Categorieën
2022 Columns

Column Romantiek: onbekende meesters

Onlangs kwam ik terug van een weekje Zwitserland. Omdat ik niet (meer) ski en wel kan genieten van de besneeuwde toppen van de Alpen tegen een staalblauwe lucht en graag de gezonde berggeuren inadem, wandel ik tegenwoordig flinke afstanden. In die hoge sferen reflecteert en contempleert het wat gemakkelijker. Je bent alleen in die overweldigende natuur, en krijgt bijna automatisch oog voor de onpersoonlijke en onbarmhartige elementen om je heen. En Picasso zei het ooit al: ‘Alles wat je je kunt voorstellen is echt’.

Het adagium ‘kunst is de weergave van de verbeelding’ komt je in de Alpen, tenminste bij mij, flink tegemoet. Een van mijn gedachten ging tijdens mijn dagelijkse ‘reislust’ uit naar de schitterende tentoonstelling ‘Im Herzen wild’ in het Kunsthaus te Zürich van een paar jaar geleden (november 2020-februari 2021). De ondertitel luidde ‘Die Romantik in der Schweiz’. Er bestaat niet alleen een zeer verzorgde en kunsthistorisch verantwoorde hardcover catalogus van, maar de daarin afgebeelde schilderijen van veelal mij onbekende meesters uit het einde van de 18e eeuw en de eerste helft van die meeslepende 19e eeuw zijn een ware lust voor het oog. Nog nooit had ik gehoord van Samuel Birmann of Mathias Gabriel Lory, ook niet van Johann Heinrich Wuest. Het zal wel een omissie van mijn kant zijn.

ONBEKENDE MEESTERS

Nooit te oud om te leren. En in de periode 1770-1840 worden nog steeds gepenseelde pareltjes van relatief onbekende meesters ontdekt. Deze verrassingen zijn, helaas, vaak weggestopt in de depots en laden van museumkelders en worden sporadisch geëxposeerd. Af en toe bedenkt een verlichte geest dat er wat meer aandacht mag worden geschonken aan een bepaald beeldmotief in de kunstgeschiedenis. Daarom ben ik zo blij met dit soort tentoonstellingen en de lijvige boekwerken die erbij worden uitgebracht. Ik verheug mij ook enorm op de door Jenny Reynaerts, conservator 18e en 19e-eeuwse schilderkunst van het Rijksmuseum, samengestelde expositie ‘Wanderlust’ over vaderlandse reizende schilders die binnenkort in het Dordrechts Museum plaats zal vinden. Dit zijn allemaal museale, kunsthistorische tentoonstellingen met begeleidende wetenschappelijke essays over nieuwe onderwerpen, stromingen en petits maîtres. Waar kleine meesters groot in zijn. En, opmerkelijk, liefde voor de wat bijzondere en intiemere tentoonstellingen, die is natuurlijk welkom als reactie op de vaak veel te dure en te behaagzieke blockbusters waarmee grotere musea, vanwege de vereiste bezoekersaantallen denken te moeten scoren. Guess what? Vaak worden deze innige en tedere uitstallingen in juist de perifere musea niet alleen door kenners gewaardeerd maar ook het grote publiek komt er vaak massaal op af. Ik juich het toe. Het is de derde wet van Newton: actie is reactie. En ze moeten ook naast elkaar kunnen en blijven bestaan: de kolossale kaskraker naast het succes van een kleinschalige thematentoonstelling of een diepgevoelde solo van een vergeten kunstenaar. In alle gevallen is het de schoonheid die overheerst.

VERBLUFFEND

Over esthetiek gesproken. Tijdens mijn ommetjes op het sublieme Zwitserse hemeldak, langs beekjes, gletsjers, over besneeuwde bospaden en luisterrijke weiden kruisend, overviel mij voortdurend het besef dat de kunst de natuur imiteert. Eenmaal thuisgekomen blader ik nog eens door de vuistdikke catalogus van de Zwitserse Romantiek. Ik zie dat ook de beroemde schrijver-tekenaar Johann Wolfgang von Goethe, op weg naar Italië, een tekening van de Sint Gotthard heeft vervaardigd. Maar wie is de kunstenaar Aberli nou weer en wie is Jean-Antoine Linck? Nog nooit had ik gehoord van Maximilien de Meuron. Het zijn verbluffende en wonderschone werken van onbekende meesters met een wild hart. Ik geniet alweer.

Misschien is het wel de natuur die de kunst imiteert?

Meer columns lezen? Bestel hier de losse editie!

Categorieën
2021 Columns

Column Romantiek: het kunstenaarsatelier

Onlangs ruimde ik mijn bibliotheek maar weer eens in. Een dankbaar klusje in deze barre tijden van intelligente isolatie. Vrij rap kwam ik het boek Ateliergeheimen (2006) tegen, begon wat te bladeren en kon het toen niet meer wegleggen. Tegelijkertijd schoten mijn gedachten naar de Noord-Italiaanse badplaats Bordighera (Imperia). Monet heeft daar en in de omgeving ooit een stuk of 35 landschappen geschilderd. Maar dat terzijde. In de zomer van 2008 bezocht ik in Bordighera een van de, naar men zegt, ongeveer 100 authentieke en intact gebleven kunstenaarsateliers uit de 19e eeuw. Het betrof het artistieke heiligdom van Pompeo Mariani (1857-1927), een Italiaanse schilder van oriëntalistische en (semi) mondaine genrestukken. Het kunstenaarsatelier lag erbij alsof de meester net gevlogen was: penselen en kwasten in potjes, ingedeukte verftubes, schildersezels, opgedroogde lappen vol verfresten, vazen met pauwenveren, zijn palet, en verschillende soorten stof lagen gedrapeerd over de doorgezakte fauteuils.

We kennen allemaal het kunstenaarsatelier van de Romantische schilder Eugène Delacroix. En het atelier van de symbolist Gustave Moreau, beide in Parijs. Wie heeft wel eens een voet over de drempel gezet van het Museum Paul Tetar van Elven in Delft ? Of heeft u ooit het domicilie annex kunstenaarsatelier van de welvarende en van oorsprong Dordtse kunstenaar Ary Scheffer in de Rue Chaptal bezocht? Ga erheen. Ik zelf ben dus gek op oude kunstenaarsateliers. Je kunt mij er ’s nachts voor wakker maken. En het liefst zou ik alleen maar schilderijen verzamelen die het kunstenaarsatelier tot beeldmotief nemen. Boek weer teruggezet.

De kunstenaar aan het werk

Een ander schilderkunstig thema dat mij evident na aan het hart ligt, is de kunstenaar aan het werk; in zijn atelier, en plein air of een collega afbeeldend. Meestal vervaardigd als olieverfschets op een klein plankje dat gemakkelijk mee te dragen is het veld in. Op een taxatiedag, jaren geleden, kwam er iemand binnenlopen met een werkje van de Haagse School schilder Jacob Maris die zijn kompaan Frederik Hendrik Kaemmerer achter zijn veldezel in de bossen bij Oosterbeek neerzet. Het schilderijtje is inmiddels toegevoegd aan de verzameling van het Dordrechts Museum. En onlangs kocht ik voor een verzamelaar een op een zeer fijn populierenhouten paneeltje geschilderde voorstelling van de Franse schilder Marie Joseph Ernest le Nail (1842-1927), die zijn kameraad de kunstenaar Ernest Simon weergeeft (zie afbeelding). Vaak spat het plezier en de spontane virtuositeit van deze werken af. Ik ben dan meestal meteen verkocht en merk bij mijzelf dat ik er altijd naar op zoek ben.

Marie Joseph Ernest Le Nail (1842-1927), Portrait of Ernest Simon (1848-1895) painting, 
olieverf op paneel, 23,5x14cm

In de catalogus (het volgende boek dat ik in de kast zette) van de tentoonstelling ‘Mythen van het atelier, werkplaats en schilderpraktijk van de 19e-eeuwse Nederlandse kunstenaar’ (Valkhof Nijmegen en Teylers Haarlem, 2010 ) staan een paar voor mij onbereikbare voorbeelden. Het atelier van de schilder door Petrus van Schendel (circa 1828) dat zich in een particuliere verzameling bevindt, Jan Toorop’s Zelfportret in het atelier (1883) uit het van Gogh Museum en een schilder in zijn atelier uit het Rijksmuseum, dit keer vervaardigd door de paardenschilder Anthony Oberman (De schilder in zijn atelier, 1820); het zijn allemaal ongenaakbare werken voor mij.

De schilder en zijn atelier, of de schilder aan het werk, dat spreekt altijd tot een voyeuristische verbeelding. Inmiddels ben ik in opdracht van een particuliere verzamelaar begonnen, op bescheiden wijze, een collectie op te bouwen van kleine, fijne werken waarin 19e-eeuwse kunstenaars in binnen- en buitenland elkaar schetsen of in ieder geval bezig zijn met het uitoefenen van hun vak. Voor henzelf vaak niet meer dan een studie, een artistieke proeve van bekwaamheid, voor de liefhebbers echter een kunsthistorisch document. In het atelierstuk gaat het om de ‘gewilde wanorde’: een plek waar de rekwisieten chaotisch door elkaar lijken te liggen maar waar alles zijn plaats heeft, exact georkestreerd door de kunstenaar. De kunstenaar voelt zich in de omgeving van zijn werkplaats, veelal in eenzame en zelfgekozen opsluiting, veilig en beschermd. Dat comfortabele zie je eraan af. En wij kijken op gepaste afstand met bewondering toe.

Wilt u meer columns lezen van Jop Ubbens? Abonneer u dan op Tableau Magazine of op onze nieuwsbrief!

Categorieën
2020 Columns

Column Romantiek: Wanderlust

Op het lege, brede en verlaten strand van Schiermonnikoog voel ik mij de monnik aan zee in het beroemde schilderij uit de Romantiek van Caspar David Friedrich uit 1808/9. Ik geef mij over, klein en nietig, aan de onstuimige wind die het beige gekleurd zand doet opwaaien en voel mij verlaten in deze oneindige weidsheid van de goddelijke en overweldigende natuur.

Een met jezelf of zo. Dichter bij het idee van de evocatie van een schilderij uit de Romantiek kom je, volgens mij, niet. Of je moet de twee zorgvuldig gerestaureerde kolossale schilderijen van Wust bekijken. Wie? Alexander Wust (1837-1876), een Nederlander die rond 1860 op woeste en meeslepende wijze de onherbergzame bossen en wilde bergstromen van Amerika en Noorwegen verbeeldde: Wanderlust en Waldschmerz. Waar kleine meesters groot in zijn.

In de huidige tijd van lockdown, quarantaine en terecht voorzichtig opererende massa’s is het heerlijk om met de tijd die je eigenlijk gewoon over hebt weg te dwalen in schilderijen van jouw voorkeur. In mijn geval dus schilderijen uit de Romantiek. De werken van Gericault, Delacroix of Turner, om een paar van mijn favorieten te noemen, geven mij houvast en laten me wegzinken in hun anekdotische intenties in combinatie met hun feilloos gevoel voor dramatische composities en op effectbejag gestoeld kleurgebruik. Grote formaten doen de rest. Of…
Om dichter bij huis te blijven: het monumentale doek van de slag bij Waterloo met de gewonde Prins van Oranje, de latere Koning Willem II, door historieschilder Jan Willem Pieneman uit 1824 (coll. Rijksmuseum, Amsterdam) maakt op mij nog steeds een onuitwisbare indruk.

Romantiek
Alexander Wüst, Bergachtiglandschap, 1871, olieverf op doek, 95 x 196 cm, coll. Dordrechts Museum foto Peter den Ouden

Wie het kleine niet eert
In de 19e eeuw zijn ook prachtige schilderijen vervaardigd die het niet van hun afmetingen moeten hebben. Neem nou eens de olieverf schets in het algemeen. Dichter bij een kunstenaar kom je bijna niet. De Fondation Custodia is van plan in het voorjaar 2021 de tentoonstelling ‘True to Nature’ vanuit Washington naar Parijs te halen. Het betreft hier kleinschalige, snel en fijn gepenseelde openlucht schetsen op papier of doek uit de periode 1780-1860, van veelal jonge kunstenaars als Jules Coignet, Corot en Constable. Zij schilderden onderweg naar Italië, de Baltische kust of de Zwitserse Alpen de mooiste studies. Je weet niet wat je ziet aan artisticiteit en kwaliteit. Het zijn vlugge schetsen van wolkpartijen, Romeinse ruïnes, horizonten en momenten van pure natuurbeleving. Pareltjes. Allemaal. Wie het kleine niet eert…

Rust, ruimte en Romantiek
Kortom de 19e-eeuwse schilderkunst heeft zeer veel te bieden. In deze tijd van relatieve rust en ruimte voor reflectie in het zogenaamde ‘nieuwe normaal’ is er tijd de Romantische Scholen te herontdekken. Ook op Instagram is de zucht naar het exotische verleden van bijvoorbeeld het oriëntalisme, de decadentie van het fin de siècle en zeker ook de vastigheid en het onwrikbare vertrouwen in werken van kunstenaars met een afgerond oeuvre en de zekerheid van een trackrecord een trend. Instellingen als Museum d’Orsay, verzamelaars en kunsthandelaars in binnen en buitenland posten met enige regelmaat hun nieuwe 19e-eeuwse trouvailles op dit platform.

Terug naar Schiermonnikoog. Het eiland brengt je allereerst in vervoering vanwege het schitterende gebied waar duin, bos, strand en zee subliem samenkomen. Daarnaast waai je er (letterlijk) door en kom je zo vanzelf tot contemplatie en verbeelding. Het wekt dweperige gedachten bij mij op en mijn fantasie, ingegeven door de sereniteit van het landschap, gaat met mij aan de haal. Een met de ontzaglijke natuur denk ik er heel even in een 19e -eeuws schilderij te leven.

Jop Ubbens 
www.ubbensart.com     

Wil je op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van kunst? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief of abonneer je op Tableau Magazine!