Categorieën
2023 Columns

Column Design: Toekomstmuziek

Met de tentoonstelling ‘RetroFuture’ opende het Evoluon in Eindhoven afgelopen najaar na 32 jaar weer haar deuren. Het markante gebouw werd in jaren zestig ontworpen door Louis Kalff en Leo de Bever in opdracht van Frits Philips, als boegbeeld van technologie en wetenschap. In haar hoogtijdagen trok het Evoluon 500.000 bezoekers per jaar met interactieve tentoonstellingen. Veel mensen hebben er nog levendige herinneringen aan.

In het huidige ruimteschip vormt nieuwe technologie nog steeds de rode draad maar nu nadrukkelijk gericht op het voortbestaan van onze planeet. Bezoekers van het Evoluon worden gestimuleerd na te denken over een duurzame samenleving door middel van tentoonstellingen, lezingen en workshops. De eerste expositie ‘RetroFuture’ combineert het verleden en de toekomst met een tentoonstelling die laat zien hoe wij vroeger naar de toekomst keken, maar die ook nieuwe visies een podium geeft. Een flink aantal designers en kunstenaars, waaronder Driessens&Verstappen, Studio Drift en Floris Kaayk, toont er speelse installaties die tot denken aanzetten.

WAT WE NIET WETEN

Een meer mystieke invalshoek bood de tentoonstelling Unknown Unknowns’ in de imposante Triënnale in Milaan, gericht op alles wat we nog niet weten over de aarde. Met deze groots opgezette presentatie bevraagden de curatoren een flink aantal onderwerpen die op de internationale agenda staan, van de oorsprong en toekomst van steden en oceanen tot genetica en zwaartekracht. Creatieven blikten terug op nooit opgeloste mysteries maar er werden ook nieuwe visies voor de toekomst aangedragen. Een van de ontwerpers die speciaal voor ‘Unknown Unknowns’ een nieuw werk maakte is de in Amsterdam werkzame Irene Stracuzzi, als docent ook verbonden aan de Design Academy. Met enorme precisie en cartografie en data visualisatie als uitgangspunt onderzoekt ze eigentijdse fenomenen, zoals de legale status van de poolgebieden. De tentoonstelling was er niet op gericht om antwoorden te geven, maar had een onderzoekend en daardoor ook poëtisch karakter. Maar liefst 400 designers, architecten en kunstenaars uit meer dan 40 landen leverden een bijdrage. Met een opvallend aantal deelnemers uit het Afrikaanse continent bood de presentatie de bezoeker een divers perspectief.

Anne van der Zwaag Toekomst Design Tableau Magazine
Andrea Galvani, Unknown – V1 Study on Leptoquark, 2021

HELLO ROBOT

Heel concreet wordt het toekomstdenken in het Vitra Museum. Onder het mom van ‘Science fiction becomes reality’ is hier tot en met 5 maart ook een interessante presentatie te zien. Met ‘Hello, Robot’ onderzoekt het museum de relatie tussen mens en machine. Een dankbaar onderwerp want dit is inmiddels al versie 2.0 van de tentoonstelling die in 2017 aan een succesvolle wereldtournee begon. Het museum presenteert een even intrigerend als intimiderend beeld van de sturende rol die robotica in ons dagelijks leven speelt en de grote vlucht die de technologie op dit gebied heeft genomen. Een enorme variatie aan robots passeert de revue, waarbij de toepassing in ons huis en interieur uitgebreid aan bod komt. Maar ook de gezondheidszorg, nieuwe media, en natuurlijk de gaming industrie krijgen veel aandacht. Bijzonder om te zien hoe bepalend daarbij altijd het design is geweest, van auto’s en mobiele telefonie tot modeontwerpen, waaronder die van onze Nederlandse hightech fashion designer Anouk Wipprecht maar ook de 3D geprinte brug die Joris Laarman in 2015 creëerde.

DE ZON ALS KRACHT

Dat niet alleen nieuwsgierigheid en inventiviteit ten grondslag ligt aan vernieuwing werd duidelijk op ‘The Solar Biennale’, een initiatief van duurzame designers Marjan van Aubel en Pauline van Dongen. Met de energiecrisis ‘top of mind’ gingen zij vorig jaar op zoek naar allerlei vormen en gebruik van zonne-energie, nu en in de toekomst.

Anne van der Zwaag Toekomst Design Tableau Magazine
Marjan van Aubel, Sunne, 2021

Het perspectief is hierbij niet alleen gericht op vooruitgang en dat is een verademing. Ze toonden ook de keerzijde van de mogelijkheden en de menselijke kant van een post fossiele toekomst. Gedurende een periode van zes weken vonden afgelopen herfst allerlei presentaties, lezingen en discussies over de energietransitie plaats. Samen met Het Nieuwe Instituut maakte de organisatie over dit onderwerp een tentoonstelling die nog tot het voorjaar te bezoeken is. Hoeveel energie hebben we en hoeveel hebben we werkelijk nodig? Hoe zou de wereld eruitzien als we allemaal gebruik maakten van zonne-energie? ‘The Energy Show’ toont tot en met 5 maart inspirerende projecten waarin de wisselwerking tussen de zon, energie, mens en ontwerp centraal staat. Blikvanger vormt Van Aubel’s eigen project Sunne, een immersieve installatie die de stand van de zon verbeeldt en – hoe kan het ook anders – werkt op zonne-energie.

Anne van der Zwaag is curator, publicist en eigenaar/directeur van designbeurs OBJECT en kunstplatform BIG ART. Ze maakt tentoonstellingen, schrijft boeken en columns, adviseert bedrijven en zit in allerlei besturen en adviescommissies. Daarnaast verzamelt ze kunst en design.

Categorieën
2022 Beurzen

PAN Design

Heldere lijnen, mooie verbindingen, bijzondere ontwerpen. Vier PAN deelnemers vertellen over een stuk dat ze op de komende beurs tonen. Met veel aandacht voor details en ambacht. En Piet Hein Eek gunt de ruimte van zijn stand aan andere kunstenaars.

Ambachtelijk zilver

Galerie Passì is gespecialiseerd in hedendaagse internationale zilversmeedkunst. Tot de verhuizing in 2019 naar de huidige locatie in de Jan Kortlandstraat te Schoonhoven heette de galerie Galerie de Watertoren. Passì wil een podium zijn voor internationale zilversmeden, zowel de gevestigde namen als jonge talenten. Sinds 1997 zijn ze present op PAN Amsterdam. ‘We kiezen zilversmeden/kunstenaars die met een eigen stijl, uitmuntend vakmanschap en innovatieve technieken de zilverkunst naar een ‘next level’ brengen.’ Zilver is het sieraad voor in huis. De glans, kleur en reflectie hebben een bijzondere kwaliteit. Het ambachtelijke zilversmeden waarin Nederland een rijke historie heeft en een reeks grote kunstenaars heeft voortgebracht is uiterst zeldzaam aan het worden. Dat is overigens een ontwikkeling die wereldwijd gaande is. Steeds minder mensen kiezen voor een carrière in dit ambacht, terwijl de belangstelling toeneemt.’

Dit jaar is op de PAN werk te zien van onder andere Carsten From Andersen, Yuki Ferdinandsen, Eelco Veenman, Simone ten Hompel, Mark Alexander, Paul Derrez, Jan Matthesius, Pauline Barendse, Gabri Schuhmacher en Paul de Vries. Van Paul de Vries zijn de kandelaars Podiceps Cristatus te zien, die hij maakte in de corona periode. De Vries: ‘Een ruwe modelschets in koper die al jaren in mijn atelier stond, kreeg in die tijd een onverwachte impuls. Het Futen-paar in de vijver in Schoonhoven ben ik toen dagelijks gaan volgen. Op een dag zaten ze baltsend tegenover elkaar. Een prachtig gezicht wat me direct inspireerde tot dit nieuwe ontwerp. Mijn inspi- ratie komt bijna altijd uit de natuur. Van macrokosmos tot micro-organismen, tot de plaatselijke stadsvijver. Overal in de natuur is schoonheid.’ Het resultaat is een handgedreven set zilveren kandelaars.

Pan Amsterdam Design Tableau Magazine
Paul de Vries, Podiceps Cristatus, 2021. Foto: Hans Hogervorst.

Knipoog naar Rietveld

‘We besloten dat volumes, toepassingen, kleur, beleving en vrijheid van composities voortaan aan de gebruiker waren. We noemden dat ‘ruimte voor verbeelding’.’
Dat waren de woorden waarmee de architecten Pierre Mazairac en Karel Boonzaaijer hun manier van werken voor het merk Pastoe definieerden. Hun minimale ontwerpen moesten naast gebruiksgemak de eigenaar en gebruiker ook het gevoel geven dat je er zelf iets aan toe kon voegen. Deze vier zeldzame Pastoe SE15 stoelen, ontworpen door Mazairac en Boonzaaijer in 1976, onderstrepen deze filosofie. Ze zijn te zien bij Lennart Booij Fine Art en Rare Items, die handelt in kunstwerken van vooraanstaande kunstenaars uit de eerste helft van de 20e eeuw.

De Amsterdamse galerie toont op de PAN een selectie van items en kunstwerken uit eigen voorraad, waaronder deze vier stoelen. Een ontwerp waar Lennart Booij in lyrische woorden over schrijft. ‘Het is eenvoudig ogend minimalistisch design met een zeer goed zitcomfort, dat zowel aan tafel als vrij in de ruimte gebruikt kan worden. De stoelen zijn gemaakt van origineel bruin gelakt essenhout en hebben hele mooie houtverbindingen. De zithoogte is 45 centimeter. Als je goed kijkt zie je een knipoog, of een citaat zoals dat in designgeschiedenis heet, naar Gerrit Rietveld en zijn beroemde Zigzag stoel uit 1932. De houtverbindingen zijn net als die bij Rietveld in verstek gezaagd en de zwaluwstaartverbindingen zijn bewust zichtbaar gelaten. De stoel SE15 is daarmee een ode aan de grootmeester, maar inmiddels zelf ook een gezochte designklassieker.’

Filmster

Galerie Zitzo neemt een bijzonder en zeldzaam bureau mee naar de PAN, dat een mooi tijdsbeeld geeft tussen design, vormgeving en architectuur. Een beroemd bureau zelfs dat te zien was in enkele van de eerste James Bond-films: From Russia with love en You only live twice. En het verscheen ook prominent in BBC-verkiezingsuitzendingen.

Verder lezen? Bestel de speciale PAN editie of haal hem in de winkel.

PAN Amsterdam
RAI Amsterdam
20-27 november 2022

Categorieën
2022 Highlights

Girl Power: Here We Are! Women in Design 1900 – Today – Kunsthal

De Kunsthal zet ruim honderd vrouwelijke ontwerpers in de schijnwerpers met de tentoonstelling ‘Here We Are!’. De collectie van het Vitra Design Museum in Zwitserland, met 120 jaar designhistorie, vormt daarbij het uitgangspunt. Van vrouwelijke Bauhauspioniers en het design van het interieur van ruimtecapsules tot legendarische designklassiekers en vrouwen die op dit moment met duurzame innovaties hun vak herdefiniëren. De tentoonstelling is een groots en veelomvattend overzicht met een selectie aan meubels, keramiek, glaswerk, juwelen, mode en textiel. Ook zijn er grafische ontwerpen en publicaties te zien die het verhaal vertellen van vrouwelijke pioniers die hun weg vinden in een door mannen gedomineerde maatschappij.

De tentoonstelling begint met het uitlichten van vrouwelijke designers van begin 20e eeuw. In 1909 verscheen Louise Brighams doe-het-zelf ‘Box Furniture’-handleiding, met instructies hoe van oude materialen nieuwe meubels te maken. Ter referentie: Gerrit Rietveld publiceerde hier pas in de jaren 30 over. Binnen deze periode licht het museum ook Gunta Stölzl uit, het eerste vrouwelijke afdelingshoofd van het Bauhaus tussen 1927-1931. Naast leidinggevende was Stölzl maker van innovatieve textielwerken, die in de tentoonstelling te zien zijn. Andere pioniers in deze periode zijn Charlotte Perriand, die samen met Le Corbusier de LC4 chaise longue ontwierp. En Jeanne Toussiant, als artistiek directeur verantwoordelijk voor Cartiers juwelencollectie.

Christien Meindertsma en haar Flax Chair, 2015, Studio Aandacht

In de tweede helft van de 20e eeuw vinden vrouwen hun weg in de designwereld, ondanks de dan nog heersende rolpatronen. Iconische ontwerpen zijn bijvoorbeeld Greta Magnussons Grasshopper lamp, Liisi Beckmanns fauteuil en Cini Boeri’s Ghost chair. Ook architect, ingenieur en kunstenaar Galina Balashova komt aan bod met haar ontwerpen van ruimtecapsules voor de Russische ruimtevaart tussen 1963 en 1986.

Vervolgens schenkt de tentoonstelling aandacht aan hedendaagse vrouwelijke designers. Met werk van Julia Lohmann bijvoorbeeld, die sinds 2013 onderzoek verricht naar zeewier als ontwerpmateriaal. Of Gunjan Gupta die, geïnspireerd door de verschillende fietsculturen in Nederland en India, een van restmateriaal gemaakt kunstobject ontwierp. Dit zijn twee voorbeelden van vrouwelijke pioniers die hedendaagse vraagstukken over klimaat, gender en identiteit in hun ontwerpen aankaarten. Op die manier krijgt de bezoeker een voorproefje van het design van de komende 120 jaar. De tentoonstelling biedt een ode aan het design door vrouwelijke kunstenaars. Van toen, nu en de toekomst.

Kunsthal
Here We Are! Women in Design 1900 – Today 
t/m 30 oktober 2022

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2022 Columns

Column Design: spot on

Geen betere periode om een nieuw lampenlabel te lanceren dan in de winter. De dagen zijn kort en de avonden lang en donker. Atelier Artiforte, opgericht in Rotterdam in 1930, wordt nu na ruim negentig jaar nieuw leven ingeblazen, met nieuwe ontwerpen en heruitgaven van bekende designs. Het ontwerpen van lampen is in de vorige eeuw een populaire designdiscipline en bloeiende business geworden. Sinds de uitvinding van de gloeilamp is verlichting in tal van materialen en stijlen vormgegeven.

Met de intrede van de gloeilamp brak een nieuw tijdperk aan, al is het nog steeds omstreden wie nu voor deze revolutie in verlichting verantwoordelijk was. Zo’n twintig anderen waren de uitvinding al op het spoor toen in 1879 in Engeland Joseph Swan demonstreerde dat een gloeidraad van koolstof licht kon geven. Maar de uitvinding van de gloeilamp wordt veelal toegeschreven aan de Amerikaan Thomas Edison die een half jaar later met een commerciële variant van hetzelfde principe naar buiten trad. Philips was het eerste bedrijf dat in Nederland gloeilampen ging produceren en is lange tijd nationaal en internationaal toonaangevend op het gebied van verlichting geweest. Aan deze vroege lampen kwam overigens nog weinig vormgeving te pas, lampen werden industrieel vervaardigd en waren in de eerste plaats functioneel.

Hier kwam verandering in met de opkomst van de arts-and-crafts beweging en de art nouveau oftewel jugendstil, waarbij architecten en kunstenaars zich juist toelegden op handmatige productie en vakmanschap. De inmiddels wereldberoemde Tiffany lamp die eind 19e eeuw werd gemaakt is een schoolvoorbeeld van deze decoratieve stijl. Nog steeds worden er talloze varianten van deze bestseller op de markt gebracht en is de lamp allang niet meer het unieke object dat het bedrijf ooit voor ogen stond. De industriële revolutie had de honger naar vernieuwing flink aangewakkerd en dat vertaalde zich in de 20e eeuw in de art deco beweging, een eclectische stijl met veel oog voor techniek. De glasontwerpen van René Lalique zijn een schoolvoorbeeld van de art deco stijl die tot de Tweede Wereldoorlog zijn stempel drukte op architectuur, interieur, en op verlichtingskunst. De hedendaagse lichtontwerpen van Brand van Egmond grijpen misschien nog wel het meest op deze stijlen terug.

David Derksen, Lucid Light, 2019

GLASHELDERE VORMGEVING
Na de oorlog zag het wereldbeeld er totaal anders uit, ook op het vlak van kunst en design. De wederopbouw vroeg om sobere en functionele oplossingen. Dat was niet volkomen nieuw, tijdens het interbellum volgden het Bauhaus en De Stijl beweging ook dit adagium. Het modernisme van de jaren 50 en 60 greep hier in zekere zin op terug, alleen was nu Europa niet leidend maar Amerika, waar de economie opbloeide en daarmee ook de interesse in het interieur. De toonaangevende figuren waren Charles & Ray Eames die meerdere meubelklassiekers op hun naam schreven. In Denemarken was in de jaren die volgden Poul Henningsen van grote betekenis, hij ontwierp tientallen iconische designlampen die tot op de dag van van-daag worden uitgegeven door het bekende designmerk Louis Poulsen. Markante designers in Italië waren Achille & Pier Giacomo Castiglioni die in 1962 voor de Arco lamp tekenden, nu nog onderdeel van de collectie van Flos. Ontwerpen van deze makers zijn vandaag de dag zeer geliefd op veilingsite Catawiki. In Nederland werden Raak, Hala en Anvia grote namen in de verlichtingsindustrie. Uit de catalogus van Atelier Artiforte van 1961 valt dezelfde voorliefde voor het functionalisme te lezen: ‘Alle lampen werden ontworpen en vervaardigd in eigen bedrijf met het oogmerk de meest doeltreffende en ongekunstelde verlichting in het hedendaagse interieur te kunnen scheppen. Logische materiaalkeuze en glasheldere vormgeving zijn hiervan het gevolg.De technische ontwikkelingen stonden intussen niet stil, in de jaren 70 kwam de spaarlamp op de markt, al snel gevolgd door de meer energiezuinige ledverlichting. Innovaties zorgden ervoor dat het in eerste instantie witte, kille led licht ook kon wo-den toegepast in warme en gekleurde varianten. Ook designs van postmodernistische ontwerpers als Ettore Sottsass werden van led voorzien.

Tegenwoordig is er een heuse run op vintage klassiekers uit de jaren 50 tot en met 80 van de vorige eeuw. Veel oude favorieten worden opnieuw geproduceerd, met de look van toen maar de techniek en functionaliteit van nu. Atelier Artiforte brengt dit voorjaar een aantal heruitgaven op de markt. Tijdens designbeurs OBJECT in Rotterdam worden de cirkellamp van Aldo van den Nieuwelaar, de K46 van Kho Liang le en de Magnetovan Henk Fillekes gelanceerd. In de loop van het jaar komen daar nog nieuwe ontwerpen bij van rijzende sterren als David Derksen, Rick Tegelaar, VANTOT en Rachel Griffin.

Wil je op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van kunst en design? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief.

Categorieën
2021 Columns

Het sieraad als design

Over het sieraad is vanuit historisch en cultureel oogpunt lange tijd opvallend weinig geschreven, was de conclusie van Marjan Unger, die een groot deel van haar leven wijdde aan het onderzoeken en verzamelen van draagbaar design. In 2010 schonk ze 500 stukken uit haar omvangrijke sieradencollectie aan het Rijksmuseum en vlak voor haar overlijden kwamen hier nog eens 200 ontwerpen bij. Haar collectie was breed en gevarieerd, net als het genre, en omvatte sieraden van brons, zilver en goud maar ook van hout, glas, plastic, in alle mogelijke verschijningsvormen. De meeste objecten heeft ze tijdens haar leven zelf gedragen.

Het ontstaan van juwelen en sieraden gaat al eeuwen terug, de oudste vondsten zijn in Afrika gedaan maar ook Egypte en China kennen een lange en rijke sieradentraditie. Objecten die het lichaam verfraaien vertellen ons veel over het tijdperk, de cultuur en de dragers van juwelen. Sieraden zijn er in alle soorten en maten maar waarin verschilt een edelsmid van een kunstenaar of ontwerper en wanneer is dat onderscheid ontstaan?

HET MODERNE SIERAAD

Het ‘moderne sieraad’ zoals Marjan Unger dit noemde ontstond volgens haar in de jaren 70 van de vorige eeuw, toen zelfstandige sieradenontwerpers met een heel eigen signatuur zich los van de gangbare juwelen en juweliers positioneerden. Zij ontwierpen veelal unica waarbij persoonlijke expressie, bijzondere vormgeving en opvallend materiaalgebruik centraal stonden. Nadrukkelijk werd de relatie met kunst gelegd en de maker was verantwoordelijk voor het concept alsook de verschijningsvorm. Vervolgens kwamen ook galeries voor sieraden op en ontstond een klantenkring van liefhebbers en verzamelaars. In Nijmegen werd in 1979 Galerie Marzee opgericht, nog steeds een bekend platform voor gevestigd en jong talent uit binnen- en buitenland.

Ontwerper Gijs Bakker was in de jaren 60 en 70 een belangrijke wegbereider voor een nieuwe generatie vrije vormgevers die zich op het sieraad toelegden. Hij ontwierp de avant-gardistische Stovepipe Collar uit 1967, nu in de collectie van het Centraal Museum Utrecht. Het Stedelijk Museum in Amsterdam en Design Museum Den Bosch kochten eveneens stukken aan van Gijs Bakker. In de jaren 80 en 90 ging ook het provocerende werk van Ted Noten de wereld over, sieraden waarbij vervreemdende objecten zoals een dode muis werden ingegoten in blokken acrylaat. Met humor en een knipoog leverde hij kritiek op zowel de kunst als het alledaagse leven. Ook andere voorwerpen zoals een schaakstuk, stokpaardje of pistool werden in opvallende ringen en kettingen omgetoverd. Zijn werk is onder musea en verzamelaars nog steeds zeer geliefd en wordt onder andere bij Rademakers Gallery en MPV Gallery verkocht.

Tweek-eek, Olong collection, 2019-heden, door tweelingzussen Roos en Geertje Eek
(foto @editorialsby- shanna)

TOEGEPAST OF AUTONOOM

In het verlengde hiervan nam binnen de design- en kunstopleidingen ook de interesse voor het sieraad toe. Vandaag de dag zijn er wereldwijd verschillende kwalitatief hoogwaardige opleidingen te vinden waarbij vernieuwing en vakmanschap hand in hand gaan. De afdeling Linking Bodies van de Gerrit Rietveld Academie is een van de bekendste. Hier wordt het sieraad niet zozeer onderzocht als een discipline, maar als een mentaliteit. Studenten worden nadrukkelijk uitgedaagd het begrip op te rekken en niet binnen de grenzen van het draagbare design te blijven. Het lichaam in de brede zin staat centraal, waarbij bijvoorbeeld ook zintuigelijke ervaringen zoals voelen en ruiken aan bod komen. Veel van de afstudeerpresentaties zijn persoonlijk en verhalend zoals ook de intrigerende ontwerpen van Koen Jacobs die in 2017 een collectie lanceerde geïnspireerd op herinneringen uit zijn jeugd. Skeletten van dieren transformeerde hij tot ware kunstwerkjes in de vorm van grote hangers.

Of je van toegepaste of autonome kunst spreekt lijkt voor deze nieuwe generatie makers steeds minder relevant. De artistieke praktijk van zowel jonge kunstenaars als ontwerpers is mede door de toenemende medialisering nauwelijks meer in een hokje te plaatsen. Het jonge ontwerpduo Tweek benadrukt zowel het ambachtelijke maakproces als het duurzame concept van hun sieradencollecties, ze schurken bewust tegen kunst, design én mode en schuwen daarbij ook de commercie niet. Die interdisciplinaire benadering is tekenend voor de hedendaagse praktijk stelt Current Obsession, een onafhankelijk magazine en platform gericht op het hedendaagse sieraad: ‘Onafhankelijk van prijs, exclusiviteit, of artistieke waarde; een sieraad is bijzonder voor degene die het draagt en dat is waar het om draait’. Door verbindingen te leggen met aanverwante disciplines, zoals mode, kunst, design, fotografie en de letteren onderzoekt en verstevigt zij de positie van het sieraad voor de toekomst.

Wil je op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van kunst en design? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief of abonneer je op Tableau Magazine. Meer artikelen lezen over design, bestel dan hier de losse editie!

Categorieën
2021 Columns

Buitenhuisje en designhotel

column Design

Steeds meer mensen zoeken de natuur op als plek om te ontspannen en ontmoeten. Maar wat als je vooral houdt van cultuur snuiven, kunst kijken en architectuur beleven? Hoe vier je dan je vakantie deze zomer? Het kan ook allebei. In het hart van Rotterdam vind je de Culture Campsite, een groene oase, opgericht door kunstenaars. Gelegen in een industrieel stukje stad, vlakbij het bruisende Vierhavensgebied waar onder andere Richard Hutten, Sabine Marcelis en Studio Makkink&Bey gevestigd zijn. Hier slaap je in architectonische objecten gemaakt van hergebruikte materialen. In de weelderige tuin lijkt de drukke stad even ver weg. Er zijn verschillende zitjes en eten en drinken bestel je bij Rotterdamse makers, zoals het lokale biertje van Kaapse Brouwers; maar er is ook een common kitchen. De kunstenaars hebben de units zelf vormgegeven en dat zie je. De slaapobjecten zijn gemaakt van een voormalige voedersilo, een originele stalen Spijkstaal wagen en een polyester hok voor kalveren, zolang de ‘footprint’ maar minimaal is. Ook andere creatieven worden uitgenodigd om met ideeën te komen. Op die manier is de Culture Campsite niet alleen een stadscamping maar ook een alternatieve tentoonstelling. En in tien minuten ben je bij De Kunsthal, het Nederlands Fotomuseum en het Depot van Museum Boijmans Van Beuningen.Wie juist rust zoekt kan zijn hart ophalen in Drenthe. Architect, designer en kunstenaar Rolf Bruggink ontwierp in het schilderachtige Mantinge de Goudvink, een vierkant tiny house met een verpletterend uitzicht over de heide. Niet alleen de vorm, maar ook het interieur van het vakantiehuis is minimalistisch. De vloer is van natuursteen en voor het plafond gebruikte hij onderdelen van een oude varkensstal. Bruggink staat bekend om zijn ingenieuze omgang met gerecyclede materialen, in Utrecht transformeerde hij een oud koetshuis met sloopmaterialen van een naastgelegen barak tot eigentijds woonhuis. Hier in Drenthe bouwde hij de Goudvink zo dat de woonkamer zich op de bovenste verdieping bevindt en je door het grote raam ’s avonds de zon onder ziet gaan. Het huis is ingericht met onder andere designstoelen van het Nederlandse meubelmerk Pastoe. Standplaats is natuurcamping De Vosscheheugte van Gervaise Coebergh, bescheiden kunstverzamelaar en groot natuurliefhebber uit Amsterdam. Zij kocht dit voorjaar ook het nabijgelegen ‘sprookjesbos’ de Mariahoeve en droomt al over het realiseren van een kunstroute met beeldentuin.

Bjarne Mastenbroek, Villa Vals, 2009 Zwitserland

Naar de Alpen
Toch naar het buitenland? Dan staat het door de Nederlandse architect Bjarne Mastenbroek ontworpen berghuis garant voor een unieke ervaring. Genesteld in de Zwitserse Alpen is het letterlijk een sterk staaltje architectuur. De entree wordt gevormd door een historische houten schuur die je via verborgen gangen in de berghelling leidt. Vervolgens openbaren zich verschillende ruimtes achter een grote glazen gevel met uitzicht op de vallei. Niet alleen het uitzicht trekt de aandacht, de ruimtes staan vol Dutch Design van bekende ontwerpers als Scholten & Baijings en Claudy Jongstra. Op het grote terras stook je je eigen bad warm in de Dutchtub van ontwerper Floris Schoonderbeek. Eenmaal buiten wandel je naar de beroemde thermen van Vals, ontworpen door Peter Zumthor en meer dan een bezoek waard. Dichterbij huis, in Amsterdam, ontwierp Mastenbroek het prijswinnende Hotel Jakarta. Op de punt van het Java-eiland, waar reizigers vroeger afscheid namen en weer in elkaars armen vielen, creëerde hij een duurzaam hotel, helemaal opgetrokken uit hout. Het hotel kenmerkt zich door imposante, transparante glazen gevels en een enorme houten hoofddraagstructuur. Alle kolommen, binten, raamkozijnen en plafonds zijn met FSC of PEFC keurmerk uitgevoerd. De binnentuin is ingericht in overleg met de Hortus Botanicus Amsterdam en gevuld met metershoge planten en bomen. Een tropische oase. Hier waan je je even in het Verre Oosten.

Geen liefhebber van eigentijds design maar wel van bijzondere overnachtingen? Vereniging Hendrick de Keyser beheert al tientallen jaren historische huizen in Nederland. De locaties van Monument en Bed zijn soms eeuwenoud, maar de facili-teiten zijn modieus en luxe, van romantisch tot modern. Huis Dijkstra uit 1933 bijvoorbeeld, vlakbij het kunstenaarsdorp Bergen en Museum Kranenburgh. Hier staat volgens de principes van het Nieuwe Bouwen de beleving van lucht, ruimte en licht centraal. Een persoonlijke favoriet staat in Friesland, het 17e-eeuwse Huis Tichelaar in Makkum, met prachtige originele tegelplateaus. Makkum ontwikkelde zich in de Gouden Eeuw tot welvarend dorp waar de steenbakkerijen, pelmolen en schelp-kalkovens op volle toeren draaiden. Toen in de 20e eeuw de belangstelling voor aardewerk en tegels daalde, richtte het bedrijf zich op eigentijds design door samenwerkingen met Hella Jongerius, Studio Job en Marcel Wanders. Meer dan drie eeuwen lang woonde de familie Tichelaar in dit huis. Nu kunnen liefhebbers van cultuur er de nacht doorbrengen.

Meer columns lezen? Kijk hier.

Categorieën
2021 Columns

Column design: Reislustig

Na een jaar van thuiswerken en vakantie in eigen land verlangen we allemaal in meer of mindere mate naar nieuwe avonturen en verre bestemmingen. Met de zomer voor de boeg beginnen we voorzichtig weer te dromen van toekomstige reizen. 
Deze ontwerpers dromen graag met je mee.  

Onderweg 

Tot ver in de negentiende eeuw reisde je per paard, koets, trekschuit of te voet. Koffers moesten daarom in de eerste plaats tegen een stootje kunnen. Met de industrialisatie kwam het luxe reizen met stoomtrein en stoomboot op en konden langere afstanden worden overbrugd. Voor de welgestelde klasse werden grote en vaak rijk uitgevoerde hutkoffers gemaakt die een volledige garderobe konden herbergen. En in sommige gevallen zelfs een complete schrijftafel. De koffers werden uitgevoerd in stevig hout, met een metalen raamwerk en vaak een gestoffeerd interieur. Hoe extravaganter de uitvoering hoe rijker de eigenaar. Vandaag de dag worden er nog steeds eigentijdse varianten op de vroegere hutkoffer bedacht. Jong talent Hosun Ching studeerde in 2012 in Eindhoven af met zo’n bijzonder exemplaar. Een groot en prachtig uitgevoerd kabinet met aan de onderzijde onopvallende houten wielen waarmee de kastdeuren openen en sluiten en die subtiel naar de hutkoffer verwijzen. Niet bedoeld om mee te reizen maar wel om het reisgevoel in huis te halen. 

Marcel Wanders voor Louis Vuitton, Object Nomades, 2017

Thuis 

In 1914 opent kofferfabrikant Louis Vuitton een winkel aan de Champs-Elysees ’s werelds grootste zaak voor reiskoffers en reisartikelen. Het imperium breidt zich in snel tempo uit en de koffers met LV monogram worden wereldberoemd. Het luxelabel weet verschillende topontwerpers aan zich te verbinden en de ene collectie is nog exclusiever dan de ander. Binnen het aanbod valt het relatief sobere maar ingenieuze design van topontwerper Marcel Wanders misschien wel het meest op. Hij staat bekend om zijn extravagante designs maar hield het deze keer juist simpel. Objets Nomades, zo heet de collectie Louis Vuitton meubels, die bestaat uit een serie gevouwen meubilair en accessoires. Om deze bestaande serie uit te breiden schakelde het designhuis Wanders in, die een lounge chair in drie onderdelen ontwierp. Geïnspireerd op de authentieke reiskoffers en gemaakt van kwalitatief hoogwaardig leer. De stoel kan drie verschillende vormen aannemen: van armstoel tot chaise longue en poef. Geen ontwerpen waarmee je zomaar op de trein stapt maar zeker goed voor een flinke dosis reis- en interieurinspiratie.   

Minder prijzig en heel erg praktisch zijn de 46 bagagestickers die de wereldberoemde kunstenaar Olafur Eliasson voor het merk RIMOWA ontwierp. Een speciale collectie die op de natuur geïnspireerd is, verkrijgbaar als limited edition en te koop in een milieuvriendelijke verpakking. De stickers zijn bedrukt met afbeeldingen van stenen en meteorieten tot foto’s van ijs en koralen, materialen die we ook in het oeuvre van Eliasson soms terugzien. De opbrengst gaat volledig naar de goede doelen stichting van de kunstenaar. Dus ook zonder reisplannen en RIMOWA koffer is de aanschaf de moeite waard. 

Voor de ‘thuiszitters’ bedacht de Belgische ontwerper Maarten de Ceulaar een aantal jaren terug een bijzondere collectie. Zijn passie voor reizen en avonturieren bracht hem tot een samenwerking met een van de belangrijkste leerbewerkers van België, Ralph Baggaley. Dit resulteerde in een serie lederen koffers die op verschillende manieren kunnen worden samengesteld en zo nieuwe meubelstukken vormen. Met een palet aan blauw- of groentinten maakt hij zo een kleurrijk bureau of een unieke kast.  

Susan Bijl, Party lilac front shopping bag large, i.s.m. Bertjan Pot, 2020

Dichtbij 

Vier je vakantie liever binnen de landsgrenzen of hou je het bij een dagje uit, dan volstaat ook gewoon een praktische tas. Mijn persoonlijke favoriet is nog steeds het kleurrijke en milieuvriendelijke ontwerp van Susan Bijl. Gemaakt van hergebruikt, duurzaam nylon en geïnspireerd op de alom bekende boodschappentas. Maar verkrijgbaar in allerlei kleurcombinaties en diverse maten. Ze maakte al verschillende versies samen met culturele instellingen en werkt op regelmatige basis samen met ontwerpers. De designs van Bertjan Pot en 75B zijn absolute musthaves maar ook de limited edition die ze voor het Depot van Museum Boijmans Van Beuningen ontwierp is een echte eye catcher van spiegelende stof.  
Letterlijk in het oog springend is ook The Cyclist van aanstormend designtalent Julie Thissen. Zij ontwierp een collectie speciaal voor reizigers op de fiets. De tas met decoratief patroon is overdag een stijlvol accessoire dat ’s avonds in een onmisbaar item transformeert. Door het gebruik van reflectief materiaal licht het patroon op zodra er koplampen op de tas schijnen. Niet zo zwaar als een hutkoffer maar net zo elegant en innovatief, voor wie op fietsvakantie gaat.  

Anne van der Zwaag is curator, publicist en eigenaar/directeur van designbeurs OBJECT en kunstplatform BIG ART. Ze maakt tentoonstellingen, schrijft boeken en columns, adviseert bedrijven en zit in allerlei besturen en adviescommissies. Daarnaast verzamelt ze kunst en design. 

Categorieën
Highlights Musea

Erfgoed meets design in Zuiderzeemuseum

Nederlandse iconen in een nieuw jasje

Hoe kijken de ontwerpers van nu naar de klassiekers uit het Nederlandse erfgoed? De molens, de klompen, het polderlandschap, tulpen en Hollandse luchten, wat als je die Nederlandse hoogtepunten als uitgangspunt neemt voor een ontwerpopdracht? De tentoonstelling Must See in het Zuiderzeemuseum presenteert dit voorjaar het antwoord op deze vraag. 

Het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen

Tentoonstelling Must See

Curator Anne van der Zwaag selecteerde voor de expositie vijftien designers, kunstenaars, modevormgevers en fotografen. Alle deelnemers maken speciaal voor de tentoonstelling een kunstinstallatie geïnspireerd op een bekend Nederlands icoon. Alle klassiekers komen voorbij. Nederland staat wereldwijd bekend om koeien, kaas en klederdracht. Maar ook de waterwerken  en het landschap zijn vermaard.

Zo maakt landschapskunstenaar Elmo Vermijs van een windmolenwiek een reusachtig observatorium op de dijk in het buitenmuseum. De wiek vormt een grote kijker die de schoonheid van onze Hollandse luchten in beeld brengt. Maar het werk is ook een kritische kanttekening bij het groeiende aantal windturbines dat aan de horizon verschijnt. 
Ook ontwerper Jólan van der Wiel richt zich op het landschap en hoe zich dat onder invloed van de mens heeft ontwikkeld. In de oude wierschuur bouwt hij een indrukwekkende audiovisuele installatie. Met een projectie op schelpen start hier een reis door de tijd en zie je het landschap veranderen. 

links Landschapskunstwerk van Elmo Vermijs, rechts tekening uit de collectie van het Zuiderzeemuseum.

Tulpen en klompen

In de tuin van het binnenmuseum creëert Bastiaan de Nennie een aantal grote kunstbloemen met een eigen 3D-printer. Hij scande objecten uit de museumcollectie en modelleert hiermee nieuwe bloemen, zoals een wel heel verrassende tulp. Voor het atrium van het museum ontwierp modevormgever Lisa Konno een opvallende mobiel waarin de klomp centraal staat. Ieder ontwerp is gemaakt van een ander soort klomp: van kleine sleutelhangers tot bruidsschoenen en de bekende plastic Crocs.
En ook de fiets kan natuurlijk niet ontbreken als thema in de tentoonstelling. Nederland telt intussen 23 miljoen exemplaren. Bart Schalekamp nam de fiets als inspiratie voor een groot kinetisch kunstwerk dat op de weg naar het oude vissersdorp staat. 

Het modecollectief Das Leben am Haverkamp verbindt heden en verleden van de locatie in hun bijdrage aan Must See. Het ging op zoek naar de locaties waar pandjes uit het museum ooit hebben gestaan en interviewde voor de huidige bewoners van die locaties. Ze combineren klederdracht van vroeger met accessoires van de bewoners van nu.

Ansichtkaart uit de collectie van het Zuiderzeemuseum; Kaasmeisje uit de installatie van ontwerpduo Kars+Boom.

Toerisme

Al in de negentiende eeuw kwamen mensen van heinde en ver naar de toeristische trekpleisters rond de Zuiderzee. En nog steeds zijn buitenlandse toeristen in ons land op zoek naar de bekende Nederlandse iconen. Het toerisme komt als thema ook in de tentoonstelling voorbij. Folkert Koelewijn en Teuntje Fleur registreerden rond het IJsselmeer niet de must sees, maar de toeristen zelf. Hoe gedragen we ons op vakantie en welke invloed hebben jaren van massatoerisme op onze verwachting en beleving? Kijken we nog verder dan de iconen?

Must see belooft een intrigerende mix van hedendaags design en erfgoed, die goed aansluit bij de kern van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen, waar de geschiedenis van het leven aan de rand van de Zuiderzee bewaard wordt.

Must See
Zuiderzeemuseum, Enkhuizen 2 april – 24 oktober
www.zuiderzeemuseum.nl

Wil je op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van kunst? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief of abonneer je op Tableau Magazine!

Categorieën
2020 Columns

Natuurlijk design

Zoals kunstenaars zich door de eeuwen heen hebben laten inspireren door de natuur, gebruiken ook eigentijdse ontwerpers de natuur veelvuldig als vetrekpunt. Natuurlijke kleuren, vormen, patronen en texturen zijn op allerlei manieren onderdeel van decoratieve en innovatieve ontwerpen.

Designs die soms veel verder gaan dan esthetiek en functionaliteit en in of zelfs samen met de natuur tot stand komen. Eco design, nature inspired design, bio design, er zijn evenzoveel termen als benaderingen.

Weelderige beeldtaal

Al tijdens de 18e-eeuwse Rococo periode keken kunstenaars naar vormen uit de natuur in een stijl die letterlijk verwijst naar rocaille, oftewel schelp. Als reactie op het strenge classicisme ontstond in Frankrijk een weelderige beeldtaal in de schilderkunst, beeldhouwkunst en interieurarchitectuur die al snel zijn weg vond naar de aristocratie en rijke burgerij in andere Europese landen zoals Duitsland, Oostenrijk en Italië. In Nederland zijn maar weinig Rococo interieurs terug te vinden, de bibliotheek van de Abdij Rolduc is waarschijnlijk het meest prominente voorbeeld. De uitbundige en ietwat pronkerige interieurs staan bol van asymmetrische ornamenten uit de natuur.

Asymmetrische composities en organische vormen kenmerkten rond 1900 nog nadrukkelijker de Jugendstil oftewel de Art Nouveau waarbij motieven heel letterlijk uit de natuur werden ontleend. Ranke, gestyleerde planten en bloemen maar ook sierlijke vlinders, zwanen, pauwen en andere vogels zien we terug in meubels, sieraden, lampen, bedrukte stoffen, kortom wat we nu design zouden noemen.

Bloemen en planten 

De grote bloemsculpturen van Linda Nieuwstad houden ook het midden tussen kunst, design en decoratie en zouden in de Art Nouveau niet misstaan. Maar zij blikte voor inspiratie nog verder terug: een tentoonstelling over de 17e-eeuwse schilder Jan van Huysum vol prachtige bloemstillevens vormde de directe aanleiding voor haar werk. Nieuwstad vervaardigt de reuzebloemen van bouwzeil, dekens, staal, fluweel behang en glimmend plastic. Net als in de natuur speelt kleur een sleutelrol.

natuurlijk design
Linda Nieuwstad, Bloemen voor Weesp, 2017 , 27 x150cm,
staal, velours en pvc (foto: © Ilco Kemmere) 

Waar de bloemstillevens van Nieuwstad in schaal en materiaal ver van de natuur af staan, zoekt het Rotterdamse REM atelier juist de grens tussen illusie en werkelijkheid op. In hun Growing Plants Indoors kijk je naar een lichtbak met daarin een grote bananenplant, althans zo lijkt het. In werkelijkheid is het een driedimensionale foto van de plant, gevangen tussen glas. De lichtobjecten spreken tot de verbeelding, met name de levensgrote versie prikkelt de nieuwsgierige kijker.

De Amsterdamse designstudio Spruitje gaat nog een stap verder en brengt de natuur daadwerkelijk bij je binnen. Oprichter van dit groenlab is Jonael van der Sloot, hij bracht zijn jeugd door in de jungle van Latijns-Amerika en experimenteert al zijn hele leven met planten en groenten. Terug in Nederland vertaalde Van der Sloot zijn liefde voor de plantenwereld in een groene microkosmos voor thuis. Hij ontwerpt glazen ‘bubbels’ met hierin aarde, mos en planten. Aan de bovenzijde worden ze afgesloten met een lamp die voor de groei van dit ecosysteem niet eens noodzakelijk is. Ideaal voor de designliefhebber zonder groene vingers.

natuurlijk design
Edisons’ Garden hanging door 

Biologie en design 

Innovatie en duurzaamheid vormen vaak de kern van het samenspel tussen designers en de natuur. Hoe integreer je biologie in design en nieuwe processen en producten? Kunnen we de hulp inschakelen van de natuur? En welke rol speelt technologie binnen bio-design? Complexe vraagstukken in de manier waarop designers duurzame productiemethoden verkennen. Steeds meer bedrijven en ontwerpers voelen immers de noodzaak op een verantwoorde manier met onze aarde en natuurlijke grondstoffen om te gaan. Een paar jaar geleden werd ik gegrepen door de eenvoud van het werk van Iris Claessens die in 2017 aan de Maastricht Academy for Fine Arts and Design afstudeerde. Haar poëtische sieradencollectie bestond uit bloemen en planten die ze rechtstreeks uit de natuur haalde. Delicate en fragile ontwerpen die soms niet meer vormden dan een madelief met een gouden knopje eraan. De meest pure vorm van hergebruik wellicht. Een soort Land Art maar dan op heel kleine schaal, waarbij het landschap oftewel de aarde de basis voor kunst is en met maar een paar ingrepen wordt verheven.

Designliefhebbers die de natuur niet direct in huis willen halen maar in de zomer wel graag de natuur ingaan kunnen hun hart ophalen bij Weltevree. Een mooi, robuust en duurzaam Nederlands merk dat helemaal gericht is op het buitenleven. Het meest bekende ontwerp van Weltevree is de Dutchtub, waarmee de Arnhemse ontwerper Floris Schoonderbeek al in 2003 afstudeerde. Het buitenbad is hout gestookt en weegt maar 75 kilo, waardoor je het makkelijk kunt verplaatsen. Elke exemplaar wordt met de hand gemaakt in Nederland, voorzien van een uniek nummer en is leverbaar in verschillende RAL-kleuren. Een sterk staaltje Dutch design voor het ultieme vakantiegevoel, zelfs in je eigen achtertuin.

natuurlijk design
Dutchtub van Weltevree

Andere columns van Anne van der Zwaag lezen:
https://tableaumagazine.nl/highlights/textiel-trend
https://tableaumagazine.nl/news/neo

Meer informatie over kunstbeurs OBJECT:
http://objectrotterdam.com/

Categorieën
2020 Columns

Textiel Trend

In elk tijdperk is textiel een belangrijke motor geweest achter economische, culturele en artistieke ontwikkelingen en ook bij hedendaagse kunstenaars en ontwerpers speelt dit nog een rol. Niet voor niets werkt het Deense stoffenhuis Kvadrat, een van de grootste spelers in de markt, samen met wereldberoemde kunstenaars als Olafur Eliasson en Pipilotti Rist. 

Het eerste textiel

De creaties van Beatrice Waanders komen misschien wel het dichtst bij de meest ruwe en basale vorm van textiel die we kennen. Alle producten van Waanders zijn handgemaakt volgens de eeuwenoude techniek van het vilten, een niet geweven stof die wordt gevormd door losse wolplukken bij elkaar te leggen, nat te maken en te bewegen tot er een stof ontstaat. Vilt werd 6.500 jaar voor Christus in Klein-Azië vervaardigd om warm te blijven, esthetiek deed er nog weinig toe. Dit veranderde een paar eeuwen later toen de eerste voorbeelden van katoen, zijde en linnen opdoken in India, Egypte en China. 

De zijderoute zorgde rond het begin van de jaartelling voor een enorme impuls, daar het aanbod sterk werd uitgebreid. Deze nieuwe stoffen werden voornamelijk gebruikt voor kleding maar de aristocratie paste textiel ook steeds vaker toe op de wanden, vloeren en meubels van hun paleizen. Decoratie werd steeds belangrijker, terwijl de manier van weven door de eeuwen heen eigenlijk niet echt veranderde. Uitbundige kleuren en patronen vereisten nog meer handwerk en dat maakte producten alleen maar kostbaarder. De handgeweven kleurrijke kleden, glanzende stoffen, tapijten, dekens en kussens van Fransje Killaars worden nog steeds speciaal vervaardigd in een atelier in India en dat blijft ook vandaag de dag een arbeidsintensief proces. Vandaag besteld en morgen in huis is er dus niet bij. 

Fransje Killaars,
Paravan, 2006, diverse kunststoffen,
6 delen ieder 187×44 cm, collectie kunstenaar
Handwerk

Tijdens de middeleeuwen waren luxe stoffen voorbehouden aan de elite maar richting de renaissance veranderde dit. Met name in Europa raakte het verven en naaien van stoffen wijdverbreid en sijpelde die fijnzinnigheid tot de kleding en het interieurtextiel van de middenklasse door. Binnen elke kunsthistorische stroming speelde textiel sindsdien een rol en hoewel de decoratie en vormentaal steeds rijker werd bleven de productiemethoden in de eeuwen die volgden vrijwel hetzelfde. Pas met de industriële revolutie kwamen de geautomatiseerde processen waardoor stoffen op een grote schaal konden worden geproduceerd en dus voor een breed publiek toegankelijk werden. Toch bleven ook toen kunstenaars trouw aan het handwerk, zoals de bekende William Morris, een voorman van de Engelse arts-andcraftsbeweging die pleitte voor het behoud van het ambacht. Intussen werden stoffen steeds minder kostbaar waardoor er meer ruimte ontstond voor experiment. 

Innovatie met oude technieken

Dat experiment bloeide in de jaren 70 in de beeldende kunst. De Canadese kunstenares Miriam Schapiro speelde hierin een belangrijke rol als leider van de Pattern & Decoration beweging binnen de kunsten. Zij hief de grens tussen arts and crafts definitief op door ambachtelijke werkwijzen in haar schilderkunst te verweven. Ook beeldend kunstenaar Sheila Hicks oogst al decennialang bewondering met haar innovatieve en experimentele weefsels en sculpturale installaties die heel kleurrijk en vaak zeer persoonlijk van aard zijn. En onze eigen Claudy Jongstra niet te vergeten, die wereldberoemd werd met haar architecturale kunstwerken waarvan sommigen wel vijftien meter meten. Maar ook een nieuwe generatie ontwerpers heeft het afgelopen decennium het textiel ontdekt. Mae Engelgeer bijvoorbeeld gebruikt oude technieken op een innovatieve manier voor zowel haar autonome werk als voor producten die ze in opdracht voor merken als Auping en Forbo maakt. 

Op het grensgebied van design, kunst, mode, architectuur, erfgoed en innovatie spelen zich vaak interessante dingen af. Dé plek in Nederland om dit te ervaren is het Textielmuseum. Het museum herbergt een schat aan kennis over ambachten, materialen, technieken, patronen en recepten en maakt niet alleen tentoonstellingen maar heeft ook een eigen lab, met geavanceerde machines van breien en weven tot laserprints. Nederlandse talenten als Roos Soetekouw, Jan Koen Lomans en Studio RENS maar ook internationale namen als Carlos Amorales weten Tilburg te vinden. Amorales ontwikkelde in samenwerking met het TextielLab 60 textiele panelen voor zijn werk Orgy of Narcissus. Het is tot 17 mei te zien in zijn solotentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. 


Carlos Amorales, Orgy of Narcissus, 2019.
met dank aan Carlos Amorales, kurimanzutto en Nils Staerk (foto Peter Tijhuis)
Anne van der Zwaag is curator, publicist en eigenaar/directeur van designbeurs OBJECT en kunstplatform BIG ART. Ze maakt tentoonstellingen, schrijft boeken en columns, adviseert bedrijven en zit in allerlei besturen en adviescommissies. Daarnaast verzamelt ze kunst en design. 

Categorieën
2020 Highlights

Designbeurs OBJECT: 4 x keramiek

In dit artikel vier opvallende designs gemaakt van keramiek die te bewonderen zijn tijdens de designbeurs OBJECT.

1. YOON SEOK HYEON

Yoon Seok Hyeon ontwierp een systeem voor het recyclen van keramische objecten met behulp van Ott, een traditioneel lakmateriaal, gemaakt van natuurlijke houthars in Korea. Normaal gesproken is geglazuurd keramiek niet recyclebaar en komt het meestal op een stortplaats terecht, wat leidt tot milieuvervuiling en verspilling van materialen. De glazige en giftige ingrediënten in de beglazing bemoeilijken het hergebruik van afgedankte keramische voorwerpen. Heyon introduceert het gebruik van het duurzaam alternatief Ott waarbij dat verleden tijd is.
 

Yoon Seok-Hyeon, Foto: Ronald Smits

2 ESTHER STASSE

Haar werk is gebaseerd op enkele elementaire vormen: de cilinder, het ovaal, de rechthoekige en rechthoekige balken. Bovendien maakt ze geen gebruik van gedurfde kleuren en is er geen decoratie om af te leiden van de basisgeometrie. Het werk van Stasse is in wezen formeel. Opgeleid als keramist, haar leraren waren Jan van der Vaart en Geert Lap, is functie niet haar eerste doel. De meeste van haar objecten kunnen worden gebruikt als vazen, maar vorm en compositie zijn haar belangrijkste interesse.

‘hard zwart, gekenmerkt door sobere roosters, vierkante lijnen; de gouden balans tussen massa en leegte….’
Mario Gerosa, Architectural Digest, Vanity Fair Network

 

Esther Stasse, Keramiek, 2019, 37×25 cm

3. JONNE STOUT

Second verse is een kinetische geluidsinstallatie gebaseerd op de akoestiek van keramiek. In dit werk is er een nauw verband tussen ambacht, poëzie en technologie. De installatie verschilt in samenstelling afhankelijk van de ruimte waarin de installatie zich bevindt; het wordt een belangrijke aanwezigheid. Stout wil dat mensen de ruimte zien en ervaren.
 

Jonne Stout, Second Verse, Steen, acryl, messing en hout

4 ROOSJE VAN DONSELAAR

 

Kunstenares Roosje van Donselaar studeerde in 2010 af aan de VAV-afdeling van de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. In haar huidige werk vertaalt ze fragmenten van dromen en verlangens, reizen door het verleden en de toekomst, in keramische sculpturen. Van Donselaar heeft in opdracht van Post Modern haar `verhaal` op kleine schaal toegepast waardoor de handgemaakte, originele en betaalbare kunst toegankelijk is voor een breder publiek.
 

Roosje van Donselaar, Facials voor de Post-Modern, Keramiek,
2017, 16 × 11,5 × 3,5 cm

OBJECT Rotterdam vind plaats tijdens ART Rotterdam. 
Van 7 tot 9 februari vind de hedendaagse design beurs plaats in 
de HandelsKamer (HAKA) in Rotterdam.

Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief en maak kans op 2 kaartjes voor OBJECT!
De winactie is geldig tot en met 30 januari. De winnaars krijgen 
automatisch bericht. 

 

Categorieën
2019 Tentoonstellingen - Nationaal

NEO

Mijn eerste vaste en fulltime baan was in het Centraal Museum waar ik samen met Frans Haks, voormalig directeur van het Groninger Museum, een grote tentoonstelling mocht maken. Frans Haks was een unieke persoonlijkheid die als directeur in Groningen een markant museum neerzette, waarin allerlei bekende  en onbekende kunstvormen en kunststromingen een plek kregen. Haks had een hekel aan hokjes en combineerde high en low art naar hartelust in een tijd dat dit nog heel ongewoon was. Voor mij was Frans een leermeester die me wegwijs maakte in de klassieke, moderne en eigentijdse kunst. Samen werkten wij aan de  tentoonstelling NEO waarin neostijlen in de beeldende  kunst, vormgeving en architectuur maar ook mode, muziek en film van 1750 tot nu op een speelse manier werden gepresenteerd.

Citeren uit het verleden

Niet alleen de klassieke vormentaal is sinds de ontdekking van Pompeï in de 18e  eeuw veelvuldig  gebruikt, ook vormen uit de gotiek, renaissance, barok en rococo zie je vandaag de dag voortdurend in onze beeldcultuur terug. Iconische gebouwen, schilderijen en sculpturen worden op verschillende manieren gekopieerd, getransformeerd, verkleind en vergroot. In de beeldende kunst, in de kunstnijverheid, maar zeker ook in het interieur zijn historische stijlen een belangrijke inspiratiebron. Met het grote verschil dat de kloof tussen kunst en kitsch, echt en nep, smaak en wansmaak, origineel en kopie zo goed als is opgeheven.

Een van de bekendste voorbeelden in designland is de Nederlandse topontwerper Marcel Wanders, zijn werk zit vol stijl- en beeldcitaten uit de kunstgeschiedenis. Collectieve herinneringen en vertrouwde vormen appeleren aan onze hang naar  het verleden. De barok wordt vaak genoemd in relatie tot de ontwerpen van Wanders, maar dat geeft een te eenzijdig beeld van zijn werk, dat eveneens vol zit met verwijzingen naar het surrealisme en expressionisme. Soms betreft het hele letterlijke historische citaten dan weer archetypische vormen. Wanders’ werk is herkenbaar en toch verrassend door de toepassing van innovatieve technieken in combinatie met zijn experimenteerdrift.
 

Ontwerpbureau Nightshop, Tripoli Cabinet, 2016

Italiaans design

Mooi om te zien hoe hergebruik van bestaande stijlen steeds weer tot fantasierijke ontwerpen leidt. Het werk van Italiaanse designer Piero Fornasetti geboren in Milaan in 1913 blijft wat dat betreft actueel. Met uitbundige decoraties  tilde hij alledaagse gebruiksvoorwerpen naar een hoger niveau waarbij de antieke oudheid en het surrealisme vaak als inspiratie dienden. Een ‘klassieker’ is  inmiddels de meubelserie Architectura uit de jaren vijftig, waarvan zich een prachtig exemplaar in het Rotterdamse Museum Boijmans Van Beuningen  bevindt. In diezelfde stad stuitte ik een aantal jaar geleden op het werk van het  jonge designduo Nightshop. Nightshop  (intussen geen duo meer) geeft neutrale  kantoormeubelen met gedetailleerde lijntekeningen een totale make over. Het is  een kunstzinnige reflectie op iets dat als slechte smaak wordt gezien, zoals Nightshop het zelf omschrijft. Saaie kasten en tafels worden designobjecten die qua look en feel, en in filosofie, in de buurt van een Fornasetti komen. Echte collectors items die in een klassiek én in een eigentijds interieur niet misstaan. Alessandro Mendini, die andere Italiaanse grootmeester omarmde het verleden ook op een eigenzinnige manier. Zijn werk is deze winter te zien op de grote overzichtstentoonstelling Mondo Mendini in het Groninger museum. In 1978 ba-seerde Mendini een reeks stoelen op bestaande modellen van beroemde ontwerpers zoals Gerrit Rietveld. Een serie klassieke designs in een eigentijds jasje, die inmiddels zelf iconisch zijn geworden. Hetzelfde geldt voor de reeks stoelen van de postmoderne architect Robert Venturi, geïnspireerd op historische stijlen als de gotiek en de art deco. Of het koffie- en theeservies dat Charles Jencks voor Alessi ontwierp, met expliciete verwijzing naar de klassieke oudheid. Stuk voor stuk reflecties op het verleden die intussen deel uitmaken van de canon.
 

Nynke Koster, Elements of Time-Art Deco, 2018

Het werk van ontwerper Nynke Koster zou hiertussen niet misstaan. Zij maakt  afdrukken van architectonische details door ze in te smeren met vloeibaar rubber  waar ze vervolgens een mal van fabriceert. In deze mal giet ze een verende kunststof waar je wanneer deze is opgedroogd op kunt zitten. Deze krukjes uit de collectie Elements of Time houden zo het midden tussen kunst en design,  objecten om naar te kijken en objecten om te gebruiken. Koster onderzoekt in haar werk ornamenten uit verschillende stijlperiodes en geeft een nieuwe identiteit aan het  bestaande. Heden en verleden komen samen in limited  editions die klassiek ogen maar van uiterst eigentijds materiaal zijn gemaakt. Neo  betekent nieuw maar verwijst in kunst en design veelal naar het hergebruik van iets dat al bestaat. Wat vroeger misschien een specifieke kunststroming of  exclusieve bouwstijl betrof, vindt dankzij neostijlen al eeuwenlang de weg naar het interieur en dus naar ons huis. Het postmodernisme viert weer hoogtij en het eclecticisme is helemaal hot. Lang leve het verleden!