‘Verzamelen doet iets met je’
Vijftig jaar geleden begonnen Jeannette en Martijn Sanders met het verzamelen van kunst. Hun collectie wordt alom hoog aangeschreven vanwege de diepte en de verscheidenheid. De collectie omvat vele honderden schilderijen, sculpturen, foto’s, tekeningen, video’s en installaties van meer dan 350 kunstenaars, vooral uit Europa en de VS. Kunst verzamelen is voor Jeannette en Martijn Sanders een manier van leven. Een intuïtief proces. ‘Toen wij begonnen met verzamelen in de jaren 70 gaf ons dat veel plezier. Het deed iets met je.’
SPANNENDE MOMENTEN
JS: ‘Er was in die tijd nog geen sprake van commercialisering. Tegenwoordig verzamelen veel mensen met andere bedoelingen. Het gaat vaker om beleggen en status.’
MS: ‘Ons heeft het verzamelen in ieder geval veel spannende momenten gebracht. Maar ook vriendschappen en soms wat jaloezie. Wie nu gaat beginnen met verzamelen kan ik aanraden: lees je in, maak je huiswerk, bereid je voor. Wij zijn altijd gulzig geweest met informatie. Veel praten met kunstenaars. En altijd alles goed blijven bekijken. Oud, nieuw, waar je op zit, wat je gebruikt, alles. Kijk maar om je heen: een Tolomeo lamp van Artemide, een stoel van Le Corbusier, glaswerk van Copier. Van alles kun je iets opsteken. Ook van mijn ouders, die verzamelden al. Het is erfelijk, dat zie je vaak bij verzamelaars. En Jeannette is er volop in meegegaan.’
LIMIET VAN 3000 GULDEN
JS: ‘Wij woonden om de hoek bij Museum Boijmans Van Beuningen. Daar ben ik als kind vaak geweest. Mijn ouders verzamelden geen kunst. Later ben ik het verzamelen gewoon ingetrokken, tot mijn grote plezier.’
MS: Vooral de architectuur had in de beginjaren mijn belangstelling. In Avenue had ik een artikel gelezen over de destijds nog onbekende Cees Dam. Die hebben we onze eerste flat laten verbouwen. Dat heeft hij heel mooi gedaan. We besloten overigens niet te gaan verzamelen, dat deden mijn ouders al, maar hooguit één werk te kopen. Dat werd iets van Peter Struycken. Maar toen we een werk van Armando zagen hangen in een galerie, waren we verloren en kochten dat ook. Dat was onze laatste, zeiden we.’ Het verzamelvirus had echter al toegeslagen. Want het bleef niet bij die twee werken.
MS: ‘In het begin dwongen we onszelf alleen kunstenaars in huis te halen die nog niet zo beroemd waren. We hadden een limiet per werk van 3000 gulden. In die tijd kon je voor omgerekend 1500 euro serieuze kunstwerken kopen. Het was een andere tijd en gaandeweg leerden we de taal van het kijken en visuele ervaringen opdoen.’

KLINKENDE NAMEN
Het is duidelijk dat het niet bij de aanschaf van die twee werken is gebleven. Inmiddels telt de verzameling van Jeannette en Martijn Sanders meer dan duizend werken, verspreid over het huis, het depot of in musea als bruikleen. Wat wordt verzameld?
JS: ‘De galeriehoudster Riekje Swart zei ooit: wij verzamelen kunst die van je hart wordt afgescheurd. Een uitspraak waar we het deels wel mee eens zijn.’
MS: Wij hebben altijd geprobeerd een kunstenaar te volgen. Zo hebben we van zeker 25 kunstenaars werken uit verschillende periodes, dan kun je hun ontwikkeling goed zien. We kochten bijna altijd bij de galerie, die moet je ook steunen.’
JS: ‘Daar komt bij, als je naar een atelier gaat om iets te kopen en je koopt niks, dan is dat voor de kunstenaar enorm teleurstellend. Zo kochten we werken van Gilbert & George bij Art & Project. Een toonaangevende galerie die als een van de eerste de avant-garde naar Nederland bracht en behoorde tot de wereldtop. Dit jaar heeft Kröller-Müller een tentoonstelling met door Art & Project geschonken werken. Daar zie je kunstenaars met klinkende namen als Ger van Elk, Barry Flanagan, Richard Long, Juan Muñoz en Carel Visser. Zij waren als galerie heel invloedrijk.’
SCHAARSTE EN HAUSSE
Is er ook interesse voor oude kunst?
JS: ‘Jazeker, ik denk dat dat bronnen zijn die je moet kennen wil je moderne en hedendaagse kunst kunnen waarderen. Je moet nooit focussen op maar een ding.’
MS: ‘Er zijn verzamelaars die denken: ik verzamel wat kunst en dan na twee jaar is het vijf keer zoveel waard. Die speculaties vallen vaak tegen. Dan zijn ze boos en wordt het op de veiling gegooid. Ach, misschien ben ik een oude man die zit te knorren, maar zo werkt het dus niet. Kunst is de laatste jaren steeds meer een beleggingsobject geworden en een statussymbool. En dat op de grootste markt ter wereld waar speculanten opereren met geheimzinnig geld: de kunstmarkt. Ik denk ook dat een aantal hele grote galeries de markt manipuleert. Zij bepalen wat er getoond wordt, wat de prijzen zijn. En als kunstenaars niet genoeg opleveren worden ze er rücksichtslos uitgegooid. Het werk moet passen bij de galerie en bij de cliënten. Ze creëren een kunstmatige schaarste, of een hausse. Dan zeggen ze: ik heb nou iets ontdekt! Echt iets voor jouw collectie. Je moet nu toeslaan, anders is het weg. Daar zijn wij nooit zo gevoelig voor geweest. Wij zagen het gebeuren en waren participant en toeschouwer tegelijk.’
Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.