Dit najaar is een tentoonstelling van de invloedrijke kunstenaar David Hockney (1937) te zien in het Teylers Museum. Na een presentatie in het Fitzwilliam Museum in Cambridge reist de tentoonstelling in aangepaste vorm naar Haarlem. In ‘Hockney’s Eye’ zijn werken van Hockney te zien in directe dialoog met tekeningen, schilderijen en natuurwetenschappelijke objecten uit de collectie van het museum. Gedurende zijn hele carrière onderzoekt Hockney hoe oude meesters ruimte suggereren op het platte vlak. Volgens de kunstenaar deden zij dat niet alleen door om zich heen te kijken of door het toepassen van lijnperspectief, maar ook door optische hulpmiddelen als lenzen en spiegels te gebruiken. Naast het werk van van Claude Lorrain (1600- 1682) en Pieter Saenredam (1597-1665), worden daarom ook de instrumenten die zij volgens Hockney gebruikt kunnen hebben getoond. Op die manier maakt de kijker kennis met Hockneys eigenzinnige theorieën. Hockney is niet alleen een wereldberoemde kunstenaar, maar ook een intellectueel die kunsthistorische theorieën toetst en bevraagt. Hij onderzoekt hoe een kunstenaar op een vlak object kan weergeven wat mensen daadwerkelijk zien. Een van zijn controversiële uitspraken luidt dat de ‘Westerse kunstgeschiedenis’, van de renaissance tot de laat 19e eeuw, al gedomineerd werd door een ‘camera cultuur’ – voordat fotografie als medium was uitgevonden. Tegelijkertijd verwerpt Hockney het idee dat fotografie een weergave is van de werkelijkheid, het is slechts één perspectief. Ogen daarentegen zijn continue in beweging, redeneert hij.
Geïnspireerd door een Chinees gezegde stelt David Hockney dat er drie elementen nodig zijn om te schilderen: de hand, het oog en het hart. Hij beargumenteert dat oude meesters gebruik maakten van optische hulpmiddelen, iets waar weinig kunsthistorici volgens Hockney oog voor hebben. De heersende opvatting is dat kunstenaars eeuwenlang werkten met een verdwijnpunt, alsof je stilzit. Maar volgens Hockney is dat niet zoals je een landschap normaal gesproken ervaart: ‘Je gaat er altijd doorheen. Als je ergens een verdwijnpunt plaatst, betekent dit dat je bent gestopt.’ Deze hypotheses past hij zelf toe als hij kunst maakt. Zo onderzoekt Hockney de fresco De Annunciatie (circa 1440-1445) van Fra Angelico en maakt daar zelf versies als Annunciatie I en II (2017) van. In de tentoonstelling zijn dergelijke werken te zien naast kunstwerken waarop hij reflecteert. Daarnaast staan er reconstructies van historische hulpmiddelen zoals een perspectiefraam, bolle spiegel en camera obscura.
De blik van Hockney
Teylers Museum
23 september 2022 t/m 29 januari 2023
Meer lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.