Nam June Paik (1932-2006) groeide op in Korea en Japen en verhuisde na zijn studie in Tokyo naar West-Duitsland waar hij muziekgeschiedenis studeerde en Karlheinz Stockhausen en Nicolas Cage ontmoette. Ook werkte hij samen met George Maciunas, Joseph Beuys en Wolf Vostell en werd onderdeel van de Fluxus beweging. In 1964 verhuisde hij naar New York.
Nam June Paik, TV Buddha, 1974, coll. Stedelijk Museum
Videokunst
In zijn werk kwamen muziek, video en performance samen. Paik wordt gezien als de godfather van de videokunst en veel van zijn werken hebben een profetische visie op waar het met de media heen zou gaan. Hij bouwde grote installaties met tientallen tv`s waarin de veelheid van beelden centraal staat. Het ademloos staren naar een beeldscherm heeft een intussen een hoge vlucht genomen, iets waar Paik al in zijn vroege werken commentaar op gaf. Bijvoorbeeld in het iconische werk TV Buddha (1974, collectie Stedelijk Museum), waarbij een Boedhabeeld uit de 18e eeuw tegenover een tv zit waarop hetzelfde beeld te zien is. Het Stedelijk heeft zelf al een lange geschiedenis met de kunstenaar, in 1977 had Paik er een grote solo tentoonstelling.
Nam June Paik, TV Garden, 1974-77
The Future is Now
The Future is Now toont het hele oeuvre van Paik, inclusief twee grote werken: TV Garden uit 1974-77, een zaalvullende installatie waarin natuur en technologie samenkomen in een opstelling met tv’s en planten, en Sistine Chapel uit 1993, een hedendaagse kapel in de vorm van een monumentale stellage met geluid en 34 projectoren die voor een duizelingwekkende kakofonie van beeld en geluid zorgen in de erezaal. De overdrijving en extremen die Paik in zijn verkenning van de nieuwe media opzocht, zijn intussen werkelijkheid geworden. Paik ontving voor Sistine Chapel in 1993 de prestigieuze Gouden Leeuw tijdens de Biënnale van Venetië. De tentoonstelling besteedt daarnaast aandacht aan samenwerkingen die Paik aanging met andere kunstenaars, zoals componist John Cage, choreograaf Merce Cunningham, celliste Charlotte Moorman en kunstenaar Joseph Beuys.
The Future is Now 14 maart t/m 23 augustus 2020
Stedelijk Museum – Amsterdam www.stedelijk.nl
Let op! Het Stedelijk Museum is t/m 31 maart gesloten ivm corono-maatregelen.
Een impressie van de expositie in Londen is hier te zien:
Maurice van Es, atelier tijdens Rijksakademie OPEN 2018 (foto: G.J. van Rooij)
Videokunst
“Het gaat om het moment dat je tegenover een kunstwerk staat en je meteen een soort herkenning voelt, iets wat je nog wist – daar ergens zit de sleutel.”
Deze quote las ik in een interview met videokunstenaar en filmmaker Steve McQueen. Voor mij raakt hij hier de kern van kunst: kunst als een universele taal, een taal die ik vaak alleen maar op emotioneel niveau begrijp, niet op rationeel niveau. Soms schuurt het zo, dat ik me moeilijk over mijn boosheid of ergernis heen kan zetten. Soms raakt het me zo, dat de tranen in mijn ogen springen – van schoonheid óf van verdriet. Dit geldt ook voor de videokunst die McQueen zelf maakt.
In ons digitale tijdperk, waarin we elke dag weer onwaarschijnlijk veel beeld verwerken, zouden we bij uitstek videokunst moeten omarmen. Desondanks vind ik – en met mij vele anderen – het medium ingewikkeld. Misschien vooral om de tijd te vinden, of beter gezegd de rust, om aandachtig te zitten, kijken, luisteren, begrijpen.
Marinus Boezem
Videokunst ontstond in de jaren ’60 toen SONY een draagbaar videosysteem ontwikkelde. De Koreaanse kunstenaar Nam June Paik gebruikte deze set als allereerste om de optocht van Paus Paulus VI door New York vast te leggen vanuit een stilstaande taxi: de stoet veroorzaakte een flinke verkeersopstopping. Het eerste videokunstwerk was een feit.
In de jaren 70 was Amsterdam een hotspot voor pioniers op het gebied van videokunst. Eén van de bekendste videokunstenaars uit die tijd is de conceptuele kunstenaar Marinus Boezem. Zijn werk werd uitgezonden op tv: terwijl Boezem naar je staart, beademt hij de beeldbuis. Na een tijdje beslaat het beeld en vervaagt de kunstenaar. Terwijl de condens weer wegtrekt, blijft Boezem in de lens kijken, tot hij weer zichtbaar is.
Klinkt fantastisch, videokunst op je tv-scherm. Helaas sloeg deze manier van kunst naar de mensen thuis brengen nooit echt aan en duurde het tot in de jaren ’90 voordat het medium video echt een plek verwierf. Een geweldig archief aan videokunst vind je bij LIMA, met meer dan 2.000 mediakunstwerken. Daarnaast hebben de meeste musea videowerk in hun collectie en zijn er, ook in Nederland, een aantal privé-verzamelaars die zich specifiek richten op videokunst.
Marinus Boezem, collectie LIMA
Videokunst verzamelen
Als verzamelobject kan videowerk echter een uitdaging zijn. Is iets dat zo gemakkelijk reproduceerbaar is, betrouwbaar? Net als bij fotografie geldt dat de oplage van een videowerk vaststaat; dat betekent dat het de kunstenaar of galerie niet is toegestaan meer van hetzelfde werk te verkopen dan is vastgesteld in de oplage. Dat is belangrijk want hoe minder edities er in omloop zijn, hoe waardevoller het werk is. Een kwestie van vertrouwen dus.
Dan de vorm: koop je een file op een USB Stick of een hele installatie? Het antwoord is: dat kan beide. Soms heeft de kunstenaar een bepaalde drager gekozen, bijvoorbeeld een ouderwetse tv of juist een iPad. Je koopt dan het geheel. Maar vaak ontvang je een file of USB-stick, zodat je het werk kunt tonen hoe jij dat wilt: op je telefoon, via een beamer of op je eigen tv.
Videowerk kun je soms ook gewoon op de website van de kunstenaar of galerie zien. Waarom zou je er dan voor betalen? Als je een werk, officieel genummerd en voorzien van een echtheidscertificaat, koopt, is het werk écht van jou. Mocht het in waarde stijgen is dat mooi meegenomen, maar vooral steunt je met jouw aankoop de kunstenaar. Als iedereen de werken alleen gratis zou kijken, zou de kunstenaar geen nieuw werk kunnen maken. Zeker voor videokunstenaars geldt dat ze best een risico lopen; er is immers nog geen grote markt voor van verzamelaars. En dat terwijl er een hele generatie videokunstenaars opstaat die het medium gebruikt om hun boodschap over te brengen: soms kritiek op deze tijd van massacultuur en online beïnvloeding, soms juist als een eerbetoon aan liefde en vriendschap anno nu. Dat zul je ook zien tijdens de RijksakademieOPEN, de open dagen waarop hét talent van de toekomst zich eenmaal per jaar presenteert en waar traditiegetrouw veel videowerk te zien.
Wie vorig jaar (2018) de RijksakademieOPEN bezocht, herinnert zich ongetwijfeld de studio van Van Es: een totaalinstallatie van dierbare voorwerpen en iPhone-video’s, waarin zijn vrienden de hoofdrol spelen. Van Es liet op intuïtieve wijze de korte iPhone-fragmenten elkaar opvolgen, wat een betoverend resultaat opleverde. Van Es filmt niet alleen zijn vrienden, maar heeft een enorme collectie waarbinnen hij catalogiseert op onderwerp: zo is er een film waarin je zijn vrienden allemaal rennend ziet; andere categorieën bevatten beelden van simpele dingen als de zee, de zon, de maan, vuur, bomen, dieren en nog veel meer.
Om in de lijn van McQueen te blijven: ik voelde herkenning toen ik het werk zag. De beelden, de thema’s en de sfeer raakten me, en ik kon niet ophouden met kijken. Precies dat is de lol van videokunst: je kunt het steeds weer bekijken en nieuwe dingen blijven ontdekken. Oftewel, neem de tijd en ga er eens goed voor zitten!
——
LIMA organiseert regelmatig events rondom mediakunst. Kijk op http://www.li-ma.nl/ voor meer informatie.
Young Collectors Circle besteedt aandacht aan het medium in een salon over videokunst op het Westergas op dinsdag 19 november. Kijk voor meer informatie op www.youngcollectorscircle.nl.
De RijksakademieOPEN is van 22-24 november te bezoeken. Kijk voor meer informatie op https://www.rijksakademie.nl/NL/rijksakademieopen/.
In diezelfde week wordt ook DAATA Editions NL gelanceerd: een platform voor videokunst van jonge Nederlandse kunstenaars, met onder Maurice van Es. De werken worden aangeboden via https://daata-editions.com.