Niels de Boer is de derde generatie in Kunsthandel P. de Boer in Amsterdam. Zijn oudoom Piet bouwde een succesvolle kunsthandel op met dependances in het buitenland en bezat ook zelf een aanzienlijke verzameling, die nu in een stichting is ondergebracht bij verschillende musea in bruikleen is. Ook nu is het buitenland nog belangrijk, maar het is zeker niet noodzakelijk daar te zitten zegt Niels de Boer.
“Onze klantenkring is heel internationaal. We verkopen meer in het buitenland dan in Nederland. Vooral in andere Europese landen en Noord-Amerika, daar zitten meer actieve verzamelaars voor oude kunst dan hier.”
“Het lastige aan deze tijd is natuurlijk dat je niet alles live kunt bekijken. Misschien gaan we er wel aan wennen, zowel de handel als de particulieren, om werk ongezien te kopen. Maar oude kunst wil je het liefst toch echt zien. Bij oude kunst is de conditie van het werk heel belangrijk. Dat zie je niet altijd op een foto. Soms valt het mee, soms valt het tegen, maar ik maak maar zelden mee dat de conditie overeenkomt met wat je op basis van de foto verwacht.”

Vaas met bloemen, olieverf op paneel, 50x40cm
Thuis heeft De Boer vooral werk uit begin 20e eeuw aan de muur. Soms hangt een ouder werk ook even thuis. “Binnen de kunsthandel ligt de nadruk op de 17e eeuw, een beetje 18e eeuw en een aantal 19e-eeuwse kunstenaars die in Italië hebben gewerkt. Mijn oudoom verzamelde alles door elkaar, ook Italiaanse en Spaanse kunstenaars, maar nu ligt de nadruk op Nederlands en Vlaams.”
Verzamelaars
Omdat het verzamelen van oude kunst met behoorlijke bedragen gepaard gaat is het publiek van Kunsthandel P. de Boer vooral publiek op leeftijd. “Verzamelaars onder de 50 zijn op een hand te tellen. Dat is altijd zo geweest. Er vallen meer mensen af dan er jongeren bijkomen. Onze klanten zijn vooral mensen die veel geld te besteden hebben, dat komt nu eenmaal pas op latere leeftijd. Wat wel opvalt bij de verzamelaars van oude kunst is dat het interieur niet meer altijd klassiek is met antiek en porselein, maar ook heel modern kan zijn. En verzamelaars kopen nu wat ze mooi vinden. Veel mensen willen een of enkele spectaculaire stukken, die echt een ‘conversation piece’ zijn. Vroeger waren er meer verzamelaars die gericht een collectie opbouwden en soms zelfs meer kennis hadden dan de handel of de musea. Dat zie je nu minder. Niet veel jongeren verzamelen echt de diepte in.”

Rivierlandschap met dorp, oliever op paneel, 39,5 x 53 cm
gesigneerd en gedateerd 1630
De kunsthandel organiseert elk jaar een expositie met hedendaagse kunstenaars en vormgevers. Vooral omdat je dan een heel ander publiek over de vloer krijgt. “Elke keer gebeurt het dan weer dat er mensen komen die zich niet realiseren dat je nog oude kunst kunt kopen. Sommigen komen daar nooit mee in aanraking. Van een verzamelaar als Tom Kaplan, die de grootste privé collectie oude meesters bezit, is bekend dat hij na een bezoek aan het Rijksmuseum geïnteresseerd raakte in oude kunst. Maar sommige mensen komen het nooit tegen, daar zou best wat meer aandacht voor mogen zijn, ook in het onderwijs.”
Veiling versus handelaar
Een deel van de verzamelaars koopt liever via een veiling dan via de handel. Dat geeft natuurlijk wel concurrentie, omdat de grote veilinghuizen een betere p.r. en groter bereik hebben. Maar beide manieren hebben hun eigen charme denkt De Boer. “Kopen op een veiling is een heel andere ervaring. De prijs kan alleen maar hoger worden als je wacht. In de kunsthandel geldt eerder het omgekeerde: er is meer tijd om na te denken, meer garantie en de prijs kan ook zakken. Het vertrouwen en de garanties die de kunsthandel biedt zijn prettig voor mensen. Het werk is doorgaans klaar om op te hangen, gerestaureerd, gefotografeerden en wel. Op een veiling kun je nog wel eens de mist in gaan.”

Toren van Babel, olieverf op paneel, 73 x 106 cm
Hoe het verder gaat is natuurlijk een groot vraagteken voor de hele kunstwereld. Internationale contacten zijn live lastiger. “Een verzamelaar uit Amerika zou langskomen op zijn trip naar Europa, maar reist niet. Zelf zou ik nog werk in Zwitserland gaan bekijken en iets ophalen in Milaan en Madrid, maar ook dat is voorlopig lastig. Transporten zijn sowieso duurder en komen nog niet overal.”
Over het voortbestaan van het familiebedrijf maakt Niels de Boer zich geen zorgen. “Bijzondere tijden zijn het wel. Een mooie kant is dat het heel rustig is in de stad. En het zet je wel aan het denken. Ik vraag me nu zelf ook af of ik in de toekomst minder kan vliegen.”
Beurzen
Een onzeker punt is de toekomst van de beurzen. Kunsthandel P. de Boer staat jaarlijks op twee tot vier beurzen. Maar dat zijn grote evenementen. “De PAN kan waarschijnlijk wel, dat is vooral een Nederlands publiek, maar op TEFAF komen zo’n 6000 mensen per dag, vanuit de hele wereld. Komen die bezoekers van ver dan nog wel in de toekomst? Sommige grote verzamelaars en musea waren er in dit jaar al niet vanwege corona. Beurzen zijn bij uitstek de plek waar je het eerste contact legt. Thuis aan de deur in Amsterdam is dat zelden het geval. Online werkt heel anders, hoewel ik nu soms wel benaderd wordt door nieuwe contacten. Dat neemt iets toe.” Al met al zal de kunstwereld zich deels opnieuw uit moeten vinden maar Niels de Boer verwacht niet dat hij het hele business model van zijn bedrijf moet herzien.
Kunsthandel P. de Boer
Herengracht 512
Amsterdam
https://kunsthandelpdeboer.com

Willem van der Vliet (Delft 1584 – 1642),
olieverf op paneel, 129 x 59 cm.

Jan van de Capelle (Amsterdam 1625/6 – 1679),

Achterzaal Kunsthandel P. de Boer, Amsterdam
meer lezen in de reeks Galerie online? klik hier