Categorieën
2022 Stories

Nieuw werk van Mark Manders

Mooi en verrassend nieuw werk van Mark Manders bij Zeno X Gallery, met een subtiele hoofdrol voor een onbenoembare kleur blauw, een fascinatie voor de skiapode en een intrigerend landschap waarin het blauw van de zee en de lucht in kleine vlakken aan de horizon hangt, als was het een waslijn.

Er zijn ook bekende elementen, nu in een net wat andere vorm. De krant met alle woorden is gestapeld tot een nette kubus voor een blauwe achtergrond, een combinatie die vanzelf verandert in een sereen landschap. Het blauw is licht, iets tussen water en lucht in, een tint waar eigenlijk geen woord voor is die in meerdere werken terugkomt. ‘Veel werken gaan over de wolken’, verklaart Manders de aanwezigheid van de kleur blauw. 

In de kamer aan het begin van de expositie – Room with All Existing Words – word je erdoor omringd. De sfeer is als een retro locker room met rondom kasten in een wat verbleekte ijsblauwe kleur van vroeger. Centraal staat een tafel met een beest erop, gevangen in een driehoek van botten en met een poot steunend op een donkerblauwe kleine kubus. Die ene poot keert als voet terug in de knipsels aan de muur. Afbeeldingen van de skiapode, een mythisch wezen met één grote voet dat Manders al tijden fascineert. Hij verzamelde ze hier aan de muur en in magisch boek dat in de ruimte hangt en waar ze met een stamp van zijn voet ook weer uit kunnen verdwijnen. En hij bundelde alles wat hij er over kon vinden en bedenken in een wikipediapagina. Immer verder associërend voegde hij er zelf een paar nieuwe varianten aan toe. 

Mark Manders, Room with All Existing Words (detail) 2022

Voor wie het werk kent zijn er vertrouwde beelden in deels weer nieuwe samenstellingen. De krant met alle bestaande woorden, koffiekopjes, een gezicht, een liggend dier, een touw als verbindende lijn, potloden en een wasknijper. Sommige oudere werken herneemt hij, in een iets andere vorm of formaat; iets dat mooi duidelijk wordt ook in het boek bij de tentoonstelling waarin werk vanaf begin jaren 90 is verzameld. Zo schrijft Manders met bestaande beelden steeds nieuwe zinnen, en in deze tentoonstelling ook hele nieuwe hoofdstukken, die echter onmiskenbaar van dezelfde schrijver zijn. Zoals de vitrine met het landschap, Field Fragment, waar boven een dikke laag klei kleine vlakjes blauw aan de horizon hangen.

Mark Manders - landscape
Mark Manders, Landscape with All Existing Words, 2005-2022

Opvallend is dat er soms een wat duistere sfeer opduikt. Alsof de rust is verstoord. Twee hompen klei met een pluk haar liggen als halve lichamen in plastic gewikkeld in een hoek van de Room with all existing words. Ook het dier dat op tafel staat oogt meer unheimisch en energieker dan andere dieren in zijn werk. En een van de doorgaans serene vrouwengezichten is aangetast en in verval. Haar huid is niet langer glad maar bestaat louter uit ruwe dotten klei en aan de achterkant van het hoofd hangt een sliert haar troosteloos omlaag. De intens donkerblauwe achtergrond maakt het wat beeld af. Maar af is niet het goede woord, het lijkt wat fragmentarischer. In een andere Night Scene zijn alleen de lippen en de kin van het gezicht nog aanwezig.

Mark Manders - Night Scene
Mark Manders, Night Scene, 2020-2022

Het nachtblauw duikt ook aan het eind van de tentoonstelling weer op in een landschap dat de tegenhanger lijkt van dat in het begin. Hier geen blok gestapelde kranten tegen een lichte achtergrond, maar een Engels woordenboek (met blauwe omslag) tegen een donkere achtergrond. 

Zo roept Mark Manders wederom een hele wereld op in zijn nog altijd uitdijende Zelfportret als Gebouw. Een vreemde wereld waarin toch alles klopt en waarin de details en de uitvoering soms verbluffend mooi zijn. Een wereld waarin je benieuwd blijft naar de ideeën die nog sluimeren.

Zeno X Gallery
Mark Manders, t/m 15 oktober
De tentoonstelling en het boek vieren 28 jaar samenwerking tussen de kunstenaar en de galerie.
Zeno X Gallery, Godtsstraat 15, Antwerpen- Borgerhout

Categorieën
2020 Stories

Mark Manders is niet aanwezig

The Absence of Mark Manders

In 1994 schreef Manders een tekst met de titel ‘The Absence of Mark Manders’. Die begint zo: ‘Under a table you have the possibility to test your own absence. The realization that life is taking its course, even without you is an intense human experience; it shows the finiteness of personality.’ Een expositie illustreert dat; als het werk er staat communiceert het verder zonder jou. Dat dat zo werkt fascineert Manders, dat een kunstwerk kan voortleven in de gedachten van duizenden mensen.

In feite gaat al zijn werk over hoe het brein werkt. Hoe taal een beeld kan oproepen. Hoe een object dat zich buiten je lichaam bevindt gedachten kan opwekken. Hoe je die objecten op elkaar kunt stapelen. Zijn werk is een vorm van taal, met losse woorden die als vanzelf op elkaar volgen en een zin vormen. Een zin die door iedereen anders gelezen wordt. Het zelfportret als gebouw gaat dan ook niet per se over hem of zijn persoonlijke leven, maar over hoe je een portret kunt construeren en laden met betekenis. Net als een IK is dat geen vaststaand feit, maar continu aan verandering onderhevig. Het stroomt, groeit, dijt uit, meandert in verschillende richtingen. Het is een vloeiend geheel waarin je kunt blijven dwalen en waarin je steeds nieuwe wegen of kamers ontdekt. Het zelfportret als gebouw is een vertaling van dat gegeven en het is nooit af. Het gebouw groeit mee en is nooit te klein. Tegelijk is het op elk moment voltooid zodra de kunstenaar een werk achterlaat.
 

Mark Manders in zijn atelier, 2019 (foto: Cedric Verhelst)

Zelfportret als gebouw

De tentoonstelling in Maastricht is opgezet als een aantal kamers uit het gebouw. Eerst kom je in De huiskamer, daarna in Het museum en tenslotte in Het atelier. Volgens Manders kunnen alle werken omgewisseld worden, en ook in een andere context staan: ‘zoals woorden in een zin ook in verschillende combinaties gebruikt kunnen worden’. In de tentoonstelling loop je door het zelfportret van Manders. Hij is er zelf niet, maar je bent op de plek waar hij ‘gedacht en gehandeld heeft’, schrijft het museum.

Het lijkt alsof de kunstenaar net even uit zijn gebouw is weggelopen en zo weer verder kan gaan. Dat doet hij soms ook, door ouder werk te herzien en door in zijn atelier in Ronse altijd aan verschillende werken tegelijk te werken. Soms gaat dat snel, soms staat een werk er jaren voordat het klaar is. Het onaffe karakter is een essentieel onderdeel. De klei lijkt nog nat, andere beelden hebben een fragiel evenwicht dat elk moment verstoord kan worden. Of de elementen zijn zo bij elkaar gebonden dat het lijkt alsof ze ook zo weer los kunnen laten. Ook in de presentatie benadrukt hij dit vaak door een atelier-achtige setting. Alles lijkt een tijdelijke constructie, even vluchtig als een gedachte of herinnering die voorbij komt en door Manders gevangen is in een beeld. Het zijn geen voltooide gedachten, of afgeronde verhalen. Er is altijd het gevoel dat er meer is dan wat je ziet. Dat dit een gestold moment is, een glimp van de werkelijkheid waarin alles ook als je er niet bent verder gaat. Hoewel hij het als taal ziet, is er van een letterlijke betekenis geen sprake. Het werk roept gedachten en associaties op maar laat zich niet vangen in een analyse of conclusie. Als het een zin is, dan is dat meer zoals in een gedicht of muziekstuk. Het ontroert of raakt iets, maar ontglipt zodra je dat wilt omschrijven. Het is een continu veranderend universum. Wellicht doet het werk zich net anders voor als je het een tweede keer kijkt. Voor Manders is dat de essentie van kunst, dat het ongrijpbaar blijft.

Wil je de rest van het artikel lezen? Meld je dan nu aan voor de nieuwsbrief of word abonnee!

Categorieën
2020 Stories

Mark Manders is niet aanwezig

The Absence of Mark Manders

In 1994 schreef Manders een tekst met de titel ‘The Absence of Mark Manders’. Die begint zo: ‘Under a table you have the possibility to test your own absence. The realization that life is taking its course, even without you is an intense human experience; it shows the finiteness of personality.’ Een expositie illustreert dat; als het werk er staat communiceert het verder zonder jou. Dat dat zo werkt fascineert Manders, dat een kunstwerk kan voortleven in de gedachten van duizenden mensen.

In feite gaat al zijn werk over hoe het brein werkt. Hoe taal een beeld kan oproepen. Hoe een object dat zich buiten je lichaam bevindt gedachten kan opwekken. Hoe je die objecten op elkaar kunt stapelen. Zijn werk is een vorm van taal, met losse woorden die als vanzelf op elkaar volgen en een zin vormen. Een zin die door iedereen anders gelezen wordt. Het zelfportret als gebouw gaat dan ook niet per se over hem of zijn persoonlijke leven, maar over hoe je een portret kunt construeren en laden met betekenis. Net als een IK is dat geen vaststaand feit, maar continu aan verandering onderhevig. Het stroomt, groeit, dijt uit, meandert in verschillende richtingen. Het is een vloeiend geheel waarin je kunt blijven dwalen en waarin je steeds nieuwe wegen of kamers ontdekt. Het zelfportret als gebouw is een vertaling van dat gegeven en het is nooit af. Het gebouw groeit mee en is nooit te klein. Tegelijk is het op elk moment voltooid zodra de kunstenaar een werk achterlaat.
 

mark manders
Mark Manders in zijn atelier, 2019 (foto: Cedric Verhelst)

Zelfportret als gebouw

De tentoonstelling in Maastricht is opgezet als een aantal kamers uit het gebouw. Eerst kom je in De huiskamer, daarna in Het museum en tenslotte in Het atelier. Volgens Manders kunnen alle werken omgewisseld worden, en ook in een andere context staan: ‘zoals woorden in een zin ook in verschillende combinaties gebruikt kunnen worden’. In de tentoonstelling loop je door het zelfportret van Manders. Hij is er zelf niet, maar je bent op de plek waar hij ‘gedacht en gehandeld heeft’, schrijft het museum.

Het lijkt alsof de kunstenaar net even uit zijn gebouw is weggelopen en zo weer verder kan gaan. Dat doet hij soms ook, door ouder werk te herzien en door in zijn atelier in Ronse altijd aan verschillende werken tegelijk te werken. Soms gaat dat snel, soms staat een werk er jaren voordat het klaar is. Het onaffe karakter is een essentieel onderdeel. De klei lijkt nog nat, andere beelden hebben een fragiel evenwicht dat elk moment verstoord kan worden. Of de elementen zijn zo bij elkaar gebonden dat het lijkt alsof ze ook zo weer los kunnen laten. Ook in de presentatie benadrukt hij dit vaak door een atelier-achtige setting. Alles lijkt een tijdelijke constructie, even vluchtig als een gedachte of herinnering die voorbij komt en door Manders gevangen is in een beeld. Het zijn geen voltooide gedachten, of afgeronde verhalen. Er is altijd het gevoel dat er meer is dan wat je ziet. Dat dit een gestold moment is, een glimp van de werkelijkheid waarin alles ook als je er niet bent verder gaat. Hoewel hij het als taal ziet, is er van een letterlijke betekenis geen sprake. Het werk roept gedachten en associaties op maar laat zich niet vangen in een analyse of conclusie. Als het een zin is, dan is dat meer zoals in een gedicht of muziekstuk. Het ontroert of raakt iets, maar ontglipt zodra je dat wilt omschrijven. Het is een continu veranderend universum. Wellicht doet het werk zich net anders voor als je het een tweede keer kijkt. Voor Manders is dat de essentie van kunst, dat het ongrijpbaar blijft.

Wil je de rest van het artikel lezen? Meld je dan nu aan voor de nieuwsbrief of word abonnee!