar werk, de soft robotica. Kennis delen en samen onderzoeken is het uitgangspunt van het TU-programma Crossing Parallels waar haar project een onderdeel van is. Dit programma brengt kunstenaars en wetenschappers bij elkaar om aan innovatieve projecten en technologieën te werken. Na een start met een internationale groep studenten van de richting Advanced Prototyping, werkt Sterre nu verder met stagiairs / student assistenten Matthijs Koerts en Miles Luxembourg aan de ontwikkeling van een octopushuid.

Mette Sterre Tableau Magazine
Mette Sterre, Amorphous Beings performance bij EVIDENCE IN MOTION. Foto: Pieter Kers.

Tot leven brengen

De octopus is een bijzonder dier. Het kan van kleur veranderen, van vorm veranderen, het heeft drie harten en het brein zit verspreid door het lichaam, ook in de tentakels. Het zit zo ingenieus in elkaar dat sommigen mensen denken dat de octopus een buitenaards wezen is.

‘Toen ik voor het eerst een octopus zag was ik zo onder indruk dat ik eigenlijk meteen al een octopus pak wilde maken’, zegt Sterre. ‘Op de Rijksakademie had ik wel gewerkt met soft robotica en het pak met al die abcessen gemaakt. Maar ik had ook geleerd dat je heel exact moet werken en dat het technisch gecompliceerd is om het perfect te maken. En daar zijn ze hier op de TU natuurlijk gespecialiseerd in.’ Met de studenten zocht ze naar manieren om het gedrag van de octopus na te bootsen. Een reeks proefjes in hun atelier toont verschillende experimenten, die steeds dichter bij een natuurlijk resultaat komen. Matthijs Koerts laat een harde ronde vorm zien met daarin een gangenstelsel, het begin. ‘Dit is eigenlijk een lange lijn, waar we vloeistof doorheen kunnen pompen zodat de kleur verandert. Maar dit materiaal bleek te weinig flexibel en dus zijn we toch met siliconen gaan werken.

De mal voor de vloeistofkanalen maken we met een 3D-printer of lasersnijder en we werken af met een laag siliconen zodat het oppervlak glad aanvoelt.’ Op dezelfde manier zijn mallen gemaakt met holtes waar lucht in gepompt kan worden, zodat de huid plaatselijk opzwelt. Met verschillende vormen testen ze hoe dit visueel werkt en of het een emotionele reactie oproept. Of het je verrast.

Het resultaat was mooi, maar er miste iets. Sterre: ‘Het is te mechanisch en voorspelbaar in de bewegingen. Het heeft geen ziel. Om het echt als een levend wezen te zien is meer nodig. Dat is eigenlijk de kern van animeren, het tot leven brengen. Animeren is verwant aan animisme, de gedachte dat ook planten, stenen en objecten een ziel hebben. Het is een oud idee dat in meerdere verhalen en mythes voorkomt. Denk maar aan Frankenstein of de golem. Het object tot léven wekken is de belangrijkste stap.’

Om dat te bereiken blijven ze experimenteren met nieuwe lagen en details, zodat de octopushuid soms van kleur verandert, soms opzwelt of soms samentrekt in een onverwachte kromming. Maar niet altijd en niet overal evenveel. En daarom is ook de uitgesneden mal met de vloeistoflijn niet perfect genoeg, of eerder te perfect: het is één lange lijn en daardoor voorspelbaar in gedrag. Een volgende stap was met de hand een patroon snijden waarin dwarsverbanden zitten, een netwerk in plaats van een lineair patroon. Zo proberen ze de octopus zo dicht mogelijk te benaderen. 

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Werk van Mette Sterre is komende tijd te zien bij:
• 38cc, Delft, A set of postures labeled flamboyant, 13 mei t/m 9 juli
• Kunsthal KAdE, Amersfoort, On marvellous things, 2 juni t/m 3 september
• CODA, Apeldoorn, Multidance (solo), 25 juni t/m 24 september
• 19 Mei t/m 9 juni TraklHaus Salzburg Solo show tijdens de Summer Akademie, Oostenrijk

Categorieën
2021 Beurzen

Nieuws over kunstbeurzen

de beursagenda

TEFAF MAASTRICHT 7-14 maart 2024

9000 jaar kunst, antiek en design, jaarlijks verzameld in Maastricht
Kijk voor meer informatie op www.tefaf.com

——————-

ART BASEL 15 juni – 18 juni 2023

kunstbeuren

Art Basel is een een van de belangrijkste beurzen voor hedendaagse kunst, sinds 1969 jaarlijks gehouden in de Zwitserse stad Basel. Sinds 2002 is er ook een jaarlijkse edtie in Miami Beach, Florida en sinds 2012 in Hongkong. 
Ga voor meer informatie naar www.artbasel.com

———————

BIËNNALE VAN VENETIË 20 april tot 24 november 2024

De 60e editie van de Biënnale van Venetië vindt plaats in 2024.
Kunstenaar Renzo Martens zal samen met het kunstenaarscollectief Cercle d’Art des Travailleurs de Plantation Congolaise (CATPC) en curator Hicham Khalidi de Nederlandse inzending verzorgen.
Lees meer op: https://www.labiennale.org/en

———————-

BRAFA Brussel 28 januari – 4 februari

In Brussel staat de 67e editie van de beurs BRAFA op de agenda, die plaatsvindt van zondag 19 tot zondag 26 juni 2022 in Brussels Expo.
Meer informatie over BRAFA op: https://www.brafa.art/nl

———————-

UNSEEN 21-24 September 2023

Unseen Amsterdam is een toonaangevende internationale kunstbeurs voor hedendaagse fotografie. De beurs is internationaal bekend om zijn hoge curatoriële standaard en intieme sfeer, en trekt galeries en verzamelaars van over de hele wereld. Unseen wordt sinds januari 2020 voortgezet door Art Rotterdam en GalleryViewer.com
www.unseen.com

———————-

ART THE HAGUE 4 – 8 oktober

Art The Hague kunstbeurs

Art The Hague – beurs voor hedendaagse kunst

De tiende editie van Art The Hague is gepland voor 4 t/m 8 oktober 2023. De kunstbeurs onderscheidt zich door het internationale karakter van Den Haag te tonen, rondleidingen en tentoonstellingen te organiseren en kunstliefhebbers en het bedrijfsleven bij hedendaagse kunst te betrekken. Blijf op de hoogte via www.artthehague.nl

——————-

PAN AMSTERDAM 19 – 26 november 2023

kunstbeurzen

De eerstvolgende editie van PAN Amsterdam, dé nationale beurs voor kunst, antiek en design, is gepland van 19 – 26 november 2023 in de Rai Amsterdam. Op de PAN Amsterdam tonen tegenwoordig meer dan 100 kunsthandelaren, antiquairs en galeriehouders hun beste stukken op het gebied van kunst, antiek en design.
Ga voor meer informatie naar www.pan.nl

————————

ART ROTTERDAM 1-4 februari 2024

Art Rotterdam, de gerenommeerde, op jonge kunst gerichte beurs biedt bezoekers de gelegenheid de nieuwste ontwikkelingen te volgen en verrassende aankopen te doen. Op een vloeroppervlak van meer dan 10.000 m2 tonen ruim 100 toonaangevende galeries het werk van aanstormend en gevestigd talent.
Meer informatie op www.artrotterdam.com

Houd voor up to date informatie over kunstbeurzen onze website in de gaten of meld je aan voor onze nieuwsbrief!

Categorieën
2023 Columns

Column romantiek: bloed, zweet en tranen

Vanaf de oudheid zijn kunstenaars al bezig geweest met het visualiseren op klei, hout, doek of papier van sporters of sport. Het meest gebezigd is wel de bokssport. Een dyna­misch soms bloederig vuistgevecht dat bij schrijvers (Bernard Shaw) en zeker ook schilders extreem tot de verbeelding sprak.

Ik heb mappen vol verzameld met plaatjes van be­roemde en minder bekende kunstenaars die het beeldmotief van de pugilist tot onderwerp namen. In Singer Laren hangt momenteel in de grote Kees van Dongen tentoonstelling een indrukwekkend schilderij van zijn hand, voorstellende Jack Johnson, de eerste zwarte (en meteen verguisde) wereldkampioen.

Onder andere de romanticus Gericault, de Amerikaan George Bellows, Picasso, Andy Warhol, Basquiat, Duane Hanson, Keith Haring, George Grosz en vele anderen tekenden of schilder­den boksers in actie. Wat dichter bij huis componeerde Isaac Israëls de Senegalese bokser Batting Sicky tenminste zeven keer (onder meer te zien in het Centraal Museum te Utrecht). Boksen geeft sensatie, bloed zweet en tranen en de kunste­ naar raakt geïnspireerd door de kracht en gedrevenheid die deze sport behelst. Ook de vaart waarin het menselijk lichaam in wedstrijdvorm tegen elkaar op beukt heeft de kunstenaar als boeiend beeldmotief door de eeuwen heen aangesproken.

Sport in het algemeen komt er echter bekaaid af in de schil­der-­ en beeldhouwkunst. Ruim 25 jaar geleden zag ik bij een particulier een magnifiek schilderij van cricketspelers rond 1900 op de gronden van HCC/HVV in Den Haag van Nicolaas van de Waay. Geen idee waar dat uitzonderlijke werk ge­ bleven is. Het zit nog steeds vast geklonken op mijn netvlies. En behalve op prenten zijn cricketers in de beeldende kun­sten zeldzaam, zelfs in Engeland.

De Franse Modernisten, Delaunay, Metzinger, Lhote, penseel­den soms atleten en wielrenners. Ik ben thans in het bezit van een artistieke ets l’Atleta uit 1909 van de latere Futurist Umberto Boccioni. Boccioni legde graag de bewegingen van het menselijk lichaam in felle kleuren en hoekige en elkaar overlappende, veelal kubistische vormen op zijn doeken vast. De spanning spat ervan af. En in dat kader gebruikte hij dyna­mische sporten als atletiek, voetbal of fietsen om de snelheid en elasticiteit van het spel in zijn composities te kunnen weergeven.

Vreemd genoeg zijn er, volgens mij, weinig afbeeldingen van voetballers of voetbalwedstrijden. Ik ken ze onder meer van magisch-­realist Pyke Koch die ook rugbyers afbeeldde. Ook voorstellingen van tennis zijn schaars. Al verkocht Christie’s Amsterdam een tijdje terug een fors doek van Reimond Kimpe met een tenniswedstrijd voor meer dan € 50.000. Daarom lijkt het mij meer dan aardig op zoek te gaan naar schilderijen en werken op papier in de periode 1800­-1970 waar sport of sporters op staan. Het zijn vaak bewegelijke, kleurrijke en herkenbare taferelen die tot conversatie oproe­pen en ook nog eens spannend en virtuoos geschilderd zijn.

Jop Ubbens Art Advisory adviseert particuliere verzamelaars, connaisseurs en culturele instellingen op het gebied van 19e- en 20e-eeuwse Europese en exotische schilder- en tekenkunst. Ook geeft hij raad bij het samenstellen, sublimeren of afstoten van een collectie.

Categorieën
2023 Stories

Tableau Podium: Marleen Sleeuwits

In het werk van Marleen Sleeuwits weet je soms niet waar je naar kijkt. Zij vermengt tweedimensionale met driedimensionale beelden tot een nieuwe werkelijkheid. Vaak gebruikt ze felle, vrolijke kleuren die de kijker aantrekken. Om deze vervolgens in verwarring achter te laten over het beeld dat zichtbaar is.

Marleen Sleeuwits: ‘In mijn werk verdraai ik de waarneembare werkelijkheid, speel ik met schaal en creëer ik optische illusies. Vaak licht ik vervreemdende elementen van ogenschijnlijk nietszeggende plekken uit. Aanvankelijk registreerde ik deze plekken fotografisch, maar ik ben ze steeds meer naar mijn hand gaan zetten. Eerst met kleine ingrepen en allengs extremer. Zo niette ik wanden compleet vol met papieren doekjes of boorde ik duizenden gaten in een systeemplafond om de ruimte volledig te transformeren.

Dit gestanste patroontje heb ik met een pipetje gevuld met groene neonverf, een monnikenwerk waar ik meer dan een jaar over heb gedaan.

Marleen Sleeuwits Tableau Magazine
Marleen Sleeuwits, Interior no 62, 2021

Naast het toevoegen van een extra laag of het afpellen van de ruimte om te ontdekken wat zich achter een muur of plafond bevindt, ging ik me steeds vaker toeleggen op hergebruik van de eigenschappen die de plek van zichzelf heeft. Dit doe ik door bepaalde elementen te fotograferen en ze vervolgens weer in de ruimte te verwerken. Het is een nieuwe stap die simpel klinkt, maar geenszins een vereenvoudiging van het beeld inhoudt. Meer dan ooit doet zich in mijn werk een complex soort Droste-effect voor: elementen worden gefotografeerd en opnieuw in de ruimte geplaatst, om vervolgens weer gefotografeerd te worden. Als het patroon van de vloer zich herhaalt op de muur of tl-buizen zowel fysiek als in geprinte vorm het plafond bedekken, doet dat iets geks met je perceptie. Juist door het herkenbare te benadrukken ontstaat vervreemding.

Mijn foto’s bieden geen venster op een wereld. Het is eerder andersom: die andere wereld komt naar jou toe en neemt ongevraagd de ruimte over. Zo tast ik de grenzen af tussen twee- en driedimensionaliteit. Waar een ruimtelijk object een zekere platheid krijgt, neemt het platte vlak van de foto steeds meer vorm aan. Het draait voor mij allemaal om de vertaling van ruimte naar foto en vice versa. Ik leg ruimtes bloot, fileer ze zelfs en doorgrond ze zo stukje bij beetje. En dan is het de beurt aan de toeschouwer. Door het werk af te speuren, op zoek naar aanwijzingen, kan de kijker er grip op krijgen. Om vervolgens weer volledig te verdwalen in duizelingwekkende, zich repeterende omkeringen.

Ik zie mezelf als een buitenstaander die uitnodigt om opnieuw te kijken, die onverwacht nieuw leven blaast in een bekende, dode werkelijkheid. Ik wil de kijker wegvoeren uit de alledaagse wereld, naar een innerlijke ruimte vol verwondering.

Duizelingwekkend

Behalve op locatie werk ik aan meerdere projecten in mijn atelier. Dit is vaak uitvoerig materiaalonderzoek, dat soms uitmondt in nieuw werk, maar vaak ook niet. Het is voor mij belangrijk om op een speelse manier nieuwe dingen uit te proberen, om op een losse maar soms ook obsessieve manier het materiaal en zijn eigenschappen te doorgronden. Door deze haast meditatieve handelingen zet ik mijn gedachten over mijn werk meer op scherp.

Marleen Sleeuwits Tableau Magazine
Marleen Sleeuwits, Interior no. 56, 2020

Zo besloot ik voor Interior no. 56 een gevonden gymzaalvloer te versnijden tot heel kleine blokjes, waardoor ze op Engelse dropjes leken. Deze blokjes heb ik in een ruimte gespijkerd, een klus waar ik maanden mee bezig ben geweest. Door daadwerkelijk een complete ruimte te bekleden met duizenden kleine blokjes, wordt de kijker via een oranje dwarrelende sneeuwstorm naar een helder blauw oppervlak gezogen. Op de print heb ik ook weer honderden blokjes gespijkerd, die ik in perspectief gesneden heb. Daardoor vallen ze haast niet op als je recht voor het werk staat, maar vanaf de zijkant zijn ze ineens zichtbaar. In veel van mijn recente werk probeer ik zo de scheidslijn tussen ‘platte’ foto, ruimte en ruimtelijk object te verkleinen.

Bij een ander werk, Interior no. 62, vulde ik met de hand alle gaatjes van een systeemplafond met neonverf. Systeemplafondplaten zijn een materiaal dat ik vaak gebruik. Ze zijn uitermate goedkoop maar lijken door hun structuur op dure natuurproducten als marmer. Dit gestanste patroontje heb ik met een pipetje gevuld met groene neonverf, een monnikenwerk waar ik meer dan een jaar over heb gedaan. Van de geverfde platen heb ik uiteindelijk een fictieve ruimte gebouwd waarbij de schaal totaal onduidelijk is. In de uiteindelijke print heb ik delen ingesneden waardoor de afbeelding ook een sterk driedimensionaal karakter krijgt.

Verwarrende dimensies

In mijn site-specific installaties zoek ik naar eigenschappen in gebouwde ruimtes die er voor mij uitspringen. Dit element isoleer ik als startpunt van een visuele en een theoretische zoektocht waarbij ik de geschiedenis of de materialen van een bepaalde plek uitvoerig bestudeer.’

Verder lezen over Marleen Sleeuwits? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

In plaats van Vermeer: Jacobus Vrel in het Mauritshuis

De kunstwereld is soms ongrijpbaar. Want waarom staan er lange rijen om bepaalde schilderijen te kunnen bewonderen, en zijn er kunstenaars die de hele wereld kent, terwijl andere werken en namen voor het grote publiek onbekend blijven? Vragen die niet altijd een altijd een antwoord hebben. Neem Jacobus Vrel, die ongeveer tussen 1640 en 1660 werkzaam was. We weten bar weinig van deze man. Geboorte- of sterfdatum? Geen idee. Woonplaats? Waarschijnlijk Haarlem, of Delft. Hoe hij eruit zag is al helemaal een mysterie. Toch besloot het Mauritshuis een expositie aan hem te wijden, en zodra je in zijn werk duikt wordt al snel duidelijk waarom.

Van Jacobus Vrel zijn zo’n vijftig schilderijen bekend. Vooral straattaferelen en stadsgezichten, met allerlei figuren op het doek, en taferelen binnenshuis die het leven van toen illustreren. Weinig tierelantijnen: het zijn vrij kale kamers en ruimtes, waarbij een melancholiek gevoel naar boven komt kruipen hoe langer je ernaar kijkt. De genrevoorstellingen die hij maakte worden gezien als min of meer trendsettend: hiermee maakte hij de weg vrij voor (de veel bekendere) vakgenoten als Pieter de Hooch en Johannes Vermeer. Saillant detail: zestien werken van Vrel werden zelfs langere tijd aan Vermeer toegeschreven. Sterker nog, tijdens de herontdekking van Vermeer rond 1860, door de Franse criticus Theophile Thoré, waren het precies deze werken die enthousiast werden ontvangen in het paleis Champs-Elysées. Dat het in werkelijkheid om Jacobus Vrel zijn talent ging, bleek pas na uitgebreide analyse van de handtekeningen – die qua initialen natuurlijk gelijk zijn.

In de 19e en vroege 20e eeuw kwam de naam van Jacobus Vrel boven drijven. De kunsthistoricus Cornelis Hofstede de Groot was de eerste die een officiële zoektocht naar hem ondernam. In zijn queeste zocht hij op allerlei spelwijzen van de naam: Frel, Frelle, Vriel, Verel, Verhel. Maar meer biografische informatie leverde dit niet op. De vele onduidelijkheden die om het werk en het leven van Vrel hangen maken alleen maar nieuwsgieriger. Er is slechts een document dat de schilder en zijn werk noemt: de inventaris van de kunstcollectie van de aartshertog Leopold Wilhelm van Oostenrijk (1614-1662), die het startpunt was voor het Kunsthistorisch museum in Wenen. In deze inventaris worden drie werken van Vrel genoemd en omschreven. Die gebrekkige kennis over de kunstenaar zelf is waarschijnlijk de reden dat hij niet veel grote exposities op zijn naam kreeg. Het Mauritshuis durft het wel aan en vertelt wat er bekend is en waarom Vrels werk zo exemplarisch is voor de tijdsgeest in een zorgvuldige selectie.

Tip: Van 17 juni tot en met 17 september is deze expositie van Jacobus Vrel ook te bezoeken in Fondation Custodia in Parijs.

Jacobus Vrel, voorloper van Vermeer
Mauritshuis
t/m 29 mei 2023

Categorieën
2023 Columns

Column Design: verleidelijk

Van de glanzende tompoucen van designer Mickey Philips loopt het water je in de mond. De sculpturen zijn in verschillende maten te krijgen en nauwelijks te onderscheiden van het origineel, maar gemaakt van keramiek en met de hand beschilderd. Klein maar niet onbelangrijk verschil: deze tompouce blijft extra lang lekker en kun je ook nog aan de muur hangen. Ze kosten vanzelfsprekend een veelvoud van de bekende HEMA tompouce, maar zijn wel genummerd en gesigneerd. Voor de echte liefhebber bestaat er zelfs een gouden variant.

Kunst en eten vormen al eeuwenlang een verbond en ook onder jonge designers blijft ‘food’ een gewild onderwerp, zeker nu onze eetgewoontes onder een vergrootglas liggen.

Mierzoet ogen ook de nieuwste producten van Simone Post, maar hier is het geen kwestie van schijn bedriegt. Voor de etalage van Hermès in Japan bedacht ze een verzameling interieurobjecten gemaakt van echt snoepgoed, in samenwerking met een fabriek in Friesland. Alle meubels en producten in de etalage zijn volledig opgebouwd uit snoep, met uitzondering van de ontwerpen van Hermès uiteraard. Een bloempot, spiegel en lamp maar ook een theepot, samengesteld uit spekjes, marshmallows en ander lekkers. Kunst en eten vormen al eeuwenlang een verbond en ook onder jonge designers blijft ‘food’ een gewild onderwerp, zeker nu onze eetgewoontes onder een vergrootglas liggen.

Anne van der Zwaag Mickey Philips Tableau Magazine
Mickey Philips, Golden Tompoes, 2021

Vet

Net zo opvallend en speels als de serie van Mickey Philips maar van een hele andere soort zijn de sculpturen van de Koreaanse Sohye Shin (ShiSoH) die afgelopen jaar afstudeerde aan de Design Academy in Eindhoven. Zij richt zich met de installatie Inside Out op excessief eetgedrag binnen de kapitalistische maatschappij. De behoefte aan ongezonde tussendoortjes en snacks als opkikker, ter afleiding, of om stress te lijf te gaan. Slechte eetpatronen kunnen ontstaan door sociaal wenselijk gedrag en vervolgens weer leiden tot problemen met sociale acceptatie. Door uitgebreid onderzoek te doen en kritische vragen te stellen legt Shin de verschillende oorzaken, maar ook de gemene deler bloot: vet. Dit resulteert in grote gestaltes gemaakt van kippengaas, piepschuim, boter, margarine en was. Op het eerste gezicht ogen ze verleidelijk, maar ze worden al snel glibberig en griezelig als je in haar onderzoek duikt. Met de hand boetseerde ze ook kleine sculpturen van boter die op een sokkel in een museum niet zouden misstaan.

Anne van der Zwaag Sohye Shin (ShiSoH) Tableau Magazine
Sohye Shin (ShiSoH), The Wonderer (l) and The Mumbler (r), 2022

Voor Arne Hendriks vormt vet al vijftien jaar een rode draad in zijn werk, hij wijdde er meerdere lezingen en kunstwerken aan. De meest bekende is de FATBERG, een bal van vet die door donaties groter en groter groeide. Het project vormt onderdeel van zijn doorlopende onderzoek The Incredible Shrinking Man naar manieren om als mens minder ruimte in te nemen. Minder eten is hier een onderdeel van omdat de mens langer en langer wordt en steeds meer eten nodig heeft. Een mens van 50 centimeter zou veel minder voedsel verbruiken en zijn ecologische voetafdruk drastisch verminderen. Daarbij zouden we ook veel minder van de ingrediënten nodig hebben die we zo graag eten, zoals vet. Door het verbruik van vet te visualiseren, agendeert Hendriks onze eetgewoontes op een speelse maar tegelijkertijd urgente wijze. Zijn projecten vinden geregeld hun weg naar musea waar ze een inspiratiebron voor een nieuwe generatie ontwerpers vormen.

Het nieuwe jagen

Een van die jonge designers is Geke Schalkwijk die deze zomer afstudeerde aan de Willem De Kooning Aademie in Rotterdam. Met The NEW Hunt neemt hij het consumentisme op de hak. Consumeren is volgens Schalkwijk het nieuwe jagen geworden; van jagen en verzamelen in de natuur naar de run op voorverpakte, bewerkte etenswaren in de supermarkt. Middels foto’s en installaties van geschoten of gevangen etenswaar legt hij de link tussen ons heldhaftige verleden en de hedendaagse gemakzucht. Museum LAM in Lisse kocht zijn werk alvast aan. In dit museum maak je als bezoeker kennis met internationale topstukken die iets met eten, drinken of consumeren te maken hebben. Van kunstenaars als Folkert de Jong en Maria Roosen, maar ook ontwerpers als Studio Job en Bertjan Pot.

In Lisse vind je ook het intrigerende Food Chain Project van Itamar Gilboa, dat het midden tussen kunst en design houdt. Meer dan 8000 kleine sculpturen uitgevoerd in wit porselein, van een komkommer tot een hotdog, representeren de producten die de maker gedurende een jaar kocht. Een overweldigende hoeveelheid in relatie tot de miljoenen mensen wereldwijd die elke dag hongerlijden. Verfijnde, decoratieve objecten die niet alleen functioneren als eye candy maar ook als eye opener.

Anne van der Zwaag is curator, publicist en eigenaar/directeur van designbeurs OBJECT en kunstplatform BIG ART. Ze maakt tentoonstellingen, schrijft boeken en columns, adviseert bedrijven en zit in allerlei besturen en adviescommissies. Daarnaast verzamelt ze kunst en design.

Categorieën
2023 Stories

Kunstmarkt: het taxeren van kunst

Een van de kernthema’s in het vak van adviseur is het taxeren van kunst. Wat bepaalt de waarde van een kunstwerk en hoe kan het dat er soms diverse prijzen aan hetzelfde kunstwerk gehangen kunnen worden? Als kunstadviseur is een van mijn belangrijkste taken om klanten te behoeden voor het kopen van overpriced kunst en de juiste balance in value for money voor ze te vinden. Ook moet ik als taxateur goed op de hoogte zijn van prijzen van kunst en hoe die tot stand komen.

Zoals in iedere economische branche is er ook binnen de kunstmarkt een financiële waardering mogelijk, en zijn er vaststaande methodes waar volgens gemeten wordt. Niet ‘wat de gek ervoor geeft’ dus, of natte-vinger-waardering van de kunsthandelaar. Natuurlijk gebeurt dat weleens, maar het is aan de adviseur om dat te herkennen.

De belangrijkste factor die meespeelt bij het taxeren van kunst is de naam van de kunstenaar. Dat is in feite het merk, dat een bepaalde waarde vertegenwoordigt. De intrinsieke waarde – namelijk de prijs voor een doek, verf of kwast – is immers min of meer hetzelfde voor welk schilderij dan ook. Om te onderzoeken wat de meerwaarde van de naam van de kunstenaar is, kijken experts in eerste instantie naar veilinguitslagen: wat brachten vergelijkbare werken van dezelfde maker op? Dit is de meest objectieve manier om de waarde te toetsen, want aangezien een veiling een openbaar platform is zijn de resultaten makkelijk vindbaar en valt daarmee goed te vergelijken. Het is dus de consensus van de kopers op de openbare markt die uitwijst wat men over heeft voor het werk van een bepaalde kunstenaar.

Daarnaast lezen we uit veilingresultaten af welk soort werk binnen het oeuvre van die kunstenaar als het meest belangrijke wordt gezien. Iedere kunstenaar beleeft een bepaalde periode waarin zijn format en technische vaardigheden het best op elkaar zijn afgestemd. Als die kunst dan ook nog eens de tijdsgeest vertegenwoordigt, dan worden werken uit die periode de norm waaraan we zowel de financiële als de artistieke waarde afmeten.

Taxeren van Kunst Kunst Taxeren Tableau Magazine Mondriaan Jeannette ten Kate
Piet Mondriaan, Boerenerf in het Gooi geflankeerd door jonge boompjes, 1901-1902, verkocht voor 68.000 dollar © 2022 Christie’s Images Limited

Mondriaan

Laten we Mondriaan als voorbeeld nemen voor het taxeren van kunst. Mondriaans sleutelwerken zijn de geometrische composities met horizontale en verticale zwarte lijnen en rode, gele en blauwe blokken, die hij maakte vanaf 1920. Dit zijn schilderijen die voort­ komen uit een nieuwe kunsttheorie, die inmiddels bekend staat als neoplasticisme of Nieuwe Beelding. Deze theorie werd door Mondriaan en Theo van Doesburg ontwikkeld in 1919, en vormde het uitgangspunt voor de groep kunste­ naars die zich bewoog rondom het tijdschrift De Stijl – zowel schilders als architecten en toegepaste kunstenaars.

Die nieuwe theorie betekende een buitengewoon belangrijke en grensverleggende visie op de benadering en toepassing van kunst, en bleek tevens een briljant antwoord vanuit de kunst op de chaotische, naoorlogse tijdsgeest van toen. Belangrijk om te vermelden is dat er gewoonlijk een heel proces aan voorafgaat, voordat een kunstenaar in staat is om tot zo’n prestatie te komen. Zo ook bij Mondriaan, die aan het begin van de 20e eeuw weliswaar verdienstelijke, maar verre van kunsthistorisch­ belangrijke landschappen schilderde. Met de tijd kwam hij echter steeds verder in zijn zoektocht naar de weergave van de essentie van het leven, waarbij hij steeds rigoureuzer in zijn stijl werd. De waarde die de naam van de kunstenaar vertegenwoor­digt, wordt dus bepaald aan de hand van zijn belangrijkste werk. Daarnaast geldt: hoe dichter de datum van vervaardi­ging ligt bij de oorsprong van de stijl, des te hoger de museale waarde. Afgelopen november 2022 werd het duur­ste werk van Mondriaan ooit verkocht, Compositie No. II uit 1930, bij Sotheby’s New York afgeslagen voor 51 miljoen dollar.

Voor de waardebepaling van ander werk geldt vervolgens dat hoe verder de datum van vervaardiging af ligt van de vervaardigingsdatum van de belangrijkste (oftewel duurste) verkoop, hoe verder de prijs zakt. Zo werd tijdens een online veiling van Christie’s afgelopen oktober 2022 een doek van Mondriaan met de titel Boerenerf in het Gooi, gemaakt in 1901/1902, verkocht voor circa 68.000 dollar. Een enorm verschil met het bedrag dat voor Compositie No. II werd betaald. In zo’n geval betaal je een relatief hoog bedrag voor alleen de naam van de kunstenaar, en niet zozeer voor de kwaliteit of het kunsthistorisch belang van het werk. Een dergelijk werk is bepaald niet waardevast: er zal altijd vergelijkbare kunst te krijgen zijn. Dat is anders voor de dure ‘sleutelwerken’ – die zitten vaak vast in musea en instituten en komen nauwelijks meer op de markt. Door schaarste zullen die altijd een hoge, of zelfs stijgende waarde vertegenwoordigen. Overigens zegt dit alles vanzelfsprekend niets over wat een koper zelf het mooist vindt – het verklaart slechts de prijsverschillen.

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

Ode aan Antwerpen in Museum Catharijneconvent

Dat de 17e-eeuwse Hollandse schilderkunst terecht wereldwijd wordt bewonderd, weten we allemaal. Van portretten tot stadsgezichten en van landschappen tot stillevens. Minder bekend is dat die kunstwerken er misschien niet waren geweest in deze vorm zonder de Brabantse en Vlaamse meesters uit de 16e eeuw. En dan met name de schilders uit Antwerpen, van waaruit religieuze vluchtelingen massaal naar het noorden trokken. Inclusief hun talent, schilderkunst en culturele invloeden. Dit werd ingezet door de Val van Antwerpen in 1585, waarbij de katholieken overwonnen.

Veel protestantse kooplieden, intellectuelen én kunstenaars trokken daardoor halsoverkop noordwaarts. Niet alleen vonden ze in hun nieuwe leefomgeving godsdienstvrijheid, er waren in Amsterdam ook betere handelsmogelijkheden en collega-kunstenaars om mee van gedachten te wisselen. De nieuwkomers namen onder andere het maniërisme mee, een manier van schilderen die met name opviel door onnatuurlijke houdingen van de afgebeelde lichamen. Daarnaast zie je in deze stijl ook vaak onrealistische weergaven van ruimte en perspectief. Een beroemd voorbeeld is de figura serpentinata, waarbij figuren in een gedraaide pose zijn afgebeeld, zoals in het beeld van de steenwerpende David, gemaakt door Michelangelo.

De tachtig topstukken in ‘Ode aan Antwerpen’ in Museum Catharijneconvent geven een evenwichtig beeld van Hollandse én Vlaamse meesters, waardoor je als kunstliefhebber mooie vergelijkingen kunt maken. Peter Paul Rubens, Jan Steen, Rembrandt van Rijn en Frans Hals, maar ook Joos van Cleve, Pieter Aertsen, Maerten de Vos en Frans Floris. Veel van deze werken zijn voor het eerst in Nederland te zien.

Ode aan Antwerpen
Museum Catharijneconvent
14 mei t/m 17 september 2023

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Columns

Column Paris Inside: vreemde buren

Wat voor een Nederlander heel normaal is, is het voor de Fransman vaak niet – en omgekeerd. Kijk maar naar de etenstijden: mijn Nederlandse familie zit ’s avonds tussen zes en zeven aan tafel, mijn Franse tussen acht en negen en in het weekend zelden voor tien uur. En pas rond elf uur of middernacht loop ik met mijn artistieke vrienden in Parijs een restaurant binnen – op een tijdstip dat in Amsterdam de deuren al gesloten zijn. De benaderingen lopen vaak net zo sterk uiteen als het erom gaat een tentoonstelling te beoordelen. Zo schreef een collega van de redactie over haar laatste bezoek aan Frankrijk: ‘Het viel me op dat niemand de term ‘metoo’ kende of ‘black lives matter’. Ik vond dat echt schokkend.’

Politiek correcte kunst

De vraag hoe politiek correct een kunsttentoonstelling hoort te zijn, wordt in Parijs soms diametraal anders beantwoord dan in Amsterdam. Zo ontstond deze winter een in dit opzicht zeer interessante rel – vond ik – rond een vrij simpele, om niet te zeggen onbenullige, tentoonstelling in Musée du Luxembourg: ‘Schatten uit het Grünes Gewölbe in Dresden’ met zilver, goud en edelstenen uit de 16e en 17e eeuw.

Een klassieke kersttentoonstelling dus, waar de hele familie gezellig naartoe kan. Dat plezier werd nu bedorven door Bénédicte Savoy, auteur van een parlementair rapport over ‘Geroofde Afrikaanse kunst in Franse musea’. Zij werd erbij gehaald, omdat het sinds enkele jaren kennelijk een must is, dat iedere tentoonstelling aangevuld wordt met hedendaagse kunst, die een link legt naar actuele maatschappelijke thema’s. Niet alleen de huidige kunstenaars gaven hun commentaar, Savoy schreef ook ‘de mening van de musea’ op panelen aan de muur. Daar stond onder meer: ‘Mag men tegenwoordig nog objecten in ivoor tentoonstellen?’. Duidelijk niet, vond zij en in de hedendaagse kunstwerken werd onze postcolonial mimicry gethematiseerd. Onder andere in een video-installatie van Marcel Odenbach, Im Schiffbruch nicht schwimmen können, waarin drie Afrikaanse migranten voor het tragisch schilderij van Géricault, Le radeau de la Méduse, in het Louvre vertellen hoe bang zij waren om bij hun komst naar Europa te verdrinken. Ik moet toegeven, dat ik even nodig had om een link te leggen tussen hun verhaal en de grootste juwelencollectie in Europa, uit een Kunstkammer die al in 1591 geopend werd.

Storm

De link was kennelijk het kunstwerk met een zwarte figuur dat oorspronkelijk op het affiche van de expositie stond. Dat werd kort voor de opening vervangen door een ivoren bord uit Gujarat (Indië). Toen dat ook niet meer mocht, verscheen uiteindelijk een kleine Christus in rode granaatsteen uit Sri Lanka op de poster. Maar ook hij kon de storm die direct na de opening was uitgebroken niet meer bedaren. Le Figaro, de grootste Franse krant, bracht op de voorpagina een artikel waarin de kunsthistoricus Eric Biétry-Rivierre gehakt maakte van het hele postkoloniale verhaal, dat hier volgens hem niets te zoeken had. Dat vonden ook vele andere journalisten (man of vrouw, zwart of wit), want het gaat om de fundamentele vraag of een tentoonstelling politiek correct hoort te zijn of niet. De meest gepubliceerde mening was duidelijk: nee!

Bénédicte Bonnet Saint-Georges vroeg in Tribune de l’Art (toonaangevend bij insiders in de museumwereld): ‘Indien men tegenwoordig geen objecten in ivoor meer mag tentoonstellen, geldt dat dan ook voor goud en hout?’. Want inderdaad, dan mag helemaal niets meer en zeker niet al die drinkende mensen in het Nederlandse genreschilderij. Moet men onder deze schilderijen nu het bordje hangen: ‘Opgelet, te veel alcohol is slecht voor uw gezondheid?’

Want bordjes onder schilderijen zijn ook een brisant thema, waar de meningen in Frankrijk en Nederland sterk uit elkaar lopen. Sinds 2015 bestaat er in het Rijksmuseum in Amsterdam een werkgroep terminologie, die duizenden kunstwerken een nieuwe naam heeft gegeven, zodat niemand de titel als kwetsend zou kunnen ervaren. Toen er in 2019 sprake van was om in het Louvre hetzelfde te doen, brak hierover een zo hevig protest uit, dat het hele project werd stilgelegd. Normaal in het Rijksmuseum – het museum met de meeste nieuwe ‘politiek correcte namen’ ter wereld – maar niet normaal in Parijs. En iedereen is een beetje verwonderd over wat onze buren toch weer voor rare dingen doen…

Waldemar Kamer studeerde kunstgeschiedenis aan de Sorbonne en schrijft sindsdien over kunst en cultuur in Parijs voor verschillende media. Hij organiseert conferenties en concerten voor Franse musea, waarin hij bruggen slaat tussen culturen en kunstvormen, vooral tussen beeldende kunst en muziek. In 2019 verscheen zijn boek Achter de façades van Parijs – ontmoe-tingen met bijzondere mensen. 

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Design Dialoog: Simone Post & Richard Hutten

Toen Richard Hutten afstudeerde lag Simone Post nog in de wieg en had design een totaal andere positie dan vandaag de dag. Zo zijn er meer verschillen tussen deze twee gene­raties ontwerpers, maar ook overeenkomsten. Duurzaam ontwerpen is voor beiden vanzelfsprekend en in het maakproces is speels­heid altijd aanwezig.

‘Kunstbeurzen waren niet in design geïnteresseerd. Designgaleries waren er niet. Van gelimiteerde oplages had zelfs nog niemand gehoord. Dat systeem hebben wij begin jaren negentig met Droog Design opengebroken’, blikt ontwerper Richard Hutten (1967) terug op de begindagen van zijn imposante loopbaan. Niet dat hij nou zo’n lastige start had. Met het collectief Droog Design maakte hij vrijwel meteen na zijn afstuderen in 1991 aan de Design Academie (toen nog Academie voor Industriële Vormgeving) internationaal furore met jaargenoten als Hella Jongerius en Piet Hein Eek. Wat hij dan ook nadrukke­lijk niet bedoelt met zijn terugblik is dat de ontwerpgeneratie van nu het zo veel makkelijker heeft. ‘Het was gewoon anders. Punt.’ Lachend: ‘Ik hoefde tenminste geen Instagram bij te houden.’

Simone Post Richard Hutten Tableau Magazine
Richard Hutten, Cloud chair, 2008

De nieuwe ontwerpgeneratie zit tegenover hem aan tafel in de persoon van Simone Post, alom gezien als een aanstor­mend talent. In 2015 studeerde zij cum laude af aan de Design Academy Eindhoven en amper twee jaar later werd ze onderscheiden als Best Talent bij de Dutch Design Awards. Post: ‘Ik ben geboren in 1990 en kan me dus geen design zonder Droog voorstellen. Maar om eerlijk te zijn, ik was zeker aan het begin van mijn loopbaan helemaal niet bezig met het vinden van een galerie of het verkopen van unieke sier­objecten. Het eindproduct is dan ook niet per se het meest interessante aspect van mijn ontwerpproces. Mijn focus lag – en ligt feitelijk nog steeds – op het maakproces. Daarvoor werk ik graag samen met de industrie.’

Het eindproduct is niet per se het meest interessante aspect van mijn ontwerpproces.

Simone Post

‘Opvallend dat jij samenwerken met de industrie ziet als een keuze’, reageert Hutten. ‘Ik ben opgeleid als industrieel vormgever. Werken met de industrie was min of meer vanzelfsprekend. Maar omdat de industrie niet in ons was geïnteresseerd maakten wij onze ontwerpen zelf in kleine oplages. Nu werk ik alleen nog maar met de industrie omdat daar de verandering naar duurzame productie het meest nodig is. Ik wil als een paard van Troje bedrijven van binnen- uit veranderen.’

Rotterdamse havens

Zowel Hutten als Post manoeuvreren moeiteloos tussen unieke handgemaakte objecten en industriële ontwerpen waarbij uiteindelijk efficiëntie en duurzaamheid doorslaggevend zijn.

Het gesprek vindt plaats aan de reusachtige eettafel in het woonhuis van Hutten, een verbouwde autogarage in Rotterdam. De enorme loftachtige woonkamer staat vol met tientallen designklassiekers – van een Voddenstoel (1991) van Tejo Remy tot de Endless Chair (2010) van Dirk van der Kooij die 3D-geprint is met een robotarm. ‘Allemaal geruild tegen mijn eigen werk.’ Opvallend: er hangt geen wandkleed van Post bij. ‘Nóg niet’, knipoogt Hutten meteen. De twee hadden elkaar alleen nog niet eerder ontmoet. Terwijl hun werkplaatsen hemelsbreed nog geen kilometer uit elkaar liggen in de Rotterdamse havens. ‘Maar we kennen elkaars werk wel.’

Simone Post Richard Hutten Tableau Magazine
Simone Post, Star Portrait, Betelgeuse, 2022

Wandkleden maakte Post voor haar afstuderen in samenwerking met de Nederlandse stoffenfabrikant Vlisco, waarvan ze afgekeurd restmateriaal uit de fabriek gebruikt. Vlisco vervaardigt exclusieve modestoffen voor voornamelijk de Afrikaanse markt. Door de hoge kwaliteitseisen wordt een lap stof al bij de kleinste afwijking afgekeurd. Bijkomend probleem is dat het dessin van het originele doek onzichtbaar moet zijn en het ook niet meer bruikbaar mag zijn als textiel; het betreft immers misdrukken of proefdrukken van stoffen die nog niet gelanceerd zijn. Daarom is het heel belangrijk dat de originele print niet meer herkenbaar is. Post ontwikkelde daarvoor een speciale productietechniek waarbij de lange stroken stof onherkenbaar in smalle banen worden gesneden en gewikkeld als een reusachtige spoel. De typische Vlisco-kwaliteiten als de diepe kleuren en de dikte van de stof blijven daarbij wél herkenbaar. Het resultaat is een rond vloerkleed van zachte glanzende stoffen met een intrigerend kleurmozaïek.

Op Marktplaats worden talloze producten van mij aangeboden. Dat vind ik een enorm compliment.

Richard Hutten

Marktplaats

Post werkt met inmiddels met diverse bedrijven samen. Soms resulteerde dat in het recyclen van de eigen reststromen. Voor Adidas ontwikkelde ze van afgedankte gymschoenen vloeren voor in de eigen brandstores. Voor aardewerkfabrikant Cor Unum ontwikkelde ze vazen met de vloeiende vormen van textiel. Post combineert hiervoor serieproductie met handwerk. Elke vaas wordt met de hand gevormd en geplooid nadat hij in een mal is gegoten. Daardoor ontstaan vormen die bij massaproductie niet mogelijk zouden zijn geweest. ‘Wat ik maak is sterk afhankelijk van de materialen waarmee ik werk of welke technieken ik gebruik. Ik ga elke samenwerking daarom blanco in. Hoe kan ik met bedrijven of liever nog op de werkvloer in de fabriek het productieproces zo aanpassen, dat er duurzamer en waardevoller geproduceerd kan worden?’

Daarnaast vervaardigd Post nu ook objecten in een kleine oplage. ‘Ik voelde voortdurend de vraag: zijn er niet al veel te veel producten? Mag ik dit wel maken? Dat werd zo zwaar. Daarbij, een industriële productieketen veranderen is zo’n stroperig en complex proces, dat ik de behoefte heb om daarnaast ook zelf iets te maken met mijn handen, waarbij het meer gaat over het verhaal dat ik ermee wil vertellen dan dat het per se een grootschalige industriële oplossing is. Het zijn een soort onderzoeksobjecten.’ Hutten valt haar bij: ‘We hebben inderdaad niet meer producten nodig maar betere. Een product maken dat generaties meegaat is uiteindelijk de meest duurzame manier van produceren. Dat hoeft ook geen exclusieve gallery piece te zijn. Op Marktplaats worden talloze producten van mij aangeboden. Dat vind ik een enorm compliment.’

Basic Instinct

Het generatieverschil tussen beide wordt gecamoufleerd door een overeenkomst: hun speelse ontwerpstijl. Bij Post is dat een logisch gevolg van hoe ze werkt.

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

Out of this world: Sanja Marušić in het Nederlands Fotomuseum

‘In mijn werk ben ik altijd op zoek naar vervreemding door de werkelijkheid te manipuleren of te abstraheren’, zegt Sanja Marušić (1991) in een interview met Fotolab Kiekie. ‘Ik werk erg intuïtief en laat me altijd beïnvloeden door mijn omgeving. Deze werkwijze komt voor mij het beste tot zijn recht in bijvoorbeeld desolate landschappen. Ook kijk ik op een andere manier naar het landschap om me heen als het onbekend is. Als ik met een afstand naar een omgeving kijk, ben ik in staat de mooie dingen te zien die in het dagelijks leven vaak verloren gaan.’

Sanja Marušić Nederlands Fotomuseum Tableau Magazine
Sanja Marušić, Flowers in December, 2016

Marušić is een Kroatisch-Nederlandse kunstenaar wier werk is opgenomen in de Eregalerij van de Nederlandse fotografie. Het museum in Rotterdam toont dit voorjaar uit eigen collectie dertien werken uit de serie Flowers in December (2015-2016). Het is haar allereerste solotentoonstelling, waar fotografieliefhebbers met smart naar uitkijken. Het zijn kleurrijke, persoonlijke beelden, waar een compleet eigen universum achter schuil lijkt te gaan. Als waren het miniatuur voorstellingen. De afgebeelde menselijke figuur (meestal de fotografe zelf ) bevindt zich in surrealistische landschappen. Haar gezicht is meestal niet te zien, wel voelen we een bijna buitenaardse sfeer. Marušić combineert analoge en digitale fotografie, maar gebruikt ook schildertechnieken en collages om haar mixed mediakunst samen te stellen. Werk om bij weg te dromen en in te verdwalen.

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Out of this world – Sanja Marušić
Nederlands Fotomuseum
t/m 18 juni 2023

Categorieën
2023 Columns

Column Kunst & Keuring: transformatie

De meeste taxaties vinden binnenshuis plaats. Enkele keren per jaar mag ik ook buiten op pad. Zo was ik uitgenodigd op het mooie Landgoed Anningahof in de buurt van Zwolle. Een prachtig park waar natuur en cultuur in elkaar overvloeien en versmelten tot een ensemble.

In Landgoed Anningahof zijn diverse grote sculpturen te zien. Gedeeltelijk is er een vaste collectie en gedeeltelijk roulerend. Elke keer is er zo weer iets nieuws te zien. Het doel is om Nederlandse kunstenaars in de spotlights te zetten en mensen te laten genieten van kunst en natuur. De sculpturen zitten op het dak van de schuur, aan de wand of geplaatst midden in het gras of op een heuvel. Het is steeds keer weer een verrassing wanneer je er doorheen wandelt. Een prikkelend geheel voor de zintuigen.

Voor mij als taxateur is dit ook een mooie uitdaging. Omdat de sculpturen vaak heel groot zijn, is er niet meteen vergelijkingsmateriaal bij de hand. De ranking van de kunstenaar speelt dan een grote rol. Is de kunstenaar nog actief? Zijn de werken gezocht? Waar staan de werken te koop? Door welke galerie worden ze vertegenwoordigd? En zo kom je dan weer terug op de kern waar het allemaal om draait: vraag en aan­ bod in de markt. Bij dergelijke taxaties speelt de onderbou­wing ook een grote rol.

Organisch verval

Opmerkelijk genoeg speelt de lichte organische verwering door het staan in de open lucht eigenlijk geen grote rol voor de prijsbepaling. Door de kunstenaars wordt dit ook als on­ derdeel van het creatieve proces gezien. Het is juist de bedoeling dat de beelden hun eigen leven gaan leiden en een organisch proces ondergaan. Verkleuring of her en der wat mosgroei, het hoort erbij. De transformatie door de tijd wordt door de levende kunstenaars geaccepteerd en om­armd. Dit in tegenstelling tot oudere kunst die statisch geconserveerd wordt. Daar moet alles zo blijven als het is. Een heel ander uitgangspunt.

Landgoed Anningahof Tableau Magazine Edel van Utenhove
Landgoed Anningahof met Armando, Die Flügel, 2015; Luk van Sooms, Omega, 1998; Bert Frijns, Drie Heldere Vazen, 2022; Willem Besselink, 12hoeken, 2019

Dat de stem van de levende kunstenaar een bepalende rol heeft, is ook terug te zien bij schadegevallen. Laatst kwam ik een bronzen sculptuur tegen waar een kleine restauratie aan een onderdeel van de sculptuur had plaatsgevonden. Tijdens een transport had een van de lasnaden losgelaten. Het on­derdeel was vakkundig opnieuw gelast op hetzelfde punt en in dezelfde gieterij waar het een paar jaar eerder gegoten was. Dit alles in samenspraak met de kunstenaar want die heeft uiteindelijk vaak het laatste beslissende woord of de sculptuur nog voldoet aan zijn oorspronkelijke creatie en bedoeling. Keurt de kunstenaar de restauratie af dan is er wel degelijk een probleem. Hij moet immers wel achter zijn werk kunnen blijven staan. Dit kan dan ook financiële consequen­ties hebben voor de taxatie en waardering. De input van de kunstenaar is hierbij dus onontbeerlijk.

Maanhout

Het mooie van moderne kunst is het directe contact met de kunstenaars zelf. Onlangs sprak ik met een bevlogen Zwit­ erse kunstenaar die zich met houtbewerking en houtvormen bezighoudt. Prachtig om naar zijn verhalen te luisteren over boomgroei en maanhout. Voor het kappen van de bomen wordt rekening gehouden met de maanstand en het ritme van de seizoenen. Maanhout wordt gekapt tussen Kerst en Drie Koningen, bij afnemende maan en op meer dan 1000 meter hoogte. Waarschijnlijk gebruikte de violenbouwer Antonio Stradivari in de 17e eeuw ook maanhout en heeft dat een positieve bijdrage aan de klank van de Stradivarius violen geleverd.

Wat kan ik genieten van de gesprekken met zo’n bevlogen kunstenaar die de houtnerven en jaarringen voor mij tot leven brengt en mij uitlegt waar ik op moet letten bij de groei van de houtringen of de rode harskleuringen in het hout. Wetenschappers halen hun schouders op bij dit soort ver­halen maar de magie zit naar mijn gevoel toch in een holisti­sche benadering. Geen wonder dat moderne kunst zo’n grote opmars maakt op alle kunstbeurzen. De maatschappij waarin wij leven vraagt hier ook om. Alles hangt met elkaar samen en is verbonden. Om bij ‘zinnen’ te komen is een middagje wandelen op Landgoed Anningahof een aanrader. Om met Immanuel Kant te spreken (1780): ‘Die Kultur des Geschmacks verfeinert den Menschen überhaupt, und sie macht, dass er eines besonderen Vergnügens fähig wird, denn die Verfeinerung des Gesmacks bessert den Menschen’.

Edel van Utenhove is oprichter van Noble House Valuation, onafhankelijk taxatie- en adviesbureau voor kunst, antiek en inboedel. Sinds 2008 biedt ze taxaties aan voor verzekering, successie of onderlinge verdeling. Tevens geeft ze advies bij aan- en verkoop van kunst en antiek.

Categorieën
2023 Stories

HERstory: Sofonisba Anguissola

Al sinds enige tijd is er steeds meer aandacht voor de vrouwelijke kunstenaar in de kunstgeschiedenis. In plaats van de HIStory of art is er nu een beweging gaande die zich verdiept in HERstory of art. Een kunstenaar die in dit verhaal niet mag ontbreken is de Italiaanse Sofonisba Anguissola. Een bijzondere vrouw en kunstenaar die internationale faam genoot tijdens haar leven en wiens werken jarenlang werden toegeschreven aan grote meesters als Titiaan en Leonardo da Vinci. Het Rijksmuseum Twenthe zet haar met een grote tentoonstelling in de spotlight.

Het verhaal van Sofonisba Anguissola begint rond 1532, als zij in de stad Cremona wordt geboren. Ze is de oudste van in totaal zes dochters en in 1551 krijgt ze er nog een broertje bij. Haar ouders, Amilcare Anguissola en Bianca Ponzoni, komen allebei uit adellijke families en zien erop toe dat hun dochters een goede opvoeding krijgen, niet alleen op het gebied van goede manieren maar ook wat betreft hun educatie. De zusjes Anguissola leren lezen en schrijven, ze krijgen onderwijs in Grieks en Latijn, in tekenen, schilderen en musiceren.

Sofonisba Anguissola Rijksmuseum Twenthe Tableau Magazine
Sofonisba Anguissola, Zelfportret achter de schildersezel, ca. 1556-7, Museum Castle in Łańcut

Een vak apart

Het kan zijn dat Amilcare zich hard maakt voor de educatie van zijn dochters omdat hij geïnspireerd is door het boek Il libro del cortegiano van Baldassare Castiglione, dat in 1528 verschijnt. Castiglione beschrijft in het boek niet alleen hoe mannen de perfecte hoveling kunnen worden, maar ook aan welke eisen vrouwen moeten voldoen. Zij moeten kunnen lezen, schrijven, schilderen, musiceren, dansen en scherpzinnig en subtiel spreken. Volgens Nelleke De Vries, conservator oude en moderne kunst in het Rijksmuseum Twenthe, kan de uitgebreide educatie ook een heel praktische verklaring hebben: ‘De familie Anguissola was een belangrijke familie in de stad Cremona, maar ze waren niet overdreven rijk. Dus het is aannemelijk dat Amilcare zijn dochters een zo breed mogelijke educatie wilde geven, om ze een zo goed mogelijke toekomst te bieden. In die tijd waren er voor vrouwen twee opties: trouwen of het klooster ingaan. Voor beide opties was een bruidsschat nodig.’

Al snel blijkt dat Sofonisba en haar zussen talent hebben voor tekenen en schilderen. Amilcare speelt hier op in door Sofonisba en Elena, zijn twee oudste dochters, naar de schilder Bernardino Campi te sturen. Dit is erg vooruitstrevend. Het komt in die tijd nauwelijks voo dat meisjes of vrouwen in de leer gaan. De Vries: ‘Sofonisba en Elena werden ondergebracht bij Campi om het vak te leren. Maar zij verbleven in het woonhuis van de meester en niet in het atelier zoals gewoon was met mannelijke leerlingen. Ze werden bewust apart gehouden en mochten ook niet aan alle lessen deelnemen. Vrouwen mochten bijvoorbeeld niet aanwezig zijn bij anatomie lessen of alleen de natuur bestuderen.’ Sofonisba lost deze hiaten in haar opleiding op door gebruik te maken van haar directe omgeving. Ze bestudeert de natuur in haar eigen tuin heel nauwkeurig en ze laat haar eigen familie steeds weer poseren. Dat zorgt ervoor dat zij zich sterk ontwikkelt als portrettist.

Sofonisba Anguissola Rijksmuseum Twenthe Tableau Magazine
Sofonisba Anguissola, De heilige familie met Sint Anna en de heilige Johannes de Doper, 1592, Lowe Art Museum, University of Miami

Vernieuwende blik

Sofonisba’s talent vermengt zich met de liefde voor haar familie, waardoor de figuren in haar werk iets zachts en liefdevols hebben. Bij het zien van haar schilderijen kun je je voorstellen dat het een hecht gezin was, met genegenheid voor elkaar. Sofonisba krijgt de ruimte en het geduld van haar familie en zij weet ze op hun mooist te vangen. In Het schaakspel (1555) spelen Sofonisba’s zusjes een potje schaak. De zusjes hebben plezier in het spel, hun gezichten en bewegingen zijn vrij en ontspannen. Het jongste zusje, dat niet meespeelt, kijkt met een nieuwsgierige lach naar haar zus: hoe zal zij reageren op de zet van haar tegenstander? De details in het werk zijn verbluffend en het kleurgebruik zo natuurlijk dat zelfs Giorgio Vasari in zijn boek Le vite de’ più eccellenti pittori, scultori, e architettori schrijft dat Sofonisba’s figuren zo echt lijken dat ze lijken te ademen. In Het Schaakspel laat Sofonisba zien wat ze kan als schilder. De minutieuze details van de gewaden, de stofuitdrukking van het kleed op tafel, de mooi gekapte haren, het verschil tussen de jonge blozende huid van de zussen en de al wat vergeelde en rimpelige huid van de gouvernante, de bomen en bergen op de achtergrond, de compositie en de vloeiende kijkrichting. Het is een meesterwerk.

De losse, familiaire opstellingen en de lachende, gemoedelijke gezichtsuitdrukkingen van de figuren in haar werk spreken mensen aan. Dit is een hele nieuwe benadering van het portret, dat in die periode vooral wordt gezien als een formele en zakelijke weergave van een persoon. Een portret moet vooral uitstralen hoe belangrijk en welvarend de persoon in kwestie is. Het werk van Sofonisba laat zien dat het ook op een andere manier kan.

Sofonisba Anguissola Rijksmuseum Twenthe Tableau Magazine
Sofonisba Anguissola, Giovanni Battista Caselli, dichter uit Cremona, 1557-8, Museo Nacional del Prado, Madrid

Deugdelijke schilder

In het vroege werk van Sofonisba zien we haar familie steeds weer op een andere manier. Maar ze schildert ook zichzelf in allerlei hoedanigheden. Dit doet ze niet alleen voor haar eigen ontwikkeling, maar ook om een bepaald beeld van zichzelf neer te zetten. In de 16e eeuw is de reputatie van een vrouw van groot belang en Sofoniba’s situatie is natuurlijk uitzonderlijk. Ze schildert zichzelf daarom achter een schildersezel, terwijl ze een spinet bespeelt en een keer met een boekje in haar hand. Door zichzelf op deze manier te portretteren laat ze zien dat ze een deugdelijke vrouw is, die kan lezen, musiceren en schilderen. Precies zoals beschreven staat in Il libro del cortegiano. Nelleke de Vries: ‘In deze periode krijgt Sofonisba ook steeds meer bekendheid in en om Cremona. Ze krijgt opdrachten voor het schilderen van belangrijke mensen uit de stad. Sofonisba signeert daarbij de portretten niet alleen met haar naam, maar ze schrijft er ook bij dat ze nog maagd is en dat ze het portret in het bijzijn van haar vader Amilcare Anguissola schilderde. Dit doet ze om aan te geven dat ze niet alleen in een ruimte is geweest met de geportretteerde en dat ze dus een deugdelijke vrouw is.’

Internationale roem

Amilcare Anguissola probeert Sofonisba ook meer bekendheid te geven door haar werk aan te prijzen bij verschillende hooggeplaatste en invloedrijke personen en door haar werk op te sturen naar kunstenaars. Via overgeleverde brieven weten we dat zelfs Michelangelo het werk van Sofonisba onder ogen kreeg. 

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Sofonisba Anguissola
Rijksmuseum Twenthe
t/m 11 juni 2023

Categorieën
2023 Highlights

Brave New World in Museum de Fundatie

In ‘Brave New World’ richt Museum De Fundatie de blik op recente ontwikkelingen in de schilderkunst. De tentoonstelling is samengesteld door schrijver en kunstcriticus Hans den Hartog Jager en omvat werk van zeventien internationale topschilders onder de veertig.

Voor Brave New World koos hij voor een grote variatie in stijl, perspectief en techniek. Van de hypnotiserende vormen op de doeken van de Amerikaanse Loie Hollowell tot de treffende boodschappen achter het werk van Portia Zvavahera (Zimbabwe).

Museum de Fundatie Hans den Hartog Jager Tableau Magazine
Loie Hollowell, Green Ovum (2021)

Door de focus op digitale kunst in de afgelopen decennia leek schilderkunst zo’n beetje weggeschoven als ouderwets, met name in
de westerse wereld. In Zuid-Amerika, Azië en Afrika is schilderen echter altijd een krachtige en invloedrijke kunstvorm gebleven die geworteld is een sterke traditie. Daarmee inspireren deze kunstenaars ook weer de nieuwe generatie schilders in het westen, waar de dagelijkse overvloed aan beelden intussen ook duidelijk heeft gemaakt hoe krachtig beeld is. Voor de nieuwe generatie schilders zijn digitale beelden een gegeven, ze zijn ermee opgegroeid. Toch kiezen ze ervoor om te schilderen, juist omdat schilderen hen een ongekende, rijke verscheidenheid aan artistieke uitdrukkingen en invloeden biedt.

Brave New World: 16 schilders voor de 21e eeuw
Museum de Fundatie
t/m 11 juni 2023

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Tableau Portret: Saskia Bak (directeur Museum Arnhem)

Na ruim vier jaar verbouwen en het realiseren van een nieuwe vleugel trekt Museum Arnhem veel nieuwe en trouwe bezoekers, die het museum als het ware herontdekken. Met 550 m2 extra oppervlakte valt er meer dan voorheen te genieten van een verrassende opstelling. Dat is waar directeur Saskia Bak zich nu op richt: de museale parel van Arnhem weer uitbundig te laten schitteren. ‘Wat mij aanspreekt is andere mensen meenemen in de kunst.’

Nu Museum Arnhem klaar is voor de toekomst beschouwt Bak het meer dan ooit als voorrecht hier te werken: ‘Telkens als ik door het museum loop, word ik blij van wat we hebben bereikt. De publieksfuncties zijn op orde en er wordt voldaan aan alle actuele eisen voor het maken van tentoonstellingen. De extra vierkante meters stellen ons in staat ons programma ten volle uit te voeren en onze ambities waar te maken. Met hulp van de gemeente Arnhem hebben we onze visie aangepast en de focus gericht op de toekomst. De tijden veranderen snel en zo’n gebouw moet decennia meegaan. De architect heeft ingezoomd op de kern van het museum en ons profiel weer scherp gesteld met respect voor het verleden. Daarin spelen twee oud-directeuren een hoofdrol. Ten eerste de welbekende Pierre Jansen. Hij sprak over kunst op basis van gelijkwaardigheid. Hij wilde altijd weten wat mensen bezig hield en van daaruit het gesprek aangaan. Later ontwikkelde Liesbeth Brandt Corstius een heel specifiek verzamelbeleid: kunst gemaakt door vrouwen. Die werden destijds nergens anders gerepresenteerd. Beide uitgangspunten zetten wij met verve voort. Vooral door het verzamelen van kunst uit verschillende culturele achtergronden. Ook daar waren wij al vroeg bij.’

Kunst kijken is bij ons een avontuur

Saskia Bak Museum Arnhem Tableau Magazine
Maria Roosen, Borstentros, 2010. Foto: Marc Pluim Fotografie.

Vraagstukken van vandaag

Die sterke momenten in de geschiedenis van Museum Arnhem hebben geleid tot een centraal thema: Kunst & Samenleving. Bak: ‘En met subthema’s als emancipatiestrijd en onrechtvaardigheid geeft onze collectie een representatief beeld van de vraagstukken van vandaag. Maatschappelijke context speelt een grote rol in dit museum. Gek genoeg ziet men kunst die ergens over gaat en kunst die alleen maar mooi is dikwijls als een tegenstelling. Echter, in onze visie komen die twee schijnbare uitersten juist bij elkaar. Dat proberen we visueel te vertalen. Publieksvriendelijk program­ meren kan heel goed samengaan met deelname aan het maatschappelijk debat. We zijn er natuurlijk vooral om mu­ seum te zijn. Samen met de publieksvraag blijven onze artistieke doelen het belangrijkst. We hangen kunst op met het doel zoveel mogelijk mensen te betrekken.’

Saskia Bak Museum Arnhem Tableau Magazine
Serge Attukwei Clottey, GBOR TSUI (Visitor’s Heart), 2019. Foto: Jannes Linders.

Kijk-carrière

Museum Arnhem staat vooral bekend om zijn collectie realis­ten uit het interbellum en hedendaagse schilderkunst, vooral van vrouwen. Bak: ‘Kunst wordt vaak geplaatst in het perspec­tief van stijlen, stromingen en kunstgeschiedenis. Wat wij doen is juist de inhoud voorop zetten. Wat vertelt het kunst­werk? Waar gaat het over? Dat past heel goed in het kader van maatschappelijke context, want kunst kun je niet los zien van de samenleving waarin die ontstaan is. Ondertussen willen we meer publiek bereiken en dat ook verbreden. Denk aan jongeren en bijvoorbeeld meer Duitse bezoekers. Die triggeren we zeker met de nieuwe expositie Willink – Baluschek. Baluschek was de Berlijnse leermeester van Willink. Het is een bijzondere tentoonstelling met fraaie bruiklenen. Mijn eigen ‘kijk­carrière’ is bij Willink begonnen. Zijn vroege werk, toen hij nog abstract was, dat vond ik ge­ weldig! Daarna pas ontdekte ik Picasso, Mondriaan, De Stijl. Het leuke van dit museum is dat je hier je eigen kijk­carrière kunt starten. Vanwege de toegankelijke kunst. Niet zozeer kunst die makkelijk is, maar kunst die aangenaam is om naar te kijken. Kunst kijken blijft een avontuur. Je kijkt altijd verder. Zeker in een tentoonstelling als ‘Ten minste houdbaar tot’ mengen wij actuele kunst met oudere collecties zoals Jan Mankes. Zo kun je het kijk­avontuur aangaan.’

Museum Arnhem
Utrechtseweg 87
6812 AA Arnhem

Lees verder in de nieuwste Tableau. Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

Suikerzoet: Wayne Thiebaud in Fondation Beyeler

100 jaar geleden, oktober 1923, richtte Walt Disney zijn al snel wereldberoemde studio op. Een plek waar ‘dromen ontstaan’, zoals hij zelf altijd zei, maar ook een plek waar talent werd ontdekt. Wayne Thiebaud (1920 – 2021) is er daar een van.

Wayne Thiebaud begon zijn carrière als graphic designer en werkte een tijdje voor de animatie-afdeling van Walt Disney Studios. Als je naar zijn huidige werk kijkt, zie je het daar stiekem nog wel tussendoor piepen; een sprookjesachtige manier van naar de wereld kijken. Thiebaud is met name bekend om zijn stillevens van eten en drinken. Luxe taarten, ijsjes, snoepgoed, een schaal met kersen; hij heeft duidelijk een voorkeur voor de zoetere kanten van het leven.

Maar zijn werk is meer dan dat. Met de stillevens toont hij de beloftes en overvloed van de Amerikaanse consumptiemaatschappij. We zien pastelkleuren gemixt met felle tinten, een jaren 50 sfeer en een tikje melancholie, maar ook een geweldige techniek. De kunstenaar noemt deze stijl zelf ook wel ‘object transference’: hij brengt het onderwerp van zijn schilderij zo levensecht mogelijk over op het doek. Vanwege de manier waarop hij alledaagse objecten als zijn inspiratie gebruikt, wordt Thiebaud vaak geassocieerd met pop art. Toch lijkt dat niet helemaal terecht, gezien zijn compleet eigen blik – op basis van herinneringen, waar pop art kunstenaars met name putten uit massamedia.

In deze expositie, die plaatsvindt in het Zwitserse Basel, zijn natuurlijk volop zoetigheden te zien, je gaat er automatisch van watertanden. Daarnaast hebben ze ook portretten, stadsgezichten en landschappen bij elkaar gebracht: een stokoud genre, dat in de handen van Thibaud een compleet andere insteek blijkt te krijgen.

Wayne Thiebaud 
Fondation Beyeler in Basel
t/m 21 mei 2023

Categorieën
2023 Stories

Sabine Marcelis: magiër met materiaal en kleur

Harde vormen in combinatie met materialen die er zacht en verleidelijk uitzien. Sabine Marcelis tovert met materiaal en kleur functionele ontwerpen, die perfect zijn in vorm. Wereldwijd is er belangstelling voor haar werk.

Bij een laadpaal voor elektrische auto’s denk je niet meteen aan Sabine Marcelis (1996). Deze Rotterdamse ontwerper is tenslotte de koningin van het kunstzinnige design. Of het nou haar Candy Cubicles is, een kubus van giethars in verleidelijke kleuren, waarvan de materie als een kleurfilter fungeert voor licht of de lamp Mirage van breekbaar neon in een sierlijke geometrie met een stoere voet van dooraderd marmer staal. Het zijn objecten die zowel abstract en afstandelijk zijn als begeerlijk. Ongenaakbaar. Ze zijn overduidelijk door de mensenhand gecreëerd en tóch van een vanzelfsprekende en daardoor natuurlijke schoonheid. Dus als Marcelis dan in opdracht van autofabrikant Audi een laadpaal voor Amsterdam ontwerpt, dan is het meteen ook meer dan een functioneel object. Het is een kunstzinnige sculptuur waarin kleur, vorm en materiaal een drie-eenheid zijn. Meer zelfs nog, want deze schoonheid versmelt met een onverwachte functionaliteit; de laadpaal wordt een sierobject in het straatbeeld.

Sabine Marcelis Tableau Magazine
Sabine Marcelis, Candy Cube, 2014

Sabine Marcelis voorziet alledaagse voorwerpen van magie en verwondering – dat is waarom de stijlbijbel Wallpaper haar in 2020 uitroept tot Designer of the Year. Haar oeuvre onderscheidt zich met een hoge mate van vakmanschap en perfectie. Zij breekt opzichtig met de conceptuele traditie van Dutch design door droge humor of stichtelijke maatschappijkritiek te vermijden. In haar Rotterdamse studio experimenteert ze met glas, staal, marmer en papier, met stof en hout, maar het allerliefst met kunsthars. Of ze werkt samen met de beste handwerklieden en industriële werkplaatsen. Ze ontwerpt functionele IKEA-meubels én abstracte lichtobjecten, interieurs, maar ook autonome sculpturen en dus een laadpaal.

Sabine Marcelis Tableau Magazine
AUDI laadpaal, Amsterdam. Foto: Rachel Ecclestone

Moments of wonder

Als geen ander weet Sabine Marcelis bijzondere kwaliteiten van een materiaal uit te buiten. Zo giet zij spiegels, krukken, lampen en tafels van kleurrijk kunsthars. Deze exclusieve Candy Cubicles zijn in trek bij musea, galeries en verzamelaars of gaan naar winkels en catwalks van luxemerken als Fendi, Burberry en Givenchy. Bijzonder aan dit keiharde materiaal is dat het zacht, bijna vloeibaar oogt met frisse, prettige kleuren. Maar verschuift je blik ook maar iets, dan oogt het oppervlak spiegelend en messcherp. Dan lijkt het wel alsof er spanning op staat. Neem haar lampencollectie Dawn of Light, waarbij een perfect ronde neonbuis in een rechthoekige voet van kunsthars is geklemd. Geen bobbel, geen luchtbel, geen kleurverschil – alleen perfectie. ‘God is in the detail’, zei ze daarover in een interview met Eigen Huis & Interieur.

‘Glas en giethars, de materialen waar ik nog steeds veel mee werk, verdragen geen fouten. Er is niets om je achter te ver­ schuilen. De kleinste imperfectie verstoort het beeld.’

Sabine Marcelis in Eigen Huis & Interieur

Glas en kunsthars hebben bovendien een kalmerende ton sur ton waardoor ze complementair worden. Daarmee laat Marcelis deze objecten er simpeler uitzien dan deze in werkelijkheid zijn. En ondertussen ervaar je dus een moment of wonder door dat verbluffende materiaalgebruik.

Kleur en licht gebruikt Marcelis ook als een materiaal. Ze kneedt en duwt het alsof het niet ongrijpbaar en efemerisch is. Ze heeft een voorkeur voor optimistische kleuren als ei­ geel, mintgroen en roze. Als het kunsthars glad en gepolijst is, ogen die snoepkleuren fel en indringend. Bij mat kunsthars oogt het dof, eerder zeepachtig. De kleuren veranderen ook met de intensiteit van het licht. Dan weer lijken haar objecten van binnen te gloeien, dan weer trekt de kleurrijke glans zich als donkere schaduw terug. Het zijn unieke kleuren die je niet eerder zag maar toch intuïtief herkent. Het raakt aan het onderbewuste. Dat is ook precies hoe ze haar kleuren kiest. Geen concept, geen filosofie. Puur op schoonheid. De minimalistische vorm van haar objecten lijkt in dienst te staan van kleur en materiaal. Met perfecte ovalen, kaars­ rechte hoeken of zwierige contouren creëert Marcelis een gracieuze harmonie in haar ontwerpen. Er kan niets bij, er kan niets af.

Sabine Marcelis Tableau Magazine
Sabine Marcelis

Contrast

Gek genoeg heeft de loopbaan van de kroonprinses van het stijlvolle art design een aarzelende start. In 2011 studeert Sabine Marcelis af aan de Design Academy Eindhoven met het prototype van een doe­het­-zelf wijnmaker. Daarvoor volgt ze een techni­sche opleiding Industrial Design aan Victoria University in Nieuw­-Zeeland, waarheen ze met haar ouders op haar negende emigreerde. Nog steeds spreekt ze Nederlands met een charmant accent. Haar eerste jaren als zelfstandig ont­ werper doet ze vooral freelance werk voor andere ontwerp­ studio’s en modemerken. Met de wijsheid achteraf kun je zeggen dat het haar ontdekkingsreis was naar een eigen handschrift.

Lees verder in de nieuwste Tableau. Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Sabine Marcelis Tableau Magazine
Sabine Marcelis, Light Festival Saoedi Arabië, 2022
Categorieën
2023 Highlights

Opstandig collectief: General Idea in het Stedelijk Museum

Het Canadese collectief General Idea was baanbrekend en vooraanstaand op het gebied van conceptuele kunst. Actief vanaf 1969, maakten Felix Partz, Jorge Zontal en AA Bronson onder meer offset-affiches, luchtballonnen, vloerkleden, wapenemblemen, postkaarten en ruimtevullende installaties. Hiermee leverden ze onder andere speelse kritiek, satire en pastiches op onderwerpen als massamedia, consumentencultuur, sociale ongelijkheden en de aids-crisis, die op dat moment het dieptepunt beleefde.

Zo produceerden ze affiches met het tekstsymbool Aids, als onderdeel van een bewustwordingscampagne, die ook in Amsterdam waren te zien. Het werk is een variant op het beroemde tekstbeeld Love van Robert Indiana. Aids was in meerdere werken een thema, zo ook in een van hun laatste grote installaties, waarin de aidsremmer AZT een hoofdrol speelt. One Year of AZT – One Day of AZT (1991) bestaat uit een representatie van 1825 blauw-witte medicijncapsules, in rijen aan de wand bevestigd. Een tweede deel van de installatie zijn vijf reusachtig uitvergrote capsules, die diagonaal op de grond liggen midden in de ruimte.

General Idea publiceerde ook twaalf jaar lang het kunstmagazine FILE via hun eigen uitgeverij Art Metropole. De uitgeverij bestaat nog steeds, en maakt bijzondere boeken en andere uitgaven van kunstenaars. Aan de creativiteit van General Idea kwam in 1994 een eind toen Zontal en Partz beiden overleden aan de gevolgen van aids. In de hoogtijdagen was General Idea zeer productief. Dit geeft voldoende input voor dit meest uitgebreide retrospectief ooit, meer dan 200 werken worden samengebracht. Het Stedelijk Museum, dat al sinds 1980 hun werk verzamelt, werkte hiervoor samen met de National Gallery of Canada.

General Idea
Stedelijk Museum Amsterdam
1 april t/m 16 juli 2023

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Columns

Column collect: nieuwe portretten

Marten en OopjenDe Vaandeldrager; de afgelopen jaren werd er door onder andere het Rijksmuseum flink geïnvesteerd in het verwerven van topstukken. Dergelijke aankopen zijn niet alleen een inhoudelijke aanvulling op de collectie, publiekslieveling Rembrandt staat ook garant voor een enorme stroom aan bezoekers. Niet voor niets scoort het Rijksmuseum – en ook Het Mauritshuis – steevast met grootste tentoonstellingen waarin oude meesters een prominente rol spelen.

Hoewel een Rembrandt of Rubens wellicht voor menig privéverzamelaar buiten bereik ligt, betekent dit niet dat de collectioneur van nu zich slechts hoeft te beperken tot hedendaagse kunst. Niet alleen is het fenomeen ‘trans-historisch verzamelen’ of – met een wat lossere rode raad in het aankoopbeleid – eclectisch verzamelen al jaren in zwang, ook het schatzoeken naar onontdekte pareltjes is voor veel kopers part of the fun.

Oud en nieuw

Wie zich interesseert in de laatste ontwikkelingen in de actuele kunst loopt waarschijnlijk de eindexamenexposities van kunstacademies af en bezoekt met regelmaat hedendaagse kunstbeurzen als Art Rotterdam en Unfair om op de hoogte te blijven van het werk van de nieuwste generatie makers. Liefhebbers van oude kunst daarentegen duiken in de wereld van (online) veilingen, bezoeken beurzen als PAN en TEFAF en komen in binnen- en buitenland bij handelaren over de vloer. Met name bij de kleinere veilinghuizen kan men interessante vondsten doen van minder bekende, maar zeer begaafde schilders uit de 16e en 17e eeuw. Bestudeer voor het aankopen goed de herkomst geschiedenis van het werk en let op eventuele stickers op de achterzijde die bijvoorbeeld verwijzen naar eerdere veilingen of eigenaren. Een UV-lamp kan tonen welke ondertekeningen er onder het schilderij zitten, of welke onderdelen later geretoucheerd zijn.

Tot slot kan het geen kwaad om de handtekening van de schilder – indien aanwezig op het werk – te vergelijken met eerdere signaturen van dezelfde kunstenaar; in het geval van een discrepantie hiertussen is het zaak om nog eens goed onderzoek te doen naar de daadwerkelijke vervaardiger. Maar het meest uitdagende en plezierige voor de verzamelaar is misschien toch wel het leggen van verbanden tussen oude meesters en hedendaagse helden. Denk bijvoorbeeld aan de herkenbare foto’s van Hendrik Kerstens, die zich, met zijn dochter als muze en model, graag laat inspireren door iconische portretten uit de kunstgeschiedenis. Met een kwinkslag creëert hij tot in de puntjes gestileerde portretten, waarin hij de attributen uit de oorspronkelijke werken – zoals een weelderig stoffen hoofddeksel – vervangt door objecten uit onze tijd zoals een kunstig gevouwen servet of plastic tas.

Met zijn haarscherpe foto’s die steevast een zwarte achtergrond hebben, toont Kerstens zijn voorliefde voor de oude meesters. De serene blik en haast porseleinen huid van de geportretteerde en het veelvuldig gebruik clair-obscur zijn een onmiskenbare referentie naar het klassieke portretgenre waarin Rembrandt en zijn tijdgenoten zo bekwaam waren.

Onheilspellend

Niet alleen zijn oude meesters een inspiratiebron voor veel kunstenaars van nu, het wordt vaak pas écht interessant als er een flinke dosis reflectie, onderzoek en een kritische blik bij komt. Een goed voorbeeld hiervan is Natasja Kensmil, een van Nederlands meest toonaangevende hedendaagse schilders. In haar werk duikt Natasja Kensmil vaak (de schaduwzijde van) het verleden in, om zo beladen thema’s en actuele kwesties aan de kaak te stellen. Haar monumentale werken zijn opgebouwd uit meerdere lagen donkere olieverf. De sierlijke, haast frivole kwaststreken staan in contrast met de onheilspellende sfeer die over het tafereel hangt. Neem het portret van Clara Abba, uit de serie Monument der regentessen. Regentessen werden in de 17e eeuw veelvuldig geportretteerd. Ze werden door beroemde schilders als Ferdinand Bol neergezet als statige, maar ook warme personen met mededogen voor de minderbedeelden. Natasja Kensmil schildert in Clara Abba een van deze vermogende en invloedrijke vrouwen uit de 17e eeuw op een statige maar griezelige manier. Haar extreem witte huid verwijst naar het heersende schoonheidsideaal, wat ook vandaag de dag nog altijd problematisch dominant is. Hoewel regentessen er om bekend stonden zich actief in te zetten voor liefdadigheid bleef de herkomst van hun rijkdom onbelicht. Dat zij hun weelde grotendeels vergaarden door uitbuiting in de overzeese koloniën staat in schril contrast met hun barmhartigheid. Natasja Kensmil verbindt in haar werk niet alleen heden en verleden, maar biedt ons een nieuw perspectief op de geschiedenis en voegt een nieuwe laag aan het portretgenre toe.

Nadine van den Bosch is kunsthistoricus en co-founder van Young Collectors Circle, hét platform voor startende kunstverzamelaars. Daarnaast werkt ze als curator en kunstadviseur voor diverse (bedrijfs)collecties en is ze columnist en tekstschrijver.

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

Cool Painting: Alex Katz in Albertina Modern

Andy Warhol zag hem als een grote inspiratiebron en dat is volledig terecht, als we diens pop art naast het werk van Alex Katz leggen. Katz werd geboren in het New York van 1927, als kind van Russisch-Joodse immigranten. Nadat hij in 1949 geobsedeerd raakte door het werk van Henri Matisse ging hij schildercursussen volgen en begon met werken in de buitenlucht.

Zijn inspriratiebronnen kwamen daarna van verschillende kanten. Van abstract expressionisme (Jackson Pollock, Willem de Kooning) tot Titiaan en Velásquez. Dat resulteerde later in een focus op collages en cut-outs, die vrijstaand in ruimtes werden tentoongesteld. Maar Katz voelde er niets voor om zicht te beperken tot een techniek, vorm of stijl. Zo maakte hij in de jaren 60 groepsportretten, kwamen daar in de jaren 70 panoramaschilderijen bij en ontwierp hij in 1977 een 80 meter breed billboard met daarop 23 vrouwenhoofden, dat op Times Square was te bewonderen. Het grote publiek maakte kennis met hem doordat hij in de jaren 80 veel portretten maakte van beroemde fotomodellen als Kate Moss en Christy Turlington. In 2010 was hij in zijn thuisstad New York helemaal niet meer te ontwijken: 160 taxi’s reden dat jaar rond met reproducties van Katz’ schilderijen.

Een heleboel variatie dus, al zijn er ook overeenkomsten. Klein denken was niets voor Katz, hij werkte graag groot, groter, grootst, met levendige kleuren en brede penseelstreken. Hij werd gezien als de uitvinder van ‘cool painting’, zoals Miles Davis de vader van ‘cool jazz’ was. Daarbij nam hij de mensen uit zijn eigen wereld, de kunst scene van New York, als inspiratiebron. Voordat pop art een term of een trend was deed Katz al min of meer hetzelfde: figuratieve schilderkunst maken, die bij nadere inspectie abstractie, rationalisme en een flinke dosis sensualiteit bevatte.

Het Albertina Museum pakt het groots aan en brengt, vanwege de 95e verjaardag van Katz, een uitgebreide ode aan zijn rijke oeuvre.

Cool Painting
Albertina Modern (Wenen)
t/m 4 juni
2023

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Veilingnieuws: schaarse meesters

Veilingnieuws met recente ontwikkelingen, opvallende opbrengsten en verrassende kavels. Waarbij de oude meesters op dit moment schaars lijken te zijn en Andy Warhol nog steeds goed is voor een recordopbrengst.

Ondanks in het oog springende resultaten – waarover later meer – ziet de handel in het werk van de oude meesters zich voor opgaven gesteld. Het aanbod is op het moment niet bijster groot en voor de veilinghuizen is het een uitdaging bijzondere en bij voorkeur marktfrisse items te vinden.

Tegen de achtergrond van de voortdurende oorlog in Oekraïne, wereldwijde inflatie en een sterk geglobaliseerde en gedigitaliseerde kunstmarkt, is op de belangrijke veilingen een lichte verschraling in het aanbod van oude meesters te zien. De bronnen voor bijzondere items vloeien niet langer overvloedig en de veilinghuizen leunen zwaar op een paar kunsthistorische ontdekkingen en dat wat er in de oude privécollecties nog resteert. Het aandeel oude meesters in veiling is in verhouding nu ‘slechts’ circa 4%. In een markt waarin het adagium ‘aanbod creëert interesse’ geldt, is in negatieve zin een verminderd aanbod een van de oorzaken van deze precaire situatie.

Veilingnieuws Veilingen Michiel Vliegenthart Tableau Magazine
Jan Davidsz. De Heem (1606 – 1683/4), Stilleven van bloemen in een glazen vaas met insecten en vruchten in een stenen nis, gesigneerd ‘J.D.De Heem.R’. Opbrengst £2.700.000 (taxatie 1.000.000 – 1.500.000 GBP) © Sotheby

Sexy

Zijn oude meesters niet meer sexy, is de markt ervoor aan het teruglopen en is het een nichemarkt geworden? De gemiddelde kunstkoper is jonger dan ooit en dat is op zichzelf een verheugend gegeven, maar in peilingen lijkt deze groep de oude meesters minder relevant en cool te vinden. Voor het waarderen van werk van oude meesters moet je de tijd nemen, savoureren, en de gemiddelde jonge ‘kunstconsument’ kan daar misschien niet of nog niet het geduld voor opbrengen. Ook bestaat oude kunst dikwijls uit religieuze en mythologische voorstellingen, waardoor er bij het aanschouwen niet altijd een directe herkenning is zoals bij een Banksy of een Warhol. Jonge kopers hebben vaak een ander referentiekader. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat financieel rendement met het investeren in oude meesters niet altijd evident is.

Momentum

Tegen de achtergrond van deze pittige uitdagingen voor de veilinghuizen onderscheidde Christie’s zich gunstig met het veilen van een aantal belangrijke schilderijen van museale kwaliteit uit de collectie van de overleden filantropen Cecil en Hilda Lewis. Het ging om onder meer een paneel van Lucas Cranach de Oude (1472-1553), het vroeg 16e-eeuwse Nimf van de Lente met een interessante provenance. Het bevond zich (vermoedelijk) in de collectie van de Keizer van het Heilige Roomse Rijk Rudolf II (1552-1612) en in de collectie van Christina van Zweden (1626-1689) in de 17e eeuw en is nooit eerder op een veiling verschenen.

In december veilde Sotheby’s in London 17 schilderijen uit de nalatenschap van Juan Manuel Grasset (1927-2020). Zwaartepunt van de Grasset Collectie is de vroege 17e eeuw met bijzondere aandacht voor Hollandse stillevens, vervaardigd in een periode van vijftig jaar. De verzameling omvat verder werken van Giovanni Antonio Canal (ook wel genaamd Canaletto), Jan Davidsz. de Heem, Jan Brueghel de Oude, Osias Beert de Oudere, Juan van der Hamen y León en Jan van Kessel.

Zeker, oude meesters hebben nog steeds hun momentum. Zo is het duurste kunstwerk ooit op veiling verkocht een oude meester: het vaak gerestaureerde Salvator Mundi dat Christie’s in 2017 voor $450.3m veilde als een lang verloren meesterwerk van de hand van Leonardo da Vinci en meer recent Botticelli’s Madonna del Magnificat (rond 1490) dat voor $48.5m van eigenaar wisselde, hoewel deze laatste opbrengst verbleekt bij de opbrengsten van high end kavels uit de categorie post-impressionist en modern.

Enkele resultaten uit Christie’s’ veiling van de Grasset Collectie op 7 december in Londen zijn een stilleven van Jan Davidsz. De Heem (1606 – 1683/4) dat voor £2,7 miljoen van eigenaar wisselde en een stadsgezicht van Canaletto.

Veilingnieuws Veilingen Michiel Vliegenthart Tableau Magazine
Andy Warhol (1928 – 1987), White Disaster [White Car Crash 19 Times], 1963. Opbrengst $85.4 miljoen © Sothebys

Warhol en Mondriaan

In november bracht bij Sotheby’s New York het kolossale werk White Disaster [White Car Crash 19 Times] van Andy Warhol $85.4 miljoen op. In de reeks werken met het thema Car Crash, dat die fatale autobotsingen laat zien, is dit Warhols grootste en meest ambitieuze, uitgevoerd op één paneel. Toen hij er aan werkte was de kunstenaar bij wijze van spreken geobsedeerd door het onderwerp Death and Disaster. White Disaster [White Car Crash 19 Times] is een van de drie monumentale Death and Disaster werken met de voorstelling van een ongeluk, naast Silver Car Crash (Double Disaster) en Orange Car Crash Fourteen Times, die zich in de collectie van het Museum of Modern Art in New York bevinden.

Op 14 november veilde hetzelfde huis uit een Europese collectie een belangrijk werk van Piet Mondriaan en met de hamerprijs van $51 miljoen werd voor deze kunstenaar een nieuw veilingrecord gevestigd. Het schilderij werd gekocht door een verzamelaar uit Azië.

Ook in Nederland wisselden vele interessante kavels van eigenaar. In Amsterdam veilde Veilinghuis AAG op 28 november in zijn Post-War & Contemporary Art, werk van onder andere de kunstenaars Jan Sluijters, M.C. Escher, Karel Appel, Corneille, Ad Dekkers, en Jonathan Meese naast kavels van de hand van internationale fotografen zoals Mark Seeliger, William Klein, Paul Smith, Carli Hermès en Erwin Olaf.

Lees verder in de nieuwste Tableau. Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Michiel Vliegenthart (1966) werkt voor een internationaal veilinghuis als expert 19e-eeuwse schilderijen, prenten, tekeningen en aquarellen.

Categorieën
2023 Stories

Heropening Museum Rembrandthuis: 17e-eeuwse tekeningen uit The Peck Collection

Na een half jaar verbouwen heropende Museum Rembrandthuis op 18 maart met een tentoonstelling met 74 tekeningen uit The Peck Collection. Van Rembrandt en ruim 40 van zijn tijdgenoten. In veertig jaar is de collectie bijeengebracht door het echtpaar Sheldon en Leena Peck en in 2017 geschonken aan het Ackland Museum in North Carolina. Dit voorjaar komen de tekeningen weer dichter bij – en soms héél dicht bij – de plek waar ze ooit zijn gemaakt.

Op de bovenverdieping van het Rembrandthuis aan de Jodenbreestraat in Amsterdam is het levendig voor te stellen dat in de krappe kabinetjes onder de lage, zware balken door Rembrandts leerlingen geconcentreerd gewerkt werd om zijn meesterschap te evenaren. Of te overtreffen. Ferdinand Bol zat er, Govert Flinck ook. In The Peck Collection zijn tekeningen van beide kunstenaars opgenomen, alsook van Samuel van Hoogstraten. Zijn mannelijk naakt met staf staat in het licht dat door het raam rechts naar binnen valt. En hoewel Rembrandt vaak een grotere ruimte huurde voor het tekenen naar model, lijkt deze tekening in bruine inkt toch aan de Jodenbreestraat te zijn gemaakt.

Rembrandthuis Museum Tableau Magazine
Samuel van Hoogstraten Studie van een mannelijk naakt met een staf, ca. 1646, courtesy The Peck Collection

Over Rembrandts schouder

Het Rembrandthuis is misschien wel de allerbeste plek om in de huid te kruipen van 17e-eeuwse kunstenaars. Ingericht met Rembrandts tekeningen en inboedelbeschrijvingen als leidraad, kan de bezoeker zich even in het hart van de 17e- eeuwse kunstpraktijk wanen. Met de recente verbouwing is er nog meer ruimte gecreëerd om de bezoekers te prikkelen zelf aan de slag te gaan. Hoe voelt het om te tekenen en te etsen met de materialen van Rembrandt, wat zie je als je kijkt met zijn blik? Met de tentoonstelling ‘Tekenkunst’ komt daar een dimensie bij. Met zijn tekeningen voor ogen, loop je met Rembrandt zo de straat op en tref je verderop in de straat een vrouw met een opstandig kind aan haar hand. En kijk, daar nog een vrouw, ze draagt een peuter, met iets geks op zijn hoofd. Rembrandt schetst razendsnel in bruine inkt en noteert ‘een kindeken met een oudt jack op sijn hoofdke’. Hij observeerde en tekende waar hij maar kon.

Nulla dies sine linea

Conservator van The Peck Collection Robert Fucci noteert in de catalogus Drawn to life dat dit citaat, ‘geen dag zonder lijn’, van de Griekse hofschilder Apelles populair was in de 17e eeuw. Gerard ter Borch (1617-1681) had het goed begrepen toen hij zijn tekenspullen inpakte op weg naar zijn ouderlijk huis in Zwolle, als onderbreking van zijn opleiding in Haarlem. Met het ijstafereeltje dat hij onderweg rond zijn 17e maakte, zijn de dynamiek en het plezier van zowel het spel op het ijs als van de jonge tekenaar voelbaar.

Waar de tentoonstelling in Ackland meer kunsthistorisch van opzet was, kozen hoofd collectie & educatie Epco Runia en conservator David de Witt met dezelfde selectie tekeningen een andere invalshoek, passend bij het op de kunstpraktijk gerichte Rembrandthuis. De tekeningen worden getoond aan de hand van zeven redenen om te tekenen, zoals motieven verzamelen, tekenen tijdens wandelingen, oefenen in het atelier en het uitwerken van ideeën, zoals wanneer Rembrandt een man schetst die zijn handen boven het vuur verwarmt. De doorzichtig geworden witte overschildering biedt inzicht in hoe hij heeft gezocht naar de juiste positie van de handen ten opzichte van het vuur.

Rembrandthuis Museum Tableau Magazine
Rembrandt van Rijn, Man met stok en bontmuts, ca 1648, courtesy The Peck Collection

Het naakt van Van Hoogstraten is een prachtig voorbeeld van oefenen in het atelier en ook de in rood en zwart krijt getekende handen van Abraham Bloemaert (1566-1651) lijken daaronder te vallen. Bloemaert had zijn eigen tekenacademie in Utrecht rond 1612, iets nieuws in die tijd, waar vele studenten zich leerden bekwamen in het tekenen naar modellen. De manier waarop Bloemaert hier handen, nog steeds een van de moeilijkst geachte lichaamsdelen, in verschillende poses vangt, op beide zijden van het blad, suggereert veel en intensief oefenen. Maar de zorgvuldige en aantrekkelijke afwerking lijkt toch meer op een vooraf geplande compositie te duiden. Waarschijnlijk zijn ze zelfs niet eens naar het leven getekend, maar ontsproten aan Bloemaerts 16e-eeuwse geest. Epco Runia: ‘Bloemaert is een hele generatie ouder dan Rembrandt en het verschil tussen de 16e- en 17e eeuw is precies dat: tekenen naar het leven werd de norm, in plaats van het 16e-eeuwse tekenen uit de geest.’

Tekenen onderweg

Vanuit zijn atelier en woonhuis liep Rembrandt in de jaren 40 en 50 van de 17e eeuw regelmatig de stad uit. Onderweg haalde hij papier en zijn tot pen gesneden rietstengel tevoorschijn en tekende hij. Zoals Een landschap met kanaal en boten (gedateerd ca. 1652-1655). Het is prachtig hoe hij de diepte in het landschap versterkt door de boten op de voorgrond met zijn pen te tekenen, terwijl de achtergrond in gewassen inkt is opgezet. 

Lees verder in de nieuwste Tableau. Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Tekenkunst. 74 tekeningen van Rembrandt, Bol, Maes en anderen. The Peck Collection
Museum Rembrandthuis
t/m 11 juni 2023

Tip: Bij de tentoonstelling verschijnt de catalogus Drawn to Life, met uitgebreide toelichting op onderzoek en herkomst van elke tekening door conservator Robert Fucci.

Categorieën
2023 Highlights

Behind the screens: 50 jaar computerkunst

Digitale kunst neemt in al haar vormen en uitvoeringen een steeds grotere plek in. De groei en ontwikkelingen op het gebied van digitale kunst dwingen ons ook om na te denken over de definitie en betekenis van begrippen als ‘uniek’ en ‘authentiek’. In CODA Apeldoorn is tot en met 4 juni de tentoonstelling ‘Behind the screens’ te zien over dit onderwerp. De groepstentoonstelling geeft met ruim 50 werken van 29 kunstenaars een beeld van de verschillende vormen van digitale kunst en de ontwikkelingen vanaf de jaren 70 tot heden.

Digitale kunst heeft zijn oorsprong in de wiskunde en informatica en begint bij de plottertekening. Als de computer in de jaren 80 de huiskamer inkomt en ook het internet in de jaren 90 opkomt, nemen de ontwikkelingen een vlucht. Tegenwoordig worden ook traditionele ambachten in toenemende mate met digitale technieken gecombineerd. Dergelijke hybride kunstvormen – van plottertekeningen, wand- tapijten en websites tot video’s, software en muurschilderingen – maken deel uit van deze tentoonstelling. Het merendeel van de kunstwerken in deze tentoonstelling is afkomstig uit een particuliere, Apeldoornse collectie, die een aantal iconische werken bevat.

CODA ExperienceLab

Gedurende de looptijd van ‘Behind the screens’ ontdek je in de Showroom van CODA ExperienceLab (voor de museumpoortjes) hoe de werelden van technologie, beeldende kunst en vormgeving in de loop der tijd steeds meer verweven zijn geraakt. De tentoonstelling ‘Coderen: ambacht van de 21ste eeuw’ laat werk zien van kunstenaars en ontwerpers die met een eigen methode een computercode of digitaal ontwerp vertalen naar een fysieke vorm. Naast het exposeren van objecten en projecten zijn in opdracht van CODA ExperienceLab ook de maakprocessen inzichtelijk gemaakt.

Behind the screens
CODA Museum Apeldoorn
t/m 4 juni 2023

Categorieën
2023 Columns

Column Kunstjacht: Tussen Suriname en Nederland

In een opslag van de Amsterdamse kunstenaar Armand Baag (1941-2001) ontdekt Bart Krieger, kunsthistoricus en expert Surinaamse en Caribische kunst, begin 2021 enkele honderden tekeningen van Nola Hatterman (1899-1984). Naast portretten, illustraties voor het tijdschrift Soela, tekeningen van jazzmuzikanten en tekeningen van Amsterdam, waren er ook enkele schilderijen aanwezig.

Hatterman was in eerste instantie de mecenas en docent van Armand Baag, later levenslang bevriend met hem en hij werd tevens haar erfgenaam, wat verklaart hoe deze werken in Amsterdam terecht kwamen. Deze vondst leverde een schat aan nieuwe informatie op over Nola Hatterman, haar werkwijze en haar relatie tot Suriname.

Bart Krieger deed namelijk als gastcurator onderzoek voor de tentoonstelling ‘Surinaamse School’ in het Stedelijk Museum Amsterdam en schreef daarvoor een van de artikelen in het boek Nola Hatterman, geen kunst zonder kunnen (2021).

De laatste tien jaar geniet Hatterman een groeiende aandacht, omdat zij wordt gezien als de ontbrekende schakel tussen de Nederlandse en Surinaamse kunstgeschiedenis. Na de tentoonstelling kwam ik in contact met de eigenaar van deze collectie en heb ik een deel in consignatie genomen. Een mooie gelegenheid om dieper in te gaan op de kunstenaar Nola Hatterman.

Nola Hatterman

Nola Hatterman werd in 1899 geboren in Amsterdam. Zoals ze zelf schreef, kwam ze uit een ‘koloniaal milieu’. Haar vader werkte als boekhouder bij een koffiekantoor. Al op jonge leeftijd ervaarde zij de discriminatie tegen de bewoners van de koloniën, waardoor zij in de loop van haar leven een sterk rechtvaardigheidsgevoel ontwikkelde. Na haar toneelstudie volgde zij teken- en beeldhouwlessen en nam deel aan tentoonstellingen, zoals bij ‘De Onafhankelijken’. Vanaf 1925 richtte Hatterman zich volledig op haar kunstenaarsschap en vanaf 1929 ontwikkelde ze haar stijl in de richting van de Nieuwe Zakelijkheid.

Nola Hatterman, Op het terras, 1930, Collectie Stedelijk Museum Amsterdam

In 1930 schilderde ze Op het terras, waarop is afgebeeld de trompettist en toneelspeler Lou Drenthe aan een biertje, een werk dat u wellicht kent van de permanente collectie van het Stedelijk Museum. Samen met kunstenaar Arie Jansma introduceerde Drenthe Hatterman bij Anton de Kom en de activistische Surinaamse intellectuele gemeenschap. In de jaren 30 groeit haar sympathie en compassie voor de Afro-Surinamers en start zij met het bieden van een tegengeluid tegen het opgelegde Europese (witte) schoonheidsideaal en het opkomende fascisme. Een beroemde uitspraak van Hatterman op de vraag waarom ‘zij toch altijd zwarte mensen schilderde’ luidt: ‘voor mijn gevoel een wat vreemde vraag; niemand zal een schilder vragen waarom hij zich tot blanke modellen bepaalt.’ Hatterman wil ‘de zwarte menschen in al hun individuele schakeringen en ingeschakeld in de moderne samenleving’ afbeelden, en niet als karikatuur zoals destijds gangbaar was.

Identiteit

In 1953 besluit Hatterman naar Suriname te verhuizen en al snel wordt ze directeur van de School voor Beeldende Kunst in Paramaribo. In deze hoedanigheid heeft zij een grote invloed gehad op de hedendaagse generaties Surinaamse kunstenaars en onderrichtte zij onder anderen Armand Baag, Ruben Karsters en Soeki Irodikromo. Haar onderwijsmethode was erg academisch. Deze ‘ouderwetse’ lesmethode kwam haar op veel kritiek te staan, waardoor zij in 1971 werd ontslagen als directeur. Na enige jaren les te hebben gegeven op haar eigen particuliere school trok zij zichzelf in 1978 terug in het Surinaamse binnenland. In 1984 kwam Hatterman om bij een auto-ongeluk. Ze bleef tot haar overlijden actief als beeldend kunstenaar.

In 1984 hield het Surinaams Museum in Paramaribo de tentoonstelling ‘Identiteit’. Als voorvechter van de Surinaamse emancipatie kon Hatterman daar op 85-jarige leeftijd niet ontbreken. Tijdens een televisieoptreden, gewijd aan deze tentoonstelling, sprak ze over wat identiteit inhoudt en dat het begrip identiteit hand in hand gaat met het bewustwordingsproces van jezelf.* Het decor van het interview bestond uit twee recente werken, die te zien waren in Identiteit.

Een van die werken, dat maar liefst 120 x 160 cm meet, lag in de loods van Armand Baag: De volkeren van Suriname in de schaduw van de koloniale overheerser. Op het strand slokt de immense schaduw van een stug paars wezen de inheemse bevolking op. In één klap geeft dit werk de eeuwenlange verhoudingen tussen de oorspronkelijke bewoners van Suriname en de Nederlandse overheerser weer en opent daarmee het debat rondom identiteit.

Bob Scholte is een van de jongste kunsthandelaren van Nederland. Als historicus en kunsthistoricus onderzoekt, verzamelt en verkoopt hij kunstwerken uit de 19e tot halverwege de 20e eeuw, met een extra focus op Nederlandse oude meesters. In deze column doet Bob verslag van zijn avonturen in de kunstwereld.

* Bron: Nola Hatterman. Excerpt from 1984 film Identity door Ray Kril. De video van dit interview staat op Youtube en ik nodig iedereen die deze column leest uit om zelf van Nola Hatterman te horen wat zij over haar werk te vertellen heeft.

Lees meer in de nieuwste Tableau. Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Highlights

Kunstgaleries floreren in de Belgische badplaats Knokke-Heist   

De lente zorgt niet enkel voor de bloemenbloei. Ook de kunstgaleries in Knokke-Heist floreren. Want niet minder dan 48 kunstgaleries nemen deel aan de 34ste editie van het ART Knokke-Heist open galerieweekend. Tijdens het weekend van 1 & 2 april vind je er creaties van onder meer Olivier Bertrand, Fred Eerdekens en Tom D. Jones.

Maar niet alleen liefhebbers van Belgische kunst komen er aan hun trekken. Ook internationale kunstenaars als de Britse Odin Rosenvinge, Nederlandse Annemarie Terlange, Mexicaanse Rogelio Manzo en Frans-Hongaarse Victor Vasarely staan in de kijker. Reden te meer om tijdens het eerste weekend van de paasvakantie af te zakken naar kunstzinnig Knokke-Heist. In de op maat gemaakte ART-brochure vind je alle adressen van de galeries terug. De brochure is gratis te verkrijgen in de toerismekantoren van Knokke-Heist of bij een van de deelnemende kunstgaleries. Een handig overzicht van ART Knokke-Heist vind je ook hier digitaal.  

Wist je dat kunstliefhebbers en kunstkopers er het hele jaar door van een artistieke beleving genieten? Niet alleen in een van de meer dan 90 aanwezige kunstgaleries, ook in de openbare ruimte valt er in Knokke-Heist op artistiek vlak heel wat te beleven. Het kunstpatrimonium breidt er jaarlijks uit. Stadsbeelden en strandkunstwerken verrassen op onverwachte locaties.
Groet elke dag eb en vloed met ‘Folon’, tuur mee met de ‘Socorristas’ over de duinen naar de zee of flaneer langs ‘de haas’ van Flanagan bij ondergaande zon. Kortom kunst behoort tot een van de onmisbare ingrediënten en biedt naast shoppen, natuur en gastronomie dé ultieme beleving in Knokke-Heist.  

ART Knokke Heist Tableau Magazine
Benny Luyckx, Morbee Gallery

De Belgische badplaats telt vijf wijken, vol gastronomie, shopping en kunst op wereldniveau: het levendige Knokke, het elegante Zoute, het familiale Heist, het hippe Duinbergen en de natuurlijke Polders. Gastvrijheid krijgt hier vorm in honderden unieke handelszaken, winkels, restaurants, brasseries, kunstgaleries, evenementen en exposities, hotels en gastenverblijven. Ze verleiden met authentieke charme of wereldse stijl. Het hele jaar door is Knokke­-Heist een aantrekkelijke, bruisende badplaats. 
Laat je verleiden door de oranje kleur van de dakpannen van de kustvilla’s of door de statige winkelavenues en charmante polderdorpjes. Doordachte moderne toparchitectuur zorgt voor peper en zout. Het blauw van de lucht waarin witte wolkjes voorbijdrijven, trekt je voort, richting het groen van uitgestrekte natuurgebieden. Je passeert daar waar zee en land elkaar meermaals per dag bekampen, wandelt door lommerrijke bossen of fietst door ongeschonden polderlandschappen die zich uitstrekken tot Brugge en Breskens. Met een golfkarretje of fiets bereik je alles in geen tijd: Knokke-­Heist heeft een menselijke schaal. 

ART Knokke-Heist open galerieweekend
1-2 april 2023

Categorieën
2023 Highlights

Folkert de Jong in Kunsthal KAdE

Folkert de Jong (1972) is niet zo van bescheiden ergens in een hoekje bivakkeren, of van subtiliteit in zijn werk. Hij maakt grote, indrukwekkende sculpturen en installaties, die de ruimtes waar ze zich in bevinden volledig overnemen met hun aanwezigheid en vaak giftige kleurenspel. Hiervoor gebruikt hij plastic en brons, maar vooral polyurethaanschuim, wat normaliter gebruikt wordt als isolatiemateriaal.

Daarbij moet hij heel snel te werk gaan, in het boetseren en beeldhouwen op monumentale schaal, want dat schuim is binnen een seconde of dertig al uitgehard. De installaties die het eindresultaat zijn staan symbool voor de grotere thema’s, van oorlog tot religie, en tonen zijn fascinatie voor de lichamelijke en psychische toestand van de mensen om hem heen.

Folkert de Jong Kunsthal Kade Tableau Magazine
Folkert de Jong, Trinity 2, 2017, courtesy de kunstenaar en Galerie Fons Welters, Amsterdam

Inspiratiebronnen zijn in eerste instantie moeilijk te benoemen, als je naar zijn werk kijkt. Zelf noemt hij bijvoorbeeld Picasso, en dan met name de figuren uit een circusfamilie die hij in zijn vroege werk schilderde: Les Saltimbanques. Google dat maar eens, en leg het naast dit beeld van De Jong, en dan snap je hem meteen. Maar hij maakt ook beelden die rechtstreeks verwijzen naar de kunstgeschiedenis, en dan vooral Pieter Bruegel de Oude, een schilder uit de 16e eeuw die in dezelfde hoek als Jheronimus Bosch ingedeeld kan worden.

Vrolijk wordt je meestal niet van de installaties van De Jong, maar dat is ook niet zo vreemd als je bedenkt dat hij dramatische gebeurtenissen als de moord op de Gebroeders de Witt in 1672 verbeeldt. Hoe verontrustend soms ook; je kunt niet stoppen met kijken. ‘Even’ langs een Folkert de Jong wandelen lijkt een onbegonnen missie; vanuit elke hoek en ieder standpunt zie je er weer iets anders in. Kunsthal KAdE geeft een kijkje in het hoofd van deze intrigerende kunstenaar en toont een overzicht van zijn inmiddels 25-jarige oeuvre.

Folkert de Jong
Kunsthal KAdE
t/m 7 mei

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Wanden vol spiritualiteit in Rademakers Gallery

De nieuwe expositie ‘Bliss’ van Rademakers Gallery gaat over natuur, spiritualiteit en natuurkrachten. ‘Het thema hing in de lucht’, zegt curator Pien Rademakers. Wie in deze donkere wintermaanden het Amsterdamse centrum verlaat en koers zet naar de waterrijke weidsheid van de Oostelijke Eilanden, vindt aan de KNSM-laan de loodsen van de voormalige Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij.

Tussen tal van creatieven zit hier Rademakers Gallery die met de expositie ‘Bliss’ de nodige verlichting wil brengen. De betonnen wanden zijn gevuld met hedendaagse kunst van zowel gevestigde als opkomende kunstenaars, die galerie eigenaar Pien Rademakers samenbracht. Aan ‘Bliss’ doen acht kunstenaars mee: Cathalijn Wouters, Joana Schneider, Tomáš Libertíny, Studio Irma, Yamuna Forzani, Jorge Mañes Rubio, Jule Cats en Milah van Zuilen. Rademakers vertelt dat ze voor het maken van de selectie heeft gekeken wie affiniteit hebben met het thema.

Spiritualiteit is een thema dat in de lucht hangt. Misschien hebben we meer behoefte om bewust te leven

Bliss betekent vrij vertaald zoiets als gelukzaligheid. Pien Rademakers las erover in een boek over Suriname. Dat was tijdens de coronatijd, waarin ze door het uitvallen van beurzen meer tijd had voor persoonlijke reflectie. Rademakers: ‘Spiritualiteit is een thema dat in de lucht hangt. Misschien hebben we meer behoefte om bewust te leven. Ook het Stedelijk Museum Schiedam heeft er een tentoonstelling over en toont daarin werk van Yamuna Forzani en Tomáš Libertíny.’ De deelnemende kunstenaars bij Rademakers Gallery hebben zich laten inspireren door natuur, spiritualiteit en natuurkrachten. ‘Eeuwenoude rituelen en symbolen worden gemixt met hedendaagse verhalen en technieken. Bliss laat ons nadenken over onze relatie met de natuur en de waarde van spiritualiteit, in het verleden, nu en in de toekomst’, aldus de aankondiging. ‘’Bliss’ is een onderzoek naar wat spiritualiteit in deze spannende tijd kan zijn. We hebben de blik van kunstenaars daarvoor nodig; wat laten zij ons zien? Welke inspiratie biedt dat? Welke troost of schoonheid? Als de tentoonstelling bezoekers een moment van bezinning geeft, is het voor mij al geslaagd. Bliss is eigenlijk een springplank naar meer.

Rademakers Gallery Tableau Magazine
Milah van Zuilen, An entanglement of leaves 03, Rademakers Gallery

Misschien dat we op zondagochtend een keer de yogamatjes uitrollen in de galerie in samenwerking met een yogadocent. Ik wil een rustpunt creëren, een spirituele plek. Alles staat ook online, maar ik wil mensen van de online wereld ook naar ons huis halen, naar de galerie. De tentoonstelling loopt wat langer dan gebruikelijk, ik hoop dat het bezoekers de ruimte biedt voor reflectie’, zegt Rademakers.

DIVERSITEIT

Voor Rademakers Gallery zijn duurzaamheid en het verster- ken van de positie van vrouwelijke kunstenaars belangrijk. De tentoonstelling ‘Bliss’ past goed hierbij, zowel wat betreft het thema als diversiteit van de kunstenaars die exposeren: vijf vrouwen, een queer kunstenaar en twee mannen, allen van uiteenlopende leeftijden en nationaliteiten. De voorbereiding van de expositie begon al een jaar van te voren, want voor ‘Bliss’ maakten de kunstenaars nieuw werk. Rademakers: ‘Ik houd de opdracht heel vrij, ik spreek alleen een aantal werken af en wanneer het klaar moet zijn. Een kunstenaar zonder deadline, is een kunstenaar zonder doel, vind ik. Het kunstenaarschap is een serieuze baan waar je gewoon elke dag de wekker voor moet zetten en waar je elke dag voor moet werken.’

De kunstenaars kregen de vrijheid om persoonlijk te reflecteren op het thema. Hoe ze daar invulling aan gaven en de werken waar ze uiteindelijk mee zijn gekomen, bleef lang een verrassing. Bij zo’n langlopende opdracht kan er in de tussentijd van alles gebeuren in het leven van een kunstenaar wat invloed heeft op het werk en het proces. Hoe de werken zich verhouden tot elkaar, wordt pas zichtbaar als alles in de galerie hangt.

Het kunstenaarschap is een serieuze baan waar je elke dag de wekker voor moet zetten en elke dag voor moet werken

Zo maakte Jule Cats voor ‘Bliss’ nieuwe In Disguise vazen en Rise lampen van materialen die een nieuw leven krijgen. Cathalijn Wouters creëerde vier grote werken op papier waarin ze haar spirituele ervaringen meeneemt. Van Tomáš Libertíny is onder andere Sentinel Revisted een sculptuur van bijenwas te zien in Rademakers Gallery. De bijdragen Caress en Bind zijn 3D gebreide wandkleden met bondage taferelen van Yamuna Forzani. Joana Schneider exposeert werken van duurzame materialen als gerecyclede visserstouwen en netten.

Lees verder in de nieuwste Tableau. Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

BLISS
Rademakers Gallery
16 februari t/m 29 april 2023

Categorieën
2023 Stories

Vier topstukken op de TEFAF

Van 11 tot en met 19 maart strijkt de TEFAF weer neer in Maastricht. Meer dan 260 kunsthandelaren uit de hele wereld geven acte de présence en tonen in delicate stands hun allermooiste, vaak zeldzame en unieke objecten. Van oude meesters en kunst uit de klassieke oudheid tot moderne schilderkunst en hedendaags design. Tableau licht alvast vier topstukken uit.

Chinese potten uit de Kangxi periode

Deze Chinese potten met deksel zijn behoorlijk imposant van formaat: maar liefst zestig centimeter hoog met een doorsnee van bijna veertig centimeter. De potten – afkomstig uit een Belgische privécollectie – zijn gemaakt rond 1720, in de Kangxi periode (1662-1722). Tijdens de regeerperiode van keizer Kangxi maakte China een welvarende tijd door. De economie kwam na jaren van onrust – als gevolg van de val van de Ming dynastie – weer tot grote bloei. Ook was er veel aandacht voor het ambacht. Niet alleen voor porselein, maar bijvoorbeeld ook voor zijde. De Kangxi periode staat bekend om de hoge kwaliteit porselein onder meer door innovatieve, verbeterde technieken, en om de verspreiding van het porselein wereldwijd. Beide potten zijn rijk gedecoreerd. De hals heeft een rand van krullende bloemen. De versiering op de ‘body’ van de potten bestaat uit bloeiende pioenrozen met exotische vogels in een onderglazuur blauw en bovenglazuur rood email, met krachtige gouden accenten.

De potten worden aangeboden door Vanderven Oriental Art uit Den Bosch. Het familiebedrijf bestaat volgend jaar 55 jaar en brengt ter gelegenheid hiervan een speciale TEFAF-catalogus uit.

TEFAF 2023 Maastricht Tableau Magazine
Alonso Castillo Sanchez, Portret van een jonge edelvrouw, aangeboden door Colnaghi

Alonso Sánchez Coello, Portret van een jonge edelvrouw

Dit elegante portret van een jonge vrouw is geschilderd door de 16e-eeuwse Alonso Sánchez Coello (circa 1531-1588). De Spaanse schilder, geboren in de buurt van Valencia, begon zijn carrière in Portugal waar hij samen met zijn grootvader aan het Portugese hof werkte. Zijn studiereis naar Vlaanderen – als begin twintiger – is van grote invloed geweest op zijn latere stijl. Ook maakten de schilderijen van Titiaan grote indruk op hem. Bij zijn terugkeer naar Spanje ging Sánchez Coello werken aan het Spaanse hof, waar hij vooral portretten maakte van koning Filips II en de overige leden van de koninklijke familie. Sánchez Coello was een geliefd en succesvol schilder: koning Filips II, die zelfs peetvader werd van twee van zijn kinderen, verleende hem niet alleen prestigieuze opdrachten voor portretten, maar ook voor talrijke religieuze schilderijen voor koninklijke paleizen en kerken. Mede dankzij deze steun stond Sánchez Coello in hoog aanzien. Ook zijn dochter, Isabel Sánchez, was een vermaard portretschilder. Wie deze geportretteerde vrouw is, is niet bekend, maar hoogstwaarschijnlijk behoort zij tot de inner circle van het Spaanse hof.

Het schilderij wordt aangeboden door Colnaghi, opgericht in 1760 en een van de oudste kunsthandels ter wereld, met vestigingen in Londen, New York en Madrid.

TEFAF 2023 Maastricht Tableau Magazine
Gerard van Kuijl, Philoctetes op het eiland Lemnos, 1647, aangeboden door Haboldt & Co

Philoctetes op het eiland Lemnos

Het licht komt van linksboven en valt prachtig op het ontblote, gespierde lichaam van de man. Dit is Philoctetes, een personage uit de Griekse mythologie. Door een beet van een slang is hij gewond aan zijn rechtervoet, met zorgelijke blik verzorgt hij de wond in het water. Philoctetes werd door Odysseus achtergelaten op een onbewoond eiland omdat de wond niet genas. Naast hem ligt de pijl en boog van Heracles, met wie hij bevriend was. Hij kreeg het wapen na diens dood. Het valt Philoctetes zwaar alleen op het eiland. Tien jaar verblijft hij er, met helse pijnen, in totale isolatie. Uiteindelijk wordt hij gered omdat aan de pijl en boog superkrachten worden toegedicht die Troje moeten redden. Dit indrukwekkende 17e-eeuwse olieverfschilderij is geschilderd door Gerard van Kuijl. Hij werd in 1604 geboren in Gorinchem en schilderde vooral historie- en genrestukken. Daarnaast zijn enkele portretten van hem bekend. Van Kuijl is een leerling van Gerard van Honthorst en wordt beschouwd als een van de laatste Nederlandse caravaggisten. Zijn studie- reis naar Italië – hij verblijft er drie jaar – is van grote invloed op Van Kuijl. Dit werk is geschilderd in 1647, Van Kuijl is dan allang terug uit Rome, maar de Italiaanse invloed is nog duidelijk zichtbaar.

Het schilderij wordt aangeboden door Haboldt & Co

TEFAF 2023 Maastricht Tableau Magazine
Karel Appel, Boy, 1965, aangeboden door Jaski Gallery

Karel Appel, Boy, 1965

Opvallend aan dit schilderij zijn de grote, heldere vlakken in contrasterende kleuren die elkaar versterken. Het is zeer expressief geschilderd. Het typeert de kunst van Karel Appel, een van de invloedrijkste Nederlandse schilders uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Op 8 november 1948 is Appel een van de oprichters van Cobra, een avant-gardistische kunstenaarsgroep die het experiment niet schuwt. Dit jaar is het 75 jaar geleden dat de Cobra-groep is opgericht. En hoewel Cobra als groep niet lang heeft bestaan, is de invloed van deze kunstenaars vandaag de dag nog zichtbaar. Appels roemruchte uitspraak ‘Ik rotzooi maar wat aan’ heeft bijgedragen aan zijn wilde imago. Toch zijn zijn expressieve schilderijen weloverwogen composities met heldere lijnen. Dit schilderij Boy is door hem in 1965 geschilderd. Het geeft goed de transitie weer van Appels wilde, barbaarse periode uit de jaren 50 en begin jaren 60 naar zijn meer kleurrijke en figuratieve werk uit de jaren 70. Wat dat betreft kun je in dit geval spreken van een sleutelwerk.

Vorig jaar heeft Jaski Gallery, de Amsterdamse galerie waar deze Appel wordt aangeboden, een prachtig fotoboek over Karel Appel uitgegeven. Op de TEFAF is dat werk verkrijgbaar.

Lees verder in de nieuwste Tableau. Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

TEFAF Maastricht
11 t/m 19 maart 2023

Categorieën
2023 Stories

Fabuleuze leugens: Rinus Van de Velde bij Voorlinden

Dit voorjaar wil Museum Voorlinden de bezoeker overdonderen met het werk van Rinus Van de Velde (1983). ‘Spaarzaam, daar valt ook iets voor te zeggen, maar ik hou ervan om het vol te hangen. Ik creëer een nieuwe werkelijkheid, het werkt het beste als er veel hangt.’ Wie door een uit karton vervaardigde kluis zijn universum instapt, wordt ondergedompeld in grenzeloze en aanstekelijke verbeeldingskracht.

‘Het is een soort horror vacui. Je ziet het ook in mijn tekeningen. Alles moet vol zijn. Ik heb dat graag, die hoeveelheid. Het is een manier om een verhaal te vertellen, als een filmmonteur van de ene scène naar de andere te gaan.’ Rinus Van de Velde neemt ons mee naar een donkere zaal waarin oudere mannen in pak om een tafel gedrongen staan. Het is 1972 en alle ogen zijn gericht op het schaakbord. De man rechtsonder, gestoken in een kraak­helder wit overhemd en in jeugdigheid, is juist aan zet. Deze meer dan manshoge tekening uit 2012 hoort bij een serie die Van de Velde maakte rond schaaklegende Bobby Fisscher. Hier gebruikt hij voor het eerst niet alleen gevonden beeld, maar reconstrueert hij de scène in zijn studio met behulp van ingehuurde figuranten. De hoofdrol bewaart hij voor zichzelf. Niet lang daarna ontstaan de zelfgebouwde sets – in karton en hout – om zelf, te midden van assistenten, vrienden, familie, onderdeel te worden van deze gefantaseerde wereld.

Zijn jongensachtige verschijning – met markante neus en ongekamd, maar perfect nonchalant vallend haar – duikt overal op; als bijrijder in een auto op een brug, in een garage, op handen en knieën het dek schrobbend van de Conrad tijdens een woeste storm, gezeten in een stoel in een ruimte omgeven door kamerhoge ladekasten, zijn hoofd gestoken in een mysterieus apparaat.

Fictieve autobiografie

‘Omdat ik het liefst van ’s morgens vroeg tot ’s nachts in het atelier ben en weinig daarbuiten meemaak, dacht ik: ik ga niet tekenen wat ik gedroomd of gegeten heb. Dat interes­seert niemand. Waarom verzin ik niet een leven dat ik had kunnen hebben? Ik beeld mij in dat ik iets meemaak, dat ik nooit heb meegemaakt.’ Met zijn in tekeningen en film gevatte fictieve autobiografie, wordt de toeschouwer deel­genoot van dit nooit geleefde leven. De beelden die Van de Velde construeert zijn genoeg om alle verbeeldingsradars in je hoofd in gang te zetten. Aan de raadselachtige scènes moet van alles vooraf gegaan zijn. En er staat ook duidelijk nog van alles te gebeuren. Maar wat?

Rinus Van de Velde Museum Voorlinden Tableau Magazine
Rinus Van de Velde, Some art historians and lousy curators kept searching in the totally wrong direction, 2016, courtesy Tim Van Laere Gallery, Antwerpen

De teksten waarmee Van de Velde in streperige letters elk werk voltooit – ontstaan tijdens gesprekken met vriend en schrijver Koel Sels – geven het gevoel door een bibliotheek vol interessante boeken te lopen die je allemaal van begin tot eind zou willen lezen. ‘Het merendeel van mijn werken die in Museum Voorlinden getoond zal worden, zijn lang niet getoond. Het zal niet leuk zijn voor die verzamelaars om hun werk zo lang kwijt te zijn, maar ik vind het interessant om ze nog eens terug te zien en om ze in nieuwe constellaties met andere werken op te nemen.’

Daarnaast heeft Van de Velde een keuze gemaakt uit de collectie van Museum Voorlinden. Trof u daarin verrassingen aan? ‘Ja, absoluut! Opeens kom ik dan een Morandi tegen. Hij is vooral bekend van de stillevens, maar hij heeft ook een hele tijd landschappen geschilderd. Vanuit zijn huis. Het is een verrassing dat Voorlinden zo’n landschap heeft.’ Een landschap dat perfect past bij Van de Veldes fascinatie voor de plein-airisten, kunstenaars die er op uit gingen om direct naar de natuur te schilderen. ‘Dat staat ver af van mijn eigen praktijk, maar dat is iets dat mij hard interesseert.’ In zijn vrij recente overstap naar oliepastels, verkent hij de wereld van deze buitenschilders zoals Monet, in kleur. ‘Een Monet heeft Museum Voorlinden niet in de collectie, maar wel een ongelooflijk werk van Thomas Demand. Hij heeft waterlelies gemaakt, zoals hij dat doet, met papier, en daar een foto van gemaakt.’

De werkelijkheid is een obstructie

Directe aanleiding voor de tentoonstelling bij Museum Voorlinden vormde een bruikleen die hij aanvroeg van een van de assemblages van Joseph Cornell. De kunstenaar die (vanwege de zorg voor zijn moeder en gehandicapte broer) zijn leven lang in New York bleef en alleen in gedachten reisde, paste perfect in Van de Veldes tentoonstelling ‘Inner Travels’ in Bozar begin 2022. Toen de vraag volgde of hij bij Voorlinden ook een tentoonstelling wilde maken was hij direct enthousiast.

Lees verder in de nieuwste Tableau. Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Lees meer over de tentoonstelling van Rinus Van de Velde in Museum Voorlinden.

Categorieën
2023 Highlights

Kunstenaarsdorpen in het Zuiderzeemuseum

Knotwilgen weerspiegelen in de rivier de Epte, in het Franse Giverny. De Amerikaanse kunstenaar John Leslie Breck (1959-1899) raakte gecharmeerd van het Franse dorp Giverny vanwege het natuurschoon en woonde er enige jaren. Ook de beroemde schilder Claude Monet woonde hier en er groeide een warme vriendschap tussen de twee. In de tentoonstelling Kunstenaarsdorpen in het Zuiderzeemuseum ontdek je het verhaal over de romance die opbloeide tussen Breck en Monets stiefdochter Blanche Hoschedé.

Naast Giverny komen veertig andere dorpen terug in deze bijzondere tentoonstelling die tot en met 10 april in het binnenmuseum van het Zuiderzeemuseum te bezoeken is. Grote blikvanger is de imposante salonopstelling vol schilderijen.

Kunstenaarsdorpen
Zuiderzeemuseum
t/m 10 april 2023

Categorieën
2023 Stories

Koen Taselaar: gelaagd plat

De drukke, bladvullende tekeningen van Koen Taselaar zijn intrigerend en soms een tikje irritant in hun volheid. En dat is ook precies zijn bedoeling.

Neem bijvoorbeeld The Great March of Interpunction (2022), een eindeloze optocht van komma’s, vraagtekens en uitroeptekens. Heerlijk nutteloos over het beeldvlak marcherend tegen een hysterische achtergrond van slingerende lijnen en rasters in een kleurenpalet dat geen vormgever ooit zou verzinnen of adviseren. Maar is het lelijk? Nee, spannend juist. Tegendraads.

Taselaar tekende altijd al veel. De directheid van het medium bevalt hem. Op de Willem de Kooning Academie bundelde hij zijn tekeningen in een boekje. Eveneens op een hele directe manier, simpelweg de ene na de andere, geen wit er omheen, alleen tekeningen. Voor die tekeningen heeft hij eigenlijk maar één regel: het blad moet vol. ‘Het is echt horror vacui.’ Een tekening begint meestal met een tekst. Dat kan zomaar een losse zin zijn, of een variant op een bekende uitspraak. Iets als All Needles no Hay bijvoorbeeld. Als eerste ontwerpt hij dan de letters. Dat is leuk om te doen en ze geven meteen ook een vorm aan, in dit geval die van een naald. De rest eromheen ontstaat dan vanzelf. Het is een afwisseling van meanderende lijnen, arceringen, patronen. ‘Eigenlijk draait het maar om een ding: verschillende manieren om een blad vol te krijgen. En het lukt altijd!’ Aan een A4tje werkt hij ongeveer een dag, ’s ochtends beginnen en aan het eind van de dag is de tekening klaar. Vaak luistert hij intussen naar audiodocumentaires.

Koen Taselaar Tableau Magazine
Koen Taselaar, A Slightly Inaccurate But Nonetheless Lightly Entertaining Story About The Bauhaus, 2018/2019, collectie TextielMuseum

Waar komt die voorliefde voor volle bladen vandaan? ‘Het komt voort uit de vroege jaren 2000 waarin door het internet ineens alles beschikbaar leek.’ De volheid zit dan ook niet alleen in het vullen van het blad met lijnen, maar ook in het stapelen van informatie.

Zoveel mogelijk informatie

Naast tekeningen maakt Taselaar ook tapijten. Die zijn qua techniek minder direct, het is meer te vergelijken met de reproductie van een tekening in een boek, vindt hij zelf. De tapijten zijn meer verhalend, daarmee aansluitend in de traditie van het beroemde tapijt van Bayeux. Vol zijn ze wel. Taselaar stopt er veel informatie in. Het grote verhaal, maar ook obscure details. Bijvoorbeeld een cactus als symbool voor Martin Gropius in het kleed over Bauhaus, om de periode van zijn directoraat aan te geven. Gropius kweekte cactussen. Bauhaus docent Johannes Itten hield dan weer erg van knoflook, dus naast de kleurenleer is in zijn fase van het verhaal de knoflookwalm alom aanwezig. Zo zitten er veel verschillende lagen in elk tapijt. ‘Ik probeer er zoveel mogelijk informatie in te stoppen.’ Of de toeschouwer dat er ook allemaal uithaalt maakt hem niet uit. ‘Nee, dat hoeft niet, het is geen educatieve les. Juist fijn als zij er weer iets anders in zien.’ Sowieso is het verhaal niet dwingend, maar een vrije en speelse interpretatie van de feiten, getuige ook de titel A Slightly Inaccurate But Nonetheless Lightly Entertaining Story About The Bauhaus (2018).

Koen Taselaar Tableau Magazine
Of Clay, Kunstmuseum Den Haag, 2019

Waar het in de tekeningen lijnen en vormen zijn die in veel lagen over elkaar heen liggen, is het in de kleden dus de hoeveelheid informatie. Maar er zijn ook wandkleden als vrij werk die weer dichter bij de tekeningen zitten. ‘Ik zoek naar iets tussen tekening, wandkleed en schilderij in, daarom heb ik ze ook opgespannen als een schilderij en heeft de zijkant ook een patroon.’ Textiel ontdekte hij door een opdracht voor het TextielMuseum dat vier kunstenaars uitnodigde om in het TextielLab te werken. Taselaar koos ervoor een wandkleed te maken over Bauhaus, het beroemde Duitse opleidingsinstituut voor kunst en kunstnijverheid. Daarna volgende meer opdrachten. Het grote wandkleed The Cat, The Herring and More Tall Tales From The Neva (2020) – zevenenhalve meter lang! – voor de Hermitage geeft de bijna 200 jaar durende handelsrelatie tussen Rusland en Nederland weer. Een rijk en vol tapijt, met kleine en grote verwijzingen, verhalen en anekdotes. Waarin ook de Hermitage zelf een plek krijgt. ‘Het eindigt bij 1917, het moment dat de Rusluie, de Nederlandse kooplieden, de stad uit moesten. Maar er zitten bijvoorbeeld wel veel zonnebloemen in, een verwijzing naar het herdenkingsmonument voor MH17.’ Hij wijst nog een detail aan, een kleine figuur tussen de bogen van het winterpaleis: ‘Dat is Erik van Lieshout, die had tijdens ‘Manifesta’ in 2014 een film over katten in de kelder, dus die komt ook ergens terug in het kleed. Zo zitten er altijd verborgen anekdotes, grapjes en persoonlijke elementen in het werk.’

Lees verder in de nieuwste Tableau. Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Koen Taselaar heeft in september 2023 een solotentoonstelling bij andriesse ~ eyck galerie in Amsterdam.

Categorieën
2023 Stories

The Leiden Collection: bruggen bouwen met Rembrandt

Als er iemand is met een aantoonbare hartstocht voor Hollandse meesters, is het wel dr. Thomas S. Kaplan. De New Yorkse historicus, filantroop en miljardair bezit inmiddels de grootste particuliere collectie schilderijen van Rembrandt ter wereld. Dat unieke bezit maakt deel uit van The Leiden Collection, een adembenemende verzameling 17e-eeuwse Nederlandse topwerken, waarvan er dit jaar 35 te zien zijn in de Hermitage in Amsterdam.

‘Zeventien Rembrandts… wie had dat kunnen voorspellen?’ Een indringend gesprek met een bevlogen verzamelaar die zijn collectie zes jaar geleden op wereldtournee stuurde naar alle grote musea.

Op zoek naar Rembrandt

Kaplan begint met een waarschuwing: ‘Als ik eenmaal begin over Rembrandt en Hollandse meesters ben ik niet meer te stoppen. Die passie voor Rembrandt begon toen ik zes jaar was na een bezoek aan The Met. Vanaf dat moment was ik gegrepen door de grote meester. Overal ter wereld waar ik kwam bezocht ik musea. En dan vooral voor Rembrandt en zijn school. Op mijn achtste was ik met mijn familie in Spanje en werd mij gevraagd waar ik graag naartoe zou willen. Amsterdam, zei ik. Omdat Rembrandt daar woonde. Het Rijksmuseum was mijn eerste museum buiten de Verenigde Staten en uiteraard nu een van mijn favorieten. Vanaf dat moment werd het een obsessie. En dat is het vandaag de dag nog steeds.’

Tijdens zijn schooltijd in Zwitserland ging Kaplan opnieuw naar Amsterdam op pelgrimage. Daarna zat hij in Oxford voor zijn studie. ‘Het is toen nooit in me opgekomen om zelf te gaan verzamelen. Tot ik vele jaren later, ik was begin veertig, Sir Norman Rosenthal van de Royal Academy ontmoette. Verzamel jij?, vroeg hij. Toen ik nee zei, wilde hij wel weten wat ik zou wíllen verzamelen. De school van Rembrandt, antwoordde ik. Zijn reactie was dat je die schilderijen kon kopen, terwijl ik dacht dat die alleen maar in musea te zien waren. Dat je een Gerard Dou kon kopen… onvoorstelbaar! Ik ben echt gek op Dou. Met een Dou zou ik echt dolgelukkig zijn.’

The Leiden Collection Thomas S. Kaplan Rembrandt Hermitage Tableau Magazine
Rembrandt, Minerva in haar studeerkamer, 1635, courtesy The Leiden Collection

‘Het idee van verzamelen ebde weg totdat ik Rosenthal opnieuw tegenkwam. In Londen had hij van een handelaar vernomen dat die in het bezit was van een schilderij dat aan Dou werd toegeschreven: Portret van Dirck van Beresteyn, uitgevoerd op een legering van zilver en koper. Afijn, lang verhaal kort, ik ben naar Londen gegaan, herkende het als een echte Dou, heb het gekocht en nu ben ik de gelukkige bezitter van dit unieke werk dat intussen is geaccepteerd als een echte Dou.’ Enige jaren later, in 2014, toonde Museum De Lakenhal in Leiden veertien schilderijen van Dou uit het bezit van Kaplan.

Als iemand toen ik jonger was had gezegd: op een dag heb jij een Rembrandt; dan had ik gezegd: No Way! En als iemand had gesuggereerd dat er ooit zeventien schilderijen van Rembrandt in de collectie zouden zijn, had ik gezegd dat dat letterlijk onmogelijk was.

De jacht op Rembrandt

Vanaf de aankoop van die eerste Dou kreeg Kaplan de smaak van de jacht te pakken. ‘Zo is het begonnen. In de jaren die volgden verwierven mijn vrouw en ik ongeveer een schilderij per week. Al snel bezaten we werken van Metsu, Steen, Lastman, Lievens, Van Mieris. We zochten portretten en genrestukken uit de Gouden Eeuw, dus niet zozeer landschappen, zeegezichten en stillevens. Tenzij er mensen op voorkomen. Dat is wat ons interesseert: mensen. Ik ben toen ook begonnen alles te lezen over de School van Leiden. Het werd tijd voor onze eerste Rembrandt, iets wat ik nooit had durven dromen. Rembrandt wordt toch algemeen beschouwd als de top van de schilderkunst. Als iemand toen ik jonger was had gezegd: op een dag heb jij een Rembrandt; dan had ik gezegd: No Way! En als iemand had gesuggereerd dat er ooit zeventien schilderijen van Rembrandt in de collectie zouden zijn, had ik gezegd dat dat letterlijk onmogelijk was. En toch is het zo. Hier staan wij nu, met de grootste particuliere verzameling Rembrandts ter wereld. De eerste zal ik overigens nooit vergeten. Tijdens een veiling bij Sotheby’s was ik telefonisch aan het bieden. Toen de hamer viel schreeuwde ik het uit van opwinding. De medewerker aan de telefoon – Ben Hall – schrok en de zaal barstte in lachen uit.’ 

Lees verder in de nieuwste Tableau. Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Lees meer over de tentoonstelling in Hermitage Amsterdam.

Categorieën
2023 Highlights

Waarheden: Jenny Holzer in K21 in Düsseldorf

Ze was de eerste vrouwelijke Amerikaanse kunstenaar die – in 1990 – deelnam aan de Biënnale van Venetië en won meteen de Gouden Leeuw met haar bijdrage Child Text. Jenny Holzer (1950) wordt geroemd vanwege haar tot nadenken stemmende gebruik van woorden en zinnen, waarbij ze baanbrekend was in het gebruik van digitale technologie in kunst.

In K21 in Düsseldorf is vanaf dit voorjaar te zien (en lezen) waarom Holzer internationaal zo gevierd is. Ze maakt posters, schilderijen en beeldhouwwerken, die bezoekers aan het denken zetten over onderwerpen als oorlog, populisme en absurditeit. Iets dat voor haar altijd belangrijk is geweest om voor elkaar te krijgen met haar werk, en als we kijken naar de vele crises die er zijn, actueler dan ooit.

Holzer was een actief lid van Colab oftewel Collaborative Projects, een New Yorkse groep kunstenaars die zich in de jaren 70 en 80 bezig hield met thema’s die op dat moment speelden: de recessie, het beleid van president Ronald Reagan en de angst voor kernwapens. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de Truisms van Holzer, oftewel ongesigneerde ‘waarheden’, die ze in de late jaren 70 verspreidde in de openbare ruimte. Aan telefooncellen, muren, straatlantaarns en gebouwen hingen rijen en rijen korte, ironische, vaak wrange statements. ‘ABUSE OF POWER COMES AS NO SURPRISE’, ‘THE ONLY WAY TO BE PURE IS TO STAY BY YOURSELF’, ‘REPETITION IS THE BEST WAY TO LEARN THINGS’.

Jenny Holzer K21 Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen Dusseldorf Tableau Magazine
Jenny Holzer, exhibition view: Forty-second Street Art Project, Times Square, New York (Detail), 1993 © 1993 Jenny Holzer © VG Bild-Kunst, Bonn 2022, Foto: Stephen Sweet / Shutterstock

Die hoofdletters zijn geen tikfout, want Holzer gebruikt bewust alleen kapitalen. Naar eigen zeggen wil ze hiermee ‘de noodzaak laten zien en harder roepen om te tonen wat er aan de hand is in de wereld’. Zo heeft ze het vaak over feminisme, seksisme en geweld tegen vrouwen. ‘We hebben niet nog meer werk over plezier en genot nodig’, zei ze daar over. Recenter werkte ze veel met LED-installaties en lichtkranten en na de aanslagen van 11 september keerde ze terug naar haar roots: die van de schilderkunst. In Even Magazine licht ze dat toe:

‘I wanted to be a painter; I failed at being a painter because, among other things, I was impatient. I should have known better, when I was younger, that to be even an acceptable painter took years. But I was anxious, anxious, anxious about not being a horrible artist. So I gave up painting, for a long time. When the US went into Iraq, and I didn’t understand why – I thought it might be catastrophic, as it seems to have proven – I figured out how to put content in painting without being a social realist painter. Which I don’t have the skill to be, nor the desire.’

JENNY HOLZER
K21 (onderdeel van Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen)
11 maart t/m 6 augustus 2023

Categorieën
2023 Highlights

Kees van Dongen: Gewaagde kleuren in Singer Laren

Tip: Lezers van Tableau genieten op donderdag 30 maart van een Franse avond in Singer Laren en bekijken Kees van Dongen met andere ogen na een rondleiding door de tentoonstelling, voorafgegaan door een heerlijke kaasfondue. Klik [hier] voor meer informatie.

De weg naar succes van de ambitieuze Kees van Dongen (1877-1968) was er een die zich in een razendsnel tempo afspeelde. Geboren in Delfshaven, Rotterdam, verkondigde hij al vroeg dat hij beroemd zou worden, tegen iedereen die maar wilde luisteren. En hij kreeg nog gelijk ook. Dit terwijl er geen geld was in het gezin om hem te laten studeren, waardoor hij vanaf zijn veertiende aan het werk moest om bij te dragen aan het gezinsinkomen. Maar hij was volhardend. Begonnen als anarchistisch tekenaar en debuterend bij Galerie Vollard, kan hij zich uiteindelijk meer dan goed meten met grootheden als Matisse, Picasso en Braque.

Verhuisd naar Parijs behoort hij al snel tot de voorhoede van de Nederlandse kunstenaars, die zich rond 1900 naar die stad verplaatsen op zoek naar artistieke vernieuwing. Op uitnodiging van Picasso komt Van Dongen terecht in een atelier in het Bateau-Lavoir: een kunstenaarscomplex in het vrije Montmartre, dat uitgroeide tot dé plek voor avantgardistische kunstenaars. Daar ontwikkelt hij zich tot een schilder die met name vernieuwend is op het gebied van kleurgebruik. Als een van de eersten maakt hij daarbij gebruik van elektrisch licht en hij wordt gezien als deel van de kortdurende stroming fauvisme, die werkten met felle, amper gemengde kleuren. Van Dongen zelf gebruikte deze vaak in primitief ogende vormen en staat, met name later in zijn loopbaan, ook bekend om de vele schilderijen die hij maakte van vrouwelijk naakt. Een van zijn bekendste modellen was de toen piepjonge Brigitte Bardot. Oude kunstenaarsvrienden en recensenten hadden minder waardering voor dit werk: zij vonden het afbreuk doen aan het artistieke gehalte van zijn beginperiode.

Kees van Dongen Singer Laren Tableau Magazine
Kees van Dongen, Deux yeux, 1911, J.K. Art Foundation, c/o Pictoright Amsterdam 2022

Anita Hopmans, senior conservator van het RKD (Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis) en specialist op het gebied van Van Dongen, stelde de tentoonstelling samen en maakte de catalogus: ‘Van Dongen was een kunstenaar op wie werd gelet en met wie rekening werd gehouden. Een hoogtepunt in zijn oeuvre vormt het gebruik van onnatuurlijke en vervreemdende kleuren.’ Door het onderzoek van Hopmans zijn tot voor kort onbekende schilderijen van Van Dongen bij elkaar gebracht, waardoor er een compleet beeld van zijn ontwikkeling ontstaat.

Singer Laren is overigens de ideale setting om deze in totaal meer dan honderd werken tentoon te stellen. Een van de publiekslievelingen in dit museum is Het blauwe hoedje, gemaakt door Van Dongen. Oprichter Anna Singer kreeg dit cadeau van kunsthandelaar Hein Siedenburg, als dank voor haar ondersteuning bij de tentoonstelling van zijn werk in 1937. 85 jaar later was dit de inspiratiebron om deze expositie op poten te zetten, ter ere van een van de grootste modernisten die Nederland heeft gekend. Leuk is ook het randprogramma, met onder andere een atelier waar schilders (in spe) zich kunnen laten inspireren door Van Dongen, en ‘Pak een stoeltje’; waar conservatoren en andere experts de verhalen achter een werk delen met bezoekers.

Kees van Dongen 
Singer Laren
t/m 7 mei 2023

Categorieën
2023 Beurzen Stories

Zin in TEFAF

Maart is eindelijk weer TEFAF-maand. Na een roerige periode waarin covid roet in het eten gooide, strijkt de kunstbeurs dit voorjaar weer neer in Maastricht (11 t/m 19 maart). Meer dan 260 kunsthandelaren uit de hele wereld geven acte de présence en tonen in delicate stands hun allermooiste, vaak zeldzame en unieke objecten. Van oude meesters en kunst uit de klassieke oudheid tot moderne schilderkunst en hedendaags design.

TEFAF wordt beschouwd als de belangrijkste kunstbeurs ter wereld. TEFAF-voorzitter Hidde van Seggelen legt uit hoe de kwaliteit gewaarborgd blijft. ‘Voorafgaand aan de beurs worden alle objecten gekeurd door meer dan tweehonderd vetting specialisten. Dat doen we al 35 jaar en dat maakt ons uniek. Met de keuring geven we een kwaliteitsstempel af. Het publiek weet dat en kan dus met groot vertrouwen bij ons kopen.’ De keuringexperts zien duizenden voorwerpen. Nieuw hierbij is het gebruik van technologische kennis, zegt Van Seggelen. ‘We hebben apparatuur waarmee we wetenschappelijk naar werken kunnen kijken, naar patina’s, naar pigmenten. Niet elk kunstwerk wordt onder een microscoop gelegd, maar bij twijfel wordt er meer onderzoek gedaan. En hoewel de eindverantwoordelijkheid bij de verkopende partij ligt, wordt er soms ingegrepen en een object uit de beurs gehaald.’ TEFAF is als beurs ook belangrijk voor de museale wereld. ‘Het is hét moment in het jaar dat er kennis wordt uitgewisseld en er ook daadwerkelijk wordt gekocht. Met name op de eerste twee dagen zijn conservatoren van over de hele wereld aanwezig om te zien welke werken beschikbaar zijn. Voor musea is het een uitgelezen kans om de hiaten in hun collectie op te vullen.’

Tefaf Hidde van Seggelen Tableau Magazine
Hidde van Seggelen

TEFAF is hét moment in het jaar dat er kennis wordt uitgewisseld en er ook werk wordt gekocht

Hidde van Seggelen

Crème de la crème

Sinds een aantal jaar is er een lichte verschuiving in het aanbod en wordt er steeds meer moderne en hedendaagse kunst getoond. Terwijl de roots van TEFAF bij de oude meesters liggen, zien we steeds meer recenter werk. Toch zijn oude meesters nog steeds prominent aanwezig op TEFAF en gelden die werken als de crème de la crème van wat vandaag de dag beschikbaar is. ‘Het blijft de beste beurs ter wereld voor historische kunstwerken, maar de mix van tijdperken zorgt voor een interessante en dynamische beurs voor verzamelaars. Tegenwoordig bestaat een kwart uit oude meesters, een kwart uit moderne kunst en de rest zijn antiquairs, van meubels en tapijten tot boeken en sieraden. De altijd weer omvangrijke sectie ‘werken op papier’ – in de brede zin des woords: tekeningen van oude en klassiek moderne meesters, in beperkte oplage gedrukte prenten, fotografie, antiquarische boeken en manuscripten, aquarellen en Japanse prenten – is verplaatst naar de begane grond, als volwaardig onderdeel van de beurs.’

Tefaf Hidde van Seggelen Tableau Magazine
Wim T. Schippers, The Birds, 1962, aangeboden door Hidde van Seggelen. Foto: Tom Haartsen

Het imago van de TEFAF is ijzersterk en Van Seggelen erkent dat dat een druk op zijn schouders legt. ‘De beurs is heel belangrijk voor Nederland. Wat bijeen komt in maart in Maastricht is een culturele kennisuitwisseling op het allerhoogste niveau. Dat is immens: er wordt dus niet alleen kwalitatief hoogstaande kunst verkocht, er worden ook nieuwe ideeën voor tentoonstellingen opgedaan, contacten gelegd met musea en verzamelaars. Dat is onder meer te danken aan het topteam van de TEFAF. Ik ben trots op waar wij nu staan als organisatie. Wat ik echt bijzonder vind, is dat – na zo’n moeilijke periode – zoveel handelaren zich weer hebben aangemeld voor de beurs. Dat zij de TEFAF zien als de belangrijkste beurs van het jaar.’ Hij verwacht ook dat het aantal bezoekers weer groot zal zijn, waaronder veel veel Amerikanen. ‘We werken er hard aan om ook de jonge bezoekers naar de beurs te laten komen. Kunst- liefhebbers van rond de veertig hebben TEFAF omarmd – een jongere generatie verzamelaars is van cruciaal belang voor de toekomst van onze beurs!’

Waar Van Seggelen het meest naar uitkijkt? Lees verder in de nieuwste Tableau. Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

TEFAF Maastricht
11 t/m 19 maart 2023

Categorieën
2023 Highlights

Thomas Trum in het Noordbrabants Museum

In 2018 maakte Thomas Trum (1989) zijn debuut in Het Noordbrabants Museum in de tentoonstellingenreeks Brabantse Nieuwe. Nu is hij terug, met zijn eigen solo. Twee zalen worden gevuld met zijn werk, dat bestaat uit veelal enkelvoudige felle kleuren en zich op het snijvlak van kunst en design beweegt.

Trum werkt vanuit een atelier in ‘s-Hertogenbosch en gebruikt die ruimte om veelvuldig onderzoek te doen naar nieuwe materialen, technieken en composities. Zo werkte hij bijvoorbeeld met enorme viltstiften en kwasten die hij bevestigde aan een boor en met een machine die normaliter gebruikt wordt om lijnen op de weg te zetten. Hierbij ziet hij verf als zijn muze. Het Instagram account van Trum is daarbij zeker een aanrader, om inzicht te verkrijgen in het maakproces.

Thomas Trum Noordbrabants Museum Tableau Magazine
Thomas Trum, Two fan shaped lines in purple, 2020

Bij specifiek deze expositie ligt de focus op Trums roots in de graffiti, waar zijn fascinatie voor het achterlaten van sporen ontstond. Op het platform We like art zei hij hierover: ‘Ik ben al mijn hele leven enorm geïnteresseerd in sporen maken, vooral de sporen van grote voertuigen fascineren me. Schildersgereedschappen hebben uiteraard bepaalde eigenschappen die weer zorgen voor een specifiek spoor. De gereedschappen waar ik mee werk kies en ontwikkel ik zorgvuldig bij het beeld dat ik wil gaan maken. Uiteindelijk zijn mijn werken vaak snelle simpele handelingen die uit enkele lijnen bestaan.’

Thomas Trum: Daily Spins
Noordbrabants Museum
4 maart t/m 21 mei 2023

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Stories

Dichter bij Vermeer

Het Rijksmuseum brengt een recordaantal schilderijen van Vermeer vanuit de hele wereld bij elkaar. Curator Gregor Weber vertelt hoe in aanloop naar de omvangrijke tentoonstelling het meesterschap van de schilder verder is ontrafeld. ‘We komen steeds dichterbij.’

Johannes Vermeer, Nederlands meesterschilder uit de 17e eeuw, was veel in het nieuws de afgelopen maanden. Wereldwijd brachten musea onthullingen op basis van onderzoek van hun Vermeers. Zo toverden ze in Dresden een cupido tevoorschijn op Brieflezend meisje bij het venster, die in een latere tijd door iemand anders dan Vermeer bleek overgeschilderd. Meisje met de parel werd in het Mauritshuis door klimaatactivisten besmeurd met rode verf, wat de schijnwerper zette op het zo kostbare goed. Want er zijn slechts 37 schilderijen over die aan Vermeer worden toegeschreven. Het Rijksmuseum brengt er dit voorjaar 28 bij elkaar in Amsterdam – minstens want tot het laatste moment probeert het museum er nog een of twee bij te krijgen. Nooit eerder waren zoveel Vermeers bij elkaar te zien en zeven schilderijen worden voor het eerst in Nederland getoond.

Johannes Vermeer woonde en werkte in Delft. Hij werd niet oud; hij leefde van 1632 tot 1675 en liet elf kinderen na. Zijn oeuvre is relatief klein en wordt geschat op zo’n veertig of vijftig werken. Hij geldt als een van de grootste schilders uit de 17e eeuw, vanwege zijn kleurgebruik en de manier waarop hij het licht weet te vangen. Zijn veelal huiselijke tafereeltjes vertellen intieme verhalen die vierhonderd jaar later wereldwijd nog altijd zeer geliefd zijn.

Johannes Vermeer Rijkmuseum Tableau Magazine
Johannes Vermeer, Het glas wijn, 1659–61, Staatliche Museen zu Berlin, Gemäldegalerie, Berlijn

OMVANGRIJKE BRUIKLENEN

Rijksmuseum curator Gregor Weber (1956) vertelt aan de vooravond van de tentoonstelling dat hij sinds zijn vijftiende een bewonderaar is van Vermeer en onderzoek doet naar de schilder. ‘Deze tentoonstelling is de kroon op mijn werk en daarna ga ik met pensioen’, lacht Weber. ‘Het is tijd dat een nieuwe generatie kennis maakt met Vermeer. De laatste monografische tentoonstelling was in 1996 in het Mauritshuis met 22 werken, het Rijksmuseum kan nu 28 schilderijen laten zien. Het gaat niet alleen om de hoeveelheid, maar ook om wat je daarmee kunt doen. De verhalen die we daardoor kunnen vertellen over Vermeer.’

De topstukken worden niet vaak uitgeleend. Hoe heeft het Rijksmuseum zoveel Vermeers in bruikleen kunnen krijgen? ‘De Frick Collection in New York is aan het verbouwen. Dat bood een unieke kans om hun drie Vermeers die nooit uitgeleend worden, in bruikleen te krijgen. Samen met die van het Mauritshuis en het Rijksmuseum hadden we zo een startpunt van tien schilderijen. Vandaaruit zijn we verder gaan bouwen met partners waar we goede relaties mee hebben, zoals de National Gallery of Art in Washington en The National Gallery in Londen die respectievelijk vier en twee Vermeers hebben. Dan komen er nog twee uit Dresden van de Gemäldegalerie Alte Meister, en zo ging het verder totdat we vier vijfde bij elkaar hadden. Een aantal Vermeers is te fragiel om te mogen reizen en Het concert uit Boston is in 1990 gestolen en nog altijd spoorloos’, vertelt Weber. Het Meisje met de parel gaat eind maart terug naar Den Haag, zodat het icoon op zijn plek hangt tijdens het hoogseizoen van de bloembollen.

SNELLE SCHILDER

In aanloop naar de tentoonstelling is technisch onderzoek gedaan op de schilderijen van Vermeer. Weber: ‘Bij topschilders als Vermeer moet je doorlopend onderzoek doen, maar als een tentoonstelling als deze aan de horizon verschijnt, werkt dat als een katalysator en wordt het onderzoek geïntensiveerd. Door Operatie Nachtwacht heeft het Rijksmuseum veel nieuwe technieken in huis. We gebruiken niet alleen röntgen en infraroodscans, maar ook XRF-scans. De apparatuur tast de werken niet aan. De variërende dieptes van de lichtstralen onthullen de verschillende verflagen en maken duidelijk wanneer die zijn aangebracht. Door analyse van de terugkaatsingen kunnen we nagaan welke scheikundige elementen erin zitten. En daarmee welke pigmenten Vermeer gebruikt heeft en op welke plekken.’

Kijkend naar Vermeers interieurs lijkt het alsof hij de kamer kwam binnenlopen met een camera in de hand en precies op het juiste moment afdrukte toen de vrouw de brief las en het meisje de melk uit haar kan schonk. Maar niets is minder waar blijkt uit het nieuwe onderzoek: Vermeer paste zijn composities tijdens het schilderen aan. 

Weber publiceerde onlangs het werk Johannes Vermeer: Geloof, licht en reflectie.

Vermeer
Rijksmuseum
t/m 4 juni 2023

Tip: Museum Prinsenhof Delft organiseert in dezelfde periode de tentoonstelling ‘Het Delft van Vermeer’.

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Musea Stories

Een uniek kookboek van Keramiekmuseum Princessehof

Onlangs lanceerde Keramiekmuseum Princessehof een kookboek met bijzondere recepten die nationaal en internationaal bekende chef-koks, culinair schrijvers, bakkers en andere bevlogen foodies speciaal hebben bedacht bij serviesgoed uit de museumcollectie.

Voor het boek zijn 45 topstukken geselecteerd uit de collectie van het Princessehof, afkomstig uit Azië, het Midden-Oosten en Europa. Het oudste is een Chinese schaal uit de 9e eeuw, het jongste een serie borden van het Dutch Design duo Scholten & Baijings uit 2016. Met oogstrelende foto’s en boeiende achtergrondverhalen worden al deze objecten voor het voetlicht gebracht. Voor deze museumstukken hebben koks als Yotam Ottolenghi, Claudia Roden, Vanja van der Leeden, Dick Soek en Cees Holtkamp passende recepten bedacht. Met hun kostelijke gerechten verbinden zij niet alleen de smaken van Oost en West met elkaar, maar brengen zij ook de muse- ale objecten uit deze culturen weer tot leven. Uniek is dat alle gerechten worden gepresenteerd op en in de kostbare, vaak eeuwenoude borden, schotels en kommen zelf. In het ruim 400 pagina’s tellende boek Kunst en Koken. Kookboek Keramiekmuseum Princessehof komen keramische en culinaire kunst voor het eerst letterlijk samen.

UNIEK

Eten en keramiek horen bij elkaar en een fraai gedekte tafel is van alle tijden en culturen. Ook nu nog halen we bij speciale gelegenheden ons mooiste servies uit de kast. Eenmaal opgenomen in museumcollecties verliezen deze objecten hun oorspronkelijke functie. In Kunst en Koken worden museale stukken voor het eerst weer gebruikt waar ze ooit voor bedoeld waren: het opdienen van aantrekkelijke gerechten.

RECEPTEN UIT DE HELE WERELD

Behalve uit Nederland hebben koks uit China, Japan, Korea, Thailand, Iran, Syrië, Turkije, Spanje, Portugal, Italië, Frankrijk, België, Engeland, Duitsland en Zweden een bijdrage aan het boek geleverd. Hun status varieert van sterrenchef tot aanstormend talent. Chef-kok en tevens kookboekenauteur Jean Beddington heeft de bereiding en styling van hun gerechten voor het boek op zich genomen en leverde zelf ook enkele recepten. Kunst en Koken biedt een diversiteit aan gerechten, van soepen en salades tot vlees, vis en vegan, van voorafjes tot taart, koekjes en desserts.

Object: Kom in de vorm van een gold, wave bowl, ontwerp Christopher Dresser, uitvoering Linthorpe Art Pottery, Middlesbrough, Engeland, 1880-1890, aardewerk. Gerecht: tempura van groenten en schaaldieren. Recept: Jean Beddington.

Object: Bencharong keramiek, China, 1780-1900, porselein, Gerecht: drie Thaise hapjes (Tod man pla, Moo Sarong, Miang Som). Recept: Suvannee Vangsiripaisal.

Object: Schotel met Arabisch schrift, China, Zhangzhou, 1600-1700, porselein. Gerecht: mie aceh kuah (noedels met Noordzeekrab, pittige Sumatraanse saus en atjar van sjalot). Recept: Vanja van der Leeden.

Object: Set muk zuke met dicht- regels en floraal decor, ontwerp Ogata Kenzan, Japan, 1800- 1900, aardewerk, Gerecht: Wagashi voor een theeceremonie (mochi, yokan, nerikiri). Recept: Jean Beddington.

Porselein en aardewerk: Collectie Keramiekmuseum Princessehof, bruikleen Ottema-Kingma Stichting. Foto: Erik en Petra Hesmerg.

Je koopt het boek op de website van Keramiekmuseum Princessehof

Meer lezen? Bestel een losse editie van Tableau of haal hem in de winkel.

Categorieën
2023 Beurzen

Verslag: BRAFA Art Fair in Brussel opent beursjaar  

Met de 68ste editie van de BRAFA Art Fair is het beursjaar traditioneel geopend in Brussel. Tot en met zondag 5 februari vinden kunstliefhebbers uit heel Europa de weg naar de alom geliefde BRAFA in de schitterend ingerichte Brussels Expo. Van de 130 exposanten zijn er dit jaar tien Nederlands. Een record en ongetwijfeld een indicatie van het groeiende vertrouwen in de kunstwereld en de internationale ontwikkeling die de BRAFA nog sterker op de kaart zet van de Europese kunstmarkt.  

HOOGSTAAND AANBOD, MEER NEDERLANDSE EXPOSANTEN EN FOCUS OP ART NOUVEAU

Vanzelfsprekend pakken grote namen als Guy Pieters (Knokke), Francis Maere (Gent) en Harold t’Kint de Roodenbeke (Brussel) wederom groots uit met fraai ontworpen stands. De BRAFA telt als hoog aangeschreven beurs inmiddels twintig verzamelgebieden met een aanbod van hoge kwaliteit. Onder de 130 exposanten zien we andere grote namen als Galerie de la Présidence (FR), Bernard De Leye (BE), Galerie Von Vertes (CH), Bernier/Eliades Gallery (GR/BE), De Brock Gallery (BE), Osbourne Samuel Gallery (UK) en Morentz (NL), een galerie gespecialiseerd in 20e-eeuws designmeubilair.  

NEDERLANDSE NIEUWKOMER  

Een van de nieuwkomers is Galerie Van den Bruinhorst uit Kampen. Ad van den Bruinhorst: ‘BRAFA vond ik altijd al een heel smaakvolle beurs van hoog niveau met dito publiek. De oriëntatie ontwikkelt zich steeds internationaler als Europese beurs en daarom doe ik nu mee. Ook omdat ik specifiek gevraagd ben om wat ik breng: modernisme op het gebied van toegepaste kunst. Dat was hier nog niet vertegenwoordigd: meubilair, keramiek, grafiek, lampen en textiel van Rietveld, Van der Leck, Van Ravesteyn, Gispen, Baljeu. Vooral uit de Franse hoek is er veel belangstelling voor deze duidelijke signatuur die prikkelend werkt omdat wij hier de enige zijn op dit vlak.’ 

BRAFA Art Fair 2023
BRAFA Art Fair 2023 – Bernier/Eliades Gallery © Olivier Pirard

MUSEALE BLIKVANGER

Lennart Booij staat voor de derde keer op de BRAFA: ‘Dit is echt een mooie beurs. Een eer om hier te mogen staan. Je ontmoet hier een heel ander publiek, internationaler en vaak Frans georiënteerd. Mijn aanbod heb ik daar op afgestemd, met grafiek van Picasso, glas van Lalique en Gallé, en als blikvanger een museale stoel van Rietveld. Je merkt goed dat het publiek weer zin heeft om dit soort topbeurzen te bezoeken.’ Ook Floris van Wanroij uit Dommelen is een bekend gezicht op de BRAFA: ‘Dit is onze tiende keer. BRAFA zit echt in de lift, het niveau wordt elk jaar beter. Voor onze collectie met oude kunst is hier altijd veel belangstelling. Wij brengen Noord- en Zuid-Nederlandse schilderijen en laatmiddeleeuws sculpturen die de beeldenstorm hebben overleefd. Soms zie je daar nog wel sporen van. Mijn favoriet? Een ijslandschap van Aart van der Neer met ijspret en kolfspelers. Op het gebied van Vlaamse kunst: een altaarstuk van de Antwerpse maniërist Adriaen van Overbeke. Heel mooi bewaard gebleven in de originele lijst. Dat is echt mijn passie en expertise.’  

GROOTS GEVIERD

Andere Nederlandse exposanten zijn Douwes Fine Art, Van der Meij Fine Arts, Rueb Modern & Contemporary Art, Studio 2000 Art Gallery en VKD Jewels. Een mooie aanvulling die aantoont dat BRAFA een steeds internationalere uitstraling krijgt. Ook Brussel doet er veel aan om meer publiek van over de grenzen te trekken. Bijvoorbeeld met de organisatie van het themajaar Art Nouveau, een thema dat een breed publiek trekt met een herwaardering voor het werk van de grote lokale ontwerper en architect Victor Horta. Op de BRAFA zoomt de stand van de Koning Boudewijnstichting dieper in op de Art Nouveau die dit jaar groots wordt gevierd. Brussel heeft dan ook enorm veel te bieden als paradijs voor liefhebbers van deze kunststroming. En met de Thalys ben je er zo.  

BRAFA Art Fair
29 januari t/m 5 februari
2023
Brussels Expo

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.