Categorieën
2023 Columns

Column Design: de openbare ruimte

Vaak kleine maar fijne ingrepen en toevoegingen typeren het werk van Street Art Frankey in de publieke ruimte van Amsterdam. Een subtiel sculptuurtje van een pianospeler op een kruk hangt aan de daklijst in de Blankenstraat, een roze tong steekt uit een rooster in een muur aan de Jan Pieter Heijestraat en een konijntje piept uit een boom op de Prins Hendrikkade. Slimme, speelse en vaak humoristische werkjes die alleen de oplettende kijker ziet, maar die de stedelijke omgeving net een beetje leuker maken. Op een subtieler manier neemt Frankey de stad als uitgangspunt voor zijn talloze originele urban interventions. Op de Overtoom voegde hij een gele hijskraan toe aan een neoklassiek wit timpaan en een betonnen blok wordt in een handomdraai een dobbelsteen. Soms ontwerpt hij in opdracht maar vaak ook op eigen initiatief. Recent liet Piet Boon in zijn galerieruimte in Oostzaan een overzicht van het werk van Street Art Frankey zien, dat zich begeeft op het grensvlak tussen kunst, design en architectuur. In de openbare ruimte vraagt hij altijd toestem­ming aan de eigenaar van het gebouw, tenzij het pand aan zijn lot is overgelaten dan neemt Frankey het heft in eigen hand. De interventies zijn niet ironisch of kritisch bedoeld, ze vormen een knipoog naar het alledaagse leven en verwijzen naar de hedendaagse beeldcultuur.

Theatrale eyecatchers in de openbare ruimte

Minder subtiel maar even speels en verrassend is de grote lichtsculptuur die ontwerper Maarten Baas dit voorjaar onthulde op de Neude in Utrecht. Voor de historische gevel van de Centrale Bibliotheek creëerde hij een beeld­ bepalende installatie die de entree van de bibliotheek markeert. Het werk Intellectual heritage slaat een brug tussen het ingetogen karakter van de bibliotheek en de drukke, dynamische sfeer van de binnenstad. De opvallende sculp­ tuur vormt een groot contrast met de statige, gesloten architectuur van het voormalig postkantoor maar past heel goed bij het uitnodigende en interactieve karakter van het stadsplein. Het werk is opgebouwd uit kleurrijke vormen en teksten en heeft iets van de neonreclames die je bijvoorbeeld in Las Vegas ziet, maar de woorden verwijzen naar literatuur, cultuur en filosofie, en natuurlijk is Dick Bruna’s Nijntje vertegenwoordigd. Het extraverte kunstwerk roept nogal wat reacties op en is – zoals veel werken van Maarten Baas – een echt conversation piece, theatraal en een tikkeltje recalcitrant.

Het werk slaat een brug tussen het ingetogen karakter van de bibliotheek en de drukke, dynamische sfeer van de stad

Kunst in de Openbare Ruimte Anne van der Zwaag Tableau Magazine
Maarten Baas, Intellectual Heritage, 2023, Bibliotheek Neude, Utrecht. Foto: Maarten Noordijk

Een eyecatcher is ook het grote publieke werk dat Studio Job recent ontwierp voor de Kunstkerk in Dordrecht. The Embrace is een dertien meter hoge gevelsculptuur van brons en glas waar de wereldberoemde studio vijf jaar aan werkte. Het is een rijk gedecoreerd tafereel in glas in lood, volledig met de hand vervaardigd, en zit net als het werk van Maarten Baas boordevol verhalen, referenties en details. Ook Studio Job stond voor de uitdaging een opvallend werk te ontwerpen voor de ingang van een monumentaal gebouw, met alle technische en artistieke beperkingen van dien. Het framework sluit in dit geval naadloos aan bij de contouren van het gebouw, een voor­ malige gereformeerde kerk. Ook de keuze voor glas in lood past bij de oorspronkelijke functie. In tegenstelling tot de kerkramen van weleer is deze voorstelling echter naar buiten gericht. Studio Job staat bekend om de toepassing van ambachtelijke technieken en ging uiterst nauwkeurig en gedetailleerd te werk. Een grote groep ontwerpers, illustra­ toren, architecten, beeldhouwers, bronsgieters, glas­ en staalbewerkers leverde een bijdrage aan het werk dat op een eigentijdse manier een tijdloos thema ‘saamhorigheid’ verbeeldt. De Kunstkerk is de afgelopen tijd getransformeerd tot een tentoonstellingsruimte en ontmoetingsplaats die kunstenaars, creatieven en cultuurliefhebbers verwelkomt.

Alles komt goed

Terug naar Utrecht waar Lily van der Stokker in 2013 een enorme theepot op Hoog Catharijne plaatste. Celestial Teapot is een doodnormaal huishoudelijk object dat Van der Stokker in polyester, zeven meter hoog liet uitvoeren. De afgelopen decennia werkte Van der Stokker aan een eigenzinnig oeuvre waarin vaak alledaagse bezig­ heden en objecten centraal staan. Haar werk is uitbundig, vrouwelijk, vrolijk en frivool, decoratief ook, zonder een moment cynisch te worden. Met rake teksten laat ze zien dat (conceptuele) kunst ook best grappig, direct en aandoenlijk mag zijn, bijvoorbeeld in de lichtsculptuur Kalm nou maar, alles komt goed uit 2007.

Anne van der Zwaag is curator, publicist en eigenaar/directeur van designbeurs OBJECT en kunstplatform BIG ART. Ze maakt tentoonstellingen, schrijft boeken en columns, adviseert bedrijven en zit in allerlei besturen en adviescommissies. Daarnaast verzamelt ze kunst en design.

Categorieën
2021 Stories

Walter Van Beirendonck en Maarten Baas in Design Dialoog

‘Ik was al fan van Walter tijdens mijn studietijd aan de Design Academy’, zegt ontwerper Maarten Baas over modeontwerper Walter Van Beirendonck. ‘Hij heeft een zeer eigenzinnige stijl met herkenbare en toch diverse collecties. Het is gedurfd én subtiel. Zijn werk is ook expressiever dan dat van mij. Ik ben meer van de suggestie.’ Het respect is wederzijds.

k ben ook fan van u, Maarten. Niet voor niets hebben wij jarenlang uw Clay meubels verkocht in onze winkel in Antwerpen. Voor onze andere winkel hebt gij een reeks kledingrekken gemaakt, ook in een Clay uitvoering in vrolijke kleuren. Dat werk is zo krachtig en oorspronkelijk.’ Naast respect zal er ook herkenning zijn. Van Beirendonck zette de modewereld in de jaren 90 op zijn kop met expres- sieve collecties die even makkelijk verwijzen naar literatuur en etnische folklore als naar seksspeeltjes en aliens. Hij was het die in de jaren 90 sportkleding naar de catwalk bracht. Nu kie- zen hiphopsterren die het trainingspak ontgroeid zijn voor zijn creaties, zoals Young Thug en Niki Minaj. Net zo makkelijk kleedt hij de vuilnisdienst van Antwerpen trouwens.
Ook Maarten Baas zette gangbare conventies over verantwoord design op scherp met collecties als Smoke (verbrande meubels) en Clay Furniture (meubels gekneed van kinderklei). Zijn bekendste werk is Real Time, een serie klokken die bestaat uit filmpjes waarin straatvegers, ramenlappers en kantoorklerken in een eindeloze herhaling klokwijzers voortbewegen. Meer nog dan klok zijn ze een geregisseerde installatie die het verstrijken van tijd letterlijk zichtbaar maakt.

Walter Van Beirendonck
Walter Van Beirendonck, Spring-Summer-2020. Courtesy Walter Van Beirendonck

HELL’S ANGEL

Minstens zo groot als de artistieke overeenkomsten zijn de uiterlijke verschillen. De 64-jarige Van Beirendonck oogt als een modebewuste Hell’s Angel met stekels en woeste baard; aan elke vinger zit een robuuste zilveren ring. Hij draagt een fluorescerend jack met daaronder een stoere spijkerbroek en extravagante gympen. Een outfit die – net als zijn creaties – extravert, vrolijk en ietwat lawaaierig is. De jarige Baas is meer de schuchtere kunstenaar in donkere, ingetogen kleding; een frivool hoedje is zijn enige uitspatting.

De aanleiding voor de conversatie tussen deze Vlaamse modekoning en de hofnar van het Dutch design is Characters, een speciale editie die Van Beirendonck maakte van de 101 Chair die Maarten Baas in 2016 ontwierp voor meubelfabrikant Lensvelt. In een editie van 120 unieke exemplaren heeft Van Beirendonck deze stoelen aangekleed in vrolijk gekleurde stoffen waarop mondjes zijn geborduurd – van pruillipjes tot een samengeperste spleet of een brede grijs. Op de rugleuning zit een pruikje. Het zijn hun gezamenlijke liefdesbaby’s. ‘Het idee om de stoelen uit te vergroten tot karakters kwam vrijwel meteen. En dan weet je dat het een goed idee is’,vertelt Van Beirendonck. ‘De stoelen van Maarten hadden al een uitgesproken identiteit met die twee knopen die eruitzien als ogen en telkens andere rugleuningen. Dat hoefde ik alleen uit te vergroten in mijn stijl met felle fellere kleuren en nou ja, echt fantasie figuurtjes. Natuurlijk heb ik moeten zoeken naar
de juiste dosering. Hoever wil ik gaan met het aankleden van de stoelen. Er moet nog wel te raden zijn in het karakter van de figuurtjes.’
Net als de modecollecties van Van Beirendonck is ook dit uitstapje naar meubelontwerp verhalend en dicht op de tijdgeest. ‘Diversiteit is een belangrijk thema nu. Dat je goed bent zoals je bent. Daarom zijn er gele en zwarte stoelen en alles ertussen. Jong en oud. We moeten deze verschillen juist vieren, niet wegstoppen. Op de armleuningen staan woorden als Love en Hold. Dat hebben we nodig, vooral nu. En tegelijkertijd laten deze stoelen ook de waarde van exclusiviteit zien. Dat de voorwerpen waarmee wij ons omringen een unieke persoonlijkheid hebben, een ziel eigenlijk.’

Maarten Baas, Second Nature – Water, UNSEEN 2021 installation shot
(foto Almicheal Fraay)

GIMMICKS

Exclusiviteit neemt inderdaad een belangrijke plaats in het oeuvre van beide ontwerpers in. ‘Mijn werk oogt impulsief en speels maar is van superieure kwaliteit’, zegt Van Beirendonck. ‘De materialen zijn hoogwaardig en tot in het kleinste detail ragfijn afgewerkt. Tegelijkertijd moet het ook niet zo zijn dat je omver wordt geblazen omdat het zo kunstig is. Dan zie je juist de achterliggende boodschap of de humor niet meer.’ Baas: ‘Exact. Ik herken dat bij de materialen die Walter gebruikt. Die zien er soms glanzend uit, als sportkleding. Maar dan glanst het precies goed. Niet te veel, niet te weinig. Of iets heel goed is gemaakt, daarin zit het verschil tussen een geslaagd pro- duct en gimmicks. De Clay collectie ziet er bijvoorbeeld uit alsof ik op een middag lekker ben gaan kleien. Maar daar zitten echt honderden keren proberen, mislukken en weer opnieuw doen in. Want als je het echt snel afraffelt, dan zie je dat.’ Nu is meer dan ooit behoefte aan dit vakmanschap, daarover zijn de mannen het eens. Van Beirendonck: ‘Juist omdat er zoveel massaproductie is. En ook omdat we zo veel online zijn. Ik zit denk ik nog iets dichter op het maakproces dan Maarten. Ik maak al mijn ontwerper eerst helemaal zelf met de hand. Ook ga ik zelf al mijn stoffenleveranciers en fabrikanten langs.’ Baas knikt. ‘Ook ik wil niet te veel afhankelijk zijn van anderen bij wat kan en niet kan. Daarom heb ik een uitgebreid productieteam en een eigen werkplaats waar we bijna alles zelf doen. Dat is voor mij een wezenlijk onderdeel van mijn creatieve vrijheid. Maar ook om de kwaliteit te waarborgen. Op deze manier weet ik zeker dat het maximale uit een materiaal of productietechniek is gehaald.’

OUTSIDERS

Wat ze delen is een gevoel voor absurde humor. Ze ontregelen graag en hebben lak aan conventies. Maar noem ze geen provocateurs. ‘Ik snap wel dat mensen dat zeggen, hoor. Maar nee, een provocateur? Zeker niet’, reageert Van Beirendonck. ‘Mijn ontwerpen komen heel spontaan tot stand, uit mijn eigen fascinatie. Ik vind ze dan ook niet absurd. Ze zijn geworteld in de realiteit. Ze zijn anders maar ook heel gewoon. Je wilt als createur ook grenzen verleggen. […]’

Verder lezen? Bestel hier de losse editie! Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van design, meld je dan aan voor onze nieuwsbrief of abonneer je op Tableau Magazine!