Categorieën
2023 Stories

De tentakels van Mette Sterre

Misschien zou ze wel het liefst een octopus willen zijn. Of in elk geval willen voelen hoe dat is. Gefascineerd door de bijzondere eigenschappen van deze dieren probeert Mette Sterre daar heel dichtbij te komen en de huid van de octopus na te maken.

De wezens en installaties die Mette Sterre (Delft, 1983) maakt lijken sowieso altijd tot een onderwaterwereld te behoren. Ze zijn kleurrijk en aaibaar, maken golvende bewegingen. Deinend op de stroom. Onderhuids pulseren dingen. De associatie met zachte zeewezens als kwallen, anemonen en soortgenoten is snel gelegd. Maar in het formaat lijken ze meer op een mens. Ondanks deze associaties blijven het vreemde wezens. Buitenaards. Ze zijn een beetje eng, overdreven aanwezig of uitbundig uitgedost. En toch is een ontmoeting niet helemaal ongemakkelijk. Door de zachtheid en vloeiende bewegingen, hebben de wezens een sensuele en verleidelijke uitstraling. Je wordt er nieuwsgierig van en zou ze willen aanraken. Ondanks het feit dat ze zo vreemd zijn. Een verwarrende sensatie. Mette Sterre: ‘Het is fijn om die grens een beetje te zoeken en te zien hoe mensen daarop reageren.’ Zeker als ze zelf in zo’n pak zit vindt ze het fascinerend daarmee te spelen, terwijl ze zelf anoniem en onzichtbaar is.

Mette Sterre Tableau Magazine
Mette Sterre, Seapussy Power Galore, Abcession (If you don’t know, you don’t grow), performance en installatie, Rijksakademie Open Studio 2021. Foto: Tomek Dersu Aaron.

Touch me

Nadrukkelijk doet het werk van Mette Sterre een beroep op de tastzin. Tastzin dat zo’n belangrijk zintuig is. Post corona, maar sowieso in deze high tech tijd waarin het (sociale) leven steeds meer in een digitale omgeving plaatsvindt. Artificial Intelligence, de metaverse (het geheel van alle digitale omgevingen, van games tot facebook). In de digitale wereld kun je elke vorm aannemen die je wil en een avatar kiezen die een totaal andere versie is van je zelf. Je zou je fysieke lichaam bijna vergeten. Maar juist daarin zit de kern van het werk van Mette Sterre: dat het tastbaar is. Ook in de performances. Natuurlijk kun je een ervaring digitaal imiteren, in een game of VR-installatie, maar het feit dat haar werk zich fysiek in dezelfde ruimte bevindt als jij maakt het echt een ander verhaal. Om iets niet alleen vanuit je hoofd te ervaren maar ook met je lichaam.

Sterre maakt omgevingen en figuren van zachte materialen die met computertechnologie en door performances in beweging worden gebracht. In het formaat hebben haar figuren iets menselijks, maar ook andere elementen weet ze te bezielen. Zo komt in Seapussy Power Galore – Abcession (if you don’t know, you don’t grow) uit 2021 zelfs de muur tot leven.

Sinds haar werkperiode bij de Rijksakademie (2019-2021) zoekt Mette Sterre naar manieren om haar werk zo natuurlijk mogelijk te animeren, tot leven te brengen. Niet met de vlekkeloze digitale beweging van robots of virtual reality, maar juist op een natuurlijke manier. Belangrijk daarin is dat patronen niet rechtlijnig zijn en zich steeds herhalen, maar dat ze juist onvoorspelbaar zijn, met kleine afwijkingen en onverwachte wendingen. Vanaf november 2022 werkt ze samen met de studenten van de TU Delft aan de verfijning van de techniek in haar werk, de soft robotica. Kennis delen en samen onderzoeken is het uitgangspunt van het TU-programma Crossing Parallels waar haar project een onderdeel van is. Dit programma brengt kunstenaars en wetenschappers bij elkaar om aan innovatieve projecten en technologieën te werken. Na een start met een internationale groep studenten van de richting Advanced Prototyping, werkt Sterre nu verder met stagiairs / student assistenten Matthijs Koerts en Miles Luxembourg aan de ontwikkeling van een octopushuid.

Mette Sterre Tableau Magazine
Mette Sterre, Amorphous Beings performance bij EVIDENCE IN MOTION. Foto: Pieter Kers.

Tot leven brengen

De octopus is een bijzonder dier. Het kan van kleur veranderen, van vorm veranderen, het heeft drie harten en het brein zit verspreid door het lichaam, ook in de tentakels. Het zit zo ingenieus in elkaar dat sommigen mensen denken dat de octopus een buitenaards wezen is.

‘Toen ik voor het eerst een octopus zag was ik zo onder indruk dat ik eigenlijk meteen al een octopus pak wilde maken’, zegt Sterre. ‘Op de Rijksakademie had ik wel gewerkt met soft robotica en het pak met al die abcessen gemaakt. Maar ik had ook geleerd dat je heel exact moet werken en dat het technisch gecompliceerd is om het perfect te maken. En daar zijn ze hier op de TU natuurlijk gespecialiseerd in.’ Met de studenten zocht ze naar manieren om het gedrag van de octopus na te bootsen. Een reeks proefjes in hun atelier toont verschillende experimenten, die steeds dichter bij een natuurlijk resultaat komen. Matthijs Koerts laat een harde ronde vorm zien met daarin een gangenstelsel, het begin. ‘Dit is eigenlijk een lange lijn, waar we vloeistof doorheen kunnen pompen zodat de kleur verandert. Maar dit materiaal bleek te weinig flexibel en dus zijn we toch met siliconen gaan werken.

De mal voor de vloeistofkanalen maken we met een 3D-printer of lasersnijder en we werken af met een laag siliconen zodat het oppervlak glad aanvoelt.’ Op dezelfde manier zijn mallen gemaakt met holtes waar lucht in gepompt kan worden, zodat de huid plaatselijk opzwelt. Met verschillende vormen testen ze hoe dit visueel werkt en of het een emotionele reactie oproept. Of het je verrast.

Het resultaat was mooi, maar er miste iets. Sterre: ‘Het is te mechanisch en voorspelbaar in de bewegingen. Het heeft geen ziel. Om het echt als een levend wezen te zien is meer nodig. Dat is eigenlijk de kern van animeren, het tot leven brengen. Animeren is verwant aan animisme, de gedachte dat ook planten, stenen en objecten een ziel hebben. Het is een oud idee dat in meerdere verhalen en mythes voorkomt. Denk maar aan Frankenstein of de golem. Het object tot léven wekken is de belangrijkste stap.’

Om dat te bereiken blijven ze experimenteren met nieuwe lagen en details, zodat de octopushuid soms van kleur verandert, soms opzwelt of soms samentrekt in een onverwachte kromming. Maar niet altijd en niet overal evenveel. En daarom is ook de uitgesneden mal met de vloeistoflijn niet perfect genoeg, of eerder te perfect: het is één lange lijn en daardoor voorspelbaar in gedrag. Een volgende stap was met de hand een patroon snijden waarin dwarsverbanden zitten, een netwerk in plaats van een lineair patroon. Zo proberen ze de octopus zo dicht mogelijk te benaderen. 

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Werk van Mette Sterre is komende tijd te zien bij:
• 38cc, Delft, A set of postures labeled flamboyant, 13 mei t/m 9 juli
• Kunsthal KAdE, Amersfoort, On marvellous things, 2 juni t/m 3 september
• CODA, Apeldoorn, Multidance (solo), 25 juni t/m 24 september
• 19 Mei t/m 9 juni TraklHaus Salzburg Solo show tijdens de Summer Akademie, Oostenrijk

Categorieën
2022 Stories

Backstage bij de Rijksakademie

Vanuit de hele wereld melden kunstenaars zich aan voor een werkperiode aan de Rijksakademie. De excellente voorzieningen en de rust om hier twee jaar lang geconcentreerd te werken maken het tot een gewilde plek. Dat is deels te danken aan de goed uitgeruste werkplaatsen. Een blik achter de schermen.

TAPIOCA IN PLAATS VAN EPOXY

Paint lab staat er op de deur, maar die term dekt de lading al lang niet meer. Het onderzoek dat hier plaatsvindt, verkent de grenzen van verf, hars, mallen, rubber, gietsels en meer. Deze werkplaats is al 25 jaar het domein van Arend Nijkamp. Vaak ruikt het er naar terpentine. Vandaag ruikt het naar kurkuma. Razia Barsatie gebruikt sinds 2013 kruiden uit de Hindoestaans-Surinaamse keuken in haar werk en onderzoekt hier hoe ze curry en kurkuma als pigment kan toepassen en of er een ecologisch alternatief voor epoxy te vinden is.

Daarnaast wil ze op de Rijksakademie uitzoeken hoe ze het werk meer 3D kan maken. Ze begon met een aubergine die ze in epoxy goot, maar dat materiaal vond ze te chemisch. Een alternatief vond ze in tapiocameel: als je dat kookt wordt het een transparante gelei die geleidelijk uithardt. Zolang het nog vloeibaar is kan ze erin tekenen: met een spuitje brengt ze poeder van kurkuma, curry of houtskool in. Die tekening blijft zichtbaar in het eindresultaat.

Razia Barsatie
Razia Barsatie, presentatie Open Studios mei 2022 (foto: Marjolein Sponselee)

Het probleem waar ze nu aan werkt is hoe ze het ‘plakkaat’ van tapiocameel vlak kan houden, steviger kan maken en in een volgend stadium wellicht nog meer volume kan geven. Arend Nijkamp adviseert en denkt mee. Hij heeft een achtergrond in de industrie en veel materiaalkennis. Meedenken betekent vooral dingen uitproberen: een laag autolak bijvoorbeeld zorgt voor een mooie heldere glans en een harder eindresultaat. Maar, ecologisch is het niet. En dus zoeken ze verder naar een beter alternatief.

Barsatie roemt de vrijheid die ze heeft op de Rijksakademie.
Er is ruimte om alles te onderzoeken en uit te proberen. Ze maakt gebruik van bijna alle werkplaatsen die er zijn om tot de installatie te komen die ze als eindwerk voor ogen heeft. Hier het onderzoek naar pigment en drager, in de metaalwerkplaats hoe ze het aan de muur kan bevestigen, in het medialab hoe ze het geluid van murmelende stemmen kan verwerken in de installatie. En bij het keramieklab werkt ze aan ‘lange monden’ waaruit die stemmen zullen klinken. Ook in het keramiek gebruikt ze de kurkuma weer als pigment. Voor haar zijn de kruiden een verwijzing naar haar culturele achtergrond en identiteit. Het is materiaal dat dicht bij huis is, makkelijk te verkrijgen en het past bij de huiselijke situatie die de inspiratie vormen voor haar werk, en bij de kleur van haar huid. Met vertrouwde geuren, materialen en tinten brengt ze persoonlijke elementen in haar werk, dat universele thema’s als achtergrond, uitwisseling en herinnering omvat.

Razia Barsatie
Razia Barsatie, presentatie Rijksakademie 2022 (foto: Marjolein Sponselee)

ZOEKTOCHT

Elke kunstenaar komt met een andere vraag in de werkplaats, zegt Nijkamp. Sommigen komen even langs, anderen – zoals Barsatie – een half jaar lang dagelijks. Soms weet Nijkamp het antwoord al, maar gaat dan toch opnieuw het onderzoek aan. Want hij weet intussen uit ervaring dat er voor de kunstenaar desondanks vaak een bruikbaar aspect uitkomt. ‘Ik leer ook van hen. Het out of the box denken, de doelgerichtheid en hun vasthoudendheid om verder te zoeken. Ik ben opgeleid in een industriële baan, waar alles precies moest kloppen. Hier zijn onverwachte resultaten vaak ook welkom.’ Dat en het internationale gezelschap op de Rijksakademie maken het voor hem tot een inspirerende omgeving.

Centraal in het paintlab staat een tafel met allerlei materiaalexperimenten. Sommige zijn al tientallen jaren oud, waardoor ook het effect van de tijd op het materiaal zichtbaar is. De eens kristalheldere hars blijkt jaren later vergeeld; of bleef juist goed, maar is nergens meer te verkrijgen. Die kennis en ervaring is in elke werkplaats terug te vinden.

In het medialab trekt specialist elektronica Kees Reedijk een dikke ordner uit de kast en laat zien wat er zoal gemaakt is. Een eindeloze reeks technische hoogstandjes komt voorbij. Bewegende hoofden van Kim en Kim (Kardashian en Jong-il), een houten cirkel die het geluid van de branding imiteert, flipperkasten en het pak met bewegende vingers van kunstenaar Mette Sterre. Het medialab is uitgerust met alle denkbare apparaten op het gebied van audio, video, elektronica, animatie, 3D scanner en printer. En zo veelzijdig is elke werkplaats. De werkplaatsen zijn een goudmijn voor kunstenaars. Alles is er: verf, keramiek, metaal, hout, print, media en animatie. Alles zowel analoog als digitaal. Allemaal up to date en met medewerkers die veel kennis en ervaring hebben en die graag over grenzen heen denken.

Razia Barsatie, installatie Open Studios Rijksakademie 2022 (foto Marjolein Sponselee)

MEER DAN JE ZELF KUNT BEDENKEN

De ervaring en samenwerking tussen de werkplaatsen heeft ook Mette Sterre veel gebracht in haar verblijf op de Rijksakademie (van 2019-2021). Voor haar installaties en performances had ze zowel de keramiekwerkplaats als de metaalwerkplaats en het medialab nodig. Sterre maakte veel indruk met haar performances op de Open Studios, de dagen dat de kunstenaars op de Rijksakademie hun atelier openstel-len voor publiek. De pakken die ze in haar performances gebruikt lijken draagbare sculpturen, en zijn nog maar net verbonden met de menselijke vorm. Bewust zoekt ze daarin de grens tussen een beetje eng en een vriendelijke alien. De vraag ‘wat is dit voor wezen en wat wil het van mij’ dringt zich op en zorgt voor vervreemding.
In haar laatste presentatie op de Rijks kwam zelfs de met een kleurrijke massa beklede wand tot leven. Een onzichtbare robot deed de muur golven en het pak van de performer bewoog door middel van ventielen die op afstand aangestuurd werden. Vrijwel alle werkplaatsen droegen eraan bij. ‘Voor de mallen heb ik heel veel onderzoek gedaan met Lotte Nijhof, de arduino die de ventielen in het pak aanstuurt is geprogrammeerd door Kees Reedijk, Stephan Kuderna van de metaalwerkplaats dacht mee over de compressor, Arend Nijkamp over welke rubbers en welke afwerking. Zo was iedereen betrokken, en zij overleggen ook onderling over hoe een project loopt. Dat is heel waardevol; als je samenwerkt met verschillende deskundigen van buiten mis je dat.’

Mette Sterre, G string theory – attempting to stand up, 2019 (foto Arvo Leo)

De werkperiode heeft voor haar veel betekend. ‘Ik heb er veel nieuwe technieken geleerd; maar ook waar je mensen en materialen kunt vinden en hoe je kunt zoeken. En iets heel simpels als hoe je dingen moet noemen. Wat een relais is of een arduino. Vaktaal en vakkennis. En ik heb er groter leren denken. Vroeger dacht ik ‘zat er maar een printer aan mijn hoofd, waarmee ik het idee zo kon uitvoeren’. Nu weet ik dat er veel meer mogelijk is dan ik zelf kan verzinnen. Met de kennis en ervaring van anderen erbij is eigenlijk alles mogelijk.’ Naast de tijd die een werkperiode van twee jaar biedt, is het vooral ook die samenwerking die bijdraagt aan verdieping. Sterre: ‘Je moet communiceren over wat je wilt maken en waarom, daardoor ga je ook nauwkeuriger formuleren. En anderen dragen theorie en informatie aan die je nog niet kende. Daardoor ben ik gearticuleerder gaan nadenken over materie, animisme, artificial intelligence, bewustzijn en andere thema’s in mijn werk. Het werk is daar geraffineerder en sterker van geworden.’

FOCUS

Een werkperiode aan de Rijksakademie is een droom voor veel kunstenaars. Vaak zorgt een residency hier voor een beslissende stap naar een ander niveau en een internationaal perspectief. De ogen van veel galeriehouders en curatoren zijn gericht op de jaarlijkse Open Studios. De werkplaatsen zijn goed uitgerust en de technisch specialisten even gedreven als de kunstenaars in het zoeken naar de beste oplossing. Er is tijd om te verdiepen, zowel technisch als inhoudelijk. Ondanks de populariteit van de Open Studios en de druk die dat legt op de deelnemers, is het proces tijdens een werkperiode toch het belangrijkst. Artist driven is de term die ze daarvoor hebben bedacht: niet een van bovenaf opgelegd curriculum, maar wat de kunstenaar zelf wil onderzoeken is leidend voor het verblijf. Razia Barsatie: ‘Ik wilde al lang naar de Rijksakademie, maar voelde me niet ready. Je voelt ‘ik moet me verdiepen in het materiaal’. Die stap kan hier. Hier kan ik veel uitzoeken, wat kan en wil ik met het materiaal. Maar ook de manier van denken is veranderd: veel breder en specifieker, ik weet nu waar ik naartoe wil en kan daar weer jaren mee verder.’

• Rijksakademie Open Studios, 14, 15 en 19 t/m 22 mei 2022 Rijksakademie, Sarphatistraat 470 Amsterdam
rijksakademie.nl
raziabarsatie.com
mettesterre.com

Op de hoogte blijven: abonneer je op onze nieuwsbrief!