Het verzamelbeleid van musea verandert mee met de ontwikkelingen in kunst en design. Nieuwe media en nieuwe inzichten hebben effect op wat wordt verzameld en hoe. Hoe krijgt een NFT een plek in de collectie? Hoe maak je een collectie meer divers en toekomstgericht? Museum Boijmans van Beuningen kiest voor een nieuwe invalshoek: ‘We selecteren designobjecten nu op basis van de mogelijke impact die ze hebben op onze toekomst.’
Na decennia van extreme hitte en overstromingen zijn wereldwijd de landsgrenzen vervaagd en mensen op drift geraakt. Pas in 2108 is de harmonie eindelijk teruggekeerd. Vervuiling is een misdaad, discriminatie is uitgebannen. In de nieuwe fictieve tijdsaan duidig is het dan 19.345 na de grote ramp en in de haven van Rotterdam wordt een bijzondere opgraving gedaan. In een spiegelend gebouw (ooit bekend als Depot Boijmans) wordt een grote collectie objecten aangetroffen die zijn verzameld door voorouders uit de 20e en 21e eeuw. De wereld staat versteld. Waarom ging de mens toen zo onverantwoord om met elkaar, andere wezens en de aarde zelf? En waarom zijn ze deze objecten verzameld in een zogenaamd ‘museum’?
Dit script is het uitgangspunt van de even speelse als serieuze presentatie ‘Objects of Change’ die tot 3 september te zien is in Depot Boijmans Van Beuningen. Het klinkt eerder als frivole sciencefiction dan een doorwrochte kunsthistorische be schouwing. ‘Met deze toegankelijke verhaallijn met een vleugje Black Mirror willen wij een breed publiek aanspreken’, zegt Annemartine van Kesteren, curator Design van het museum. Minstens zo belangrijk is de frisse blik die dit biedt op de eigen collectie. ‘Door met een blik vanuit de toekomst naar onze collectie te kijken, krijgen we nieuwe inzichten over wat we verzamelen – en waarom. Het museum is een tijdscapsule waarin we spullen uit het heden en vooral verleden bewaren voor de toekomst. Maar welke objecten zullen we in de toekomst nodig hebben?’
Melle Smets, De Menskrachtcentrale, 2020. Foto: Lotte Stekelenburg
Design van de toekomst
‘Objects of Change’ bestaat uit twaalf objecten die Van Kesteren selecteerde uit het Depot van Boijmans. Zij werkte daarbij samen met het Museum of 21st Century Design, een inter nationaal curatorenplatform dat zich buigt over de toekomst van design en het design van de toekomst. ‘Doel is niet conservatie maar conversatie.’ Opvallend is dat geen verhalend of kunstzinnig design is geselecteerd maar juist alledaagse objecten als een straatlantaarn van Friso Kramer, een stofzuiger uit de jaren 50, en een aluminium pikhouweel. Bij elk object staat het commentaar van een denkbeeldige curator uit het jaar 2108. Dat deze de utopische blik heeft van een samenleving waarin mens en natuur in harmonie leven, is een bewuste keuze. ‘Zo kunnen we de designobjecten een waardeoordeel meegeven.’ Bij de straatlantaarn van Friso Kramer staat bijvoorbeeld: ‘Het licht van dit object vervuilde het ecosysteem en leidde tot het uitsterven van vogels en insecten. Het verstoorde bovendien het levensritme van de mens en belemmerde zijn slaap.’
Onderscheid tussen collectie en gebruiksvoorwerpen uit het gebouw vindt de toekomstige mens maar lastig. ‘Het lijkt alsof onze voorouders de samenleving indeelden in twee groepen, uitsluitend gebaseerd op uiterlijke kenmerken’, staat bij de man-vrouw bordjes van de wc’s. Ook het museum zelf wordt niet gespaard. Bij het bolletjesplastic waarin kunstobjecten doorgaans worden getransporteerd staat: ‘Het is onduidelijk waarom in de vorige eeuw objecten die zo kostbaar waren, werden verpakt in materiaal dat zo giftig is.’
Deze analyse van de eigen collectie levert verrassende inzichten op. De iconische mobiele telefoon Nokia 1100 uit 2003 had een batterij van maar liefst 400 uur. De batterij en ook andere onderdelen konden bovendien eenvoudig worden gerepareerd of anders vervangen. ‘Het is verbazingwekkend dat vroeger toestellen werden ontworpen van steeds mindere kwaliteit.’ De samenvatting van de curator van de toekomst: ‘Deze vondsten laten zien hoe onverantwoord onze voorouders leefden.’ Deze kritische beschouwing van de collectie moet aanknopingspunten bieden voor toekomstige aankopen, zegt Van Kesteren.
Aan de oevers van de Delftse Schie houdt de Rotterdamse ondernemer Ali Keles (38) kantoor in Villa Lakeside, tevens thuisbasis van de Lakeside Collection. Een verzameling moderne en hedendaagse kunstwerken van zowel internationale als Nederlandse kunstenaars, die deels zijn ondergebracht in het Depot van Museum Boijmans Van Beuningen.
De collectie is opgericht in 2015 door Lakeside Capital Partners, en bestaat uit schilderijen, sculpturen, videokunst, fotografie, tekeningen en print. Humanisme en diversiteit fungeren als inspiratiebronnen voor Keles die met zijn vastomlijnde visie gestaag bouwt aan een bijzondere collectie die inmiddels ruim 120 kunstwerken telt.
Ali Keles, oprichter van de Lakeside Collection. Foto: Tomáš Libertiny
ANTENNE VOOR KUNST
Tijdens lessen kunstgeschiedenis op het Erasmiaans Gymnasium werd Keles al vroeg gegrepen door het kunstvirus, en even later tijdens bezoeken aan de PAN. Keles: ‘Mijn eerste kunstwerk kocht ik toen ik begin twintig was. Dan begin je het te leren. Zo ontstaat er iets wat op een gegeven moment op een verzameling gaat lijken. Zowel zakelijk als privé kocht ik kunst. Dat hang je dan op kantoor of thuis aan de muur of zet je in de tuin. Ik ben overigens geen curator, maar een liefhebber. De basis is de affectieve relatie die je opbouwt met de kunstwerken. Ik voelde echt een urgentie om kunst te verwerven. Je moet natuurlijk eerst wat verdienen voordat je daaraan toekomt. En je moet een stap maken naar de gedachte: waar geef je je geld aan uit? Wat is je budget? Als je die horde hebt genomen speelt die gedachte geen rol meer. Het begint dus met een persoonlijke behoefte en de relatie die je met kunst krijgt. Ik was nieuwsgierig en had vragen. Dan doet kunst wat met je.’ Inmiddels heeft Keles zich ontpopt als een succesvol ondernemer met een sensitieve antenne voor kunst. Duidelijk is dat het een het ander niet uitsluit.
Ik kijk naar kunst en probeer te begrijpen waarom het je raakt en wat het met je doet
Marcel Delmotte, Arcadië, 1946. Foto: Tomáš Libertiny
VERZAMELEN IN VRIJHEID
Gaandeweg begon Keles meer kunst te kopen waarop anderen hem het etiket opplakten van verzamelaar: ‘Ik kocht af en toe wat kunst, zonder enige belemmering. Zo ontwikkelde zich dat. Grenzeloos en in totale vrijheid. Op een bepaald moment nam het een vorm en volume aan met het bewustzijn dat het een verzameling werd. Vanaf dat moment werd het een bedrijfscollectie, nu ruim zes jaar geleden.
Dat stonden we overigens niet te etaleren. We deden het voor het bedrijf, de medewerkers en onze bezoekers, als inspiratie. Toen ik rond 2019 in Singer Laren de tentoonstelling ‘Out Of Office’ samen met o.a. Anne Clement van Vugt bezocht met werken van leden van de Vereniging Bedrijfscollecties Nederland (VBCN), raakte ik getriggerd. Dat bedrijven zulke mooie verzamelingen hebben aangelegd en dan samen zo’n expositie inrichten. Dat vond ik geweldig. Toen de vraag kwam of we lid wilden worden van de VBCN heb ik ja gezegd. Dat was het moment dat de publieke kant van Lakeside Collection tot leven kwam.’
De bedrijfscollectie was een feit. Onvermijdelijk rijst dan de vraag wat je eigenlijk aan het verzamelen bent. Keles: ‘We hebben lang geprobeerd ons niet in thema’s onder te dompelen. Want alles wat ik benoem zou iets anders uitsluiten. Lang heb ik gedacht: ik laat me niet beperken door tot uiting te brengen welke thema’s mij aanspreken. Ik kijk naar kunst en probeer te begrijpen waarom het je raakt en wat het met je doet. Kijk ik naar de werken en thema’s die wij nu hebben en je zou een verband zoeken, dan zie je wie ik ben en welke vragen mij bezighouden. Het humanisme, mens en natuur, vergankelijkheid en eeuwigheid, mythologie, diversiteit en inclusie. Ik haast me wel te stellen dat het niet louter om deze thema’s gaat. Bij het kiezen van kunst maken we gebruik van vaste adviseurs die niet alleen aan waardebepaling doen, maar meedenken in mijn uitdijende referentiekader en historische context bieden. Ik krijg nog wel eens wat pagina’s met prachtig proza waarom ik het niet moet doen… en dan doe ik het toch. En ach, dan zeggen ze weleens dat ik het toch goed gedaan heb, ha!’
Sebiha Demir, Trickster, 2018. Foto: Tomáš Libertiny
ONTMANTELEN EN ONTFRAMEN
Evident is dat Keles naar kunst kijkt vanuit een filosofisch perspectief: ‘Wat ik belangrijk vind is het bevragen van jezelf met existentiële vragen, het inzetten van de falsificatietheorie, het zoeken naar kennis en wetenschap om tot echte waarheid te komen. Dat laat mij als mens niet los. Als je ziet hoe kunstenaars bezig zijn dan roept dat kritisch denken bij je op. Kunst schudt mensen wakker en laat ze nadenken.
Er is altijd een grote verbondenheid geweest tussen mens, maatschappij en kunst. Als je begint met kunst kijken en verzamelen, zie je het misschien als esthetisch mooi en verantwoord en je voelt iets. Maar je hebt nog geen context. Gaandeweg evolueert zoiets in de tijd naar de periode waarin we leven. En dat is heel breed. Dikwijls vraagt men zich af: wat is die collectie eigenlijk? Dan hoor ik zeggen: het is dit, of het is dat. Dat vind ik mooi om te zien, als anderen er iets in zien. Kunst kent geen grenzen. In die zin werkt het bevrijdend. Ik probeer me juist te bevrijden van gedachtengoed dat zogenaamd leidend is. Ik ben graag bezig met ontmantelen, ontframen. In dat opzicht staan we nooit stil. Geestelijke bevrijding, dat is het.’
SPEELS MAAR SERIEUS
Die begeisterung typeert Keles ten voeten uit wanneer we door de 120 jaar oude villa lopen. Elk kunstwerk roept een verhaal op dat de kijker meesleurt in het aanstekelijke enthousiasme van deze bevlogen verzamelaar. Zo worden we in de ontvangsthal begroet door de koprollende aap van Sebiha Demir, gemaakt van kogelhulzen. Keles: ‘Het hergebruiken van materialen spreekt mij aan. Tegelijk maakt de kunstenaar hier een statement tegen geweld, oorlog en het gebruik van kogels. En tegen het afschieten van dieren. Ook doet het mij denken aan mensenrechten die worden geschonden en minderheden die worden onderdrukt. Voor mij heeft dit werk dus een heel brede context. Ondertussen is het beeld heel speels. Demir heeft meer gedaan met gorilla’s. Dit is echter het eerste beeld in beweging. Het doet me denken aan ons werk waarbij we jongleren, koprollen maken en weer overeind komen. Speels met een serieuze boodschap.’ Zo vertelt Keles vol vuur over werken van kunstenaars als Tomáš Libertíny, Hans Op de Beeck, Levi van Veluw, Marcos Chaves, Karel Goudsblom, Phil Bloom, Alexander Kaletski, Marcel Delmotte, Robin Speijer, Richard Meitner, Klaus Staudt, Richard Hutten en Troika.
Tomáš Libertiny, Vessel I, 2011 en Hans Op de Beeck, Tatiana (Butterfly), 2018. Foto: Tomáš Libertiny
PRIVÉCOMPARTIMENT IN HET DEPOT
Kunst moet voor iedereen in de samenleving toegankelijk zijn, vindt Keles: ‘Het versterken van de verbinding van kunst met de samenleving stimuleert het stellen van vragen, het kritisch denken en het leidt tot ontwikkeling. Kunst maakt ons bewust van onze omgeving. We erkennen dat kunst geen eigendom kan zijn, we kunnen het alleen conserveren voor toekomstige generaties. Hier in de villa zijn we daarom op afspraak open voor het publiek. Daarnaast hebben we een ruimte in het Depot Boijmans Van Beuningen, een privécompartiment waar we onze bedrijfscollectie veilig kunnen opslaan en tonen. Het Depot is echt een uitkomst. We hebben er een bescheiden art space met board room ingericht en tevens een werkplek als artist in residence, die nu gebruikt wordt door Marloes Roeper, de eerste winnaar van de Lakeside Collection Award. Zo beogen we een langdurige relatie aan te gaan met kunstenaars die we zichtbaar willen maken. We werken hierin samen met de Best of Graduates van de Ron Mandos Young Blood Foundation.’
‘In het publiek toegankelijke Depot zijn we terecht gekomen dankzij Sjarel Ex die mij enthousiast maakte voor dit unieke project. Onze kunstwerken zijn daar opgeslagen onder uitstekende omstandigheden: professioneel en veilig, midden in een stadskern, naast een museum van groot formaat. Volgens mij is de hele wereld geïnspireerd door dit project en is het al miljarden keren online bekeken. Sjarel Ex heeft vijftien jaar gestreden om het mogelijk te maken. Echt geweldig dat wij hier een ruimte huren en deel uitmaken van dit initiatief. Zo kunnen we het museum steunen en tegelijkertijd zijn we opgenomen in de Boijmans-familie. Het hele team heeft ons hartelijk verwelkomd en we voelen ons enorm thuis in deze museale ruimte. Een plek met ongelooflijk veel kennis bij alle medewerkers op wie wij een beroep kunnen doen voor onder andere restauratie en onderhoud. En het mooie is: die professionals zitten hier alleen maar voor de kunsten. Toch heel bijzonder dat wij als boutique collectie in deze museale omgeving mogen verkeren. Het is één grote inspiratieplek die heel veel voor mij betekent.’
Tip: Tot en met 15 september 2022 kun je in het Lakeside Collection compartiment in Depot Boijmans Van Beuningen de tentoonstelling ‘Harvest’ (‘de vruchten van’) bekijken, met tien werken van twee kunstenaars die binnen het programma van de Lakeside Collection een artist in residence hebben gevolgd: Tomáš Libertíny en Marloes Roeper. De tentoonstelling is dagelijks te bezoeken tijdens openingstijden van 11.00 tot 17.00.