Categorieën
2022 Stories

Kunst & Ondernemer: Hans Lensvelt

Hij is een van de meest innovatieve meubelfabrikanten van Europa en werkt samen met architecten, ontwerpers en kunstenaars. Op die manier wil Hans Lensvelt een bijdrage leveren aan het culturele erfgoed van Nederland. Een proces van vallen en opstaan. ‘Met Dutch design valt geen geld te verdienen.’

De sculptuur rond de bar is van Joep van Lieshout, de tafels zijn van Tiago Rosado en de stoelen een ontwerp van kunstenaar Maarten Baas. Plaats van handeling is de private dining in Capital Kitchen, onderdeel van Capital C in Amsterdam. Die keuze is niet geheel toevallig. Het restaurant werd ingericht door vorm­ gever Maarten Spruyt in samenwerking met Hans Lensvelt. Met werk van ontwerpers en kunstenaars met wie Lensvelt al jaren samenwerkt. Met de stoel van Maarten Baas (The 101 Chair) won Lensvelt in 2017 de prestigieuze Milano Design Award voor het beste concept. Een jaar daarvoor won hij die prijs ook al met de Boring Collection, ontwikkeld met architec­ tenbureau Beyond Space. ‘In Milaan staan ruim 2800 presentaties. Daar een prijs krijgen, is net zoiets als de loterij winnen’, zegt Lensvelt. ‘Twee keer op rij die award winnen, is zo ongeveer onmogelijk. Wij zijn het enige label ter wereld dat dit heeft geflikt.’

De toegevoegde waarde om met ontwerpers te werken is enorm

Lensvelt, Boring Collection, Milano Design Award 2016

Hans Lensvelt wordt niet voor niets genoemd als een van de meest innovatieve meubelfabrikanten van Europa. Hij werkt samen met architecten, ontwerpers en kunstenaars als Joep van Lieshout, Maarten Baas, Richard Hutten en Piet Heijn Eek. Ook was hij jarenlang mede­-eigenaar van Moooi, het label van Marcel Wanders. ‘De toegevoegde waarde om met ont­werpers te werken is enorm’, zegt Lensvelt. ‘Neem onze nieuwe Coquille Chair, die we samen met de architecten van Powerhouse Company ontwikkelden. Een techneut zou die stoel niet snel maken. Te gecompliceerd. Dat het dan toch gebeurt is omdat ontwerpers net zo lang sleutelen totdat het klopt, dat vind ik mooi en interessant.’ En dat vinden ook zijn opdrachtgevers, veelal bekende architectenbureaus die Lensvelt inschakelen bij de inrichting van nieuwe projecten zoals onlangs Hotel Casa in Amsterdam en het kantoor van uitgever Axel Springer. Daarnaast zijn de ontwerpen terug te vinden in de publieke ruimtes van musea als het Boijmans van Beuningen, het Stedelijk Museum en Museum De Pont.

FUNCTIONEEL

Na een technische studie aan de hts, nam Lensvelt in 1990 het bedrijf Lensvelt Kantoorinrichting van zijn vader over. In die tijd lag de nadruk vooral op functionaliteit. ‘Mijn vader was wel geïnteresseerd in design. Hij werkte al samen met vormgevers Wim Crouwel en Friso Kramer, maar zijn ambitie was anders. Zelf wilde ik een rol spelen in de culturele wereld en dingen maken waarvan iedereen zou denken: was dat maar van mij.’ Binnen een paar jaar groeide het bedrijf uit tot een verzameling van verschillende onderdelen: drie verkoopkantoren, twee plaatstaalverwerkers en een meubelfabriek in Nederland en een grote fabriek in China, net buiten Shanghai. Met dat laatste project had Lensvelt grootste plannen. In 2004 kocht hij er een lap grond van vier hectare met behalve twee productielocaties ook een woontoren voor werknemers. ‘Het was mijn droom om hier een creatief broeinest voor kunstenaars en ontwerpers te maken. Een soort designers in residence, waar ze konden wonen en werken.’ Samen met beste vriend en kunstenaar Joep van Lieshout maakte Lensvelt een ontwerp voor een grote tuin op het terrein, compleet met bamboebos, authentiek Chinees paviljoen en, ja heus, een krokodillenvijver. Oh ja, en bovenop op het dak van de fabriek moest een designlaboratorium komen. Maar zo ver kwam het niet.

De boederij van Lensvelt met buffet en sculptuur van Atelier van Lieshout en Gold chair van Frank Tjepkema (foto Eddy Vangroenderbeek)

‘De meubelbusiness kent lange dalen en korte pieken’, zegt Lensvelt. ‘Wanneer de economie inzakt, gaat direct de rem op inrichting. Pas als de crisis voorbij is, wordt er weer aan meubelen gedacht.’ In 2006 droogden de opdrachten op. Om de fabriek in China draaiende te houden, ging Lensvelt langs concurrenten als Ahrend en Gispen om te vragen of hij voor hen in zijn Chinese fabriek, arbeidsintensieve producten kon produceren. Gispen was direct enthousiast. Zo erg zelfs, dat ze de Lensvelt Groep over wilden nemen. ‘In die periode had ik continu vervelende gesprekken met advocaten, accountants en banken en dan moest ik s’ avonds nog producten verkopen. Mijn passie is het maken van mooie dingen, niet het managen van een bedrijf. Dus toen Gispen met dat plan kwam, dacht ik: dat is een probleem minder.’

Uiteindelijk kwam het tot een fusie, met Lensvelt als grootste aandeelhouder in de nieuwe combinatie. ‘Een fusie is als een huwelijk. Tijdens de verloving zie je alleen elkaars mooie dingen, maar eenmaal getrouwd komen de verschillen naar boven. Ik kwam terecht in een organisatie van rationaliteit en excelsheets, waar alles om geld draaide.’ Dus toen Lensvelt vertelde over het creatieve broeinest en de tuin met bamboe in China, was de reactie er, mild gezegd, een van onbegrip.

‘Al mijn plannen met die tuin werden gebombardeerd. En dan had ik die krokodillenvijver voor de zekerheid niet eens genoemd.’ Lensvelt vindt het doodzonde. ‘Ik wilde er echt iets fantastisch neerzetten. Ik krijg nog tranen in mijn ogen dat het niet is gelukt.’

FAILLIET

Toen er vier jaar later een koper voor Gispen langskwam, kocht Lensvelt zijn eigen bedrijf voor een symbolisch bedrag terug. Daarnaast ontving hij een aanzienlijk bedrag voor zijn aandelen. ‘Vanaf toen moesten we echt fullpower om alles weer op de rit te krijgen.’

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.