In Parijs gaat alles weer zijn normale gangetje en vonden de grote kunstbeurzen op hun traditionele data in de herfst plaats: de oude Biennale des Antiquaires, nu jaarlijks en omgedoopt in Fine Arts & Biennale in het Carrousel du Louvre (9-13 november) en Paris-Photo, de grootste foto-beurs ter wereld, in het Grand Palais Ephémère (10-13 november). Beiden zullen na de Olympische Spelen van zomer 2024 naar het omgebouwde Grand Palais terugkeren. De FIAC niet. Want begin dit jaar – de nieuwe concurrentiewetten in het staatswezen maakten het mogelijk – werd haar contract uit 1974 met het Grand Palais opgeheven ten gunste van Art Basel, die in oktober een nieuwe beurs voor hedendaagse kunst lanceerde: Paris+.
SICKERT ALS JACK THE RIPPER
Met het enorme aanbod – Parijs was voor de pandemie wereldrecordhouder van het aantal institutionele tentoonstellingen – valt er naast de blockbusters altijd veel te zien en te ontdekken. Zo kan de kunstkenner de mainstream links laten liggen, zoals bijvoorbeeld ‘Edvard Munch’ in het Musée d’Orsay, en de quasi onbekende Walter Sickert in het Petit Palais ontdekken (tot 29 januari): een retrospectief dat verleden zomer in Tate Britain te zien was en voor veel pers zorgde. Want Sickert (1860-1942), oorspronkelijk een acteur, was een strange bird. Omdat hij veel realistische portretten van haven-prostituees in Londen geschilderd heeft en een hele serie rond de Camden Town moordzaak, ontstond de theorie dat hij misschien de befaamde seriemoordenaar Jack the Ripper zou zijn, maar de ‘bewijzen’ daarvoor vind ik dunnetjes.
De meest bijzondere tentoonstelling van deze winter is wat mij betreft ‘Rêve d’Egypte’ in het Musée Rodin (tot 5 maart). Auguste Rodin (1840-1917) behoort met Henri Matisse en Pablo Picasso tot de drie grote creatieve genieën van het Parijs van de 20e eeuw. Je zou kunnen denken dat in al die jaren alles over hen al eens is getoond en verteld. Maar over Rodin en Egypte is er nog nooit iets geweest. Om de simpele reden dat er een aanloop van twintig jaar voor nodig was om de 1.124 Egyptische kunstwerken in de monumentale sculpturen-collectie van Rodin (die 6.500 kunstwerken omvat!) te catalogiseren, bestuderen en restaureren. Ze staan nu allemaal online op egypte.musee-rodin.fr.
In de tentoonstelling wordt getoond hoe Rodin zich door de Egyptische vormentaal liet inspireren: monumentale beelden (hij noemde zijn beeld van Balzac een ‘Egyptische kolos, een Memnon, een sfinx’), farao’s die ‘lopen’ met beide voeten op de grond, vrouwentorso’s zonder armen en, uiteindelijk, hoe hij uitgaand van Egyptische voorwerpen eigen sculpturen assembleerde. Hij zette bijvoorbeeld een vrouwentorso op een oude grafurn of een klein vrouwtje uit gips in een antiek Egyptisch kopje, en maakte daarmee series, die weer andere sculpturen voortbrachten.

KOSTELIJKE EXTRAVAGANZA
Dezelfde fascinatie voor het assembleren van de meest verschillende dingen vind je terug in de kostelijke tentoonstelling ‘Shocking! Les mondes surréalistes de Elsa Schiaparelli’ in het Musée des Arts Décoratifs (tot 22 januari). De extravagante modeontwerpster was bevriend met de hele kring van surrealisten in Parijs van 1924-1939, die je in de tentoonstelling met hun schilderijen, foto’s en objecten terugvindt. Zo ontwierpen Jean Cocteau en Salvador Dali de meest bizarre creaties voor haar, waaruit zij dan jurken, hoeden en juwelen wist te maken – onder meer met de beroemde kreeft van Dali. De heerlijk extravagante tentoonstelling, in een speelse opmaak van designer Nathalie Crinière met vele cross-overs naar bijvoorbeeld film, wordt als ‘immersieve’ ervaring aangekondigd.
De interesse voor tentoonstellingen die totaal virtueel met hulp van de nieuwe media worden opgemaakt lijkt (na de pandemie) echter wat te bedaren. Zo voorspel ik weinig bezoekers voor ‘Venise révélée’ in het nieuwe Grand Palais Immersif (tot 19 februari) – misschien is het te braaf. ‘Magique’ in het Musée des Confluences in Lyon daarentegen kan misschien wel de best bezochte Franse tentoonstelling van het jaar worden. Het gaat over magiërs, van sjamanen tot circusartiesten, geloof en bijgeloof van vroeger tot heden en de opzet met videosupport naast de tentoongestelde objecten is simpelweg… magisch (tot 5 maart). Er valt dus niet alleen kunst te ontdekken, maar ook de manier waarop je deze fantasievol kunt presenteren. Een nieuw thema?
Waldemar Kamer studeerde kunstgeschiedenis aan de Sorbonne en schrijft sindsdien over kunst en cultuur in Parijs voor verschillende media. Hij organiseert conferenties en concerten voor Franse musea, waarin hij bruggen slaat tussen culturen en kunstvormen, vooral tussen beeldende kunst en muziek. In 2019 verscheen zijn boek Achter de façades van Parijs – ontmoetingen met bijzondere mensen.
Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.