Grote zwaarmoedige doeken. Verval en vergankelijkheid. Zware thema’s uit de geschiedenis. Het werk van Anselm Kiefer heeft op het eerste gezicht geen vrolijke uitstraling. Toch is dat een misvatting. Hij ziet het zelf veel optimistischer. Zonder verval is er immers geen nieuw begin.
Zwaar en melancholisch is de algemene indruk van Kiefers werk. En ook ik dacht: Anselm Kiefer, leuk om in zijn oeuvre te duiken, maar het is niet echt een vrolijke missie. Als snel kon ik deze mening bijstellen. Wie een interview met Kiefer ziet (online voldoende te vinden) ziet een energieke man die boeiend vertelt over zijn werk en wat hem inspireert. In een gesprek bij de expositie in White Cube Gallery deze zomer – die hij ombouwde tot een totaalinstallatie met het boek Finnegans Wake van James Joyce als leidraad – zet hij de vooroordelen recht: ’Kunstcritici beschrijven het werk vaak als verval, maar zo zie ik het niet. Ik zie het als hoop. Het gaat vaak over ruïnes, dat klopt, maar ruïnes zijn hoop. Iets is voorbij en er kan iets nieuws komen op die puinhopen. Alle mogelijk heden zijn weer open. […] Niets mooier dan de ruïnes van het oude Duitsland, want het geeft hoop op een nieuw begin. Geen schone lei, want alles wat er was blijft ergens aanwezig, maar er komt weer ruimte.’
Zo groeit de wereld immer door, oude dingen verterend en meenemend in een nieuwe toekomst. Een voortdurende cyclus van vernieuwing. Dat proces is de kern van zijn werk. En je ziet het letterlijk gebeuren in het beeld.

De schilderijen van Kiefer hebben een pasteuze verflaag waarin andere materialen opduiken en verdwijnen. Soms herneemt hij werken. Inhoudelijk door een onderwerp opnieuw op te pakken. Of letterlijk door oudere werken te bewerken, bijvoorbeeld door ze te overgieten met vloeibaar lood, en dat deels weer om te vouwen, zodat het werk letterlijk een nieuwe laag krijgt en meer diepte.
Moeilijke onderwerpen
‘Complex’ is een ander vooroordeel dat aan zijn werk hangt. Om alle verwijzingen te kunnen lezen en doorgronden moet je veel kennis hebben. Maar een kunstwerk is geen raadsel dat je moet oplossen, het is een ervaring. Het is de geur van verf en andere materialen. De fysieke aanwezigheid van het werk. Bij Kiefer gaat het vaak om monumentale werken waar je langs moet lopen om het helemaal te kunnen zien, waar je even afstand van moet nemen, of juist dichterbij moet komen om de details van het materiaal te zien. Dezelfde bewegingen zal de kunstenaar gemaakt hebben bij het creëren van een werk. Een doek van acht meter schilderen is ook een fysieke inspanning. Maar hij kan het ook subtieler, daarvan getuigen de aquarellen en kunstenaarsboeken die hij maakt.
Kiefer begint elke dag in het atelier met lezen. Gedichten, verhalen, wetenschappelijke artikelen, het nieuws, hij voedt zijn geest met informatie. Het wordt deel van wie hij is. De zinnen en woorden die opduiken in zijn werk zijn zinnen die zich in hem genesteld hebben. Hij gebruikt ze als materiaal, op dezelfde manier als alle andere materialen en als vorm en kleur. Hij zegt zelf: ‘Ik maak geen politieke kunst, maar ik lees kranten, ik kijk tv, ik neem informatie op en dat komt er weer uit in het werk. Het is geen politiek werk, het is werk van een politiek geïnteresseerd kunstenaar.’ En hij bekent dat hij houdt van moeilijke onderwerpen. Van wetenschappelijke stukken die hij niet helemaal snapt, van het doorgronden van de wereld, de holocaust. Van schrijvers als James Joyce en Paul Celan. Alles wat hij leest, ziet en denkt komt terug in het werk. Een eindeloos proces dat maar doorgaat.

Het totaal roept gedachten, emoties of associaties op, de details soms ook, maar op een intuïtief niveau, het is niet iets dat zich rationeel laat ontleden als een wiskundige vergelijking. Vaak is het niet eens te herleiden zegt hij zelf in een interview. Woorden en beelden hebben zich ergens in zijn geheugen vastgezet en komen vanzelf weer boven. De oorspronkelijke bron doet in het beeld niet ter zake. Maar als je het werk ziet, voel je wel dat er veel lagen aan informatie in zitten. Dat draagt bij aan de intensiteit van het werk.
Overzicht in Museum Voorlinden
Kiefer is inmiddels 78 jaar oud en werkt nog elke dag. En hij maakt alles zelf. Met zijn oeuvre van ruim vijftig jaar kun je waarschijnlijk tien musea vullen, en het is nog niet voltooid. Van een retrospectief is dan ook geen sprake in Museum Voorlinden, dat dit najaar een grote tentoonstelling van hem inricht. Er komt immers nog steeds werk bij.
Hoe te kiezen uit dat enorme oeuvre? De nadruk ligt op werk uit de afgelopen tien tot vijftien jaar, vertelt curator Barbara Bos. In overleg met de kunstenaar zijn de werken geselecteerd en er worden zelfs nog nieuwe gemaakt. Een ‘boekenkast’ bijvoorbeeld, die aan het begin van de tentoonstelling komt en waar hij tot in september nog aan werkt. ‘Met dat werk kan hij nog verschillende kanten op, dus zelfs voor ons wordt het verrassing’, zegt Bos. Enkele jaren geleden bezocht zij samen met museumdirecteur Suzanne Swarts de kunstenaar in zijn atelier in Barjac. Een moment waarop ook zij hun mening over zijn werk moesten herzien, ze zagen een hele andere kant van Kiefer: de veelzijdigheid van zijn werk. In Barjac heeft Kiefer een groot terrein helemaal ingericht, met paviljoens waarin soms maar één werk te zien is en met tunnels en torens. Dit hele landschap heeft hij naar zijn hand gezet. Bos: ‘Het is zo omvangrijk. Wat hij doet gaat eigenlijk voorbij het voorstelbare.’
Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.
Anselm Kiefer
Museum Voorlinden
t/m 25 februari 2024