Categorieën
2019 Tentoonstellingen - Nationaal

Rembrandt en Velázquez in het Rijks

Lees meer in Tableau Magazine!

Gouden Eeuw

Hoewel het katholieke Spanje en de protestantse Nederlanden tegen het einde van de 16e en het begin van de 17e eeuw volop in de strijd van de Tachtigjarige Oorlog verwikkeld waren, maakten beide landen een periode van uitzonderlijke bloei door op het gebied van wetenschap, handel en kunst. In deze Gouden Eeuw ontwikkelden zich twee grote schildertalenten: Rembrandt van Rijn uit Leiden en Diego Velázquez uit Sevilla. In Amsterdam en Madrid maakten ze met hun virtuositeit en eigenzinnigheid onmiddellijk furore. Ze portretteerden voorname en rijke opdrachtgevers en maakten meesterwerken als De Nachtwacht en Las Meniñas. Rembrandt en Velázquez hebben elkaar nooit ontmoet, maar nu komen ze wel voor het eerst samen in één tentoonstelling. Het Prado en het Rijksmuseum bieden de gelegenheid overeenkomsten te ontdekken in een aantal van hun meesterwerken en die van andere beroemde tijdgenoten, zoals Vermeer, Frans Hals en Murillo, Zurbarán, Ribera en El Greco.

 

Links: El Greco, Jerónimo of Cevallos, olieverf op doek, 1613,
64 x 54 cm, Museo Nacional del Prado, Madrid.
Rechts: Carel Fabritius  Zelfportret, ca. 1645, olieverf op paneel,
65 x 49 cm, Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam

 

Zichtbare werkelijkheid

Gescheiden door een oorlog, werd ook de kunst van Spanje en de Lage Landen van oudsher als verschillend beschouwd. Maar in feite hadden beide landen de invloed van Vlaamse en Italiaanse schilderkunst opgepikt op eenzelfde manier en vertonen daarom juist veel gelijkenissen. De late 16e en vroege 17e eeuw in Europa werden gekenmerkt door verschillende veranderingen in het sociale en politieke landschap. Als het gaat om kunst, was er een verschuiving van het idealisme van de Renaissance naar realisme. Kunstenaars concentreerden zich op de zichtbare werkelijkheid en hoe die het beste weer te geven. De schilders in de tentoonstelling verbeeldden niet de ‘essentie’ van hun land in een soort nationale stijl, maar gaven vorm aan de ideeën en werkwijzen die ze deelden met internationale collega’s. Grootmeesters als Velázquez en Rembrandt waren trendsetters in aanpak, techniek en onderwerpkeuze, die door andere kunstenaars ongeacht landsgrenzen werden nagevolgd en eigen gemaakt.

Tentoonstelling Rembrandt en Velázquez

De tentoonstelling presenteert de overeenkomsten tussen Nederlandse en Spaanse kunstenaars dan ook vanuit een pan-nationaal perspectief. De schilderijen worden in paren getoond, waardoor verrassende dialogen ontstaan over universele thema’s als geloof, rijkdom, macht, licht en compositie. Zoals in Het Straatje van Vermeer, dat wordt bewonderd om zijn met een beperkt palet uitgevoerde, nauwgezette realisme en om de gedurfde aangesneden compositie. Naast Vermeers Straatje hangt Gezicht op de tuinen van Villa Medici, Rome van Velázquez. Het is een ongewoon werk binnen zijn oeuvre omdat het de kijker niet echt een verhaal vertelt. Net als in het straatbeeld van Vermeer staan juist de architectuur en het licht hier centraal.

De Spaanse en Nederlandse schilders deelden ook hun verlangen om weg van het het ideaalbeeld van de Renaissance goden, heiligen en klassieke figuren menselijke trekken te geven, eenvoudig gekleed in een alledaagse omgeving. In landen als Frankrijk en Italië verdween deze trend rond 1620, maar in Spanje en Nederland bleef deze aanhouden tot ver in de tweede helft van de17e eeuw.

In de tentoonstelling is verder veel aandacht voor portretten, stilleven en overeenkomsten in de artistieke cultuur van beide landen. Het laatste deel laat de overeenkomsten in schilderkunstige benadering zien. Veel Nederlandse en Spaanse schilders uit de 17e eeuw hanteerden eenzelfde losse, schetsmatige techniek, die de sporen van hun streken zichtbaar liet. Deze manier van werken is afkomstig van Titiaan en andere Venetiaanse schilders uit de 16e eeuw. Deze invloed bleef in Spanje en Nederland veel langer bestaan dan in an- dere artistieke centra in Europa.

De tentoonstelling bestaat in totaal uit 72 werken, met bruiklenen uit onder andere het Mauritshuis, de National Gallery in Londen en het Metropolitan Museum of Art in New York, en een tiental werken uit het Prado, waarvan zes van Velázquez.

Rijksmuseum • Amsterdam, 11 oktober 2019 t/m 19 januari 2020 www.rijksmuseum.nl