Categorieën
2022 Stories

Backstage bij de Rijksakademie

Vanuit de hele wereld melden kunstenaars zich aan voor een werkperiode aan de Rijksakademie. De excellente voorzieningen en de rust om hier twee jaar lang geconcentreerd te werken maken het tot een gewilde plek. Dat is deels te danken aan de goed uitgeruste werkplaatsen. Een blik achter de schermen.

TAPIOCA IN PLAATS VAN EPOXY

Paint lab staat er op de deur, maar die term dekt de lading al lang niet meer. Het onderzoek dat hier plaatsvindt, verkent de grenzen van verf, hars, mallen, rubber, gietsels en meer. Deze werkplaats is al 25 jaar het domein van Arend Nijkamp. Vaak ruikt het er naar terpentine. Vandaag ruikt het naar kurkuma. Razia Barsatie gebruikt sinds 2013 kruiden uit de Hindoestaans-Surinaamse keuken in haar werk en onderzoekt hier hoe ze curry en kurkuma als pigment kan toepassen en of er een ecologisch alternatief voor epoxy te vinden is.

Daarnaast wil ze op de Rijksakademie uitzoeken hoe ze het werk meer 3D kan maken. Ze begon met een aubergine die ze in epoxy goot, maar dat materiaal vond ze te chemisch. Een alternatief vond ze in tapiocameel: als je dat kookt wordt het een transparante gelei die geleidelijk uithardt. Zolang het nog vloeibaar is kan ze erin tekenen: met een spuitje brengt ze poeder van kurkuma, curry of houtskool in. Die tekening blijft zichtbaar in het eindresultaat.

Razia Barsatie
Razia Barsatie, presentatie Open Studios mei 2022 (foto: Marjolein Sponselee)

Het probleem waar ze nu aan werkt is hoe ze het ‘plakkaat’ van tapiocameel vlak kan houden, steviger kan maken en in een volgend stadium wellicht nog meer volume kan geven. Arend Nijkamp adviseert en denkt mee. Hij heeft een achtergrond in de industrie en veel materiaalkennis. Meedenken betekent vooral dingen uitproberen: een laag autolak bijvoorbeeld zorgt voor een mooie heldere glans en een harder eindresultaat. Maar, ecologisch is het niet. En dus zoeken ze verder naar een beter alternatief.

Barsatie roemt de vrijheid die ze heeft op de Rijksakademie.
Er is ruimte om alles te onderzoeken en uit te proberen. Ze maakt gebruik van bijna alle werkplaatsen die er zijn om tot de installatie te komen die ze als eindwerk voor ogen heeft. Hier het onderzoek naar pigment en drager, in de metaalwerkplaats hoe ze het aan de muur kan bevestigen, in het medialab hoe ze het geluid van murmelende stemmen kan verwerken in de installatie. En bij het keramieklab werkt ze aan ‘lange monden’ waaruit die stemmen zullen klinken. Ook in het keramiek gebruikt ze de kurkuma weer als pigment. Voor haar zijn de kruiden een verwijzing naar haar culturele achtergrond en identiteit. Het is materiaal dat dicht bij huis is, makkelijk te verkrijgen en het past bij de huiselijke situatie die de inspiratie vormen voor haar werk, en bij de kleur van haar huid. Met vertrouwde geuren, materialen en tinten brengt ze persoonlijke elementen in haar werk, dat universele thema’s als achtergrond, uitwisseling en herinnering omvat.

Razia Barsatie
Razia Barsatie, presentatie Rijksakademie 2022 (foto: Marjolein Sponselee)

ZOEKTOCHT

Elke kunstenaar komt met een andere vraag in de werkplaats, zegt Nijkamp. Sommigen komen even langs, anderen – zoals Barsatie – een half jaar lang dagelijks. Soms weet Nijkamp het antwoord al, maar gaat dan toch opnieuw het onderzoek aan. Want hij weet intussen uit ervaring dat er voor de kunstenaar desondanks vaak een bruikbaar aspect uitkomt. ‘Ik leer ook van hen. Het out of the box denken, de doelgerichtheid en hun vasthoudendheid om verder te zoeken. Ik ben opgeleid in een industriële baan, waar alles precies moest kloppen. Hier zijn onverwachte resultaten vaak ook welkom.’ Dat en het internationale gezelschap op de Rijksakademie maken het voor hem tot een inspirerende omgeving.

Centraal in het paintlab staat een tafel met allerlei materiaalexperimenten. Sommige zijn al tientallen jaren oud, waardoor ook het effect van de tijd op het materiaal zichtbaar is. De eens kristalheldere hars blijkt jaren later vergeeld; of bleef juist goed, maar is nergens meer te verkrijgen. Die kennis en ervaring is in elke werkplaats terug te vinden.

In het medialab trekt specialist elektronica Kees Reedijk een dikke ordner uit de kast en laat zien wat er zoal gemaakt is. Een eindeloze reeks technische hoogstandjes komt voorbij. Bewegende hoofden van Kim en Kim (Kardashian en Jong-il), een houten cirkel die het geluid van de branding imiteert, flipperkasten en het pak met bewegende vingers van kunstenaar Mette Sterre. Het medialab is uitgerust met alle denkbare apparaten op het gebied van audio, video, elektronica, animatie, 3D scanner en printer. En zo veelzijdig is elke werkplaats. De werkplaatsen zijn een goudmijn voor kunstenaars. Alles is er: verf, keramiek, metaal, hout, print, media en animatie. Alles zowel analoog als digitaal. Allemaal up to date en met medewerkers die veel kennis en ervaring hebben en die graag over grenzen heen denken.

Razia Barsatie, installatie Open Studios Rijksakademie 2022 (foto Marjolein Sponselee)

MEER DAN JE ZELF KUNT BEDENKEN

De ervaring en samenwerking tussen de werkplaatsen heeft ook Mette Sterre veel gebracht in haar verblijf op de Rijksakademie (van 2019-2021). Voor haar installaties en performances had ze zowel de keramiekwerkplaats als de metaalwerkplaats en het medialab nodig. Sterre maakte veel indruk met haar performances op de Open Studios, de dagen dat de kunstenaars op de Rijksakademie hun atelier openstel-len voor publiek. De pakken die ze in haar performances gebruikt lijken draagbare sculpturen, en zijn nog maar net verbonden met de menselijke vorm. Bewust zoekt ze daarin de grens tussen een beetje eng en een vriendelijke alien. De vraag ‘wat is dit voor wezen en wat wil het van mij’ dringt zich op en zorgt voor vervreemding.
In haar laatste presentatie op de Rijks kwam zelfs de met een kleurrijke massa beklede wand tot leven. Een onzichtbare robot deed de muur golven en het pak van de performer bewoog door middel van ventielen die op afstand aangestuurd werden. Vrijwel alle werkplaatsen droegen eraan bij. ‘Voor de mallen heb ik heel veel onderzoek gedaan met Lotte Nijhof, de arduino die de ventielen in het pak aanstuurt is geprogrammeerd door Kees Reedijk, Stephan Kuderna van de metaalwerkplaats dacht mee over de compressor, Arend Nijkamp over welke rubbers en welke afwerking. Zo was iedereen betrokken, en zij overleggen ook onderling over hoe een project loopt. Dat is heel waardevol; als je samenwerkt met verschillende deskundigen van buiten mis je dat.’

Mette Sterre, G string theory – attempting to stand up, 2019 (foto Arvo Leo)

De werkperiode heeft voor haar veel betekend. ‘Ik heb er veel nieuwe technieken geleerd; maar ook waar je mensen en materialen kunt vinden en hoe je kunt zoeken. En iets heel simpels als hoe je dingen moet noemen. Wat een relais is of een arduino. Vaktaal en vakkennis. En ik heb er groter leren denken. Vroeger dacht ik ‘zat er maar een printer aan mijn hoofd, waarmee ik het idee zo kon uitvoeren’. Nu weet ik dat er veel meer mogelijk is dan ik zelf kan verzinnen. Met de kennis en ervaring van anderen erbij is eigenlijk alles mogelijk.’ Naast de tijd die een werkperiode van twee jaar biedt, is het vooral ook die samenwerking die bijdraagt aan verdieping. Sterre: ‘Je moet communiceren over wat je wilt maken en waarom, daardoor ga je ook nauwkeuriger formuleren. En anderen dragen theorie en informatie aan die je nog niet kende. Daardoor ben ik gearticuleerder gaan nadenken over materie, animisme, artificial intelligence, bewustzijn en andere thema’s in mijn werk. Het werk is daar geraffineerder en sterker van geworden.’

FOCUS

Een werkperiode aan de Rijksakademie is een droom voor veel kunstenaars. Vaak zorgt een residency hier voor een beslissende stap naar een ander niveau en een internationaal perspectief. De ogen van veel galeriehouders en curatoren zijn gericht op de jaarlijkse Open Studios. De werkplaatsen zijn goed uitgerust en de technisch specialisten even gedreven als de kunstenaars in het zoeken naar de beste oplossing. Er is tijd om te verdiepen, zowel technisch als inhoudelijk. Ondanks de populariteit van de Open Studios en de druk die dat legt op de deelnemers, is het proces tijdens een werkperiode toch het belangrijkst. Artist driven is de term die ze daarvoor hebben bedacht: niet een van bovenaf opgelegd curriculum, maar wat de kunstenaar zelf wil onderzoeken is leidend voor het verblijf. Razia Barsatie: ‘Ik wilde al lang naar de Rijksakademie, maar voelde me niet ready. Je voelt ‘ik moet me verdiepen in het materiaal’. Die stap kan hier. Hier kan ik veel uitzoeken, wat kan en wil ik met het materiaal. Maar ook de manier van denken is veranderd: veel breder en specifieker, ik weet nu waar ik naartoe wil en kan daar weer jaren mee verder.’

• Rijksakademie Open Studios, 14, 15 en 19 t/m 22 mei 2022 Rijksakademie, Sarphatistraat 470 Amsterdam
rijksakademie.nl
raziabarsatie.com
mettesterre.com

Op de hoogte blijven: abonneer je op onze nieuwsbrief!

Categorieën
2019 Kunstmarkt

Rijksakademie: snelkookpan voor toptalent

De Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam geldt als kweekvijver voor de grote namen van morgen. Vaak worden kunstenaars die hier een werkperiode volgen al tijdens hun verblijf opgepikt door galeries en de internationale kunstwereld.  

De Rijksakademie cultiveert onderzoek en experiment in relatieve afzondering om kunstenaars ongehinderd te laten rijpen. Daarnaast ontvangen we vele gasten uit binnen- en buitenland, organiseren we lezingen en is er de jaarlijkse Rijksakademie Open Studio’s. Hier kunnen professionals, verzamelaars en belangstellenden kennis nemen van nieuwe tendensen in de kunst. 

Zelfs na veertien jaar aan de Rijksakademie blijf ik me verbazen over hoe radicaal kunstenaars kunnen veranderen. Of misschien moet ik zeggen: groeien, evolueren, transformeren. De Rijksakademie functioneert als een kweekvijver, een snelkookpan voor artistiek talent. Wij hebben geen studenten die een lesprogramma volgen maar residents. Die hebben er meestal al een kunstacademieopleiding en een paar jaar als professioneel kunstenaar opzitten. Bij ons doen ze zelfonderzoek, keren ze hun artistieke praktijk binnenstebuiten, verkennen ze alle mogelijkheden en onmogelijkheden van verschillende media en technieken, en brengen ze zichzelf naar een hoger niveau. Dat kan best heftig zijn. Alsof je al je eerdere vorming afstroopt en jezelf als kunstenaar weer opnieuw uitvindt. In veel gevallen geldt dat de resident die hier na twee jaar de poort uitloopt een ander mens en een andere kunstenaar is dan toen hij of zij binnenkwam. 

Dat heeft deels te maken met de lengte van de residentie. Bij andere postacademische instituten is de verblijfsduur meestal een paar maanden, hooguit een jaar. In de twee jaar tijd dat kunstenaars bij ons zijn kunnen ze veel meer de diepte in. Dat doen ze in hun ateliers maar ook in de werkplaatsen, waar ze onder leiding van technisch specialisten aan de slag kunnen met keramiek, metaal, hout of 3D-printers. En er is veel interactie en uitwisseling met advisors. Dit zijn kunstenaars, maar ook wetenschappers, theoretici of specialisten uit andere werelden die op uitnodiging van de kunstenaar op atelierbezoek komen of een programma organiseren. Als iemand zich verder wil verdiepen in bijvoorbeeld robotica of gentechnologie dan regelen we samenwerking met experts van een technische universiteit.

VAAK GELDT DAT DE RESIDENT DIE HIER DE POORT UITLOOPT
EEN ANDERE KUNSTENAAR IS DAN TOEN HIJ
OF ZIJ HIER BINNENKWAM
  

Ik durf wel te zeggen dat de Rijksakademie zich met deze aanpak heeft bewezen als ‘center of excellence’. Internationaal weet men ons te vinden. Voor de ongeveer drieëntwintig plaatsen die we ieder jaar beschikbaar hebben, krijgen we gemiddeld zo’n tweeduizend aanmeldingen uit de hele wereld. In de Internationale kunstwereld kent iedereen ons, alleen bij het publiek zijn we wat  minder bekend. Dat komt waarschijnlijk omdat we de deuren wel een beetje gesloten houden. Bij zo’n delicaat proces van artistieke heruitvinding, moeten kunstenaars zichzelf kwetsbaar kunnen opstellen en moet je niet teveel verwachtingen en druk van buitenaf hebben. 

De grote namen van morgen
Natuurlijk, je wilt jezelf nooit helemaal afsluiten voor de buitenwereld. Zelfs niet als je een groot hek om je gebouw hebt staan zoals wij hebben. Met ons internationaal track record trekken we veel belangstelling en dat merken we tijdens Rijksakademie Open Studio’s, dit jaar van 22 t/m 24 november. Bij de eerste paar edities in de jaren negentig kwamen een paar honderd geïnteresseerden kijken, inmiddels zitten we op achtduizend bezoekers in vier dagen. 
Dat publiek bestaat voor een groot deel uit verzamelaars uit binnen- en buitenland. Die weten dat de talenten die ze vandaag hier zien morgen de grote namen van de internationale kunstwereld zijn. Onze alumni duiken overal op. Zo is het werk van Claudia Martinez Garay te zien op Art Basel Miami Beach en ook Magali Reus, Gareth Nyandoro en Kate Cooper – om er een paar te noemen – doen het goed op grote kunstbeurzen. 
Naast dat commerciële succes is er de vertegenwoordiging op belangrijke artistieke podia. Ruangrupa, het collectief opgericht door Rijksakademie-alumnus Ade Darmawan, is gekozen tot curator van de volgende Documenta. Jennifer Tee zit is nu te zien op de Biënnale van Istanbul, Pauline Curnier Jardin heeft net de prestigieuze Preis der Nationalgalerie in Berlijn gewonnen en Carlos Amorales heeft tijdens aankomend Amsterdam Art Weekend zijn eerste Europese solotentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam. 
Ook tijdens hun verblijf aan de Rijksakademie worden residents al opgepikt. Zo is de Franse kunstenaars Morgan Courtois dit jaar geselecteerd voor de Lyon Biënnale, net als de Koreaanse Mire Lee. Het is niet voor niets dat galeriehouders de open dagen gebruiken om nieuw talent te scouten. Je kunt wel zeggen dat we zo’n beetje de hofleverancier zijn voor het Amsterdamse galeriecircuit. 

OOK FINANCIEEL MINDER BEDEELDE KUNSTENAARS MOETEN
DE KANS HEBBEN ZICH HIER TWEE JAAR LANG
VERDER TE ONTWIKKELEN

Mire Lee, Presentatie tijdens  Rijksakademie Open 2018 foto GertJanvanRooij
Mire Lee, Presentatie tijdens Rijksakademie Open 2018 foto Gert Jan van Rooij
Jennifer Tee bij een proefopstelling van haar werk Tulpen Palepai voor metrostation Amsterdam Centraal, Rijksakademie 2016

De luiken open
Volgend jaar bestaat de Rijksakademie 150 jaar. Het instituut werd in 1870 opgericht onder koning Willem III. George Breitner en Isaac Israëls, voormannen van het Nederlandse impressionisme, behoorden tot de eerste lichtingen studenten. Later volgden nog Jan Toorop, Piet Mondriaan, Karel Appel en vele anderen. Lange tijd was de Rijksakademie een belangrijke promotor van de avant-garde, maar in de tweede helft van de twintigste eeuw bleef het instituut, met klassiek modeltekenen en ambachtelijkheid hoog in het vaandel, achter bij de ontwikkelingen in de mondiale kunstwereld. Daarom werd rond 1985 radicaal het roer omgegooid en is er overgestapt op het huidige residency-model. In de loop der jaren heeft de Rijksakademie zich ontwikkeld tot incubator voor internationaal toptalent. 

Anno 2019 merken we echter dat dat alleen niet meer genoeg is. De atmosfeer van ‘perfect isolation’ die we hebben gecreëerd en koesteren is vooral gericht op de ontwikkeling van individuele kunstenaars, maar we willen breder bijdragen aan het kunstecosysteem van Amsterdam, Nederland en daarbuiten. We willen als centrum van excellentie kritisch reflecteren op de rol van kunst in deze tijd en in een actieve dialoog staan met de wereld om ons heen. Daarom gooien we volgend jaar de luiken open, in spreekwoordelijke zin dan. We organiseren 150 activiteiten, van collectie- en alumnipresentaties en een plattegrond van de stad waarmee je werk van alumni kunt terugvinden tot lezingen van prominente kunstenaars. Het wordt een soort proeftuin om te kijken hoe we in de toekomst het beste kunnen interacteren met onze omgeving. 

Tyna Adebowale aan het werk. Foto via Rijksakademie

Secret Tiles
We grijpen het jubileumjaar ook aan om een nieuw fonds te lanceren, het Artist Solidarity Fund. Zo’n fonds is nodig omdat onze selectieprocedure volledig onafhankelijk is van de achtergrond en positie van de kunstenaars. Ook financieel minder bedeelde kunstenaars moeten de kans hebben om zich hier twee jaar lang verder te ontwikkelen. We kunnen dit model in stand houden mede dankzij de steun van particulieren en internationale partners. Maar we merken dat werk- en leefbudgetten van residents onder druk staan en daar willen we iets aan doen. 
In het verleden hebben we een soortgelijk fonds opgezet met de opbrengst van een veiling. Maar er worden tegenwoordig  veel kunstveilingen voor het goede doel gehouden waardoor zo’n middel minder effectief is. Daarom hebben we gekozen voor een speciale artist editie box met werk van tien residents van wie wij denken dat ze de komende jaren groots gaan doorbreken. Die box vertelt ook het verhaal van de Rijksakademie, met werk dat gemaakt is in onze werkplaatsen in verschillende media. We zijn van plan in de toekomst vaker dergelijke edities op de markt te brengen. 
Daarnaast markeren we ons 150-jarig bestaan met de zogenoemde ‘Secret Tiles’. Het principe is hetzelfde als bij de Secret Postcards, de jaarlijkse benefietverkooptentoonstelling van de Royal Academy of Art in Londen. We vragen alle kunstenaars die ooit aan de Rijksakademie verbonden waren om één of meerdere werken te maken ter grootte van een tegel: 150 bij 150 millimeter. Het mooie is dat we ze bij de open dagen in 2020 tentoonstellen zonder de namen van de makers erbij. Die krijg je pas na aankoop. Je kiest dus echt voor de kracht en kwaliteit van het werk en niet voor de reputatie. En daar gaat het ons uiteindelijk om: wat kunst teweeg brengt. 

Rijksakademie Open Studios 2019 – 21 t/m 24 november 2019. Voor tickets en informatie ga naar www.rijksakademie.nl
Amsterdam Art Weekend – 21 t/m 24 november 2019. www.amsterdamart.com