Ode aan Antwerpen in Museum Catharijneconvent

Door

Museum Catharijneconvent Tableau Magazine
Frans Floris, Kaïn en Abel (detail), ca. 1554-55, The Phoebus Foundation, Antwerpen

Dat de 17e-eeuwse Hollandse schilderkunst terecht wereldwijd wordt bewonderd, weten we allemaal. Van portretten tot stadsgezichten en van landschappen tot stillevens. Minder bekend is dat die kunstwerken er misschien niet waren geweest in deze vorm zonder de Brabantse en Vlaamse meesters uit de 16e eeuw. En dan met name de schilders uit Antwerpen, van waaruit religieuze vluchtelingen massaal naar het noorden trokken. Inclusief hun talent, schilderkunst en culturele invloeden. Dit werd ingezet door de Val van Antwerpen in 1585, waarbij de katholieken overwonnen.

Veel protestantse kooplieden, intellectuelen én kunstenaars trokken daardoor halsoverkop noordwaarts. Niet alleen vonden ze in hun nieuwe leefomgeving godsdienstvrijheid, er waren in Amsterdam ook betere handelsmogelijkheden en collega-kunstenaars om mee van gedachten te wisselen. De nieuwkomers namen onder andere het maniërisme mee, een manier van schilderen die met name opviel door onnatuurlijke houdingen van de afgebeelde lichamen. Daarnaast zie je in deze stijl ook vaak onrealistische weergaven van ruimte en perspectief. Een beroemd voorbeeld is de figura serpentinata, waarbij figuren in een gedraaide pose zijn afgebeeld, zoals in het beeld van de steenwerpende David, gemaakt door Michelangelo.

De tachtig topstukken in ‘Ode aan Antwerpen’ in Museum Catharijneconvent geven een evenwichtig beeld van Hollandse én Vlaamse meesters, waardoor je als kunstliefhebber mooie vergelijkingen kunt maken. Peter Paul Rubens, Jan Steen, Rembrandt van Rijn en Frans Hals, maar ook Joos van Cleve, Pieter Aertsen, Maerten de Vos en Frans Floris. Veel van deze werken zijn voor het eerst in Nederland te zien.

Ode aan Antwerpen
Museum Catharijneconvent
14 mei t/m 17 september 2023

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Lees meer ...