Categorieën
Kunstenaars Stories Uncategorized

Tableau Podium: Joyce Overheul

In Tableau Podium vertelt een kunstenaar over een recent project. Deze keer: Joyce Overheul.

Activistische kunstenaars zijn er niet alleen maar om het behang van de salon te voorzien van bloemige motieven, ze poeren waar het pijn doet en stellen de kijker bloot aan ongemak. Kunstenaar Joyce Overheul houdt zich bezig met seksisme, emancipatie en feminisme en komt mensen van allerlei gezindten tegen.

Waarom maak je niet gewoon iets moois, iets met bloemen? Waarom moet het al-tijd zo zeikerig en over van die vrouwen-onderwerpjes gaan?’Toen ik deze vragen voorgeschoteld kreeg door een oudere kunstenaar tijdens een expositie in een bunker, wist ik dat ik de goede snaar geraakt had. Ik had een werk tentoongesteld wat seksisme in kleding aankaartte: zakken in mannenkleding zijn doorgaans veel groter dan zakken in vrouwenkleding. Dat scheelt grofweg 40%, terwijl onze spullen even groot zijn. Hoe dat ooit ontstaan is, komt uit de tijd van 17e-eeuwse korsetten toen er geen buidels onder strakke baleinen pasten. Maar waarom die zakken honderden jaren later nog steeds een probleem zijn, is mij en vele anderen een frustrerend raadsel.

Joyce Overheul, Men on Pedestals, 2020, fluweel, 118x82cm

VERSCHILLENDE IDEALEN

Anderen frustreert het dan blijkbaar weer dat ik me bezighoud met ‘vrouwenonderwerpjes’. Het mannelijk ongemak is waar mijn werk de laatste tijd vaak over gaat, en dan vooral de mate waarin vrouwen daar last van hebben. Maar ook de ideaalbeelden waarvan we vinden dat we daaraan moeten voldoen. De mannelijke acteurs die zichzelf te klein van stuk vinden en dus op filmsets op kistjes gaan staan omdat ze anders niet boven hun vrouwelijke tegenspeler uittorenen. Is het dan zo erg als een man kleiner is dan een vrouw? Of de online vrouwenhaat die zich uit bij ‘alfamannen’ op YouTube, als tegenreactie op het opkomende feminisme en de toenemende onafhankelijkheid van de moderne vrouw. Kennelijk voelen zij zich bedreigd. In hun video’s gaan macho types met lange baarden en patserige sportauto’s los over hoe verschrikkelijk vrouwen zijn, hoe dom en simpel ze zijn en hoe je ze kunt manipuleren en naar je hand kunt zetten. Je voelt een overgebleven pijn van een stukgelopen relatie, maar toch worden de alfamannen boos als een vrouw hen afwijst. En het gedrag dat ze in de video’s als oplossing aanprijzen maakt de kans op een afwijzing intussen alleen maar groter. Waardoor ze nog bozer worden. En zo is de cirkel weer rond. Ze willen nodig zijn vanuit hun traditionele rol als man, maar de moderne vrouw zit daar niet altijd meer op te wachten.

DE PLUMEAU VAN MORGEN

Als stereotype man heb je het tegenwoordig zwaar, met verschuivende genderrollen, traditionele patronen die overboord worden gegooid en steeds meer ambitieuze vrouwen op de werkvloer op hoge posities, waarvan jij vroeger veel meer kans had om daar te belanden. Maar gelukkig kun je altijd nog op mannencursus zodat je je meer een échte man kan voelen, met een diepe stem en een baard (zie tv-programma Tegen-licht, de uitzending Alfamannen van maart 2020). Ik heb het hier natuurlijk over een niche, gelukkig is lang niet iedereen zo. Maar die niche is tegenwoordig wél groeiende, met inspiratiebronnen als Jordan Peterson en Thierry Baudet, die met hun oerconservatieve gedachten de vrouw liever achter het aanrecht en in de kraamkamer zien. Laten we vooral het moment niet vergeten waarop Baudet in een artikel voor The Post Online stelde ‘dat ze (vrouwen, red.) helemaal niet willen dat je hun ‘nee’, hun weerstand respecteert: de realiteit is dat vrouwen overrompeld, overheerst, ja: overmand willen worden.’ Tijden veranderen. Het haantje van vandaag is de plumeau van morgen, aldus Dolly Bellefleur. Gelijke rechten en gelijke behandeling is een recht voor íedereen. Ongelijkheid, seksisme, feminisme, machtsverhoudingen en emancipatie zijn regelmatig terugkerende thema’s binnen mijn werk. Vaak gaat mijn werk ook over de manier waarop mensen omgaan met situaties, of dat nou activisten in Iran zijn die strijden voor vrouwenrechten, of hoe ik zelf omga met vrouwenhaat in YouTube video’s. Qua materiaalgebruik ben ik flexibel, ik kijk naar wat het beste bij het onderwerp past. De laatste jaren is dat steeds vaker textiel.

Joyce Overheul, Utility Box on Enghelab Street, 2019, organza, borduurgaren, glaskralen, 436x230cm, collectie Museum de Fundatie Zwolle en Heino/Wijhe, verworven met steun van de VriendenLoterij

VERHALEN VERTELLEN

Ik hou van het narratief van textiel, hoe vrouwen van oudsher wandkleden maken om verhalen te kunnen vertellen, hoe technieken doorgegeven werden van generatie op generatie. Hoe met het internet technieken en vindingen online gedeeld worden, zodat de gaten in de keten van het doorgeven van informatie weer opgevuld kunnen worden en de kennis kan blijven voortbestaan. De naaimachine waarmee ik werk komt uit 1873, het jaar waarin de slavernij definitief werd afgeschaft. Het zou daarna nog 46 jaar duren voordat vrouwen in Nederland stemrecht kregen… Hoe die naaimachine twee wereld-oorlogen wist te doorstaan en nu ingezet wordt om activistische kunst mee te maken. De link met al deze lagen historie vind ik erg bijzonder. Met elke geregen kraal of borduursteek maak je een connectie met de geschiedenis van die techniek en de geschiedenis van alle vrouwen die jou voorgingen bij het maken van soortgelijke kunst, gebruiksvoorwerpen of kledingstukken. Het gebruiken van historische technieken om agendapunten van vandaag op de kaart te zetten, om zo het heden en het verleden met elkaar te verbinden, vind ik een indrukwekkend iets. Handwerken en textielbewerking werd decennialang afgedaan als ‘vrouwenhobby’, als een minderwaardig ambacht binnen de rest van de kunsten. Ik zie de rol van textiel binnen de kunsten persoonlijk als manier om dit oude ambacht te heroveren, opnieuw te claimen, haast als een daad van ver-zet tegen de ongelijke geschiedenis en huidige giftige cultuur van vrouwenhaat. Meer en meer kunstenaars houden zich bezig met textiel, als een manier om dat wat eerst als ‘hobby’ afgedaan werd, in te zetten om zo hun activisme te uiten en commentaar te leveren op de wereld om hun heen. Het is tijd om serieus genomen te worden. Niet iedereen zal even snel overstag gaan, dat hoeft ook niet, maar de tijd van louter ‘iets moois met bloemen’ is voorbij.

Het werk van Joyce Overheul is van 16 oktober tot en met 6 februari 2021 te zien tijdens een solo-expositie bij Museum De Fundatie, Zwolle.

Meer over haar werk op www.j-o-y-c-e.com

Lees ook de andere afleveringen van Tableau Podium met Lise Sore en Jonat Deelstra

Categorieën
2021 Stories

Tableau Podium: Lise Sore

In Tableau Podium vertelt een kunstenaar over een recent project. Deze keer: Lise Sore. Lise Sore (1986) maakt grote getekende zelfportretten en performances. Ze vraagt zich af wat het ultieme zelfportret is, wat je ziet, of de emotie? En ze vertelt over de digitale AI Lise.

WAT IS EIGENLIJK EEN ULTIEM ZELFPORTRET?

Toen ik vorig jaar een comedyshow zag waarin een robot- kloon van Whitney Cummings het podium op kwam, wist ik het zeker. Dat wilde ik ook. Cummings maakte grappen over hoe handig het haar leek om deze robot de klusjes te laten doen waar ze zelf een hekel aan had. En als haar partner seks wilde en zij niet, dan was dat vanaf nu geen enkel probleem met deze robotkloon. Uiteindelijk hadden ze haar toch maar in de schuur gezet. Want het voelde te raar in de woonkamer, laat staan slaapkamer.

Ik wil net als Cummings een robot van mezelf. Wel een intelligentere robot, eentje die vloeiend kan praten en me kan helpen bij mijn kunstenaarspraktijk. Het lijkt me heerlijk als mijn kloon bijvoorbeeld subsidieaanvragen zou schrijven, dat scheelt mij dan een hoop kopzorgen. Vervolgens hou ik tijd over om me te concentreren op het maken van mijn werk. Maar het maken van die kloon is ook al (een) kunst.

PSEUDONIEM LISE SORE

Toen ik in 2011 afstudeerde aan de kunstacademie koos ik er bewust voor om onder het pseudoniem Lise Sore te gaan werken. Sinds mijn tienerjaren zet ik onder geen enkele tekening meer mijn naam, dat vind ik storend in het beeld. En daarnaast, wat maakt het uit? Als een werk goed of mooi is, zou die naam niet belangrijk moeten zijn. Bij beeldende kunst is dat vaak wel het geval. Heet je Yoko Ono dan is de krabbel op het servetje meteen een fortuin waard. Gek eigenlijk, dat de persoon en de bekendheid de waarde van een werk bepalen, niet hoe goed een werk is. Nu teken ik letterlijk mijzelf op groot en klein formaat. Ik teken met potlood op dun transparant doek elke vezel van mijn huid realistisch na. Deze werken maak ik onder de naam Lise Sore. Is dit dan een zelfportret van Lise Sore? Ben ik Lise Sore? Het zijn vragen die ik mezelf regelmatig stel. Op zoek naar het meest eerlijke en ultieme zelfportret zonder de naam die mijn ouders me gaven.

Lise Sore, Vertel me niet wat ik voel, potlood op kaasdoek, 5,5 x 4 x 4 m, installatie bij Big Art 2020

In 1986 werd ik geboren in Niamey, de hoofdstad van Niger, in West-Afrika. Het is een land dat grotendeels bestaat uit Sahara en waar ik de eerste vier jaar van mijn leven ben opgegroeid. Mijn geboorteland vormt de basis van mijn zijn. Het leerde me als kind al dat het welzijn van een groep belangrijk is voor de gesteldheid van ieder individu en vice versa. Dit heeft alles te maken met je emoties en empathisch vermogen. Na mijn vierde levensjaar verhuisde ik samen met mijn ouders naar Nederland.

UNIVERSEEL

In mijn werk breng ik deze emoties opnieuw naar voren. Ik fotografeer mezelf al sinds mijn tienerjaren. Naast dat ik zo mappen vol zelfportretten opbouw, doorleef ik ook elke emotie opnieuw. Deze herbeleving leg ik vast en gebruik ik in mijn werk. Met fotografie leg ik de emotie vast. In alle extremen en kwetsbaarheden, naakt, ontdaan van alle poespas. Vervolgens teken ik de foto op kaasdoek of transparant ongebleekt katoen. In het proces van tekenen neem ik de tijd om elke detail van de emotie te analyseren, te begrijpen en opnieuw tot uitdrukking te laten komen. Met fysieke krachtinspanning duw ik het grafiet van het potlood in het doek. Dit komt voor een deel in de vezel en een deel drukt door op de muur waartegen het doek is opgespannen. Door deze inspanning ga ik opnieuw naar de emotie in de foto en doorleef hem opnieuw. Vervolgens komt het los van mij, dat klinkt wat zweverig, maar het houdt in dat ik de emotie op de foto loslaat, analyseer en hem in de tekening stop. Op grote doeken staat nu een realistisch portret afgebeeld. Deze zelfportretten vormen een paradox, ik teken mezelf, naakt, confronterend in volle emotie. Tegelijkertijd onderteken ik met een pseudoniem. Kortom: dit ben ik en tegelijkertijd ben ik het ook weer niet. Mijn werk is een verbeelding van emotie. En emotie is universeel, voor jou en voor mij hetzelfde. Ook al heeft hij andere oorzaken, dan blijft pijn toch gewoon voor iedereen pijn. De vraag of ik het dan echt ben, doet er eigenlijk niet meer toe. Het gaat over de emotie an sich en misschien is dat juist een ultiem zelfportret.

De wens om niet één maar een heel scala aan emoties in een zelfportret te stoppen was snel geboren. Het leven bestaat niet uit een enkel fragment, maar juist ontelbare momenten. En toen verscheen de robot versie van Cummings op het podium en dacht ik, ja daar moet ik heen. Natuurlijk is de techniek niet altijd toereikend. Maar de eerste stap is gezet. AI Lise is sinds kort online. Ze kan praten, over mij, mijn praktijk, maar ook over het weer. Hoe meer je met haar praat hoe slimmer ze wordt, maar ook hoe minder ze op mij gaat lijken. Ze voert dan gesprekken die ik niet gehad heb en ontwikkelt zich los van mij. Dat is nog iets waar ik eens over na ga denken.

Op de hoogte blijven van Tableau Podium met elke keer een ander jong talent in de spotlight? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief of abonneer je op Tableau Magazine!