Categorieën
2021 Highlights Stories

Op zee met Willem van de Velde & zoon

Het voormalige ‘s Lands Zeemagazijn ligt te stralen in de ochtendzon.
Het indrukwekkende witgepleisterde gebouw dat in 1656 werd ontworpen door Daniel Stalpaert en dienstdeed als opslagplaats van de Admiraliteit van Amsterdam, biedt nu onderdak aan de schatten van Het Scheepvaartmuseum. Het is inmiddels vijf jaar geleden dat Michael Huijser aantrad als nieuwe directeur van het museum. Tijd voor een reflectie op de afgelopen jaren en een blik op de toekomst, om te beginnen met de bijzondere tentoonstelling Willem van de Velde & Zoon.

Als Michael Huijser in de zomer van 2016 aantreedt als nieuwe directeur van Het Scheepvaartmuseum verkeert het museum in zwaar weer. Huijser: ‘Toen ik directeur werd was het onduidelijk waar het museum precies voor stond. Daarom hebben we een nieuwe visie en missie geschreven: Water verbindt werelden. Wat is de relatie van bezoekers met de maritieme geschiedenis van Nederland? Hoe raakt het individuen en hun familiegeschiedenis? Als je al die verhalen vertelt komen verschillende werelden bij elkaar.’

FRISSE WIND

Het museum richt ook twee nieuwe vaste tentoonstellingen in ‘Republiek aan zee’ en ‘Cartografie en Curiosa’ en probeert hiermee een breder verhaal te vertellen door de geschiedenis van verschillende kanten te belichten. Dit blijkt niet altijd makkelijk. Huijser: ‘Waar wij als Scheepvaartmuseum mee worstelen is dat we als maatschappij alles willen vatten in clichés. Maar de werkelijkheid is zoveel genuanceerder. Als museum proberen wij altijd een zo compleet mogelijk beeld te schetsen. Een van de manieren waarop we dat doen is door het publiek uit te nodigen hun verhaal te vertellen. Maar ook door te luisteren naar de vragen die het publiek stelt over de geschiedenis.’

Frans Post, Braziliaans landschap, 1650, olieverf op paneel, 22,5×28cm, coll. Rijksmuseum

Een andere uitdaging vormen de overgeleverde bronnen die voornamelijk vanuit Europees perspectief zijn vervaardigd. Een voorbeeld is het schilderij Braziliaans landschap van de schilder Frans Post uit 1650. Het museum vult het beeld dat de schilder hier schetst aan door de nadruk te leggen op wat er niet te zien is. Namelijk de 25.000 tot slaaf gemaakten die gedwongen werden te werken op de suikerplantages van de WIC. Of het legt de nadruk op elementen waar lange tijd aan voorbij werd gegaan. Zoals de Afrikaanse man in het portret van Cornelis Tromp, geschilderd door Ferdinand Bol rond 1676. De overlevering vertelt ons niets over wie deze man was, maar nu krijgt hij in ieder geval wel bestaansrecht. Huijser: ‘Als het museum werk aankoopt kijken we altijd naar het verhaal dat het schilderij vertelt. We zijn vooral op zoek naar de context achter een kunstwerk om zo niet alleen de tijd waarin het werd vervaardigd te kunnen duiden, maar ook de tijd waar we nu in leven.’

VERLEDEN, HEDEN, TOEKOMST

Als directeur is het Huijsers streven om de maritieme geschiedenis te verbinden met het heden en de toekomst en dat op een verrassende en innovatieve manier te vertellen. Huijser: ‘Ik denk dat verleden, heden en toekomst allemaal met elkaar verbonden zijn en ik vind het interessant om geschiedenis te duiden op een hele praktische manier. Zo blijkt vaak dat wat er nu gebeurt helemaal niet zoveel verschilt met het verleden. We denken dat we nu een vluchtelingenprobleem hebben, maar wij zijn altijd een land geweest dat vluchtelingen heeft opgevangen. Dat deden we in de 16e eeuw ook al.’

Ferdinand Bol (toegeschreven), Luitenant-admiraal Cornelis Tromp (1629-1691), circa 1667, olieverf op doek, 148,5x131cm, coll. Het Scheepvaartmuseum

Het Scheepvaartmuseum betrekt ook hedendaagse kunstenaars bij tentoonstellingen. Zoals Hans Op de Beeck die in 2019 met de tentoonstelling ‘Sea of Tranquillity’ een totaalbeleving maakte waarin de kunstenaar zijn visie op de toekomst van de cruiseliners en de wereld daar omheen liet zien. Of de tentoonstelling ‘Engelen van de Zee’ waarvoor Stephan Vanfleteren alle 108 jongens van Koninklijk Werk IBIS, een gezinsvervangend opleidingsinstituut in het Belgische Bredene, fotografeerde.

En Het Scheepvaartmuseum probeert een blik op de toekomstte werpen: ‘Begin dit jaar hadden we bijvoorbeeld de tentoonstelling ‘Rijzend Water’ met werk van Kadir van Lohuizen, waarbij hij de wereldwijde impact van de stijgende zeespiegel zichtbaar maakt. Dat is niet alleen relevant voor ons, maar ook voor de rest van de wereld. Daarom hebben we er een reizende tentoonstelling van gemaakt. Omdat duurzaamheid een van de speerpunten is van het museum proberen we ook de tentoonstelling zo duurzaam mogelijk te produceren. Denk bijvoorbeeld aan het lokaal uploaden van de foto’s, waardoor je geen transporten nodig hebt. Op die manier maken we een tentoonstelling die over duurzaamheid gaat, ook duurzaam als project. ’ In het najaar gaat een lang gekoesterde wens in vervulling: een tentoonstelling over de marineschilders Willem van de Velde de Oude en Willem van de Velde de Jonge. Huijser: ‘Al voordat ik directeur werd waren er plannen voor een tentoonstelling over Willem van de Velde en zijn zoon. Helaas kwam er steeds iets tussen waardoor het niet van de grond kwam. Toen ik directeur werd besloot ik dat deze tentoonstelling er hoe dan ook moest komen.’

MARITIEME SCHILDERKUNST

De maritieme schilderkunst is een Nederlandse uitvinding en raakt rond 1600 in schwung met schilder Hendrick Cornelisz Vroom (1566-1640) als een van de belangrijkste grondleggers van dit genre. Eind 16e en begin 17e eeuw verschuift de thematiek in de schilderkunst dankzij de Reformatie van religieus naar meer burgerlijke onderwerpen. Portretten, landschappen, maar ook zeegezichten worden steeds populairder.

De Republiek ontwikkelt zich eind 16e eeuw steeds verder tot een grote zeemacht. Na de Val van Antwerpen in 1585 groeit de haven van Amsterdam uit tot de grootste havenstad van Europa. In 1602 wordt de VOC opgericht en de Republiek krijgt een monopolie in de handel naar de Oostzee. Ook worden heel wat gevechten op zee uitgevochten. Naast de Tachtigjarige Oorlog raakt de Republiek na de Vrede van Munster in 1648 verwikkeld in drie Engels-Nederlandse Oorlogen. Aanleiding was met name de hegemonie over de Noordzee. Door deze ontwikkelingen groeit de populariteit van maritieme schilderkunst waardoor de vraag naar marineschilderijen in alle lagen van de bevolking enorm toeneemt. Huijser: ‘In de 17e eeuw zijn er in totaal ongeveer drie miljoen schilderijen gemaakt, dat is een gigantisch aantal. Een groot deel hiervan was mindere kwaliteit en vaak productiewerk dat voor weinig geld werd verkocht. Door de boekdrukkunst konden etsen en gravures bovendien gemakkelijk worden verspreid waardoor kunstenaars door heel Europa bekendheid kregen. Willem van de Velde en zijn zoon zijn precies in die markt gesprongen met hun gespecialiseerde en gedetailleerde maritieme werken.’

Willem van de Velde de Jonge, Een Engels schip in een stormachtige wind, circa 1700, olieverf op doek, 32x38cm, coll National Maritime Museum, Greenwich, Londen

WILLEM VAN DE VELDE & ZOON

Willem van de Velde de Oude werd in 1611 in Leiden geboren in een schippersgezin. Wanneer hij precies begon met tekenen en of hij daarvoor een opleiding volgde is niet bekend. Willem van de Velde de Oude trouwde met Judicgen Adriaensdr van Leeuwen en in 1633 werd een zoon geboren: Willem van deVelde de Jonge. Ergens in de jaren daarna vertrok het gezin naar Amsterdam, want in 1636 werd in de Oude Kerk zoon Adriaen gedoopt. In Amsterdam ging Willem van de Velde de Oude werken als scheepstekenaar. Zijn tekeningen werden vooral uitgegeven als prenten en in het begin los verkocht. Zijn zoons traden allebei in de voetsporen van hun vader. Willem specialiseerde zich in marineschilderijen en Adriaen ontwikkelde zich als landschapschilder. Willem van der Velde de Oude en zijn zoon Willem bouwden een goedlopende onderneming op dat zich vooral specialiseerde in maritieme schilderkunst. Het is niet helemaal duidelijk of Adriaen ook een rol speelde in het familiebedrijf.

SCHILDER OP ZEE

Een van de redenen voor het succes van de Van de Veldes was dat Van de Velde de Oude tussen 1653 en 1673 als ‘scheepstekenaer’ meevoer met grote zeeslagen die uitgevochten werden tijdens de Engels-Nederlandse Oorlogen. Hij was de eerste schilder ooit die met de vloot meevoer. Hij tekende en schetste de voortgang van het gevecht vanaf een galjoot, een klein zeilschip dat tussen de grote schepen doorvoer om berichten over te brengen. Hij gebruikte daarvoor grote vellen papier die hij dan steeds aan elkaar plakte, waardoor een lange strook van soms wel negen meter ontstond. Eenmaal thuis werkte hij zijn tekeningen tot in het kleinste detail uit met pen op doek of paneel.

Het hele artikel lezen? Bestel hier de losse editie van Tableau Magazine! Op de hoogte blijven van interessante tentoonstellingen, meld je dan nu aan voor onze nieuwsbrief of abonneer je op Tableau Magazine!