Hij is een van die kunstenaars wiens werk flinke reacties kan oproepen: je bent groot fan, of het is totaal niet je smaak. Er lijkt geen tussenweg te zijn. Maar aan welke kant je ook staat, een ding is zeker: Philip Guston (1913-1980) maakte schilderijen en tekeningen die de tijdgeest uitermate goed wisten te vatten. Niet voor niets leverde de verkoop van zijn To Fellini in 2013 destijds een record bij veilinghuis Christie’s op, waar het voor 25,8 miljoen dollar van eigenaar wisselde.
In zijn ruim vijftig jaar omvattende carrière werkte hij in eerste instantie onvermoeibaar aan een abstract expressionistisch oeuvre, met Jackson Pollock als een van zijn beste vrienden. In tegenstelling tot collega’s in dezelfde stijlgroep werkte Guston met name in zachte kleuren, ook wel abstract impressionisme genoemd. Hij maakte (muur)schilderingen die een kunstzinnige blik wierpen op het Amerika van die tijd, van oorlogen tot racisme. Maar eind jaren 60 switchte hij radicaal van stijl en liet daarmee de kunstwereld versteld staan. Van delicaat en abstract had hij opeens de overstap gemaakt naar rauw en figuratief. Grote schilderijen met cartooneske figuren waren het resultaat. Sommigen met witte Ku Klux Klan figuren als symbolen van het kwaad, die worden verbeeld in alledaagse situaties. Anderen met een intens rood gekleurd en eenogig personage, dat regelmatig terugkwam. Hij liet zich hierbij inspireren door zijn favoriete schrijver, Franz Kafka. Op zijn beurt werd Guston later een inspiratiebron voor vele anderen. Kijk maar eens naar de cartoons van Robert Crumb, of de neo-expressionistische schilder Walter Dahn.

Guston had geen gemakkelijk leven. Als Europese Joden vluchtte zijn familie, om in Amerika opnieuw discriminatie mee te maken. Wellicht daardoor pleegde Guston’s vader zelfmoord, hij werd door zijn zoon gevonden in de schuur. Die geschiedenis is door kunsthistorici later regelmatig aangehaald als onderbouwing voor zijn focus op het weerspiegelen van een wereld in nachtmerriesferen. Toch is er ook vaak iets tragikomisch in te ontdekken. Door de uitvergrote figuren, buitenproportionele lichaamsdelen en de samenstelling van kleuren bijvoorbeeld. Hoe dan ook: het is een kunstenaar die zich niet laat negeren. Nog steeds niet. In 2020 werd een grote overzichtstentoonstelling van zijn werk in Washington uitgesteld, omdat de beeltenissen van de Ku Klux Klan net na de #blacklivesmatter protesten als te confronterend werden gezien.
In 1960, op het hoogtepunt van zijn activiteiten als abstractionist, zei Guston zelf:
‘Er zit iets belachelijks en gierigs in de mythe die we erven van abstracte kunst. Dat schilderen autonoom, puur en voor zichzelf is. Daarom analyseren we normaliter de ingrediënten en definiëren we de grenzen. Maar schilderen is op zichzelf onzuiver. Het is de aanpassing van onzuiverheden die haar continuïteit afdwingt. Wij kunstenaars zijn beeldmakers én beeldbepalend.’
Philip Guston
Tate Modern
t/m 25 februari 2024
Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.