Te-Yen Hsu, O-M-G-, 2022, collectie ontwerper. Foto: Ronald Smits
Nieuw talent spotten in kunst en design is altijd leuk: wie weet ben jij een van de eersten die het werk van een opkomende wereldster komt bewonderen. Momenteel kunnen talentspotters hun hart ruimschoots ophalen in het Dordrechts Museum, waar zes jonge, internationale ontwerpers in ‘A room with a view’ het dagelijkse leven vanaf een andere kant bekijken.
Bruno Baietto, Teresa Fernández-Pello, Clara Schweers, Ceola Tunstall-Behrens, Alex Werth en Te-Yen Hsu combineren hun eigen werk met voorwerpen uit de collectie van het Dordrechts Museum, die ze zelf selecteerden. Daar zitten schilderijen tussen, maar ook archeologische vondsten, zilver, glas, de kamer uit een poppenhuis en een speelautomaat. Door deze oude voorwerpen te combineren met hun nieuwe werken laten ze hun visie op het leven van nu zien.
Hoe duurzaam en maakbaar is onze omgeving eigenlijk? Waarom kennen we aan bepaalde voorwerpen veel waarde toe, en aan andere minder? Hoe kunnen we behouden wat belangrijk is? Naast dat de installaties van het ontwerperscollectief bezoekers aan het denken zetten over deze en meer vragen, nodigt de tentoonstelling vooral uit om te kijken, te luisteren en te doen.
Jan Veth, Portret van Cornelia, Clara en Johanna Veth, 1885, collectie Rijksmuseum, legaat van D.A. Delprat, Amsterdam
De naam van Jan Veth (1864-1925) is minder bekend dan hij eigenlijk zou moeten zijn, als je nagaat wat zijn impact op de kunstwereld was én is. Al is er in de regio Dordrecht, waar de schilder en criticus werd geboren, vast geen kunstliefhebber te vinden die hem niet kent. Onbegrijpelijk genoeg is deze tentoonstelling in het Dordrechts Museum het eerste grote overzicht van zijn werk. Dit terwijl Veth een van de bekendste portretschilders en meest gerespecteerde kunstcritici van zijn tijd was.
De mensen die Veth portretteerde nestelen zich in je hart: intense blikken, waar allerlei emoties achter schuil lijken te gaan, en persoonlijkheden die zo van het doek lijken te kunnen stappen. Dat talent, om mensen haarscherp te kunnen observeren en vastleggen, wist hij ook in zijn andere werk tentoon te spreiden. Veth was een drukbezet man. Naast het schilderen en het schrijven over beeldende kunst werkte hij ook als dichter, en deed hij baanbrekend werk op het vlak van monumentenzorg. We zouden hem zelfs een talentscout kunnen noemen: hij zag als een van de eersten het talent van Vincent van Gogh, stak de loftrompet over Breitner en Jan Toorop en stopte al zijn kennis van Rembrandt in de opzet van Museum het Rembrandthuis.
Deze expositie laat niet alleen de veelzijdigheid van zijn werk zien, maar probeert ook een kijkje te geven in het leven van Jan Veth zelf. Door middel van brieven en andere bezittingen kijk je als het ware mee door zijn ogen. Daarnaast is ook het randprogramma, dat bijvoorbeeld ingaat op zijn observerende manier van kijken, zeker een aanrader om te bekijken.
Willem de Famars Testas, Binnenplaats van een huis te Caïro in Egypte, 1868-1881, coll. Rijksmuseum Amsterdam
Wie op dicht bij huis de wereld wil ontdekken, kan op expeditie naar de tentoonstelling ‘Wanderlust’ in het Dordrechts Museum. De tentoonstelling biedt een nieuwe kijk op de Nederlandse schilderkunst uit de 19e eeuw met werk van kunstenaars als Cornelis Kruseman, Johan-Barthold Jongkind, Pierre Louis Dubourcq, Raden Saleh en Jacob Maris, maar ook minder bekende namen als Bramine Hubrecht, Betzy Rezora Berg Antoine Payen, en Alexander Wüst.
Deze kunstenaars reisden naar verre streken en bijzondere plekken in Europa, Suriname, de Verenigde Staten, Noord-Afrika en Indonesië. Hun creaties bestaan uit grote doeken, schetsboeken en gedetailleerde studies. In totaal zijn er circa 100 schilderijen en tekeningen te zien. De weergave van een plek was een manier om hun vakmanschap te laten zien met bijvoorbeeld warm geel licht in Italië en het blauwe licht van Noord Europa. Gastcuratoren van de tentoonstelling zijn Jenny Reynaerts, senior conservator schilderijen in het Rijksmuseum en Maaike Rikhof, curator-in-training. Tijdens hun onderzoek stuitten ze op nieuwe ontdekkingen. Zoals een van de vele kunstenaars die onterecht vergeten was: de in Dordrecht geboren
Alexander Wüst (1837-1876). Hij groeide op in New York en schilderde met name in New England, resulterend in sublieme landschappen waarin hij de wilde natuur vastlegde. Een andere verborgen parel is het werk van Bramine Hubrecht, die naar Sicilië afreisde. Daarnaast konden de curatoren dankzij nieuwe media de locaties (her)traceren. Voorheen werd bijvoorbeeld een schilderij van Willem Roelofsz (1822-1897) in Duitsland gesitueerd, wat nu het eiland Skye in Schotland blijkt te zijn. Nederlandse kunst uit de 19e eeuw staat tot dusver vooral bekend om kunst in Nederland en de Haagse School, maar daar brengt deze tentoonstelling verandering in.
Meer highlights lezen? Bestel dan hier de losse editie! Wil je op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van kunst? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief of abonneer je op Tableau Magazine.
Aelbert Cuyp, Rivierlandschap met koeien en herders, ca. 1647-1650, doek, 102 x 148,7 cm (oorspronkelijk ca. 100 x 146 cm), The Earl of Harrowby
Aelbert Cuyp (1620-1691) is tijdens zijn leven een lokale beroemdheid. Net als de schilder zelf, verlaten zijn landschappen Dordrecht nauwelijks. Amper een eeuw later zijn er in Nederland echter bijna geen Cuyps meer te vinden. Ze hangen massaal te gloeien in royale Engelse landhuizen. Conservator Sander Paarlberg van Dordrechts Museum: ‘Cuyp is echt een begrip in Engeland. Nu nog steeds. In Nederland werd pas laat betreurd dat al die topstukken zijn weggegaan. Bijna alles is in Engeland of komt er vandaan.’
Het was een mooi moment, toen Rivierlandschap met koeien en herders (ca. 1647-1650) in maart 2020 vanuit Engeland terugkeerde naar de geboortestad van de vervaardiger Aelbert Cuyp. De komst van dit doek naar Dordrecht markeerde de start van wat een feestelijk Cuyp-jaar had moeten zijn: 2020, precies 400 jaar na zijn geboorte. Op het moment dat de transportkist werd geopend – een rustgevend landschap onthullend, met de koeien solide op de voorgrond, het zacht glanzende water links, de opwaarts kolkende wolken erboven – stonden de plannen voor de tentoonstelling dat najaar al ruim een decennium ferm in de agenda geschreven. Een week later was alles anders.
Sinds december hangt het doek op zaal in het Dordrechts Museum, tegenover schilderijen van vader Jacob Cuyp en tussen andere landschappen en een enkel portret van Aelbert, wachtend tot de tentoonstelling ‘In het licht van Cuyp’ dit najaar alsnog geopend wordt. Het landschap is fris en helder van kleur, alsof het net geschilderd is en niet in werkelijkheid al 260 jaar in Sandon Hall verblijft, een indrukwekkend landhuis in Staffordshire, waarin door overerving nog steeds nazatenvan de koper Nathaniel Ryder, eerste baron van Harrowby, wonen. Ondanks deze stabiele herkomstgeschiedenis, bleek een restauratie geen overbodige luxe. En zelfs een belangrijke troef: een lange bruikleentijd in ruil voor restauratie. Restaurator Lidwien Speleers plakte zorgvuldig de losse verfschollen en zekerde de spieën. En daarna: de spannende klus van de vernisafname. ‘Ik dacht, ik zie een geel zweem, ik haal die eraf en ik hou wit met grijze wolken over. Maar uiteindelijk zijn die wolken echt van zichzelf al heel gelig.’ En juist dat bijzondere licht, dat veel van Cuyps landschappen kenmerkt, maakte veel indruk in het 18e-eeuwse Engeland.
Aelbert Cuyp, De veerboot, ca. 1650, olieverf op doek, 124×144,4cm, The Royal Collection / HM Queen Elizabeth II
VAN DORDRECHT NAAR ENGELAND
Aelbert Cuyp was Dordtenaar in hart en nieren. Een man die vergroeid was met zijn stad en er nooit ver vandaan ging, wat zijn gloedvolle landschappen ons ook mogen toefluisteren. Als begin twintiger reisde Cuyp wel door Nederland en kwam onder meer in Rotterdam en Utrecht, waar hij het werk van de italianisanten moet hebben gezien. Zoals dat van Jan Both (ca. 1620-1652), die een warm, zuidelijk licht mee terugnam naar Utrecht. Cuyp reisde ook langs de oostgrens van zijn land en tekende de burchten, kastelen en heuvels bij Kleef en Nijmegen. Hij reisde per boot en te voet. Niet te paard, zoals de vaak hooggeplaatste ruiters in zijn landschappen, die onze blikrichting sturen naar de idyllische vergezichten.
In Rivierlandschap met ruiter en vee (ca. 1660) zien we de ruiters en koeien rechts op het pad, links de meanderende, glinsterende rivier, in de verte een berg – waarvan de bijzondere vorm verraadt dat Cuyp een man van het lage land is – met aan de voet torens en daken die een stad suggereren. De ruiter blikt naar links, waar de zon onder lijkt te gaan, en nodigt de toeschouwer uit met de ogen mee te dwalen langs de details van het landschap en het vriendelijke licht dat het vergezicht zowel diepte als warmte geeft.
Joseph Mallord William Turner, Whalley Bridge and Abbey, Lancashire dyers washing and drying cloth, ca. 1811, olieverf op doek, 61,2x92cm, coll. Dordrechts Museum (bruikleen particuliere verzameling)
CUYPMANIA
Dit werk uit de collectie van The National Gallery, waarmee volgens het Dordrechts Museum de Cuyp Craze werd aangewakkerd, werd in de 18e eeuw aangekocht door de eerste Schotse Prime Minister van Groot-Brittannië John Stuart (1713-1792). In een publicatie bij een serie reproducties met de lange titel A Collection of Prints, Engraved after the Most Capital Paintings in England (vanaf 1769 uitgegeven door John Boydell) wordt Cuyp geroemd als schilder van ‘bright misty rays of the sun’. Hij werd algemeen beschouwd als de ‘Dutch Claude’, naar de Franse schilder Claude Lorrain (ca 1600-1682) die in Engeland ook zeer geliefd was vanwege zijn sferische landschappen. Ook de voorouders van Queen Elizabeth II kochten Cuyp aan. Veerboot (ca 1650) en Landschap met herders en reizigers bij avondlicht (ca. 1655-1659) zijn nog steeds onderdeel van The Royal Collection. Hare Majesteit moet het deze herfst en winter echter zonder stellen, want het is Sander Paarlberg ondanks de ingewikkelde omstandigheden gelukt om deze indrukwekkende bruikleengevers ‘on board’ te krijgen en te houden. ‘Bij onze bruikleengevers is twee keer uitstel aangevraagd,’ aldus de conservator. Direct na de start van de eerste lockdown werd de openingsdatum van september 2020 naar maart 2021 verschoven, maar ook dat bleek al snel niet realistisch. ‘Je merkt; er is een enorme collegialiteit en veel welwillendheid.’
Het hele artikel lezen over Aelbert Cuyp? Bestel hier de losse editie van Tableau Magazine! Op de hoogte blijven van interessante tentoonstellingen, meld je dan nu aan voor onze nieuwsbrief of abonneer je op Tableau Magazine!
In het licht van Cuyp. Aelbert Cuyp & Gainsborough, Constable – Turner