Tijdens haar leven was Jacoba van Heemskerck (1876-1923) in Duitsland bekender dan in eigen land, maar niet lang na haar overlijden raakte zij in vergetelheid. Sinds de jaren 80 van de 20e eeuw is er weer aandacht voor haar expressionistische werk. Nu, honderd jaar na haar sterfdag, wijdt het Marie Tak van Poortvliet Museum in Domburg een tentoonstelling aan de kunstenaar.
In krachtige lijnen neergezette bomen, uiteenlopende verbeeldingen van zeilboten voor de kust op doek en op papier, in houtsneden, tekeningen en schilderijen, laten verschillende ontwikkelingsfasen van de kunstenaar zien. Jacoba van Heemskerck was 47 jaar oud toen zij overleed. Een begaafd kunstenares, nog in de bloei van haar leven en nog in ontwikkeling wat haar werk betrof. In het Domburgse Museum is haar werk vanaf 1994 meerdere malen in groepsverband tentoongesteld. In 2005 volgde een solotentoonstelling in het Kunstmuseum Den Haag en in 2021 ging een selectie op tournee in Duitsland. De tentoonstelling die dit jaar in Domburg te zien is, geeft een overzicht van haar ontwikkeling waarbij het accent op de band met Domburg ligt.
Aanvankelijk bracht Van Heemskerck de zomers, en uiteindelijk het hele jaar in Domburg door met haar levensgezel Marie Tak van Poortvliet. De omgeving van het stadje met zijn Manteling-bossen, grillige duingebied en altijd weer anders lijkende zee was een grote bron van inspiratie. Schilderijen, tekeningen en talloze houtsneden maakte ze van bomen, enkele bloemen en zeilboten voor de kust; motieven die ook een onderdeel zouden vormen van de glasontwerpen uit haar laatste levensfase.

Na een opleiding aan de Haagse Academie volgde ze in Laren lessen in de grafische kunsten bij Ferdinand Hart Nibbrig en schilderlessen in Parijs op het atelier van Eugène Carrière. Toen de bruisende Franse hoofdstad Van Heemskerck teveel werd, vestigde zij zich met haar oudere zusje Lucie in Den Haag, waar ook Marie Tak van Poortvliet woonde. De twee jonge vrouwen waren al bevriend en woonden nu ook op een steenworp afstand van elkaar. Vanaf 1908 brachten zij geregeld de zomers door in Marie’s naast het Domburgse Badhotel opgetrokken Villa Loverendale. In de tuin werd voor Van Heemskerck een atelier gebouwd.
Luminisme
Aanvankelijk werkte Van Heemskerck nog realistisch, mede onder invloed van Hart Nibbrigs lessen, maar in Domburg kwam zij in de ban van het luminisme. Het Nederlandse luminisme was geïnspireerd op het werk van Van Gogh en op alle moderne Franse stromingen vanaf het impressionisme. Sinds de voorjaarstentoonstelling van het Amsterdamse kunstenaarsgezelschap St. Lucas in 1908 werd Jan Toorop met zijn van licht schitterende Zeeuwse werken gezien als ‘de luminist bij uitstek’. Dankzij hem had het luminisme Nederland bereikt, met het schiereiland Walcheren als bakermat en al gauw met Toorop en zijn jongere collega Piet Mondriaan als grote voormannen. Zij wilden niet alleen de werking van het licht weergeven, maar ook de sensatie ervan. De gevoelsreactie werd belangrijker dan de visuele reactie.
Zo bekeken was dit luminisme een begin van de verinner lijking in de kunst. Die vergeestelijking doortrok het moderne streven in heel WestEuropa en was welbesteed aan Van Heemskerck. Op de tentoonstelling is bijvoorbeeld haar in 1909 ontstane olieverfschilderij Bos in de zomer te zien. In dit pointillistisch uitgevoerde schilderij is al enigszins een ver geestelijking te proeven, een geslaagde poging niet zozeer een onderwerp als wel een stemming weer te geven.

Maar het neoimpressionisme voldeed Van Heemskerck niet lang. Zij miste vooral de expressiemogelijkheden van de lijn, die zij vervolgens vrij spel gaf. Haar werk werd in deze fase sober, gedempt van kleur en eenvoudig van vorm, neigend naar het abstracte. De geestelijke leidraad die zij zocht, zou ze, evenals Marie Tak, vinden in Rudolf Steiners antroposofie die omstreeks 1912 voortkwam uit de theosofie.
In Domburg werd zij mede door Toorop en Mondriaan tot het luminisme gebracht en dankzij Lodewijk Schelfhout in 1912 en Mondriaan in 1913 tot het kubisme. Dat bracht Toorop ertoe zich in de zomer van 1913 af te vragen wie zij het jaar erop als voorbeeld zou nemen. ‘Heemskerck is tegenwoordig aan het Mondrianen en Picassoen’, schreef hij aan Schelfhout, ‘wat zal ze ’t volgend jaar imiteren?’ Van Heemskerck was nog zoekende. Door haar zwakke gezondheid leefden zij en Marie relatief teruggetrokken, ook in het weldadige Domburg. Bepalend voor Van Heemskercks verdere ontwikkeling was het contact met Herwarth Walden en zijn uitnodiging om deel te nemen aan de ‘Erster Deutscher Herbstsalon’ (september 1913) in Berlijn, een internationale tentoonstelling van moderne kunst.
Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.
Jacoba van Heemskerck (1876-1923): een klein eerbetoon
Marie Tak van Poortvliet Museum
t/m 10 december 2023 (verlengd)