Column Kunstjacht: een klein bouwhistorisch mysterie

Door

Bob Scholte Egbert Van Drielst Tableau Magazine
Egbert van Drielst, Gezicht op Klooster Ter Apel, ca. 1780-1790, collectie Museum Klooster Ter Apel. Het eerste torentje links aan de horizon behoort tot het gebouw dat nu archeologisch wordt onderzocht.

Op een koude heldere winterdag in februari zat ik in de trein richting Groningen met op mijn schoot een olieverfschilderij van Egbert van Drielst (1745-1818). Ik was onderweg naar Museum Klooster Ter Apel, een in de bossen verscholen 15e-eeuws monument dat sinds 1992 behoort tot UNESCO werelderfgoed. Ik was daar te gast om tijdens de nieuwjaarsreceptie een toelichting te geven op mijn bagage, een werk dat zij hadden aangekocht voor hun kunstcollectie.

Het schilderij, getiteld Gezicht op Klooster Ter Apel, toont aan de horizon zeer waarschijnlijk het klooster rond 1780-1790. Op het doek is aan de oostelijke (linker) zijde van het klooster een uitbouw te zien. Een uitbouw waarvan niemand het bestaan vandaag de dag nog kent, maar waarvan vrijwel zeker de fundamenten nog in de grond zitten. In de tijd van Van Drielst was die uitbouw al lang afgebroken. Hoe wist Van Drielst van het bestaan ervan? En waarom was hij überhaupt in deze omgeving actief, terwijl hij in Noord-Holland woonde?

De Drentse Hobbema

Van Drielst behoorde tot de belangrijkste schilders van de Nederlandse 18e eeuw en staat vandaag de dag bekend als de ‘Drentse Hobbema’, vanwege het op de kaart zetten van de Oost-Nederlandse natuur. Egbert van Drielst werd in 1745 geboren in Groningen. In 1761 verhuisde hij naar Haarlem om in dienst te treden bij de Haarlemse behangschilder Jan Augustini. Dit was een gebruikelijke route om de schilder- en tekenkunst onder de knie te krijgen en tegelijk een boterham te verdienen. Bij Augustini leerde hij op papier, damast en linnen schilderen.

Op zijn vrije dagen trok hij de natuur in rond Overveen en Bloemendaal. Daar begon hij de bomen, beekjes, wandelaars en huizen vast te leggen. Dit was ook de periode dat Van Drielst geïnteresseerd raakte in de schilders van de 17e eeuw, zoals Salomon van Ruysdael, Jacob van Ruisdael en Meindert Hobbema, en dan specifiek in hun weergave van de natuur. In 1765 verhuisde Egbert van Drielst opnieuw, nu naar Amsterdam. Daar ontmoette Van Drielst de toen al gerespecteerde schilder Jacob Cats. Cats had reeds menig grachtenpand voorzien van archaïsche voorstellingen en ging ook met Van Drielst samenwerken. Van Drielst nam de knoestige bomen, de lage vegetatie en de bebouwing voor zijn rekening en Cats schilderde de figuren.

Van Drielst specialiseerde zich als landschapschilder en had een diepe fascinatie voor het Nederlandse landschap en de Hollandse 17e eeuw. Hij was van mening dat de natuur in ons land het best bewaard was gebleven in de provincie Drenthe en in iets mindere mate ook Groningen. Hij was de eerste kunstenaar die echt aandacht aan dit type landschap besteedde en hij inspireerde daardoor veel 19e-eeuwse schilders in hun artistieke zoektocht naar het weergeven van de natuur. Dat hij hier intensief mee bezig was weten we uit kunsthistorische bronnen: zijn tekeningen uit prentenkabinetten en enkele brieven. Hij ondernam wandeltochten in en rondom Eext, soms meerdere per jaar, waarin hij met zijn tekenaarsgerei verschillende dorpjes afging en boerderijen aandeed om deze vast te leggen. Een van de locaties die hij bezocht, is het Klooster Ter Apel, zo blijkt uit een tekening in de collectie van Boijmans van Beuningen waarop duidelijk herkenbaar het klooster is afgebeeld.

Landschap en fantasie

Van Drielst schilderde niet tijdens zijn reizen, maar deed dit thuis in zijn atelier. Sowieso was hij meer een tekenaar. Zijn geschilderde oeuvre is klein in vergelijking met de talloze tekeningen die bewaard zijn gebleven, zelfs als we de behangsels meetellen (waarvan slechts enkele de tand des tijds hebben doorstaan). Hij streefde niet naar een exacte weergave van bestaande locaties, maar gaf juist een artistieke impressie van de ongerepte natuur. Soms sprokkelde hij verschillende elementen uit tekeningen bij elkaar, om deze vervolgens in een nieuwe compositie in olieverf te schilderen. Fantasievol en toch gebaseerd op werkelijke locaties.

Voor Museum Klooster Ter Apel is het schilderij van historisch belang, dat was de belangrijkste reden om het aan te kopen. Om de bouwhistorie van het klooster verder in kaart te brengen, worden op de locatie waar Van Drielst de aanbouw schilderde archeologische opgravingen verricht om onderzoek te doen naar funderingen. Komen de afmetingen van de uitbouw op het schilderij overeen met de onderzoeksresultaten? Duidt dat wellicht op en voorloper van het huidige klooster en moet daarmee de geschiedenis van het klooster worden herschreven? Of heeft Van Drielst de uitbouw erbij gefantaseerd? Zo wordt een schilderij mogelijk de sleutel in dit mysterie.

Tip: volg de ontwikkelingen rondom de opgravingen hier.

Bob Scholte is een van de jongste kunsthandelaren van Nederland. Als historicus en kunsthistoricus onderzoekt, verzamelt en verkoopt hij kunstwerken uit de 19e- tot halverwege de 20e eeuw, met een extra focus op Nederlandse oude meesters. In deze column doet Bob verslag van zijn avonturen in de kunstwereld.

Lees meer ...

Antoni Tàpies Tableau Magazine

Overgave: Antoni Tàpies in Bozar

Zeker de moeite waard voor een tripje naar België, en mocht dat lastig zijn: verdiep je dan vooral eens thuis in het werk van de Catalaanse Antoni Tàpies (1923-2012). Als autodidact dacht Tàpies tijdens het

Lees verder »