Categorieën
2021 Stories

Tableau Podium: Lise Sore

In Tableau Podium vertelt een kunstenaar over een recent project. Deze keer: Lise Sore. Lise Sore (1986) maakt grote getekende zelfportretten en performances. Ze vraagt zich af wat het ultieme zelfportret is, wat je ziet, of de emotie? En ze vertelt over de digitale AI Lise.

WAT IS EIGENLIJK EEN ULTIEM ZELFPORTRET?

Toen ik vorig jaar een comedyshow zag waarin een robot- kloon van Whitney Cummings het podium op kwam, wist ik het zeker. Dat wilde ik ook. Cummings maakte grappen over hoe handig het haar leek om deze robot de klusjes te laten doen waar ze zelf een hekel aan had. En als haar partner seks wilde en zij niet, dan was dat vanaf nu geen enkel probleem met deze robotkloon. Uiteindelijk hadden ze haar toch maar in de schuur gezet. Want het voelde te raar in de woonkamer, laat staan slaapkamer.

Ik wil net als Cummings een robot van mezelf. Wel een intelligentere robot, eentje die vloeiend kan praten en me kan helpen bij mijn kunstenaarspraktijk. Het lijkt me heerlijk als mijn kloon bijvoorbeeld subsidieaanvragen zou schrijven, dat scheelt mij dan een hoop kopzorgen. Vervolgens hou ik tijd over om me te concentreren op het maken van mijn werk. Maar het maken van die kloon is ook al (een) kunst.

PSEUDONIEM LISE SORE

Toen ik in 2011 afstudeerde aan de kunstacademie koos ik er bewust voor om onder het pseudoniem Lise Sore te gaan werken. Sinds mijn tienerjaren zet ik onder geen enkele tekening meer mijn naam, dat vind ik storend in het beeld. En daarnaast, wat maakt het uit? Als een werk goed of mooi is, zou die naam niet belangrijk moeten zijn. Bij beeldende kunst is dat vaak wel het geval. Heet je Yoko Ono dan is de krabbel op het servetje meteen een fortuin waard. Gek eigenlijk, dat de persoon en de bekendheid de waarde van een werk bepalen, niet hoe goed een werk is. Nu teken ik letterlijk mijzelf op groot en klein formaat. Ik teken met potlood op dun transparant doek elke vezel van mijn huid realistisch na. Deze werken maak ik onder de naam Lise Sore. Is dit dan een zelfportret van Lise Sore? Ben ik Lise Sore? Het zijn vragen die ik mezelf regelmatig stel. Op zoek naar het meest eerlijke en ultieme zelfportret zonder de naam die mijn ouders me gaven.

Lise Sore, Vertel me niet wat ik voel, potlood op kaasdoek, 5,5 x 4 x 4 m, installatie bij Big Art 2020

In 1986 werd ik geboren in Niamey, de hoofdstad van Niger, in West-Afrika. Het is een land dat grotendeels bestaat uit Sahara en waar ik de eerste vier jaar van mijn leven ben opgegroeid. Mijn geboorteland vormt de basis van mijn zijn. Het leerde me als kind al dat het welzijn van een groep belangrijk is voor de gesteldheid van ieder individu en vice versa. Dit heeft alles te maken met je emoties en empathisch vermogen. Na mijn vierde levensjaar verhuisde ik samen met mijn ouders naar Nederland.

UNIVERSEEL

In mijn werk breng ik deze emoties opnieuw naar voren. Ik fotografeer mezelf al sinds mijn tienerjaren. Naast dat ik zo mappen vol zelfportretten opbouw, doorleef ik ook elke emotie opnieuw. Deze herbeleving leg ik vast en gebruik ik in mijn werk. Met fotografie leg ik de emotie vast. In alle extremen en kwetsbaarheden, naakt, ontdaan van alle poespas. Vervolgens teken ik de foto op kaasdoek of transparant ongebleekt katoen. In het proces van tekenen neem ik de tijd om elke detail van de emotie te analyseren, te begrijpen en opnieuw tot uitdrukking te laten komen. Met fysieke krachtinspanning duw ik het grafiet van het potlood in het doek. Dit komt voor een deel in de vezel en een deel drukt door op de muur waartegen het doek is opgespannen. Door deze inspanning ga ik opnieuw naar de emotie in de foto en doorleef hem opnieuw. Vervolgens komt het los van mij, dat klinkt wat zweverig, maar het houdt in dat ik de emotie op de foto loslaat, analyseer en hem in de tekening stop. Op grote doeken staat nu een realistisch portret afgebeeld. Deze zelfportretten vormen een paradox, ik teken mezelf, naakt, confronterend in volle emotie. Tegelijkertijd onderteken ik met een pseudoniem. Kortom: dit ben ik en tegelijkertijd ben ik het ook weer niet. Mijn werk is een verbeelding van emotie. En emotie is universeel, voor jou en voor mij hetzelfde. Ook al heeft hij andere oorzaken, dan blijft pijn toch gewoon voor iedereen pijn. De vraag of ik het dan echt ben, doet er eigenlijk niet meer toe. Het gaat over de emotie an sich en misschien is dat juist een ultiem zelfportret.

De wens om niet één maar een heel scala aan emoties in een zelfportret te stoppen was snel geboren. Het leven bestaat niet uit een enkel fragment, maar juist ontelbare momenten. En toen verscheen de robot versie van Cummings op het podium en dacht ik, ja daar moet ik heen. Natuurlijk is de techniek niet altijd toereikend. Maar de eerste stap is gezet. AI Lise is sinds kort online. Ze kan praten, over mij, mijn praktijk, maar ook over het weer. Hoe meer je met haar praat hoe slimmer ze wordt, maar ook hoe minder ze op mij gaat lijken. Ze voert dan gesprekken die ik niet gehad heb en ontwikkelt zich los van mij. Dat is nog iets waar ik eens over na ga denken.

Op de hoogte blijven van Tableau Podium met elke keer een ander jong talent in de spotlight? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief of abonneer je op Tableau Magazine!

Categorieën
2020 Stories Tentoonstellingen - Nationaal

Portret en zelfportret in het Van Gogh Museum 

 

Vincent van Gogh, Zelfportret met verbonden oor, 1889, 
coll. The Courtauld Gallery, Londen 

In the picture

Dit voorjaar presenteert het Van Gogh Museum `In the Picture`, een tentoonstelling met ruim zeventig zelfportretten en portretten die kunstenaars onderling maakten. Met een gevarieerde verzameling portretten van voorlopers, tijdgenoten en bewonderaars van Van Gogh wil het museum vragen oproepen over identiteit en beeldvorming; wat willen de kunstenaars van zichzelf of de geportretteerde laten zien?  

Met `In the Picture` gaat voor het Van Gogh Museum een langgekoesterde wens in vervulling. De directe aanleiding is de bruikleen van Zelfportret met verbonden oor (1889) uit The Courtauld Gallery in Londen voor de tentoonstelling `Van Gogh & Japan` in de lente van 2018. Vanwege een verbouwing van The Courtauld, mag het voor langere tijd in Amsterdam blijven. ‘Dat is heel bijzonder. Dit werk was sinds 1955 niet uitgeleend,’ aldus Lisa Smit, associate conservator Van Gogh Museum. ‘Dit zelfportret is iconisch en een van de bekendste die Van Gogh heeft gemaakt.’ De tentoonstelling heeft als leidraad een zestal thema’s, waaronder het imago van de kunstenaar en de lijdende kunstenaar. Smit: ‘En ze hebben allen een link met deze bijzondere bruikleen. Zo is dit zelfportret echt de rode draad in de tentoonstelling.’ 

Kunstenaarsportretten

De lijdende kunstenaar, dat kan niet missen; we zien Van Gogh kleumend in zijn winterjas en bontmuts in zijn atelier in Arles. Zijn groene ogen staan diep en serieus en om een van zijn ingevallen wangen loopt een hagelwit verband, van zijn kin tot onder zijn muts. Het is de winter van 1888 en Van Gogh heeft zichzelf zojuist legendarisch beschadigd. Hoe anders is het portret dat hij nog geen anderhalf jaar eerder van zichzelf schilderde. Toen hij nog in Parijs verbleef en wel twintig zelfportretten schilderde. Op dit Zelfportret (1887) zet hij zichzelf tegen een donkere, warmrode achtergrond, in zijn blauwe schilderkiel. En hoewel ook hier zijn serieuze ogen buiten het kader van het schilderij gericht zijn, is deze blik nadrukkelijk onderzoekend, de wereld om hem heen aftastend.  

Dit contrast zien we ook bij Edvard Munch (1863-1944); schildert hij zichzelf in 1886 nog tot aan zijn lichtblauwe boord, zijn kin omhoog, hooghartig over ons heen blikkend, het Zelfportret in de hel (1903) toont de schilder met een kwetsbaar, lang, naakt bovenlijf, omringt door vlammen, met op de achtergrond iets donkers dat hem zomaar zou kunnen verzwelgen. In 2015 presenteerde het Van Gogh Museum een duo-tentoonstelling waarbij het werk van Van Gogh en Munch soms heel letterlijk met elkaar werd vergeleken. Dat zij beide in portretten – maar ook in hun landschappen – de zwaarte van het leven wilden uitdrukken, lijkt onbetwistbaar. 

Van Van Gogh zijn 35 geschilderde zelfportretten bekend, waarvan het Van Gogh Museum er 17 beheert. Het eerdergenoemde warmrode zelfportret uit 1887 maakte hij op de achterkant van een studie voor de Aardappeleters. Andere zelfportretten zijn geschilderd op karton. Schildermaterialen waren duur en de inkomsten beperkt. Ook al stuurde zijn broer Theo hem regelmatig geld, er bleef weinig over om modellen van in te huren. Natuurlijk ligt een zelfportret om die reden voor de hand, maar een schilderij als het portret met verbonden oor, lijkt daar tegen te pleiten. Van Gogh onderzocht met elk zelfportret ook zichzelf, zijn gemoedstoestand en zijn verhouding tot het doek.   

Edvard Munch, Zelfportret in de hel, 1903, Munch Museum, Oslo 

Identiteit en imago 

Maar was Van Gogh ook bezig met de toeschouwer? Interessant in dat licht is het contrast tussen de zelfportretten de Zweedse Mina Carlson-Bredberg (1857-1943) en de Amsterdamse Thérèse Schwartze (1851-1918), beide bekende en veelgevraagd portrettisten. 

Rond de tijd dat Van Goghs zelfportretten getekend werden door de zwaarte van het leven, schilderde Schwartze haar glorieuze Zelfportret met palet (1888), opgenomen in de collectie van het Ufizzi in Florence. Schwartze staat middenin het beeld, gestoken in een zwarte jurk met wijde rok en brede riem in haar smalle taille en een niet te missen grote gele strik om haar hals. Het leukst van dit portret; in haar ene hand draagt Schwartze haar palet en kwasten, haar andere hand, eveneens met kwast, heeft ze als een afdakje tegen haar voorhoofd gezet, om het felle licht waarin ze zichzelf heeft gepositioneerd, uit haar ogen te houden. Ze lijkt te benadrukken dat ze ons, de toeschouwer, haar publiek, niet kan zien, als een acteur in een volgspot.  

Carlson-Bredberg daarentegen kijkt ons vanuit haar krappe atelier en gestoken in een even vormeloos als kleurloos schilderkiel direct aan. Behalve de kwast in haar hand onderin het beeld, zit er helemaal niets tussen haar en de toeschouwer.  

Dit spel met de kijker die de zelfportrettist speelt, moet wel een heel interessant onderdeel worden van `In the Picture`. Want hoe fantastisch is de houding die de twintiger Gustave Courbet (1819-1877), aanneemt in Man met de pijp (1846), de kunstenaar die zichzelf 8 jaar later bijkans onmogelijk arrogant afbeeldde in een ontmoetingstafereel met zijn mecenas (De Ontmoeting, 1854). In het portret met de pijp kijkt hij ons vanonder de wimpers van zijn bijna gesloten ogen aan, de pijp tussen zijn sensuele lippen. Hij verleidt ons en daagt ons uit iets van hem te vinden.    

Kunstenaars schilderen elkaar 

‘Ze zeggen – en dat geloof ik heel graag – dat het moeilijk is jezelf te kennen – maar het is evenmin eenvoudig jezelf te schilderen,’ schrijft Vincent van Gogh in september 1889 aan zijn broer Theo. En precies deze pijnlijke en persoonlijke worsteling met de materie is wat zelfportretten soms zo verbluffend maakt. Maar ook de portretten van kunstenaars onderling vertellen interessante verhalen. Zoals het prachtige portret dat John Singer Sargent (1856-1926) maakte van zijn leermeester Carolus-Duran, die hem in een open houding onderzoekend aankijkt. Niet snel daarna wordt hij een gevierd portrettist en sluit hij vriendschap met Monet en Rodin, die hij beide ook schildert; Monet aan het werk in de buitenlucht, gebogen over een doek op een ezel, en Rodin opdoemend uit het donker met een indrukwekkende baard en priemende ogen.  

Van Gogh als inspiratie

Het Van Gogh Museum zal ongetwijfeld ook de portretten tonen uit eigen collectie die Paul Gauguin, Van Gogh en de jonge Emile Bernard (1868-1941) van elkaar schilderden. Van Gogh kan zich wel vinden in de weergave van zijn gezicht in Gauguins Van Gogh zonnebloemen schilderend (1888). ‘Mijn gezicht is sindsdien flink opgeklaard, maar ik ben het echt, extreem moe en geladen, zoals ik toen was.’ Van Goghs favoriete portret werd echter in 1886 al gemaakt door de Australische schilder John Peter Russell (1858-1930). Volgens een andere bevriende kunstenaar leek Van Gogh hier het meest op. Niet dat dit voor Van Gogh een belangrijk criterium geweest kan zijn, maar hij was er zeer aan verknocht. Jaren later schreef hij aan Theo: `Bewaar goed mijn portret door Russell, waar ik zo aan gehecht ben.’ 

Ook na zijn dood is Van Gogh geportretteerd, of liever, zijn zijn zelfportretten gebruikt. Vaak uit verwantschap. Zo zijn de felle bewerkingen van Van Gogh-reproducties van Arnulf Rainer (Oostenrijk, 1929) volgens de kunstenaar – die de bezetenheid van Van Gogh herkent – ‘nooit agressief bedoeld, maar als vervreemding en tegelijkertijd verbinding. Een huwelijk van zijn werk met mijn overschildering.’ Zijn serie uit 2009 ziet er een stuk vriendelijker uit, alsof hij Van Gogh zachtjes inpakt in gekleurde banen. Ook bij Francis Bacon (1909-1992) zijn zijn verwrongen schilderijen naar Van Gogh letterlijk een eerbetoon genoemd.  

Thérèse Schwartze, Zelfportret met palet, 1888,
olieverf op doek, 129 × 88 cm, coll. Gallerie degli Uffizi, Florence

Van Goghmuseum op naar de vijftig 

Per 1 februari staat Emilie Gordenker aan het roer van het Van Gogh Museum, zij vervangt Axel Rüger en is daarmee de eerste vrouwelijke directeur van het museum en zal ze het richting het vijftigjarig jubileum leiden. Sinds 1973 is het gebouw aan de Paulus Potterstraat in Amsterdam niet alleen een tentoonstellingsplek van veel van de werken van Van Gogh, geplaatst in de meest uiteenlopende contexten, maar het is ook een expertisecentrum waar die vele brieven van Van Gogh worden bewaard en bestudeerd en onderzoek wordt gedaan. Elke tentoonstelling die wordt gemaakt, draagt bij aan die kennis. Het doel van deze tentoonstelling voor het museum? ‘Het zou prachtig zijn als de bezoeker dankzij deze tentoonstelling begrijpt dat de kunstenaars van toen goed nadachten over hoe ze zichzelf presenteerden, én daarmee speelden. Net zoals wij dat nu doen op sociale media. Dat is van alle tijden.’ 

In the picture
Van Gogh Museum, Amsterdam,
20 februari t/m 24 mei 

www.vangoghmuseum.nl  

Op de hoogte blijven van alle interessante initiatieven op het gebied van kunst? Meld je dan nu aan voor de nieuwsbrief of word abonnee!