Categorieën
2023 Columns

Column Romantiek: De cirkel van invloed

In augustus gebeurt er eigenlijk nooit wat op het gebied van (beeldende) kunsten. Er zijn geen beurzen, nauwelijks veilingen en de verzamelaars staan op vakantiemodus. Daarom was ik blij dat september aanbrak, die prachtige maand met dat lage, schelle en diffuse zonlicht. De maand dat de herfst zich langs de zomer probeert te worstelen; eikels en beukennootjes vallen van de bomen en zelfs paddenstoelen komen langzaam op alsof ze de laatste warme stralen van de zomer proberen weg te blazen. En inderdaad. September brak nog niet aan of de telefoon stond roodgloeiend. Blijkbaar hadden kopers en verkopers van kunst, familieleden met (on)verdeelde boedels en smaakveranderaars tijdens de vakantieweken gereflecteerd en waren tot de conclusie gekomen dat een en ander geregeld of veranderd moest worden. Hetzelfde vindt overigens plaats na een kerst- of paasvakantie. Daar kan je gif op in nemen.

Kortom. Tijd voor kunst. Het seizoen was aangebroken. De veilingen stonden in de startblokken, beurzen werden opgetuigd en verzamelaars en musea roeren zich geleidelijk. Mooi om te merken dat het feitelijk al decennia zo gaat. L’histoire se répète. Een van de leukere evenementen heet de PAN, die op zaterdag 19 november opende. De grote vraag was waarmee de dames en heren kunsthandelaren aan komen zetten? Verse waar? Nieuwe spraakmakende objecten en schilderijen? Museale trouvailles? Dat is allemaal van belang voor een avontuurlijk, spannend en geslaagd evenement.

SUCCES

Een andere, wellicht veel belangrijkere, vraag is hoe de markt zich houdt na de gigantische inflatie, de voortdurende oorlog in Oekraïne, de astronomische gas- en olieprijzen en de afnemende economische groei? En komt hiermee de prijskwaliteit verhouding van de kunst onder druk te staan?

Ik geloof zelf erg in het salesmodel van het oog van succes. Dat is een gelijkzijdige driehoek met op elke hoek een even belangrijk element als object, prijs en presentatie. Aan deze drie criteria moet tegelijkertijd voldaan zijn bij de verkoop: het kunstvoorwerp moet goed zijn, de prijs juist en de presentatie voorbeeldig. Er wordt een cirkel getrokken binnen de driehoek, de zogenaamde cirkel van invloed. Hierin staan de eigenschappen waar je zelf invloed op kunt uitoefenen zoals marketing, storytelling, staat van het object en het oproepen van sociale netwerken. Vervolgens wordt een cirkel rondom de driehoek aan de buitenkant getrokken. In dit buitenbaantje zitten de door jou niet beïnvloedbare graadmeters als bijvoorbeeld de economische situatie en de logistieke organisatie van de beurs. Je levert je over aan derden. In dit model gaat het dus om het brengen van de goede beeldmotieven die realistisch geprijsd zijn en verzorgd zijn getoond. En als je dan aan alle voorwaarden van de binnenste kring voldoet, en dat is hard werken, zou je zeggen dat het bijna niet mis kan gaan met het succes van de verkopen aan verzamelaars op de beurs.

Eigenlijk zeg ik hiermee dat je grotendeels zelf je welslagen bepaald. En in tijden van een wankelend sentiment over de maatschappij en economie – het woord crisis vermijd ik graag – is het verstandig om er een schepje bovenop te doen. Ik geloof dan dat zelfs bij toepassing van dit model de 19e- eeuwse schilderkunst, die zogenaamd gedecimeerd zou zijn, – ik spreek liever van gecorrigeerd – nog steeds goede resultaten kan halen. Ik ga deze stroming in ieder geval nooit uit de weg.

Naast werken van ‘waar kleine meesters groot in zijn‘, toonde ik onder meer Romantiek en Haagse School. Een van de leukste werken was, mijns inziens, een zeer fijn geschilderd schilderijtje van Schelfhout leerling J.G. Hans (1826-1891). Het beeldmotief van de eendenjacht is treffend, de staat is subliem, het schilderij is dertig jaar niet op de markt geweest en de vraagprijs was billijk. Uiteraard heb ik het mooi gepresenteerd. Ondanks de zwakke economische voortekenen geloofde ik dat de PAN in november wederom een succes kon worden. Dan moeten we er wel met zijn allen misschien iets harder aan trekken. Dat dan weer wel.

Jop Ubbens Art Advisory adviseert particuliere verzamelaars, connaisseurs en culturele instellingen op het gebied van 19e- en 20e-eeuwse Europese en exotische schilder- en tekenkunst. Ook geeft hij raad bij het samenstellen, sublimeren of afstoten van een collectie.

Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Categorieën
2021 Columns

Column Romantiek: het kunstenaarsatelier

Onlangs ruimde ik mijn bibliotheek maar weer eens in. Een dankbaar klusje in deze barre tijden van intelligente isolatie. Vrij rap kwam ik het boek Ateliergeheimen (2006) tegen, begon wat te bladeren en kon het toen niet meer wegleggen. Tegelijkertijd schoten mijn gedachten naar de Noord-Italiaanse badplaats Bordighera (Imperia). Monet heeft daar en in de omgeving ooit een stuk of 35 landschappen geschilderd. Maar dat terzijde. In de zomer van 2008 bezocht ik in Bordighera een van de, naar men zegt, ongeveer 100 authentieke en intact gebleven kunstenaarsateliers uit de 19e eeuw. Het betrof het artistieke heiligdom van Pompeo Mariani (1857-1927), een Italiaanse schilder van oriëntalistische en (semi) mondaine genrestukken. Het kunstenaarsatelier lag erbij alsof de meester net gevlogen was: penselen en kwasten in potjes, ingedeukte verftubes, schildersezels, opgedroogde lappen vol verfresten, vazen met pauwenveren, zijn palet, en verschillende soorten stof lagen gedrapeerd over de doorgezakte fauteuils.

We kennen allemaal het kunstenaarsatelier van de Romantische schilder Eugène Delacroix. En het atelier van de symbolist Gustave Moreau, beide in Parijs. Wie heeft wel eens een voet over de drempel gezet van het Museum Paul Tetar van Elven in Delft ? Of heeft u ooit het domicilie annex kunstenaarsatelier van de welvarende en van oorsprong Dordtse kunstenaar Ary Scheffer in de Rue Chaptal bezocht? Ga erheen. Ik zelf ben dus gek op oude kunstenaarsateliers. Je kunt mij er ’s nachts voor wakker maken. En het liefst zou ik alleen maar schilderijen verzamelen die het kunstenaarsatelier tot beeldmotief nemen. Boek weer teruggezet.

De kunstenaar aan het werk

Een ander schilderkunstig thema dat mij evident na aan het hart ligt, is de kunstenaar aan het werk; in zijn atelier, en plein air of een collega afbeeldend. Meestal vervaardigd als olieverfschets op een klein plankje dat gemakkelijk mee te dragen is het veld in. Op een taxatiedag, jaren geleden, kwam er iemand binnenlopen met een werkje van de Haagse School schilder Jacob Maris die zijn kompaan Frederik Hendrik Kaemmerer achter zijn veldezel in de bossen bij Oosterbeek neerzet. Het schilderijtje is inmiddels toegevoegd aan de verzameling van het Dordrechts Museum. En onlangs kocht ik voor een verzamelaar een op een zeer fijn populierenhouten paneeltje geschilderde voorstelling van de Franse schilder Marie Joseph Ernest le Nail (1842-1927), die zijn kameraad de kunstenaar Ernest Simon weergeeft (zie afbeelding). Vaak spat het plezier en de spontane virtuositeit van deze werken af. Ik ben dan meestal meteen verkocht en merk bij mijzelf dat ik er altijd naar op zoek ben.

Marie Joseph Ernest Le Nail (1842-1927), Portrait of Ernest Simon (1848-1895) painting, 
olieverf op paneel, 23,5x14cm

In de catalogus (het volgende boek dat ik in de kast zette) van de tentoonstelling ‘Mythen van het atelier, werkplaats en schilderpraktijk van de 19e-eeuwse Nederlandse kunstenaar’ (Valkhof Nijmegen en Teylers Haarlem, 2010 ) staan een paar voor mij onbereikbare voorbeelden. Het atelier van de schilder door Petrus van Schendel (circa 1828) dat zich in een particuliere verzameling bevindt, Jan Toorop’s Zelfportret in het atelier (1883) uit het van Gogh Museum en een schilder in zijn atelier uit het Rijksmuseum, dit keer vervaardigd door de paardenschilder Anthony Oberman (De schilder in zijn atelier, 1820); het zijn allemaal ongenaakbare werken voor mij.

De schilder en zijn atelier, of de schilder aan het werk, dat spreekt altijd tot een voyeuristische verbeelding. Inmiddels ben ik in opdracht van een particuliere verzamelaar begonnen, op bescheiden wijze, een collectie op te bouwen van kleine, fijne werken waarin 19e-eeuwse kunstenaars in binnen- en buitenland elkaar schetsen of in ieder geval bezig zijn met het uitoefenen van hun vak. Voor henzelf vaak niet meer dan een studie, een artistieke proeve van bekwaamheid, voor de liefhebbers echter een kunsthistorisch document. In het atelierstuk gaat het om de ‘gewilde wanorde’: een plek waar de rekwisieten chaotisch door elkaar lijken te liggen maar waar alles zijn plaats heeft, exact georkestreerd door de kunstenaar. De kunstenaar voelt zich in de omgeving van zijn werkplaats, veelal in eenzame en zelfgekozen opsluiting, veilig en beschermd. Dat comfortabele zie je eraan af. En wij kijken op gepaste afstand met bewondering toe.

Wilt u meer columns lezen van Jop Ubbens? Abonneer u dan op Tableau Magazine of op onze nieuwsbrief!

Categorieën
2020 Columns

Column Romantiek: Wanderlust

Op het lege, brede en verlaten strand van Schiermonnikoog voel ik mij de monnik aan zee in het beroemde schilderij uit de Romantiek van Caspar David Friedrich uit 1808/9. Ik geef mij over, klein en nietig, aan de onstuimige wind die het beige gekleurd zand doet opwaaien en voel mij verlaten in deze oneindige weidsheid van de goddelijke en overweldigende natuur.

Een met jezelf of zo. Dichter bij het idee van de evocatie van een schilderij uit de Romantiek kom je, volgens mij, niet. Of je moet de twee zorgvuldig gerestaureerde kolossale schilderijen van Wust bekijken. Wie? Alexander Wust (1837-1876), een Nederlander die rond 1860 op woeste en meeslepende wijze de onherbergzame bossen en wilde bergstromen van Amerika en Noorwegen verbeeldde: Wanderlust en Waldschmerz. Waar kleine meesters groot in zijn.

In de huidige tijd van lockdown, quarantaine en terecht voorzichtig opererende massa’s is het heerlijk om met de tijd die je eigenlijk gewoon over hebt weg te dwalen in schilderijen van jouw voorkeur. In mijn geval dus schilderijen uit de Romantiek. De werken van Gericault, Delacroix of Turner, om een paar van mijn favorieten te noemen, geven mij houvast en laten me wegzinken in hun anekdotische intenties in combinatie met hun feilloos gevoel voor dramatische composities en op effectbejag gestoeld kleurgebruik. Grote formaten doen de rest. Of…
Om dichter bij huis te blijven: het monumentale doek van de slag bij Waterloo met de gewonde Prins van Oranje, de latere Koning Willem II, door historieschilder Jan Willem Pieneman uit 1824 (coll. Rijksmuseum, Amsterdam) maakt op mij nog steeds een onuitwisbare indruk.

Romantiek
Alexander Wüst, Bergachtiglandschap, 1871, olieverf op doek, 95 x 196 cm, coll. Dordrechts Museum foto Peter den Ouden

Wie het kleine niet eert
In de 19e eeuw zijn ook prachtige schilderijen vervaardigd die het niet van hun afmetingen moeten hebben. Neem nou eens de olieverf schets in het algemeen. Dichter bij een kunstenaar kom je bijna niet. De Fondation Custodia is van plan in het voorjaar 2021 de tentoonstelling ‘True to Nature’ vanuit Washington naar Parijs te halen. Het betreft hier kleinschalige, snel en fijn gepenseelde openlucht schetsen op papier of doek uit de periode 1780-1860, van veelal jonge kunstenaars als Jules Coignet, Corot en Constable. Zij schilderden onderweg naar Italië, de Baltische kust of de Zwitserse Alpen de mooiste studies. Je weet niet wat je ziet aan artisticiteit en kwaliteit. Het zijn vlugge schetsen van wolkpartijen, Romeinse ruïnes, horizonten en momenten van pure natuurbeleving. Pareltjes. Allemaal. Wie het kleine niet eert…

Rust, ruimte en Romantiek
Kortom de 19e-eeuwse schilderkunst heeft zeer veel te bieden. In deze tijd van relatieve rust en ruimte voor reflectie in het zogenaamde ‘nieuwe normaal’ is er tijd de Romantische Scholen te herontdekken. Ook op Instagram is de zucht naar het exotische verleden van bijvoorbeeld het oriëntalisme, de decadentie van het fin de siècle en zeker ook de vastigheid en het onwrikbare vertrouwen in werken van kunstenaars met een afgerond oeuvre en de zekerheid van een trackrecord een trend. Instellingen als Museum d’Orsay, verzamelaars en kunsthandelaars in binnen en buitenland posten met enige regelmaat hun nieuwe 19e-eeuwse trouvailles op dit platform.

Terug naar Schiermonnikoog. Het eiland brengt je allereerst in vervoering vanwege het schitterende gebied waar duin, bos, strand en zee subliem samenkomen. Daarnaast waai je er (letterlijk) door en kom je zo vanzelf tot contemplatie en verbeelding. Het wekt dweperige gedachten bij mij op en mijn fantasie, ingegeven door de sereniteit van het landschap, gaat met mij aan de haal. Een met de ontzaglijke natuur denk ik er heel even in een 19e -eeuws schilderij te leven.

Jop Ubbens 
www.ubbensart.com     

Wil je op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van kunst? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief of abonneer je op Tableau Magazine!

Categorieën
2019 Verzamelen

Column Romantiek

De tentoonstelling “Paris Romantique : 1815-1848” in het Petit Palais te Parijs is nog niet afgelopen of de expositie over leven en werk van de Engelse visionaire 19e-eeuwse kunstenaar-dichter William Blake (1757-1827) in Tate Britain in Londen dient zich al weer aan. Het Drents Museum in Assen toonde recentelijk nog vijftig jaar Italiaanse schilderkunst uit de periode 1860-1910 onder de beetje merkwaardige zinspreuk `Sprezzatura`. Hoezo is de aandacht voor de 19e eeuw tanende? Ik zou willen stellen dat juist het tegendeel waar is. Graag verwijs ik in dat kader tevens naar de (twee-) maandelijkse, zeer informatieve en verzorgde nieuwsbrief die Van der Meij Fine Arts uit Amsterdam online publiceert waarin een keur aan exposities over 19e -eeuwse schilderkunst die  op dat ogenblik globaal plaatsvinden. En op het moment dat u deze column leest valt de retrospectieve over leven en werk van de Hollandse Impressionist Willem Bastiaan Tholen (1860-1931) in de Fondation Custodia in Parijs al een tijdje te bewonderen. En dit is slechts een kleine opsomming van wat er zich afgelopen jaar op het terrein van de traditionele , figuratieve 19e en vroeg 20e eeuwse schilderkunst met een trackrecord afspeelt. 
 

Willem Bastiaan Tholen (1860-1931), De nieuwe Scheveningseweg,
Den Haag, in de winter
, olieverf op doek, 73,5×103 cm 

Ook de PAN is aan de gang en daar is meer dan voldoende 19e-eeuwse vaderlandse schilder- en tekenkunst te koop.  Bij onder andere de kunsthandels Bies, Albricht, Ligthart, Klaver, van Omme, Pygmalion, Mark Smit en van Wisselingh worden prachtige schilderijen en aquarellen uit de Romantiek en het (Post) Impressionisme aangeboden. Ik sta er ook (stand 130). Voor de eerste keer. En ook mijn periode omvat de artistieke bewegingen van grofweg 1800-1930. Strategische kernvraag bij mijn keuze voor de werken die ik daar wil laten zien is hoe ik mij kan onderscheiden van mijn collegae.  

Dat is complex en valt zeker niet mee. Ik weet ook niet of het gelukt is (dat mag een ander verder beoordelen), maar ik heb in ieder geval een poging gewaagd deels idiosyncratisch schilderijen en tekeningen om mij heen te verzamelen. Werken die vanuit de gedachte van connaisseurschap en de verzamelaar worden gebracht. Mijn uitgangspunt is geweest of aparte onderwerpen van een bekende meester te verkrijgen of te werk te gaan langs de lijn `waar kleine meesters groot in zijn`. En natuurlijk is een fundament gelegd met mainstream kunstenaars zoals eerdergenoemde Tholen en Breitner. Hoe dan ook ik verheug mij zeer om deel te nemen aan de PAN. En ik ben blij dat ik in ieder geval een minuscule bijdrage kan leveren aan het kunsthistorische bestaansrecht van die meeslepende en belangrijke 19e eeuw (en vroeg 20e eeuw). Een eeuw die enigszins overvleugelt dreigt te raken door het commerciële en veelal speculatieve geweld van de hedendaagse kunst die zich, mijns inziens, nog maar moet bewijzen ten opzichte van de kunst van de Moderne Oude Meester. Is de belangstelling voor de 19e -eeuwse schilderkunst slinkend? Museumbezoek wijst anders uit. 

Tot op de PAN!  

Lees meer in Tableau Magazine!