Dutch Design Week Eindhoven is al ruim twintig jaar een fenomeen in de wereld van vormgeving. Uniek aan dit negendaagse evenement is dat alle deuren van studio’s en werkplaatsen tijdens ‘de week’ open gaan. Zo kun je let terlijk een kijkje nemen in de keuken van de ontwerpers. Van oudsher is het proces tijdens deze designweek belang rijker dan het eindresultaat. Of zoals ze in Eindhoven met gepaste trots zeggen: ‘In Eindhoven zie je de contouren van producten die je over een paar jaar in Milaan kunt verwachten’.
‘Dat open karakter is echt het bijzondere aan de design week van Eindhoven’, stelt Anne Moon Geurts, zelf van huis uit ontwerper maar inmiddels curator en uitbater van een van de design hotspots van Eindhoven, De Kazerne. Samen met haar partner Koen Rijnbeek trans formeerde ze een oude marechausseekazerne in Eindhoven in tien jaar tijd tot zoals ze dat zelf noemt ‘een totale designbeleving’, met expositieruimtes waar zij zelf maar ook anderen cureren, een designshop, twee restaurants en sinds kort ook acht luxe hotelkamers.

Tijdens DDW cureert De Kazerne de expositie Circular Materialists, met onder andere aandacht voor het project Waste no more waarin trendvoorspeller Li Edelkoort samen met modeontwerper Eileen Fisher op zoek gaat naar circulariteit in de modeindustrie, onder andere door teruggeroepen kleding te verwerken in wandkleden. Ook zal er werk van Studio Drift te zien zijn. ‘Maar’, zo benadrukt Geurts, ‘wij willen er ook voor zorgen dat je alle 365 dagen van het jaar die bijzondere sfeer van DDW kunt proeven.’ En dat lijkt aardig te lukken, niet alleen bij De Kazerne maar ook op andere plekken in de stad kun je je permanent laven aan design in de breedste zin van het woord.
Op het voormalige Philipsterrein Strijp S bijvoorbeeld, bevinden zich inmiddels permanente werkplaatsen en Yksi Expo, een galerie annex designshop waar Leonne Cuppen het hele jaar tentoonstellingen cureert. Cuppen is een van de grondleggers van Dutch Design Week. Dat was in 1998, toen DDW nog de ‘Dag van het Ontwerp’ heette en niet veel meer was dan een zaaltje met ontwerpers die hun nieuwste werk lieten zien. Bijzonder daaraan, me moreert Cuppen, is dat het niet van belang was of het werk al af was. Juist niet. Het gaat in Eindhoven altijd om het proces van werken, niet om een gelikt eindresultaat.
Cross-overs
‘Designers vangen met hun sterke narratieve kracht de wereld en weten die te materialiseren’, zegt Marlies Bolhoven, een van de programmamakers van het Eindhovense Dutch Design Foundation, de organisatie achter DDW. ‘En ze begeven zich daarmee regelmatig op het snijvlak van verschillende disciplines, zo ook dat van de kunst.’ Daarbij lag de focus zo’n tien jaar geleden vooral op unica, of ‘limited edition design’, dat voor flinke bedragen over de toonbank ging op beurzen als Design Miami/ Basel of de weg vond naar de galerie van Murray Moss of veilinghuizen als Christie’s en Sotheby’s. Maar dat is veranderd, weet Bolhoven. ‘Het object staat minder centraal, je ziet dat ontwerpers veel meer de relatie aangaan met hun omgeving, om er een nieuwe context aan te geven. Die verhalende kracht uit zich niet alleen in sterk conceptueel design maar ook in social design, het soms letterlijk uitvinden van nieuwe materialen en processen en het vertellen van verhalen. Een nieuwe generatie galeristen en kunst en designverzamelaars haakt daar heel duidelijk op aan. Bij de grote veilinghuizen ontbreekt die markt, maar elke zichzelf respecterende kunstbeurs richt graag een hoekje in voor deze crossover designerkunstenaars. Ook het succes van de jonge beurs Collectibles what’s in a name in Brussel laat de interesse zien voor dit nieuwe genre.’

Voor: Lukas Peet, Orbit. Achter: Caine Heintzman, Vine Series.
Foto: Nick Bookelaar
DDW zelf maakt eveneens ruimte voor al die nieuwe vor men van design, waaronder de kruisbestuiving met kunst. Net als vorig jaar verbindt de Art & Collectablesroute dit jaar interessante events en locaties op het snijvlak met kunst tijdens DDW. ‘Daarmee laten we zien hoe de grenzen tussen design en kunst vervagen. De route alleen al toont aan dat design niet altijd functioneel hoeft te zijn maar ook als verzamelobject kan dienen’, aldus Bolhoven. Naast de tour is er een aan Art & Collectables gewijde editie van de DDW Talks, op donderdag 24 oktober bij Fifth NRE, de oude energiecentrale van Eindhoven. ‘Lonneke Gordijn en Ralph Nauta van Studio Drift zijn twee van onze zogenoemde DDW ambassadeurs. Zij werken per definitie op het snijvlak van disciplines; natuur en technologie maar ook kunst en design. Niet voor niets zijn zij boegbeeld van DDW dit jaar, samen met hen geven we vorm aan Art & Collectables.’
Studio Drift brengt in een paviljoen jonge ontwerpers samen, bedoeld om hen een platform te geven. ‘We hopen ze met deze tentoonsteling een stap verder te brengen in hun proces, want uit ervaring weten wij dat het lastig kan zijn om van idee naar concreet project te komen.’ Ook op andere plekken in de stad vinden gezamenlijke tentoonstellingen plaats. Zo programmeert het Van Abbemuseum tijdens DDW een expo van DAE (Design Academy Eindhoven). DAE brengt met JUNK een vervolg op de expo GEODESIGN van vorig jaar. Eindexamenstudenten en DAEafgestudeerden stellen daarin sociale, economische of geopolitieke kwesties aan de orde. ‘Junk associëren we makkelijk met iets zonder nut of zonder waarde, maar het gaat ons allemaal aan. De uitdaging voor jonge designers is afval te zien als potentieel: niet alleen als probleem waar oplossingen voor gezocht moeten worden, maar als iets dat op lokale of internationale schaal mogelijkheden biedt voor de toekomst.’
LONNEKE GORDIJN (1980), ONTWERPER/KUNSTENAAR EN MEDE-OPRICHTER VAN STUDIO DRIFT: ‘ONZE KRACHT LIGT IN HET VERBINDEN VAN NATUUR EN TECHNOLOGIE’
Studio Drift, bestaat uit Lonneke Gordijn (1980) en Ralph Nauta (1978), in 2018 kregen ze een grote solotentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Opleiding: Design Academy Eindhoven
Waar: Het talentenprogramma plus paviljoen is onderdeel van DDW Curated, bij NRE-FIFTH, Gasfabriek 5, Eindhoven. Eigen werk van Studio Drift is te zien bij De Kazerne.
Designer of kunstenaar? ‘Wij zijn allebei geschoolde ontwerpers, maar wij ontwerpen geen stoelen of tafels. Die zijn er al genoeg, daar zit niemand meer op te wachten. We geven letterlijk onze ideeën vorm, en die gaan altijd over de relatie tussen natuur en technologie. Meestal zijn dat installaties, en heel vaak zijn die omgevingsspecifiek. We noemen ons bewust liever kunstenaars. Doen we dat niet, dan ligt er al snel te veel nadruk op het functionele aspect. Onze lichtinstallaties zijn nu eenmaal geen lampen waar je per se een boek bij moet kunnen lezen. Zodra het kunst is, stelt niemand die vraag. Tegelijkertijd werken wij anders dan traditionele kunstenaars: ondernemender en minder solistisch. Ons team bestaat inmiddels uit ruim vijftig medewerkers en we werken nauw samen met wetenschappers en technologen.
Natuur of technologie? ‘Ik was altijd-als kind al-helemaal dol op dieren en planten. Ik onderzocht ze, tekende ze en wilde het liefst iets nuttigs doen voor de natuur. Toch duurde het een tijd voor ik daarin mijn weg vond. Uiteindelijk studeerde ik af met Dandelight, een lampje dat echte paardebloempluisjes combineert met LED-licht. Ralph, in wie ik tijdens onze studie mijn ‘partner-in-crime’ vond, en ik werkten dat idee later uit tot Fragile Future, een installatie waarin heel veel Dandelights zijn opgenomen. Gaandeweg ontdekten we onze kracht: het verbinden van natuur en techniek op een positieve manier. We brengen gevoel, iets menselijks – poëzie zo je wilt-terug in een abstracte en digitale wereld.’

Coded Nature in Stedelijk Museum Amsterdam, 2017
Foto: Ronald Smits
Wie zijn jullie klanten? Designliefhebbers, galeristen, musea? We zagen dat ons koningspaar koos voor Fragile Future in het onlangs gerenoveerde Paleis Huis ten Bosch… ‘Ons werk werd al snel opgepikt door galeristen als Carpenters Workshop Gallery en was te zien tijdens Design Miami/Basel en in musea wereldwijd. Fragile Future is uiteindelijk inderdaad nog steeds ook een kroonluchter. Heel bijzonder was het optreden dat we deze zomer gaven bij de NASA in Amerika. Onze vliegende sculptuur Franchise Freedom, waarin 300 oplichtende drones als een zwerm spreeuwen te zien was tegen de nachtelijke hemel, op muziek van Duran Duran. En dat om het vijftigjarig jubileum van de eerste maanlandig te vieren, het ultieme voorbeeld van wat techniek voor de mens kan doen. Vanuit de ruimte zie je bovendien pas hoe bijzonder de aarde is, daarvan getuigen alle astronauten. Technologie is niet onze vijand, maar simpelweg een verlengstuk van de natuur. Dat zien wij steeds sterker en we voelen dat we daarin een missie hebben. We hebben niet de illusie dat kunst problemen oplost, maar het kan wel de mindset veranderen.
WENDY PLOMP (1975), CURATOR VAN DUTCH INVERTUALS: ‘WIJ ONTWERPEN GEEN VAZEN, MAAR UNIEKE EN VERHALENDE STUKKEN’
Wendy Plomp
Opleiding: Design Academy Eindhoven
Waar: Dutch Invertuals-studio, Fuutlaan 12B, Eindhoven.
Wat is Dutch Invertuals en wat kenmerkt jouw werk voor het collectief?
‘Tien jaar geleden kreeg ik de vraag van een Italiaanse conceptstore in Milaan om een presentatie van Dutch Design in te richten. Ik wilde meer laten zien dan mijn eigen werk, en besloot om collega-ontwerpers uit te nodigen. Ik koos mensen van verschillende disciplines: textiel, keramiek, hout, architectuur, grafisch, fotografie, food design. We exposeerden onder de titel ‘Inverted’, wat zo veel als ‘averechts’ betekent. Ondanks de verscheidenheid was er ook eenheid. Ik voelde dat we samen een ander, breder verhaal konden vertellen. De Dutch Invertuals waren geboren.’
Inmiddels brengen jullie jaarlijks twee exposities: tijdens de designweek in Milaan in april en in oktober tijdens DDW Eindhoven. Het concept slaat aan…
‘Na die eerste editie besloot ik elke keer een thema te kiezen. Dat kan een materiaal zijn, zoals hout, maar ook een thema als ‘energie’ of zoals nu ‘de cirkel’. Ik voelde dat ik vaak een groter verhaal zie, dat ik topics kan signaleren en delen met de groep. De ontwerpers maken vervolgens een werk speciaal voor de tentoonstelling: dat zijn dus allemaal prototypes, unieke stukken. We voelen ons vrij om een thema uit te diepen, en dat onderscheidt ons van de gemiddelde toegepaste ontwerper of vormgever; we ontwerpen geen stoel of tafel maar brengen een visueel manifest. We kregen al snel veel aandacht, opvallend vaak van galerieën en verzamelaars: Bensimon uit Parijs en Carpenters Workshop uit Londen. Zij komen, net als veel trendwatchers, hun licht bij ons opsteken en veel van de stukken vinden hun weg naar collecties.’

tijdens DDW 2019 Voor: Jólan van der Wiel, Watervase Free. Midden:
Jeroen Wand, Laminated Table. Achter: Martens & Visser, Echo Mirrors
Welke veranderingen heb je in het designvak gezien in de afgelopen tien jaar? ‘Toen wij begonnen, kon niemand ons plaatsen. Binnen de designwereld waren we veel te verhalend en onderzoekend. Onze stukken zijn uniek, maar we blijven in ons denken en doen toch ontwerpers. De aandacht van de kunstwereld voor ons werk blijft groot. Nu zie je de opkomst van nieuwe, jonge galerieën en verzamelaars. Zij kiezen snel en houden van rauwe, onaffe stukken. Ons collectief betekent voor hen een soort keurmerk. We hebben onze kracht bewezen en bestaan inmiddels uit een groeiende groep van 70 Invertuals, een flink reservoir. De designwereld zelf is ook ontzettend verbreed. Met de komst van nieuwe disciplines als social design, cross-overs met kunst, natuur en technologie en de aandacht voor het designproces zelf en het fenomeen designdenken. De vormpuristen hebben lang de boventoon gevoerd in design, nu is er meer vrijheid om te onderzoeken en te ontwikkelen.’
KIKI VAN EIJK (1978), ONTWERPER/KUNSTENAAR MET EIGEN STUDIO IN EINDHOVEN: ‘DE HOKJES VOOR ‘DESIGN’ EN VOOR ‘KUNST’ ZIJN AAN HET VERVAGEN’
Opleiding: Design Academy Eindhoven
DDW: Museale expo Traces in de oude studio plus Future Space, een kijkje in het experimentele bouwproces in de nieuwe studio.
Waar: oude studio – Hurksestraat 19, Plan B in Eindhoven; nieuwe studio – Gabriël Metsulaan 1, Kanaaldijk-Zuid
Jouw werk is in de afgelopen twintig jaar net zo makkelijk opgepikt door galeristen en verzamelaars als door designmerken als Moooi, Serax en Nodus… ‘Voor mij is het nooit een punt geweest of ik kunst maak of toegepast werk. Bij alles wat ik doe staat de idee zelf en het creatieve proces centraal. Ik probeer altijd op een autonome manier te starten, en zo vrij mogelijk te experimenteren en zoeken. Pas later maak ik het specifieker, of het nu een autonoom werk wordt of een opdracht van een merk.’
De aandacht van kunstverzamelaars en galeristen was zo’n tien jaar geleden op een hoogtepunt met limited designstukken van bijvoorbeeld Joris Laarman en Studio Job. Dat paste misschien ook wel in de ontwikkeling van de kunstbubbel in die tijd? ‘Mijn autonome werk was uiteindelijk nooit zo kostbaar als dat van hen, maar mijn unieke stukken vonden ook hun weg naar verzamelaars en musea. Voor mij voelt het alsof een vrijer tijdperk is aangebroken, waarin zowel de hokjes ‘design’ als ‘kunst’ aan het vervagen zijn en er een tussengebied ontstaat waar heel veel mogelijk is. Het is ook net of mensen er veel meer klaar voor zijn om abstracter en autonomer werk te kopen, zowel design- als kunstliefhebbers.

Jij en Joost cureren twee exposities tijdens DDW; museaal én hands-on. Die keuze lijkt op zich al een pleidooi voor de cross-over.
‘Dat is voor ons ook van wezenlijk belang; onze expositie in Milaan afgelopen april heette niet voor niets Connect. Wij zijn altijd op zoek naar verbinding, tussen ambacht en high-tech, kunst en design, tussen mens en natuur. In de lege industriële hallen van onze oude studio laten we de sporen zien van het werk dat er gemaakt is, en het werk zelf. Mijn autonome werk Space Poetry zal er op een museale manier te zien zijn. Het zijn ruimtelijke objecten, die ook een functie kunnen vervullen, die de verbinding aangaan tussen design en architectuur. In onze nieuwe studio laten we het bouwproces zien. We proberen de nieuwbouw zo duurzaam en circulair mogelijk te doen en gaan daarbij verbindingen aan. Zo presenteren we de zonnepanelen die we samen met de leverancier ontwikkelden. Daarvoor fotografeerde ik patronen en eigen schilderwerk, die vervolgens op panelen zijn geprint met-in een sandwichconstructie-een extra laag structuurglas erop. Zo krijg je een heel ander materiaalgevoel van het zonnepaneel, zodat het kan opgaan in de stedelijke omgeving of er juist mee kan contrasteren.’
DDW data:
Dutch Design Week (DDW) presenteert dit jaar van 19 t/m 27 oktober werk en concepten van ruim 2600 ontwerpers aan meer dan 350.000 bezoekers uit binnen- en buitenland. Verspreid door de stad vinden tentoonstellingen, lezingen, prijsuitreikingen, netwerkbij- eenkomsten, debatten en festiviteiten plaats.
De jaarlijkse Graduation Show van Design Academy Eindhoven is een niet te missen event, waar de jongste lichting designers laat zien wat hen bezighoudt. Dit jaar is de Graduation Show te zien in de oude Campinafabriek aan de Kanaaldijk.
Kijk voor het volledige programma op www.ddw.nl
JUNK is te zien tijdens DDW en loopt door t/m 17 nov 2019. www.vanabbemuseum.nl