Categorieën
2021 Musea Stories Tentoonstellingen - Nationaal Uncategorized

John Heartfield

John Heartfield (1891-1968), de Duitser met de Engelse naam, maakte tijdens zijn leven honderden fotomontages. Heartfields combinatie van onverschrokkenheid, humor en slimme beeldvondsten maken zijn werk tot op de dag van vandaag een inspirerend voorbeeld van doeltreffend politiek activisme.

Das ist das Heil, das sie bringen! roept John Heartfields fotomontage uit 1938 ons vanaf de onderkant van de pagina toe. Hoog bovenin tekenen vijf bommenwerpers grillig een skelet van een opgestoken hand in de lucht. Daaronder de resten van een verwoeste stad. Slappe kinderlichamen liggen op de voorgrond. 
Zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat het woord Heil en de opgestoken hand geen onmiddellijke associaties oproepen, is het overduidelijk. Hier worden de machthebbers die nietsontziend een onvoorstelbaar grote hoeveelheid dood en verderf zaaien, onomwonden bekritiseert.  Het meest schokkende aan dit werk? Het is van alle tijden. 

John Heartfield, Das ist das Heil, das sie bringen!, pagina in VolksIllustrierte, Nr. 26, 29.6.1938

Geld is macht 

Eerder maakt Heartfield voor de Arbeiter Illustrierte Zeitung, kortweg AIZ, een beeld waarop de man met de snor zelf staat afgebeeld Adolf, der Ubermensch. Schluckt Gold und redet Blech (1932). Hitlers mond staat open, zijn ogen iets omhoog en in de verte gericht. Heartfield biedt ons een blik op zijn holle binnenste waar de munten zich opstapelen. Daar waar het hart hoort te zitten, prijkt een helderwit hakenkruis. Heartfield monteert dit beeld vlak voordat Hitler de macht grijpt met alle desastreuze gevolgen van dien. De tijd van de Republiek van Weimar – de eerste, korte periode van democratie op Duitse bodem – is dan bijna ten einde. Een tijd die wel wordt omschreven als dynamisch en uitbundig. ‘Dromen van een nieuwe, moderne wereld werden met veel energie nagejaagd door wetenschappers, politici en kunstenaars’, aldus Ralph Keuning. De directeur van Museum de Fundatie noemt de positie van de kunstenaars zelfs jaloersmakend: ‘Midden op het maatschappelijk speelveld. Ingrijpend en partijdig. Kunstenaars manifesteerden zich als modernisten, revolutionairen, genadeloze waarheidszoekers, troosters en estheten.’ 

Maar voor de meeste Duitsers is het een uiterst sombere tijd, waarin de wonden van de gruwelijke oorlog nauwelijks kunnen worden gelikt. Extreme politieke meningen staan lijnrecht tegenover elkaar en arbeiders die in zware armoede leven zijn meer dan ooit afhankelijk van het opkomende kapitalisme en het grote geld dat zich elders opstapelt. John Heartfield levert kritiek. Niet op de vooruitgang, maar op de gevolgen van de toenemende efficiëntie en machinalisering voor de arbeider. Met een montage die hij in 1926 maakt – die later als boekomslag verschijnt – transformeert Heartfield een stapel metalen voorwerpen in een werknemer die in grote haast op ons af lijkt te rennen met zijn metalen benen en tikkende klokhoofd.   

John Heartfield, Krieg und Leichen, pagina in AIZ 18, 1932

Fotomonteur 

Niet alleen weet Heartfield door een geveinsde psychische stoornis militaire dienst te ontsnappen, kort daarop – als Duitse zeppelins bommen en angst zaaien boven Londen – protesteert hij door zijn geboortenaam Hellmuth Herzfeld voorgoed in te ruilen voor John Heartfield. In 1916 ontmoet hij de gelijkgestemde kunstenaar George Grosz. Op dat moment werkt Heartfield – opgeleid bij academies in München en Charlottenburg –  nog aan landschappen. Hij verbrandt ze. Zijn als eerste beschouwde fotomontage ontstaat een jaar later. Onderin het beeld ligt een verminkte soldaat, zijn geschonden lichaam nauwelijks te onderscheiden van de aarde van het slagveld. Daarboven een tapijt van dode lichamen tot aan de loodgrijze horizon. Op de smalle witte band in het midden staat in zijn eigen handschrift geschreven: So sieht der Heldentod aus.  

Samen met Grosz is Heartfield betrokken bij de oprichting van Berlin Club Dada, waarin kunstenaars zich verenigen als reactie op de verschrikkingen van de oorlog. Ze keren zich met hun absurdisme en nihilisme tegen de heersende waarden in de kunstwereld, maar ook tegen de maatschappij. Voor Grosz en Heartfield blijft het dan ook niet bij Dada. In 1918 sluiten ze zich aan bij de net opgerichte Kommunistische Partei Deutschlands, waarvoor Heartfield tien jaar later een legendarische verkiezingsposter maakt met een simpele, maar doeltreffende foto van de hand van een arbeider die de toeschouwer lijkt te willen grijpen. Zijn communistische opvattingen klinken eveneens door in de manier waarop hij werkt. Gebruikmakend van de massamedia, werkt hij graag als een arbeider in een overall. En noem hem geen kunstenaar, maar fotomonteur. 

Voor de massa 

Heartfield begint nog tijdens de oorlog met zijn broer Wieland anti-militaristische teksten te publiceren in Neue Jugend, een schoolblad dat zij inclusief publicatierechten overnamen om zo de censuurregels te omzeilen. Als in 1917 het tijdschrift alsnog verboden wordt, richtten de broers Malik-Verlag op, een linkse uitgeverij. Heartfield knipt en plakt boekcovers en collages voor de AIZ. Zijn beeldmateriaal komt uit tijdschriften, kranten en van zelfgemaakte foto’s en hij maakt ze onderdeel van een precies spel van realistische elementen, schaduwwerking, dynamiek van een compositie en ridiculisering van macht.  

Het is een tijd waarin geïllustreerde media steeds populairder worden en de nieuwe drukmogelijkheden maken het bereik steeds groter. De invloed van de beelden groeit mee. Voor Heartfield is niet alleen de oorlog een belangrijke voedingsbron voor zijn werk, maar ook de manier waarop de berichtgeving daarover verloopt. ‘Ik kwam erachter hoe je mensen voor de gek kan houden met foto’s, echt voor de gek kan houden. Je kan liegen en de waarheid vertellen door de verkeerde titel of het verkeerde bijschrift erbij te plaatsen.’ Tot nu toe werd fotografie gezien als middel om de realiteit te tonen, maar kunstenaars als Heartfield onthullen hoe je met fotografie de wereld geheel naar je hand kunt zetten.   

Humor en reclame  

Naast de schokkende oorlogsbeelden duiken ook geestige karikaturen op. ‘Slimme valstrikken’ noemt Vera Chiguet de grapjes en verwijzingen in de collages in de catalogus bij de tentoonstelling John Heartfield – photography plus dynamite. ‘Ze wilden het publiek niet onderrichten, maar stelden slimme valstrikken op om het op een vermakelijke manier, door middel van grappen of verbazing, aan het denken te zetten.’ Heartfields fotomontages zitten vol kleine en grote verwijzingen en grapjes, waarmee hij de kritische kijker beloont en aan zich bindt. Verwijzingen naar politieke figuren, maar ook rechtstreeks naar reclame-uitingen. Zoals een voorpagina van de AIZ uit 1933 waarin hij van Nazi-politicus Wilhelm Frick een bedluis maakt die op laarzen en met een gifspuit in de aanslag op zoek is naar ongedierte. 

De activistische houding en beeldtaal van Heartfield is te vergelijken met sommige geëngageerde kunstenaars van vandaag. Ook zij zetten humor en de beeldtaal van reclame in om – soms letterlijk – kritische vragen te stellen. Zoals de groep Guerilla Girls die zich sinds 1985, onder meer, actief richt op de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke kunstenaars in musea. ’Do women have to be naked to get into U.S. museums?’ vragen zij zich in 1989 in grote letters af. Tegen een gele achtergrond is Ingres’ bevallige La Grande Odalisque (1814) in het beeld gemonteerd, voorzien van de kenmerkende gorilla kop.  

Ook de Amerikaan Hank Willis Thomas (1976) ontleent zijn beeldtaal aan commercie.  Onderdeel van zijn gevarieerde, maar vrijwel altijd politiek geladen oeuvre zijn foto’s waarbij de gelikte uitstraling van het eindresultaat direct verwijst naar reclamefotografie. Niet als commentaar, maar wel als een statement tegen het allesoverheersende kapitalisme. In zijn serie Branded uit 2004 zien we onder meer een gebrand Nike-logo aan de zijkant van een kaalgeschoren hoofd en in een serie uit 2011 zien we basketballers die ballen door stroppen werpen en voetballers die geketend zijn aan de bal. Net als Heartfield ziet hij de, nog steeds, problematische positie van de (zwarte) arbeider. Niet op katoenvelden of in fabrieken, maar op het sportveld, waarbij sponsorcontracten alles bepalend zijn.  

John Heartfield, boekomslag voor Kurt Tucholsky, Deutschland Deutschland, 1929

Yes, its relevant 

Heartfield was een onverschrokken activist. Als in april 1933 de doodstraf komt te staan op anti-nazi kunst, ontsnapt hij ternauwernood aan de SS-ers die zijn atelier binnenvallen. Hij vlucht te voet naar Tjecho-Slowakije. Het is niet zijn eerste vlucht: als oudste zoon van Frans Herzfeld, een joods socialistisch schrijver die veroordeeld werd tot gevangenisstraf wegens godslastering, is hij als vierjarige al eens meegenomen op een vlucht naar Zwitserland en Oostenrijk.  

Maar ook in Praag – waar hij gestaag doorgaat met zijn montages voor de AIZ – is hij niet veilig. Als de Wehrmacht Praag, binnenvalt, weet Heartfield nogmaals te ontsnappen. Naar Londen dit keer, zijn onverschrokken strijdlust als belangrijkste bagage. Zijn eerste tentoonstelling in Londen in 1939 krijgt de titel : One Man’s War against Hitler.  

Ook nu kennen we kunstenaars die hun vrijheid en leven in de waagschaal leggen om hun politieke boodschap over te dragen. Afgelopen herfst nog zijn leden van de Russische punkrockband Pussy Riot, die in 2012 tot twee jaar strafkamp veroordeeld werden, opnieuw opgepakt, nadat ze overheidsgebouwen opsierden met regenboogvlaggen. En de  Cubaanse kunstenaar Tania Bruguera is vanwege haar politiek kritische performances diverse malen opgepakt en in december 2020 onder huisarrest geplaatst. Net als Ai Weiwei in 2010 vanwege zijn – nog immer voortdurende – kritische houding ten opzichte van de Chinese autoriteiten.  

Net als Heartfield beperkt Ai Weiwei zich niet tot problemen op zijn geboortegrond. ‘Yes, it’s relevant’, zegt hij in Re fuse (2017), een magazine gewijd aan de migratiecrisis, op de vraag of een andere benadering van de migratie- en vluchtelingenproblematiek relevant is. ‘Any kind of effort is relevant, but it still very much depends on how you can create a language and use that language, because language is, after all, for communication. It all depends on how skillful you are.’ Heartfield bezat deze begaafdheid. En hij had de moed en de lange adem om deze ook in te zetten. 

John Heartfield – fotografie plus dynamiet  
Museum de Fundatie, Zwolle, t/m 22 augustus (data onder voorbehoud)
www.museumdefundatie.nl 

Wil je meer interessante verhalen lezen? Abonneer je dan op Tableau Magazine of meld je aan voor onze nieuwsbrief!