Proeve van bekwaamheid
De Prix de Rome, vaak aangeduid als de oudste en meest genereuze prijs voor beeldend kunstenaars, werd ruim 200 jaar geleden voor het eerst uitgereikt in Nederland. Met korte tussenpozen is er sindsdien ieder jaar aandacht voor een categorie; Schilderkunst, Beeldhouwkunst, Bouwkunst of Architectuur, zo nu en dan Grafiek en laat in de 20e eeuw kwamen Fotografie en Video ook incidenteel aan bod. Sinds 2005 zijn de categorieën teruggebracht naar Architectuur in de even en Beeldende Kunst in de oneven jaren.
Traditioneel wordt er om de prijs – een geldbedrag en een werkperiode in Rome – gestreden. Eind 19e eeuw ging dat via een toelatingsexamen en een proeve van bekwaamheid, die spartaans genoeg geheel in afzondering op de zolder van de Rijksakademie moest worden volbracht. Inmiddels is de route naar de prijs iets anders. Het Mondriaan Fonds heeft de open inschrijving vervangen door de mogelijkheid voorgedragen te worden door een van de ruim 20 scouts.
De proeve van bekwaamheid was in de loop van de 20e eeuw al vervangen door een intensieve werkperiode waarbij de genomineerden zich concentreren op een werk speciaal voor de Prix de Rome. Dit jaar is de beurt aan de beeldende kunst en vanaf dit najaar is in het Stedelijk Museum Amsterdam het werk te zien waar de vier finalisten de afgelopen maanden aan gewerkt hebben. Eind oktober wordt de winnaar bekend gemaakt.

Prix de Rome 2019
De jury bestaat dit jaar uit zes curatoren en kunstenaars, met als voorzitter Valentijn Byvanck, directeur van Marres Maastricht, die opvallend genoeg afgelopen zomer het genomineerde kunstenaarsduo Sander Breure (1985, Leiderdorp) & Witte van Hulzen (1984, Bolsward) nog in huis had. Belangrijk criterium bij de selectie is het idee dat de Prix de Rome stimulerend moet werken; de kunstenaars moeten al een duidelijke focus hebben, maar ‘nog niet volledig gevestigd zijn`. Zoals vrijwel altijd is de jury ‘onder de indruk van de hoge kwaliteit`. De vier genomineerden delen een ‘poëtische vorm van sociaal engagement’ dat de jury aantrekkelijk vindt, zij het geheel op eigen wijze. Zo werkt het duo Breure & Van Hulzen hun observaties van het dagelijks leven uit tot performances en verhalende installaties. Daarmee in contrast staat het werk van grafisch ontwerper Femke Herregraven (1982, Nijmegen) die haar onderwerpen zoekt in complexe maatschappelijke, vaak onzichtbare systemen en uitwerkt in mysterieuze installaties. Het werk van Rory Pilgrim (1988, Bristol, UK) is opvallend vanwege de oprechte samenwerking die hij zoekt, waardoor het thema solidariteit zowel in onderwerp als in manier van werken aanwezig is.
En tot slot; Esiri Erheriene-Essi (1982, London) een schilder van sociaal-politieke onderwerpen, verpakt in alle kleuren van een snoepwinkel en met veel lachende gezichten. Gezien de recente genomineerden en winnaars van de Prix de Rome zijn Erheriene-Essis’s olieverfschilderijen traditioneel te noemen. De overgrote meerderheid van de genomineerden sinds 2005 begaf zich op het terrein van video-, performance- en installatiekunst met vaak een hoog onderzoeksgehalte. Met de overdracht van de organisatie naar het Mondriaan Fonds in 2013 lijkt deze toch vrij conceptuele richting nog verder geïntensiveerd te zijn.

(Prix de Rome 2019 foto: Daniel Nicolas)
Esiri Erheriene-Essi – messy
Goed, schilderkunst dus dit keer bij de Prix de Rome, op manshoge doeken, met een regenboogvariatie aan dikke lagen olieverf. Esiri Erheriene-Essi: ‘I’m obsessed by the physicality of painting, that it’s messy, that it gets stinky. For me, painting also gives a certain freedom. It is not about documenting the world anymore. It also isn’t holy, it isn’t going to save anyone’s life, people can be touched by it though.’ In haar schilderijen staan mensen centraal. Soms doorsnee gezinnen of groepjes kinderen, poserend of juist niet. Soms beroemde wereldburgers, zoals The Supremes en de Kennedies, gebaseerd op tientallen jaren oud beeldmateriaal dat ze vond op internet of in de krant, soms directe afdrukken van een kopie, gecombineerd met nageschilderde beelden en met overgeschreven teksten. Met de overvloed aan betekenissen die ze combineert, wil ze ruimte scheppen voor nieuwe associaties en onverwachte wendingen. Zo zien we filmster Judy Garland als een verschrikt kijkende Dorothy uit The Wizard of Oz (1939) met een tekst van iemand die klaagt over de muziek van Beyonce. Op een ander werk is dezelfde Dorothy gecombineerd met een tekst uit een Black Panther activist biografie. Ze legt hiermee de kneedbaarheid bloot van in woord en beeld geduide geschiedenis, die door de associatie van de kijker samenvloeien tot nieuwe, nooit gedachte ideeën.
Rory Pilgrim-Een tuin vol liefde
Een kunstenaar die zich voor de Prix de Rome al meer dan thuis voelt in het Stedelijk Museum is Rory Pilgrim. Zijn performance Open was onderdeel van de officiële opening in 2012. Het Nationaal Jeugdkoor zong een speciaal voor de gelegenheid gecomponeerd lied en drie jongeren spraken het publiek toe, elk eindigend met een vraag voor de toekomst, zoals What do we hope to become? De tekst van deze rituele performance ontstond in samenwerking met tien tieners en gaat over hun persoonlijke en politieke zorgen. Het woord hope is veelzeggend; het werk van Pilgrim is in de kern een wolk van positiviteit tegen onrecht en andere schadelijke zaken. Een wolk die hij groter en groter maakt door op gelijkwaardig en persoonlijk niveau samen te werken en echt contact te maken. ‘I always answer the questions I ask people, so there is no hierarchy and so that just as much of myself is embedded within my work.’ aldus Pilgrim in 2017 tijdens een interview met Bernke Klein Zandvoort.
Muziek speelt daarbij vaak een rol. Zoals in het project Software Garden, een tweejarig project met workshops en liveconcerten waaruit een album met elf muziektracks voortkwamen. Eraan ten grondslag lag de vraag hoe muziek gebruikt kan worden om een ruimte van samenhorigheid te doen ontstaan. Het beeld van de tuin is voor Pilgrim een krachtige metafoor voor verzorging, groei en vernieuwing die regelmatig terugkomt. ‘You have to be patient with a garden and as the gardener you have to work with the garden to see how it wants to take shape dealing with elements also beyond your control. In this sense it is a political space. You have to have good soil, treat it kindly and work with the cyclical nature of time. What is more political than the earth and how humans choose to live on it?’
Voor de Prix de Rome maakte Pilgrim opnamen in Idaho (VS). Samen met jonge klimaatactivisten en daklozen organiseerde hij workshops met als thema de relatie tussen ecologisch bewustzijn en de sociale vorming van jongeren.

Femke Herregraven-obligaties en catastrofes
Je gaat het gegarandeerd niet begrijpen, maar haak niet af, gaf Sacha Bronwater de lezer mee over het werk van Ramadeh in de Prix de Rome-tentoonstelling van 2017 bij Witte de With in Rotterdam. Ik vermoed dat dit bij Femke Herregraven opnieuw een goed advies zou zijn. Zij onderzoekt onzichtbare systemen die de wereld ongemerkt lijken te dirigeren. Met haar installaties van foto’s, grafieken en onontcijferbare sculpturen brengt ze abstracte, ondergrondse werelden aan de oppervlakte.
Herregraven-opgeleid als grafisch ontwerper-won in 2013 de MINI Young Designer Award met Taxodus, een online game waarbij het doel is om belasting te ontduiken en er net zo behendig in te worden als multinationals. ‘Design wordt vaak ingezet om dingen te neutraliseren, dingen mooier te maken, om conflicten en fricties een beetje glad te strijken. En ik ben juist geïnteresseerd in hoe je die dingen naar boven kunt halen.
Sinds een aantal jaren doet Herregraven onderzoek naar catastrophe bonds. Deze cat bonds kwamen op de financiële markt na de verwoestende orkaan Andrew (1992). Omdat verzekeraars niet genoeg kapitaal hadden om bij dergelijke natuurrampen uit te kunnen keren, verzekerden ze zichzelf en leggen ze het risico bij de investeerders, die winst maken zolang rampen uitblijven. ‘Het gaat om high frequency trading. Ruim 70 procent van de handel wordt niet door mensen gedaan. Er zijn zoveel processen die we niet eens kunnen waarnemen, omdat ze in een duizendste van een seconde plaatsvinden. Wat is onze menselijke rol daarin?’
Voor de Prix de Rome geeft ze, binnen haar onderzoek naar cat bond, een rol aan de wateraaphypothese, een evolutionaire kwestie, waarbij een groep probeert aan te tonen dat de voorouders van de huidige mens een lange tijd intensief in het water hebben doorgebracht.

(Prix de Rome 2019 foto: Daniel Nicolas)
Breure en Van Hulzen: theater en leven
Met componist Sander Breure en beeldend kunstenaar/choreograaf Witte van Hulzen komen we van wereldomvattende theorieën en geldstromen terug bij het alledaagse. ‘Wij zien al onze projecten als portretten van andere mensen. Ons werk is altijd een verdieping in iets of iemand buiten onszelf.’ Zo nam het kunstenaarsduo gedurende een bepaalde tijd alle geluiden op in een ‘gemiddeld Nederlands gezin’ en gebruikte dat voor de tekst en choreografie van de 8o minuten durende performance Een Familieportret (2014).
Ook met het project How can we know the dancer from the dance? (2016) plaatsten ze alledaagsheid in een nieuwe context. Als onderdeel van het project Public Works lieten Breure en Van Hulzen op Centraal Station Utrecht telkens vier performers een choreografie uitvoeren van dezelfde, onbeduidende handelingen; telefoneren, veters strikken, een broodje eten. Deze reeks ingestudeerde bewegingen baseerden zij op filmbeelden gemaakt op datzelfde station. Onaangekondigd en door de makers zelf niet vastgelegd, bestond de performance enkel bij de gratie van de oplettende forens.
Afgelopen lente en zomer bouwde het duo voor hun solo The Floor is Lava bij Marres Maastricht theatrale settings bevolkt door mensgrote, losjes in elkaar gezette sculpturen met expressieve koppen die volgens de makers fungeren als acteurs in een toneelstuk. In elke ruimte werden verhalen aangeboden over hoe mensen zich bewegen en verhouden. ‘Het lichaam is ons referentiekader. Als je naar iets kijkt dan zoek je altijd naar je eigen maten. Als de bezoeker naar mensgrote sculpturen kijkt, dan ontstaat er een spiegelwerking waarbij hij op gelijke schaal een medespeler of acteur wordt in dat werk.’ Ook hier ligt de basis bij bestaande verhalen. Zo is The Thief gebaseerd op de relatief kleine gebeurtenis van een vrouw die een achtergelaten portemonnee in haar eigen tas stopte. Toen haar gefilmde daad publiek werd gemaakt, viel iedereen over elkaar heen van verontwaardiging en beroofde de stelende vrouw zich van het leven. De vraag aan de toeschouwer – van keramiek of van vlees en bloed – lijkt helder; welke rol speel jij?
Perspectief
Nederland kent meer grote kunstprijzen. Het prijzengeld van €40.000 voor de winnaar is niet wat de Prix de Rome de titel ‘meest genereuze kunstprijs’ oplevert. Misschien is dat de werkperiode in Rome wel, waarbij de winnaar – kunstenaar of architect-gebruik mag maken van een ruimte in het indrukwekkende gebouw van de American Academy; een inspirerende plek met lange gangen waarachter elke deur een wetenschapper, schrijver, kunstenaar of muzikant schuilgaat, een kok aan huis en een dakterras met een uitzicht om van om te vallen zo mooi.
Maar ook los van de Rome-reis opent het winnen van de Prix de Rome nieuwe perspectieven. ‘Voordat ik de Prix de Rome won, werd mijn werk nog niet echt aangekocht,’ aldus Viviane Sassen. Toen ze in 2005 won maakte ze nog datzelfde jaar deel uit van belangrijke collecties.
En zelfs voor niet-winnaars is de winst groot. Germain Kruip (2e prijs Beeldende Kunst/Theater, 1999) vertelt hoe belangrijk de werkperiode voorafgaand aan de jurering is; ‘Het is heel bijzonder dat je al die condities toegewezen krijgt, die ateliers waarin je een werk kunt uitwerken, met alle aandacht en alle support en een beginbudget. Die ruimte levert heel veel op.’
—
De tentoonstelling Prix de Rome is te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam
tot en met 22 maart 2020
lees het volledige artikel in Tableau magazine, vanaf 12 november in de winkel