Hypes op de kunstmarkt komen en gaan. De reden waarom iets een hype wordt verschilt, en ook het effect wisselt. Soms heeft een hype een blijvende invloed, soms ebt het weer weg.
Het is herfst 1991 en in de veilingzaal van het een jaar daarvoor opgerichte Veilinghuis Glerum verschijnt onverwacht een groep Indonesiërs. Niet afkomstig uit Den Haag, waar het veilinghuis op dat moment resideert, maar direct overgevlogen uit Indonesië zelf. Het doel van de overtocht werd al snel duidelijk: het opkopen van Indonesische kunst. Dat wil zeggen: schilderijen en werken op papier met Indonesische voorstellingen, die veelal waren gemaakt door Westerse kunstenaars. Het resultaat van hun komst leidde tot een schok: van het ene op andere moment brachten werken die tot dan hooguit een paar duizend gulden waard waren, opeens bedragen van vele tienduizenden en meer op. Het was de start van een nieuwe markt waarin uiteindelijk tientallen miljoenen omgingen, en die ook nu nog floreert.
Op dat moment was echter nog niet duidelijk waar het naartoe zou gaan. Het was chaos: wie waren de kopers en waar waren ze in geïnteresseerd? Een tijdlang leek het alsof alle kunst met een Indonesische voorstelling, ongeacht wie de maker was, verkocht werd voor bedragen die nooit eerder in dat genre behaald waren. De media stonden bol van de meldingen over steeds weer nieuwe prijsrecords. Toch werd er ook sceptisch gereageerd: men vroeg zich in groeiende mate af wanneer er een eind zou komen aan deze ‘hype’.
KUNSTHISTORISCHE WAARDE
Inmiddels zijn we dertig jaar en een behoorlijk aantal hypes verder. Sterker nog: ook nu, anno 2022, wordt de kunstmarkt weer sterk beïnvloed door een trend. Wat we onder een hype verstaan wordt door de Van Dale als volgt beschreven: ‘Iets nieuws dat tijdelijk sterk de aandacht trekt, maar weinig voorstelt’. Hypes kunnen na een afkoelingsperiode (deels) verworden tot een trend.
Terug naar de jaren 90. Al snel bleken de eindkopers vermogende particulieren uit Indonesië te zijn. Veelal ‘nieuwe rijken’ die voor het eerst serieus kunst gingen verzamelen. Zij waren vooral geïnteresseerd in het terugkopen van hun eigen culturele erfgoed en geschiedenis: schilderijen met kleurrijke voorstellingen van ‘Mooi Indië’, doorgaans gemaakt door professionele kunstenaars die binnen de Westerse kunstgeschiedenis niet grensverleggend waren en daarom in Nederland geen grote bekendheid genoten.

conté potlood en gouache op papier, 54,5×36,5cm, 31 mei 2015,
Christie’s Hong Kong, hamerprijs HKD 375.000 © Christie’s
Het gevolg was dat Indonesische voorstellingen van kunstenaars als Rudolf Bonnet en Willem Gerard Hofker verkocht werden voor bedragen die konden oplopen tot honderdduizenden guldens, terwijl voor Nederlandse taferelen van dezelfde makers hooguit een paar duizend gulden werd betaald.
Als de waarde van een kunstwerk louter is gebaseerd op de afbeelding, is het de vraag in hoeverre die waardevast is. Normaliter hangt de waarde samen met het belang van de kunstenaar, met name in kunsthistorische zin. Dat bepaalt ook de mate van interesse bij de toonaangevende verzamelaars, instituten en musea, waardoor de naam van de kunstenaar gevestigd en blijvend geladen wordt. Ontbreekt het kunsthistorisch belang, maar worden er wel bedragen betaald alsof er sprake zou zijn van een belangrijk trackrecord, dan is de kans aannemelijk dat het gaat om iets tijdelijks dat derhalve onderhevig is aan de hype van het moment.
In het geval van de Indonesische markt is een aantal kunstenaars, zoals Bonnet, Hofker en bijvoorbeeld A.J Le Mayeur de Merprès, door de Indonesische verzamelaars en instituten wel degelijk beschouwd als van (kunst)historisch belang. Om die reden zijn topwerken binnen hun oeuvre ook nu nog enige tonnen waard. De hype betrof vooral de minder kwalitatieve schilderijen van deze kunstenaars en nog meer het werk van niet-toonaangevende kunstenaars, die in de jaren 90 voor tienduizenden guldens en meer werden verhandeld en nu voor nog geen duizend euro te slijten zijn.
De Indonesische markt bestond vooral uit een regionale wisselwerking tussen Nederland, Indonesië en Singapore. Maar aan het begin van deze eeuw ontstond een nieuwe hype met een veel grotere impact, die gelijktijdig inzette met de explosieve toename in interesse voor de hedendaagse kunst mondiaal.
HANDEL
Vanaf circa 2003 werd de kunstmarkt overspoeld met nieuwe kopers uit alle delen van de wereld, die al snel doorkregen dat op een kunstwerk ook winst te maken was. Nog niet eerder was er op zo’n grote schaal door particulieren kunst gekocht en in korte tijd weer verkocht. Het ene na het andere recordbedrag volgde elkaar op. De vraag oversteeg het aanbod, bizarre situaties werden genormaliseerd. Bijvoorbeeld wachtlijsten, waarbij je als je aan de beurt was direct moest beslissen over de aankoop, ook al was het werk nog niet gezien en de informatie marginaal. Met name de groeiende vraag naar werk van Chinese kunstenaars was opvallend.
Verder lezen over hypes op de kunstmarkt? Bestel dan hier de losse editie!