Categorieën
2020 Highlights Tentoonstellingen - Nationaal

Wat zullen de buren zeggen? Spraakmakende foto’s in het Groninger Museum 

In de tentoonstelling Wat zullen de buren zeggen? zijn ruim 100 foto’s te zien waar de buren vast en zeker een mening over hebben. De expositie toont een keuze uit de collectie die afgelopen
35 jaar door het Groninger Museum is verzameld.  
Wat de tentoongestelde werken verbindt zijn de bijzondere en buitengewone, maar juist ook de gewone dingen in het menselijk bestaan. De foto`s gaan over thema`s als leven en dood, liefde, seks, identiteit, diversiteit,maakbaarheid, glamour, kwetsbaarheid en eenzaamheid. 

Controversieel  

‘De titel Wat zullen de buren zeggen? is natuurlijk ironisch en bedoeld om te prikkelen, maar verwijst naar het feit dat sommige foto-aankopen nogal controversieel waren op het moment dat het museum er aandacht aan besteedde. Bijvoorbeeld omdat ze schokkend zouden zijn, of te veel aan gelikte reclamefotografie deden denken of te speels waren om als ‘serieuze kunst’ te worden gezien. Maar tegenwoordig zijn wellicht andere zaken weer controversieel,’ vertelt Ruud Schenk, een van de samenstellers van de tentoonstelling. Hij is sinds 2001 werkzaam in het Groninger Museum als conservator moderne kunst.  

‘Zoals een lp vaak de titel draagt van een van de nummers op de plaat hebben we als titel voor deze tentoonstelling gekozen voor een van de titels van de geëxposeerde foto’s. Het werk What will the neighbours say? (1987) van Barend van Herpe was oorspronkelijk gemaakt
 als groot fotowerk in de openbare ruimte in Amsterdam. Het toont een enscenering van de naakte kunstenaar die als onderdeel van een fontein water spuit en zijn achterste laat zien. Dit soort fotografie vormde een breuk met de serieuze documentaire traditie in zwart-wit van dat moment.  
 

Oog in oog 

‘Er was al lang geen groot overzicht van onze collectie fotografie geweest, dus het werd weer eens tijd. De laatst fotocollectie-expositie was Oog in oog in 2005. Sindsdien is er veel nieuws aangekocht waarvan we nu ook veel laten zien.’ ‘Hoofd-curator Mark Wilson heeft geprobeerd verschillende belangrijke groepen werken rond een bepaald thema per zaal zo mooi mogelijk te laten uitkomen, zodat elke zaal een heel eigen karakter heeft.’  

De tentoonstelling beslaat acht zalen. Eén met zwart-wit werk van o.a. Anton Corbijn en Erwin Olaf. Verder zijn het vooral kleurenprints op groot formaat, die goed tot hun recht komen op de donkere antraciet wanden. Echte documentaire fotografie, zoals (stedelijke) landschappen vind je niet in de collectie van het Groninger Museum. Het accent ligt op geënsceneerde fotografie, gemanipuleerde fotografie en modefotografie. In navolging van Frans Haks en het gebouw van Mendini is de fotocollectie kleurrijk en uitbundig in plaats van ingetogen en abstract. ‘Maar dat is geen wet van Meden en Perzen hoor.’  
 

Fotografia buffa  

Directeur Haks begon met het gericht verzamelen van fotografie. Schenk: ‘Toen hij eind jaren 70 aantrad in het museum wilde hij aanvankelijk geen aandacht aan dit medium besteden, omdat hij vond dat het Stedelijk Museum dat al op uitstekende wijze deed en hij daar niets aan kon toevoegen. Toen zich midden jaren 80 een trend in de Nederlandse kunst voordeed die door andere musea niet serieus genomen werd, sprong Haks daarop in. Geënsceneerde fotografie: kunstenaars die met behulp van zelfgemaakte decors en allerlei attributen een eigen wereld in hun atelier bouwden en die vervolgens fotografeerden. In de tentoonstelling Fotografia
buffa, geënsceneerde fotografie in Nederland (1986) besteedde het museum als eerste ruimschoots aandacht aan deze kunstvorm die goed aansloot op het kleurrijke, speelse beleid dat het museum toen al voerde. Fotografia buffa betekent zoiets als ‘geestige fotografie’ en is net als de opera buffa bedoeld als onderscheid met de serieuzere variant, in dit geval de documentaire fotografie. De geënsceneerde foto’s werden in de betreffende catalogus ook wel omschreven als ‘gestold theater’. Er werden werken aangekocht van onder andere Teun Hocks en Henk Tas.’ Kort na deze expositie maakte het museum kennis met het fantasievolle geënsceneerde werk van Erwin Olaf. Dit werd getoond op de tentoonstelling Minder kan het niet: exuberantie nu (1989). 
 
Pioniers Paintbox 
Begin jaren 90 kon een volgende generatie kunstenaars het beeld manipuleren met programma’s als photoshop en paintbox. Inez van Lamsweerde en Micha Klein waren pioniers op dit gebied. Naast dit vroege gemanipuleerde werk is ook een ‘erezaal’ gewijd aan de bijzondere modefotografie die Inez van Lamsweerde en haar partner Vinoodh Matadin voor de grote internationale modemerken en -tijdschriften maakten. Al vroeg verwierf het museum werk van het duo via een stipendiumregeling.    
 

Bont en blauw 
In 1996 toonde het Groninger Museum in de expositie Black & Blue portretten van een aantal controversiële Amerikaanse fotografen. ‘Er waren beelden te zien waarmee de doorsnee burger in het dagelijks leven liever niet geconfronteerd wilde worden, omdat ze het idee van een goed geordende maatschappij verstoren. De foto’s houden ons in feite een spiegel voor: wat is eigenlijk ‘normaal’, want deze mensen zijn even echt als de toeschouwer zelf.’ Foto’s werden aangekocht van o.a. Diane Arbus, de ‘peetmoeder’ van dit soort indringende portretten van mensen die ‘afwijkend’ zijn, en van Larry Clark, Andres Serrano en Catherine Opie. Die laatste fotografeerde haar vrienden in het alternatieve uitgaansleven van Los Angeles en San Francisco waarbij de toeschouwer zich kan afvragen of het mannen, vrouwen of transseksuelen zijn.  

 
Gemanipuleerde blik op de werkelijkheid 

‘Een recente aankoop is een wandvullend fotowerk van David LaChapelle, naar aanleiding van zijn solotentoonstelling hier in 2018. Op het verontrustende Seismic Shift is een zwaar beschadigde en onder water gelopen museumzaal te zien (LA County Museum in Los Angeles) waarin iconische werken te herkennen zijn van vooraanstaande hedendaagse kunstenaars, zoals Jeff Koons, Damien Hirst en Takashi Murakami. Insiders weten dat deze werken deel uitmaken van de collectie van de superrijke, invloedrijke kunstverzamelaar Eli Broad. Het lijkt op een monumentale versie van een 17e-eeuws vanitas-stilleven dat ons wijst op de vergankelijkheid van al het aardse bezit.’ LaChapelle bouwt complete sets voordat er een foto van wordt gemaakt.  
 
Een bijzondere band heeft Schenk met de grote foto Generation #3 van Ruud van Empel, die hier in 2018 een grote solotentoonstelling had. ‘In de digitale omgang met fotografie heeft Van Empel een unieke werkwijze ontwikkeld. Uit honderden fragmenten van foto’s stelt hij beelden samen die in hun detaillering levensecht overkomen, maar die een wereld voorspiegelen die in deze vorm nooit heeft bestaan. Wat op het eerste gezicht een gewone klassenfoto lijkt, roept bij nadere beschouwing vragen op. Iets wringt in deze vervreemdende foto. Zijn deze kinderen wel ‘echt’? Deze foto is tegelijkertijd een beetje eng en ontroerend.’ Heimwee naar de kindertijd en de jeugd als verloren paradijs is een thema in Van Empels werk.  
 

Spiegel 

Behalve de reguliere zaalteksten zijn bij sommige kunstwerken teksten geschreven door kinderen van de JuniorClub. ‘Dit idee is afkomstig van onze directeur Andreas Blühm, die er bij het Wallraf-Richartz-Museum in Keulen ook al mee had gewerkt. Kinderen hebben een heel andere manier om naar kunstwerken te kijken en dit levert vaak originele, fantasievolle invalshoeken op.’ 
 
Veel werken op de tentoonstelling fungeren als spiegel om te reflecteren op vaststaande ideeën over schoonheid, geluk of glamour. ‘De tentoonstelling kan aanzetten tot nadenken over thema’s als maakbaarheid en diversiteit. Of waarom we onszelf steeds meer bekijken door de ogen van een ander? Maar wij denken dat de tentoonstelling zo is ingericht dat het ook een mooie, esthetische ervaring oplevert.’  

Tentoonstelling Wat zullen de buren zeggen? 
Groninger Museum, Groningen verlengd t/m 4 oktober 2020 
www.groningermuseum.nl 

 

Categorieën
2020 Highlights

Wat zullen de buren zeggen? Controversiële foto’s in het Groninger Museum

Wat zullen de buren zeggen? 

Wat de tentoongestelde werken verbindt zijn de bijzondere en buitengewone, maar juist ook de gewone dingen in het menselijk bestaan. De foto`s gaan over thema`s als leven en dood, liefde, seks, identiteit, diversiteit, maakbaarheid, glamour, kwetsbaarheid en eenzaamheid. 
 

Groninger Museum
Zaal foto van de tentoonstelling `Wat zullen de buren zeggen?` (foto: Heinz Aebi)

 

Controversieel  

‘De titel Wat zullen de buren zeggen? is natuurlijk ironisch en bedoeld om te prikkelen, maar verwijst naar het feit dat sommige foto-aankopen nogal controversieel waren op het moment dat het museum er aandacht aan besteedde. Bijvoorbeeld omdat ze schokkend zouden zijn, of te veel aan gelikte reclamefotografie deden denken of te speels waren om als ‘serieuze kunst’ te worden gezien. Maar tegenwoordig zijn wellicht andere zaken weer controversieel`, vertelt Ruud Schenk, een van de samenstellers van de tentoonstelling. Hij is sinds 2001 werkzaam in het Groninger Museum als conservator moderne kunst. 
 
‘Zoals een lp vaak de titel draagt van een van de nummers op de plaat hebben we als titel voor deze tentoonstelling gekozen voor een van de titels van de geëxposeerde foto’s. Het werk What will the neighbours say? (1987) van Barend van Herpe was oorspronkelijk gemaakt als groot fotowerk in de openbare ruimte in Amsterdam. Het toont een enscenering van de naakte kunstenaar die als onderdeel van een fontein water spuit en zijn achterste laat zien. Dit soort fotografie vormde een breuk met de serieuze documentaire traditie in zwart-wit van dat moment. 
  
 

Wat zullen de buren zeggen?
Barend van Herpe, What will the neighbours say?, 1987-1988
cibachrome, coll Groninger Museum, aankoop 1989

Oog in oog 

‘Er was al lang geen groot overzicht van onze collectie fotografie geweest, dus het werd weer eens tijd. De laatst fotocollectie-expositie was `Oog in oog` in 2005. Sindsdien is er veel nieuws aangekocht waarvan we nu ook veel laten zien.’ ‘Hoofd-curator Mark Wilson heeft geprobeerd verschillende belangrijke groepen werken rond een bepaald thema per zaal zo mooi mogelijk te laten uitkomen, zodat elke zaal een heel eigen karakter heeft.’  

De tentoonstelling beslaat acht zalen. Eén met zwart-wit werk van o.a. Anton Corbijn en Erwin Olaf. Verder zijn het vooral kleurenprints op groot formaat, die goed tot hun recht komen op de donkere antraciet wanden. Echte documentaire fotografie, zoals (stedelijke) landschappen vind je niet in de collectie van het Groninger Museum. Het accent ligt op geënsceneerde fotografie, gemanipuleerde fotografie en modefotografie. In navolging van Frans Haks en het gebouw van Mendini is de fotocollectie kleurrijk en uitbundig in plaats van ingetogen en abstract. ‘Maar dat is geen wet van Meden en Perzen hoor.’  

 

Wat zullen de buren zeggen?
Links: Erwin Olaf, Blacks / 21 februari 1990, 1990, zilvergelatinedruk, aankoop 1991  
Rechts: Anton Corbijn, David Bowie (The Elepahnt Man, Chicago 1980), 1980,
Groninger Museum

Fotografia buffa  

Directeur Frans Haks begon met het gericht verzamelen van fotografie. Schenk: ‘Toen hij eind jaren 70 aantrad in het museum wilde hij aanvankelijk geen aandacht aan dit medium besteden, omdat hij vond dat het Stedelijk Museum dat al op uitstekende wijze deed en hij daar niets aan kon toevoegen. Toen zich midden jaren 80 een trend in de Nederlandse kunst voordeed die door andere musea niet serieus genomen werd, sprong Haks daarop in. Geënsceneerde fotografie: kunstenaars die met behulp van zelfgemaakte decors en allerlei attributen een eigen wereld in hun atelier bouwden en die vervolgens fotografeerden. In de tentoonstelling Fotografia buffa, geënsceneerde fotografie in Nederland (1986) besteedde het museum als eerste ruimschoots aandacht aan deze kunstvorm die goed aansloot op het kleurrijke, speelse beleid dat het museum toen al voerde. Fotografia buffa betekent zoiets als ‘geestige fotografie’ en is net als de opera buffa bedoeld als onderscheid met de serieuzere variant, in dit geval de documentaire fotografie. De geënsceneerde foto’s werden in de betreffende catalogus ook wel omschreven als ‘gestold theater’. Er werden werken aangekocht van onder andere Teun Hocks en Henk Tas.’ Kort na deze expositie maakte het museum kennis met het fantasievolle geënsceneerde werk van Erwin Olaf. Dit werd getoond op de tentoonstelling Minder kan het niet: exuberantie nu (1989).

 

Wat zullen de buren zeggen?
Teun Hocks, Zonder titel, 1995, olieverf op 
zilvergelatinedruk, aankoop met steun van het
Mondriaan Fonds, 1997 

Pioniers Paintbox 

Begin jaren 90 kon een volgende generatie kunstenaars het beeld manipuleren met programma’s als photoshop en paintbox. Inez van Lamsweerde en Micha Klein waren pioniers op dit gebied. Naast dit vroege gemanipuleerde werk is ook een ‘erezaal’ gewijd aan de bijzondere modefotografie die Inez van Lamsweerde en haar partner Vinoodh Matadin voor de grote internationale modemerken en -tijdschriften maakten. Al vroeg verwierf het museum werk van het duo via een stipendiumregeling.    

  

Links: Inez van Lamsweerde, Thank you Thighmaster, Britt, 1993, duraflexprint,
aankoop 1995 Rechts: Inez van Lamsweerde en Vinoodh Matadin, Lifting, 1996, 
C-print, aankoop met steun van het Mondriaan Fonds, 1997 

Bont en blauw 

In 1996 toonde het Groninger Museum in de expositie Black & Blue portretten van een aantal controversiële Amerikaanse fotografen. ‘Er waren beelden te zien waarmee de doorsnee burger in het dagelijks leven liever niet geconfronteerd wilde worden, omdat ze het idee van een goed geordende maatschappij verstoren. De foto’s houden ons in feite een spiegel voor: wat is eigenlijk ‘normaal’, want deze mensen zijn even echt als de toeschouwer zelf.’ Foto’s werden aangekocht van o.a. Diane Arbus, de ‘peetmoeder’ van dit soort indringende portretten van mensen die ‘afwijkend’ zijn, en van Larry Clark, Andres Serrano en Catherine Opie. Die laatste fotografeerde haar vrienden in het alternatieve uitgaansleven van Los Angeles en San Francisco waarbij de toeschouwer zich kan afvragen of het mannen, vrouwen of transseksuelen zijn. 
 
 

Wat zullen de buren zeggen?
Links: Catherine Opie, Frankie, 1995, C-print, aankoop 1996
Rechts: Catherine Opie, Mike and Sky 2, 1994, C-print, aankoop 1996 

 

Gemanipuleerde blik op de werkelijkheid 

‘Een recente aankoop is een wandvullend fotowerk van David LaChapelle, naar aanleiding van zijn solotentoonstelling hier in 2018. Op het verontrustende Seismic Shift is een zwaar beschadigde en onder water gelopen museumzaal te zien (LA County Museum in Los Angeles) waarin iconische werken te herkennen zijn van vooraanstaande hedendaagse kunstenaars, zoals Jeff Koons, Damien Hirst en Takashi Murakami. Insiders weten dat deze werken deel uitmaken van de collectie van de superrijke, invloedrijke kunstverzamelaar Eli Broad. Het lijkt op een monumentale versie van een 17e-eeuws vanitas-stilleven dat ons wijst op de vergankelijkheid van al het aardse bezit.’ LaChapelle bouwt complete sets voordat er een foto van wordt gemaakt. 

 

Wat zullen de buren zeggen?
David LaChapelle, Seismic Shift, 2017, C-print, 180 x 447 cm, Groninger Museum,
aankoop met steun van de BankGiro Loterij, het Mondriaan Fonds en de Vereniging
Rembrandt, mede dankzij Titus Fonds en mr Rickert J-F. Blokhuis Fund, 

Een bijzondere band heeft Schenk met de grote foto Generation #3 van Ruud van Empel, die hier in 2018 een grote solotentoonstelling had. ‘In de digitale omgang met fotografie heeft Van Empel een unieke werkwijze ontwikkeld. Uit honderden fragmenten van foto’s stelt hij beelden samen die in hun detaillering levensecht overkomen, maar die een wereld voorspiegelen die in deze vorm nooit heeft bestaan. Wat op het eerste gezicht een gewone klassenfoto lijkt, roept bij nadere beschouwing vragen op. Iets wringt in deze vervreemdende foto. Zijn deze kinderen wel ‘echt’? Deze foto is tegelijkertijd een beetje eng en ontroerend.’ Heimwee naar de kindertijd en de jeugd als verloren paradijs is een thema in Van Empels werk. 

Spiegel 

Behalve de reguliere zaalteksten zijn bij sommige kunstwerken teksten geschreven door kinderen van de JuniorClub. ‘Dit idee is afkomstig van onze directeur Andreas Blühm, die er bij het Wallraf-Richartz-Museum in Keulen ook al mee had gewerkt. Kinderen hebben een heel andere manier om naar kunstwerken te kijken en dit levert vaak originele, fantasievolle invalshoeken op.’ 

 

Groninger Museum
Cornelie Tollens, Zonder titel, 1993 ® Groninger Museum

Veel werken op de tentoonstelling fungeren als spiegel om te reflecteren op vaststaande ideeën over schoonheid, geluk of glamour. ‘De tentoonstelling kan aanzetten tot nadenken over thema’s als maakbaarheid en diversiteit. Of waarom we onszelf steeds meer bekijken door de ogen van een ander? Maar wij denken dat de tentoonstelling zo is ingericht dat het ook een mooie, esthetische ervaring oplevert.’ 

Tentoonstelling: Wat zullen de buren zeggen? 
Groninger Museum in Groningen
verlengd t/m 4 oktober 2020 

https://www.groningermuseum.nl

Meer artikelen van Mireille de Putter lezen?
https://tableaumagazine.nl/articles/extase-foto-s-van-sanne-sannes 

Categorieën
2019 Tentoonstellingen - Nationaal

Kees Verwey: nog even te zien in het Dordrechts Museum

Lees meer in Tableau Magazine!

Verwey groeide op in een artistiek milieu in Haarlem. Dichter Albert Verwey en architect H.P. Berlage waren zijn ooms. Hij begon al vroeg met schilderen en ging in de leer bij schilder H.F. Boot, die ervan overtuigd was dat de realistische weergave van de omgeving een van de meest typische kenmerken van Nederlandse schilderkunst was. Verwey ontwikkelde zich als een traditioneel realist met onder andere George Hendrik Breitner (1857-1923) als voorbeeld. Verwey zei hier zelf over: ‘Niemand kan geheel op eigen kracht leven. Er is een onmisbare band nodig met de grote geesten om ons heen. Om desalniettemin een eigen plaats te veroveren’.

In de tentoonstelling in het Dordrecht Museum ligt de nadruk dan ook op de ontwikkeling die Verwey doormaakte aan de hand van de schilders in binnen- en buitenland die hem inspireerden. Hoewel hij niet vaak of ver reisde volgde Verwey de internationale ontwikkelingen in de schilderkunst op de voet. Vooral na de Tweede Wereldoorlog brak voor Verwey een tijd van experimenteren aan. Gegrepen door de compleet nieuwe kunst van de Cobra-groep begon hij andere kwaststreken en fellere kleuren te gebruiken. Schilderijen van kleurrijke dieren kenmerken deze periode, abstract maar nog wel herkenbaar. Onder invloed van het kubisme slaat Verwey weer een andere weg in. Strakke lijnen, vlakken en geometrische vormen voeren dan de boventoon. Geïnspireerd door Pablo Picasso (1881- 1973) begint hij stillevens te schilderen met gitaren en mandolines. Verwey’s schilderijen worden zo letterlijk een eerbetoon aan een van zijn idolen.

 

Kees Verwey, Het sigaretje, 1947, olieverf op doek, 69x53cm, bruikleen
Groninger Museum (foto: Marten de Leeuw (Paalman))

 

Toch blijft de kunstenaar dicht bij zichzelf. Zijn werk wordt nooit volledig abstract, er blijft altijd wel iets herkenbaars in te zien. Bloemstillevens, atelierinterieurs en (zelf)portretten zijn Verwey’s belangrijkste onderwerpen. En portretten van vrouwen in kleurrijke kleding die van het doek afspat. Soms afgebeeld in krachtige olieverfschilderijen, dan weer in zachte intieme aquarellen met huiselijke taferelen, zoals zijn vrouw Jeanne lezend aan tafel of met de kat op schoot. De tentoonstelling Kees Verwey en zijn idolen toont bijna een eeuw lang leven in het teken van de schilderkunst, waarin Verwey een geheel eigen stijl ontwikkelde tussen traditie en vernieuwing.

Kees Verwey en zijn idolen. Breitner, Verster, Vuillard, Picasso, Appel e.a. t/m 5 januari 2020, Dordrechts Museum www.dordrechtsmuseum.nl

Categorieën
2019 Tentoonstellingen - Internationaal

Stephan Vanfleteren was hier

Stephan Vanfleteren (1969) is bekend om de donkere, intense zwart wit  portretten die hij maakt van wielrenners, voetballers, Hollanders en andere  wereldburgers. Zijn camera zit dicht op de huid, geen detail ontgaat de lens. Vaak  speelt hij in het beeld met de scherptediepte. Vanfleteren portretteert bekende personen, maar kiest soms ook voor series over een bepaalde groep mensen. Gewone Belgen bijvoorbeeld, blaasmuzikanten en majorettes of dit jaar nog: surfers.
 

Stephan Vanfleteren, Jan Decleir, Belgisch acteur, Veurne,, 2017

Sober en intens

Opgeleid aan de kunstacademie in Brussel werkte hij aanvankelijk vooral als  persfotograaf. Een snelle wereld met steeds andere onderwerpen. Daarnaast had hij zijn eigen projecten. Gaandeweg vertraagde en verstilde zijn werk. Vanfleteren verdiept zich in een onderwerp, dompelt zich erin onder en werkt het uit in een  serie.  Zijn  werk is sober. Hij beperkt het beeld tot de essentie. Portretten zijn puur en indringend, gericht op de  persoon en met weinig context. Naast  portretten maakt Vanfleteren langlopende journalistieke reportages en meer  autonome  series. In de keuze van onderwerpen volgt hij zijn eigen fascinaties. Zo maakte hij bijvoorbeeld een reeks over de Antlantikwall en reisde daarvoor langs de kust van Europa om verlaten bunkers vast te leggen. In de serie Façades  en Vitrines legde hij het verdwijnen van de kleine middenstand vast in een reeks  foto’s van gesloten rolluiken. Het is een van de weinige series in kleur, waarbij de  verweerde kleuren van deze beelden de vergane glorie van de winkels  weerspie-gelen. Ook nu zijn de foto’s sober, en juist daarin sprekend.
 

Stephan Vanfleteren, Atlantikwall, kanaaleilanden, Jersey, 2016

World Press Award

Zwartwit fotografie blijft echter favoriet voor Vanfleteren. Zijn werk wordt gepubliceerd in kranten en tijdschriften in binnen- en buitenland en Vanfleteren won diverse prijzen, waaronder vijf keer een World Press Award. Het FOMU in Antwerpen heeft de eerste grote overzichtstentoonstelling van Vanfleteren en, eind oktober verscheen ook het boek Present, bij uitgeverij Hannibal, met ruim 450 pagina’s fotografie. Stephan Vanfleteren was present, hij was erbij en legde het vast. In het boek een selectie van ruim 400 bekende en minder bekende beelden uit zijn archief. In de begeleidende teksten licht de fotograaf zijn werk zelf toe en reflecteert op hoe het zich in de afgelopen decennia heeft ontwikkeld.

FOMU-Fotomuseum Antwerpen • Antwerpen tot 1 maart 2020
www.fotomuseum.be
Present, Uitgeverij Hannibal, Veurne, 464 pag., €69

Categorieën
2019 Tentoonstellingen - Nationaal

Sigmar Polke vs Blaudzun in het Cobra Museum

Het werk van de Duitse schilder en fotograaf Sigmar Polke (1941-2010) blinkt uit in diversiteit aan onderwerpen en materiaal. Het is zowel technisch als inhoudelijk zeer gelaagd. Verschillende verflagen en transparante lakken combineerde hij met fotografische beelden tot een vaak absurd of ironisch geheel. Fragmenten uit de hele beeldcultuur kwamen daarin samen, zowel uit de populaire cultuur als uit de kunstgeschiedenis en politiek. Zijn inventieve materiaalgebruik, dat veel verder reikte dan alleen verf op doek, maakte zijn werk tot een fris element in de kunstwereld. Polke groeide uit tot een van de bekendste kunstenaars van zijn generatie, met tijdgenoten als Anselm Kiefer (1945) (van wie nu werk te zien is in Museum Voorlinden), die eveneens ongewone materialen in zijn schilderijen toepaste, zoals lood, klei en as. Deze Duitse kunstenaars duwden de schilderkunst een nieuwe richting in.

Het Cobra Museum laat deze winter Musik ungeklärter Herkunft zien, een prachtige reeks grote gouaches, die Sigmar Polke in 1996 maakte voor het Institut für Auslandsbeziehungen. De serie bestaat uit 40 werken op papier van 70x100cm waarin alle aspecten van Polkes werk voorbijkomen. Het stippenraster dat hij vaak gebruikt, (fragmenten van) foto’s en bekende schilderijen, druipende verf en abstracte vormen en dat alles in-deels transparante-lagen over elkaar heen. Evenals ander werk hebben de gouaches bijzondere titels; soms poëtisch/filosofisch, soms meer zakelijk of politiek, soms simpelweg een praktische tip over de was of het aantrekken van een schoen. Wie lang ist ein Meter?Schwarz mit guten ErinnerungenJeder Deutsche Besitzt, statistisch gesehen 10.000 Dinge, om maar een paar voorbeelden te noemen.

 

Sigmar Polke, Sphinx aus der Sammlung Sigmund Freud, 1996,
zeefdruk, 70x100cm

Het Cobra Museum nodigde de eveneens veelzijdige muzikant Blaudzun (Johannes Sigmond) uit een compositie te maken geïnspireerd op dit werk, op zoek naar de herkomst van de muziek. Terwijl je door de museumzalen dwaalt klinken straks negen composities die Blaudzun maakte bij het werk van Polke. Hij liet zich zowel door het beeld inspireren als door de titels die Polke zijn werk meegaf. Beide roepen associaties op die Blaudzun vertaalt in geluid; soms een minimalistische soundscape, soms juist dramatischer, sneller of met meerdere instrumenten. Bij wijze van catalogus verschijnt in december het nieuwe album Blaudzun – Music from an Unknown Source, met de negen kunstwerken van Polke als losse prenten toegevoegd.

Cobra Museum • Amstelveen 14 december 2019-05 april 2020 www.cobra-museum.nl

Categorieën
2019 Tentoonstellingen - Nationaal

NEO

Mijn eerste vaste en fulltime baan was in het Centraal Museum waar ik samen met Frans Haks, voormalig directeur van het Groninger Museum, een grote tentoonstelling mocht maken. Frans Haks was een unieke persoonlijkheid die als directeur in Groningen een markant museum neerzette, waarin allerlei bekende  en onbekende kunstvormen en kunststromingen een plek kregen. Haks had een hekel aan hokjes en combineerde high en low art naar hartelust in een tijd dat dit nog heel ongewoon was. Voor mij was Frans een leermeester die me wegwijs maakte in de klassieke, moderne en eigentijdse kunst. Samen werkten wij aan de  tentoonstelling NEO waarin neostijlen in de beeldende  kunst, vormgeving en architectuur maar ook mode, muziek en film van 1750 tot nu op een speelse manier werden gepresenteerd.

Citeren uit het verleden

Niet alleen de klassieke vormentaal is sinds de ontdekking van Pompeï in de 18e  eeuw veelvuldig  gebruikt, ook vormen uit de gotiek, renaissance, barok en rococo zie je vandaag de dag voortdurend in onze beeldcultuur terug. Iconische gebouwen, schilderijen en sculpturen worden op verschillende manieren gekopieerd, getransformeerd, verkleind en vergroot. In de beeldende kunst, in de kunstnijverheid, maar zeker ook in het interieur zijn historische stijlen een belangrijke inspiratiebron. Met het grote verschil dat de kloof tussen kunst en kitsch, echt en nep, smaak en wansmaak, origineel en kopie zo goed als is opgeheven.

Een van de bekendste voorbeelden in designland is de Nederlandse topontwerper Marcel Wanders, zijn werk zit vol stijl- en beeldcitaten uit de kunstgeschiedenis. Collectieve herinneringen en vertrouwde vormen appeleren aan onze hang naar  het verleden. De barok wordt vaak genoemd in relatie tot de ontwerpen van Wanders, maar dat geeft een te eenzijdig beeld van zijn werk, dat eveneens vol zit met verwijzingen naar het surrealisme en expressionisme. Soms betreft het hele letterlijke historische citaten dan weer archetypische vormen. Wanders’ werk is herkenbaar en toch verrassend door de toepassing van innovatieve technieken in combinatie met zijn experimenteerdrift.
 

Ontwerpbureau Nightshop, Tripoli Cabinet, 2016

Italiaans design

Mooi om te zien hoe hergebruik van bestaande stijlen steeds weer tot fantasierijke ontwerpen leidt. Het werk van Italiaanse designer Piero Fornasetti geboren in Milaan in 1913 blijft wat dat betreft actueel. Met uitbundige decoraties  tilde hij alledaagse gebruiksvoorwerpen naar een hoger niveau waarbij de antieke oudheid en het surrealisme vaak als inspiratie dienden. Een ‘klassieker’ is  inmiddels de meubelserie Architectura uit de jaren vijftig, waarvan zich een prachtig exemplaar in het Rotterdamse Museum Boijmans Van Beuningen  bevindt. In diezelfde stad stuitte ik een aantal jaar geleden op het werk van het  jonge designduo Nightshop. Nightshop  (intussen geen duo meer) geeft neutrale  kantoormeubelen met gedetailleerde lijntekeningen een totale make over. Het is  een kunstzinnige reflectie op iets dat als slechte smaak wordt gezien, zoals Nightshop het zelf omschrijft. Saaie kasten en tafels worden designobjecten die qua look en feel, en in filosofie, in de buurt van een Fornasetti komen. Echte collectors items die in een klassiek én in een eigentijds interieur niet misstaan. Alessandro Mendini, die andere Italiaanse grootmeester omarmde het verleden ook op een eigenzinnige manier. Zijn werk is deze winter te zien op de grote overzichtstentoonstelling Mondo Mendini in het Groninger museum. In 1978 ba-seerde Mendini een reeks stoelen op bestaande modellen van beroemde ontwerpers zoals Gerrit Rietveld. Een serie klassieke designs in een eigentijds jasje, die inmiddels zelf iconisch zijn geworden. Hetzelfde geldt voor de reeks stoelen van de postmoderne architect Robert Venturi, geïnspireerd op historische stijlen als de gotiek en de art deco. Of het koffie- en theeservies dat Charles Jencks voor Alessi ontwierp, met expliciete verwijzing naar de klassieke oudheid. Stuk voor stuk reflecties op het verleden die intussen deel uitmaken van de canon.
 

Nynke Koster, Elements of Time-Art Deco, 2018

Het werk van ontwerper Nynke Koster zou hiertussen niet misstaan. Zij maakt  afdrukken van architectonische details door ze in te smeren met vloeibaar rubber  waar ze vervolgens een mal van fabriceert. In deze mal giet ze een verende kunststof waar je wanneer deze is opgedroogd op kunt zitten. Deze krukjes uit de collectie Elements of Time houden zo het midden tussen kunst en design,  objecten om naar te kijken en objecten om te gebruiken. Koster onderzoekt in haar werk ornamenten uit verschillende stijlperiodes en geeft een nieuwe identiteit aan het  bestaande. Heden en verleden komen samen in limited  editions die klassiek ogen maar van uiterst eigentijds materiaal zijn gemaakt. Neo  betekent nieuw maar verwijst in kunst en design veelal naar het hergebruik van iets dat al bestaat. Wat vroeger misschien een specifieke kunststroming of  exclusieve bouwstijl betrof, vindt dankzij neostijlen al eeuwenlang de weg naar het interieur en dus naar ons huis. Het postmodernisme viert weer hoogtij en het eclecticisme is helemaal hot. Lang leve het verleden! 

Categorieën
2019 Tentoonstellingen - Nationaal

Jubileum Expo in Museum Belvedere

In de beide vleugels van Museum Belvedere is een ruime keuze uit de vaste collectie te zien, met vertrouwde werken en verrassende vondsten van onder meer: Willem van Althuis, Jan Altink, Gerrit Benner, Christiaan Kuitwaard, Jan Mankes, Roger Raveel, Hendrik Werkman, Jan Wiegers, Robert Zandvliet en vele anderen.

De tentoonstelling belooft veel goeds voor de toekomst. Directeur-conservator Han Steenbruggen: ‘We kijken niet meer achterom. We hebben in slechts vijftien jaar een prachtige collectie opgebouwd en een duidelijk profiel neergezet. Dit is wie we zijn en wat we doen. Nu gaan we door.’ Museum Belvédère wil een thuishaven zijn voor Friese en Noord-Nederlandse kunstenaars en streeft ernaar hun werk te tonen in relatie tot het werk van geestverwanten uit binnen- en buitenland.

De jubileum expositie Van Thom tot nu-verzamelde werken is te zien tot 15 december 2019 in Museum Belvedere. Ga voor tickets of meer informatie naar www.museumbelvedere.nl

Categorieën
2019 Tentoonstellingen - Nationaal

Niki de Saint Phalles ode aan de vrouw

Door bruiklenen uit gerenommeerde internationale collecties als die van de Niki Charitable Art Foundation (NCAF) en het Musée d’Art Moderne et d’Art Contemporain in Nice is de artistieke ontwikkeling van Niki de Saint Phalle vanaf de jaren vijftig te volgen. Wereldberoemd zijn vooral de Nana’s van de Franse beeldhouwer. Nana is Niki de Saint Phalles persoonlijke versie van Eva, van Venus, van alle vrouwen ter wereld van vroeger en nu. De beeldhouwer heeft met haar Nana een iconisch vrouwbeeld geschapen. Zelfbewust en onafhankelijk dragen haar sculpturen een actuele boodschap uit. Het eeuwige debat over de verhouding tussen man en vrouw, gelijke behandeling en honorering alsmede de recente, wereldwijde aandacht voor de #MeToo beweging, bevestigen dat keer op keer.

Met zijn 25-jarig bestaan pakt Museum Beelden aan Zee uit met een tentoonstellingsonderwerp dat een directe link legt met de collectie en de ligging van het museum. De bontgekleurde badpakken die in de zomermaanden de badplaats bevolken, keren dit najaar in de vorm van Niki’s Nana’s terug in de tentoonstellingsruimtes van Beelden aan Zee.

Museum Beelden aan Zee, Niki de Saint Phalle. Ode aan de vrouw van 5 oktober 2019 tot en met 1 maart 2020. Bij Uitgeverij Waanders & de Kunst verschijnt de catalogus Niki de Saint Phalle aan Zee. www.beeldenaanzee.nl

Categorieën
2019 Tentoonstellingen - Nationaal

Yayoi Kusama in museum Voorlinden

Lees meer in Tableau magazine, met veel meer beeldmateriaal. 

Ter ere van Kusama’s verjaardag toont het museum in de tuinzaal een aantal van haar bekendste werken. Te zien zijn o.a. de Infinity Room, de iconische gestippelde pompoen en ook de Infinity Nets.
 
Dat Kusama de magische leeftijd van 90 jaar bereikt wil niet zeggen dat ze het rustiger aan doet. Zelf beschrijft ze haar kunst als een uiting van haar leven en stoppen is dus geen optie. Al op jonge leeftijd lijdt Kusama aan een obsessieve compulsieve stoornis. Het maken van kunst is haar manier om hiermee om te kunnen gaan. De eindeloze stippen en oneindige netten zijn een verbeelding van de eindeloosheid van het universum en een manier om haar eigen positie in dat universum te bepalen. Kusama  was aan het begin van haar carrière in 1957 vastbesloten om zich te verzetten tegen vastgeroeste ideeën van de gevestigde orde. Ze wilde met haar werk laten zien dat zij net zoveel indruk kan maken op de loop van de geschiedenis als haar mannelijke collega’s. En dit lukte haar zonder meer. In 2017 opende zij haar eigen museum in Tokio. Een levenslange droom die eindelijk in vervulling ging. De bezoeker krijgt in dit museum een diepgaander begrip van haar kunst dan mogelijk is op een tentoonstelling of biënnale in het buitenland.
 
Museum Voorlinden maakt de opening van de tentoonstelling extra feestelijk door iedereen die gekleed is volgens de dress code Lots of Dots! en zich meldt tussen 10 en 11 uur gratis toegang te verlenen tot het museum.
 
De tentoonstelling Lots of Dots! is van 22 maart tot 1 september te bezoeken. Tickets zijn vanaf 15 maart te reserveren via www.voorlinden.nl.
 
 Lees meer in Tableau magazine, met veel meer beeldmateriaal. 

 
 

Categorieën
2019 Nieuws

TEFAF Maastricht – Nieuwe ronde nieuwe kansen

Strengere toelatingseisen moeten voorkomen dat de beurs een te stoffig imago krijgt en om die reden staan er dit jaar 39 nieuwe kunsthandelaren op de beurs. De ruimte in MECC Maastricht blijft gewoon hetzelfde, wat betekent dat deze nieuwkomers ten koste gaan van oudgedienden. Door meer ruimte te geven aan moderne en hedendaagse kunst speelt de beurs slim in op de trend onder verzamelaars om niet specifiek te kiezen voor één bepaalde kunstperiode.  

Met de 39 nieuwe gezichten komt het totaal op 277 deelnemers. Om de handelaren meer bewegingsvrijheid te geven, stelt de beurs dit jaar voor het eerst minder strenge eisen aan de objecten die tijdens de beurs te zien zullen zijn. Ook is er een tweede kijkdag in het leven geroepen. De twee kijkdagen zijn, tot ongenoegen van het gewone publiek, alleen toegankelijk voor een zeer select gezelschap. TEFAF wil op deze manier proberen de koopkracht in de eerste twee dagen te stimuleren. 

Daarnaast is op de beurs een bijzondere gastexpositie te zien van de Staatliche Kunstsammlungen uit Dresden. Dit museum richt met 23 topstukken uit de collectie een kleine expositie in. Te zien zijn onder meer een bijzondere serie Meissen vazen en een schilderij van Rembrandt, De Ontvoering van Ganymedes uit 1635. 

Om de beurs extra aanlokkelijk te maken voor het grote publiek is dit jaar TEFAF & The City in het leven geroepen. Partijen als Gemeente Maastricht, Provincie Limburg, Bonnefantenmuseum, Theater aan het Vrijthof e.a. hebben een programma opgesteld om de hele regio bij de TEFAF te betrekken. Dit spraakmakende initiatief biedt bezoekers van de TEFAF een ‘all round experience’ met tentoonstellingen, liveoptredens, balletvoorstellingen en films waardoor een bezoek aan Maastricht dit jaar extra de moeite waard is. Voor een overzicht van het volledige programma, klik hier. 

De TEFAF is van zaterdag 16 maart t/m zondag 24 maart voor het publiek geopend. 
Zie ook ons agenda item.

Categorieën
2019 Tentoonstellingen - Nationaal

Laatste kans – Caravaggio in Utrecht

In de zeventiende eeuw is Rome het centrum van de artistieke wereld. Overal vandaan trekken kunstenaars naar de eeuwige stad om zich te laten inspireren door grote meesters als Michaelangelo Meresi da Caravaggio. Al tijdens zijn leven verspreid Caravaggio’s faam zich over Europa. In zijn Schilder-boeck uit 1604 schrijft Karel van Mander: “Daer is oock eenen Michael Agnolo, die te Room wonderlijcke dinghen doet. (…) Desen Michael Agnolo dan heeft alree met zijn wercken groot gheruchteere en naem gecreghen.” Het is Van Mander die jonge kunstenaars oproept om naar Rome te gaan om daar het werk van Caravaggio te kopiëren.  
 
De tentoonstelling vertelt het verhaal van drie kunstenaars: Gerard van HonthorstDirck van Baburen en Hendrick ter Brugghen. Zij vertrekken naar Rome om het werk van Caravaggio van dichtbij te bewonderen. In de tentoonstelling is goed te zien hoe de drie schilders op hun eigen manier geïnspireerd raken door Caravaggio en hoe zij het begin markeren van een nieuwe stroming: het caravaggismeKenmekend voor het werk van Caravaggio en zijn navolgers zijn de realistische figuren, gevoel voor drama en een sterk contrast tussen licht en donker. Het zijn spectaculaire schilderijen die steeds een cruciaal moment in een verhaal weergeven. Zoals een graflegging, of de ongelovige Thomas die met zijn vinger een wond in de zij van Christus aanraakt.  
 
De werken op de tentoonstelling zijn ingedeeld op onderwerp, waarbij steeds werk van verschillende kunstenaars uit heel Europa te zien is. Daardoor is goed te vergelijken hoe zij elk op hun eigen manier dit thema in beeld brengen. De audiotour, ingesproken door Arthur Japin, brengt de schilderijen tot leven en biedt naar behoefte verdieping bij speciaal geselecteerde schilderijen.  
 
De overzichtstentoonstelling geeft een goed beeld van de invloed van Caravaggio op zijn tijdgenoten. Een must-see voor liefhebbers van oude meesters, met bruiklenen van over de hele wereld 
Nog te bezoeken tot zondag 24 maart 2019 in Centraal Museum Utrecht. 
Tickets worden per tijdsslot verkocht.   
www.centraalmuseum.nl 
 
Plan uw bezoek van tevoren en bestel uw tickets hier.