Categorieën
2023 Stories

Van Goghs laatste maanden in Auvers

Het Van Gogh Museum in Amsterdam en het Musée d’Orsay in Parijs tonen voor het eerst het vrijwel volledige werk dat Vincent Van Gogh maakte in Auvers-sur-Oise. Een periode van twee bijzonder intensieve en creatieve maanden, tot op de laatste dag van zijn leven.

Toen Vincent van Gogh op 20 mei 1890 in Auvers-sur-Oise aankwam, lag zijn leven met 37 jaar al achter hem. Het ging alleen nog maar ‘bergafwaarts’, zo schreef hij aan zijn broer. Alles was misgelopen: zijn schilderijen waren ‘waardeloos’ en zijn grote droom – die hem tot op de laatste dag van zijn leven zou bezighouden – om een ‘atelier van de toekomst’ op te richten, waar de beter verdienende schilder de helemaal niets verdienende zou steunen, was mislukt. Na enkele mooie maanden met Paul Gauguin hadden ze ruzie gekregen over een minuscuul zinnetje van Degas en had Vincent in een aanval zijn rechteroor afgesneden, in een envelop gestopt en het in een bordeel aan een arme naaister gegeven, die flauwviel. Hij werd in een ziekenhuis opgenomen en toen hij weer thuiskwam schreven vijftig buren een petitie aan de burgemeester van Arles, om hem te verdrijven. Zo kon het niet meer verder gaan.

Vincent Van Gogh Museum Musee d'Orsay Auvers Tableau Magazine
Vincent van Gogh, De kerk van Auvers-sur-Oise, 1890, collectie Musée d’Orsay © Musée d’Orsay, Dist. RMN-Grand Palais / Patrice Schmidt

Vincent vroeg toen om opname in een ‘gekkenhuis’ in Saint-Rémy-de-Provence, waar hij zich veilig voelde. Want daar werd hij bijzonder goed behandeld en zag hij hoe de ene patiënt de andere hielp, wanneer die een aanval kreeg. En hij mocht ook in de natuur schilderen onder begeleiding van een verpleger, die hem op een dag naar huis droeg, toen hij in de felle zon weer een aanval kreeg. Theo wilde hem dichterbij Parijs hebben in een milder klimaat, maar Vincent wilde zijn jongere broer niet lastig vallen, nu Theo getrouwd was met Jo (Johanna) en zij een zoon, Vincent, hadden gekregen. Maar toen hij in Saint-Rémy de verftubes begon op te eten die Theo onvermoeibaar uit Parijs stuurde – want ze moesten van de Père Tanguy komen, zodat deze vriendelijke kunsthandelaar ook nog iets verdiende – was de maat vol. Vincent kwam via Parijs naar het dertig kilometer noordelijker gelegen dorpje Auvers, idyllisch aan de kleine rivier Oise gelegen. Hier wachtte een werkelijke engel op hem: Dokter Paul Gachet was niet alleen een arts, gespecialiseerd in melancholie (depressie), die vele kunstenaars behandelde (Courbet, Cézanne, Pissarro) en bereid was schilderijen aan te nemen als vergoeding (een grote eer voor Van Gogh!). Gachet was zelf ook een schilder en etser. Vincent zag direct een ‘nieuwe broer’ in hem: hij vond hem nog ‘zieker en melancholischer’ dan zichzelf. Ze konden uren over kunst praten en Vincent schreef aan zijn moeder: ‘Gachet zegt dat werken nog het beste is om in mijn geval er bovenop te komen’. Hij ging direct aan de slag.

Vincent Van Gogh Museum Musee d'Orsay Auvers Tableau Magazine
Vincent van Gogh, Dokter Paul Gachet, 1890, collectie Musée d’Orsay © Musée d’Orsay, Dist. RMN-Grand Palais / Patrice Schmidt

Nauwelijks aangekomen, schilderde hij twee meesterwerken: De kerk van Auvers-sur-Oise en het Portret van dokter Paul Gachet. De kerk herinnerde hem aan Nuenen (zoals hij aan zijn zuster schreef ) en in de compositie ging hij terug op Carel Fabritius, een leerling van zijn geliefde Rembrandt, die hij zo ‘menselijk’ en zelfs ‘teder’ vond. Maar in de kleuren werd hij veel feller: ze werden expressief en uitbundig, vooral in de ‘nieuwe tinten van donkerblauw’ (waar hij zeer trots op was). Hetzelfde ‘cobaltblauw’ vinden we terug in het portret van Gachet, waarop hij er heel anders uitziet als op de andere portretten uit dezelfde tijd. Vincent stileerde hem tot een melancholicus (het steunen op de rechterhand gaat terug op de beroemde prent van Dürer Melencolia) met indringende blauwe ogen, die Gachet niet had – het waren Vincents eigen ogen! Want het werd een ‘modern portret’ (zoals hij schreef ), waar hij een ‘ziel’ portretteerde en niet een ‘fotografische gelijkenis’.

De bloem die Gachet in de hand houdt, een vingerhoedskruid (die trouwens nooit blauw is), zorgde achteraf voor veel commentaar. Want het vingerhoedskruid was destijds een hartmedicijn en het is mogelijk dat Gachet, die met homeopathie experimenteerde, dit aan Vincent voor heeft geschreven. Van Gogh kreeg in Auvers geen aanval meer en kon aan zijn moeder schrijven, dat ‘de onrust in mijn hoofd zoo veel is bedaard’ en ‘de symptomen van de kwaal’ verdwenen. Hij bloeide op, vond zijn ‘betrekkelijke werkkracht’ terug, stond ’s morgens om vijf uur op om ’s avonds al om negen naar bed te gaan. 

Elke dag een kunstwerk

Zo werden de twee maanden in Auvers (van 20 mei tot 27 juli 1890) bijzonder productief: 74 schilderijen, 33 tekeningen (het enige bekende schetsboek niet meegerekend) en ook de enige etsen die hij ooit heeft gemaakt. Dat is dus minstens één kunstwerk per dag! Dit allemaal dankzij Gachet, waar Vincent kon aanlopen wanneer hij wilde en vaak mee aan tafel zat – ook al vond hij die Franse maaltijden met vier gangen ‘veel te zwaar’. 

Verder lezen? Bestel een losse editie of haal hem in de winkel.

Van Gogh in Auvers, zijn laatste maanden
Van Gogh Museum (tot en met 3 september)

Musée d’Orsay (26 september tot en met 28 januari 2024)

Categorieën
2020 Stories Tentoonstellingen - Nationaal

Portret en zelfportret in het Van Gogh Museum 

 

Vincent van Gogh, Zelfportret met verbonden oor, 1889, 
coll. The Courtauld Gallery, Londen 

In the picture

Dit voorjaar presenteert het Van Gogh Museum `In the Picture`, een tentoonstelling met ruim zeventig zelfportretten en portretten die kunstenaars onderling maakten. Met een gevarieerde verzameling portretten van voorlopers, tijdgenoten en bewonderaars van Van Gogh wil het museum vragen oproepen over identiteit en beeldvorming; wat willen de kunstenaars van zichzelf of de geportretteerde laten zien?  

Met `In the Picture` gaat voor het Van Gogh Museum een langgekoesterde wens in vervulling. De directe aanleiding is de bruikleen van Zelfportret met verbonden oor (1889) uit The Courtauld Gallery in Londen voor de tentoonstelling `Van Gogh & Japan` in de lente van 2018. Vanwege een verbouwing van The Courtauld, mag het voor langere tijd in Amsterdam blijven. ‘Dat is heel bijzonder. Dit werk was sinds 1955 niet uitgeleend,’ aldus Lisa Smit, associate conservator Van Gogh Museum. ‘Dit zelfportret is iconisch en een van de bekendste die Van Gogh heeft gemaakt.’ De tentoonstelling heeft als leidraad een zestal thema’s, waaronder het imago van de kunstenaar en de lijdende kunstenaar. Smit: ‘En ze hebben allen een link met deze bijzondere bruikleen. Zo is dit zelfportret echt de rode draad in de tentoonstelling.’ 

Kunstenaarsportretten

De lijdende kunstenaar, dat kan niet missen; we zien Van Gogh kleumend in zijn winterjas en bontmuts in zijn atelier in Arles. Zijn groene ogen staan diep en serieus en om een van zijn ingevallen wangen loopt een hagelwit verband, van zijn kin tot onder zijn muts. Het is de winter van 1888 en Van Gogh heeft zichzelf zojuist legendarisch beschadigd. Hoe anders is het portret dat hij nog geen anderhalf jaar eerder van zichzelf schilderde. Toen hij nog in Parijs verbleef en wel twintig zelfportretten schilderde. Op dit Zelfportret (1887) zet hij zichzelf tegen een donkere, warmrode achtergrond, in zijn blauwe schilderkiel. En hoewel ook hier zijn serieuze ogen buiten het kader van het schilderij gericht zijn, is deze blik nadrukkelijk onderzoekend, de wereld om hem heen aftastend.  

Dit contrast zien we ook bij Edvard Munch (1863-1944); schildert hij zichzelf in 1886 nog tot aan zijn lichtblauwe boord, zijn kin omhoog, hooghartig over ons heen blikkend, het Zelfportret in de hel (1903) toont de schilder met een kwetsbaar, lang, naakt bovenlijf, omringt door vlammen, met op de achtergrond iets donkers dat hem zomaar zou kunnen verzwelgen. In 2015 presenteerde het Van Gogh Museum een duo-tentoonstelling waarbij het werk van Van Gogh en Munch soms heel letterlijk met elkaar werd vergeleken. Dat zij beide in portretten – maar ook in hun landschappen – de zwaarte van het leven wilden uitdrukken, lijkt onbetwistbaar. 

Van Van Gogh zijn 35 geschilderde zelfportretten bekend, waarvan het Van Gogh Museum er 17 beheert. Het eerdergenoemde warmrode zelfportret uit 1887 maakte hij op de achterkant van een studie voor de Aardappeleters. Andere zelfportretten zijn geschilderd op karton. Schildermaterialen waren duur en de inkomsten beperkt. Ook al stuurde zijn broer Theo hem regelmatig geld, er bleef weinig over om modellen van in te huren. Natuurlijk ligt een zelfportret om die reden voor de hand, maar een schilderij als het portret met verbonden oor, lijkt daar tegen te pleiten. Van Gogh onderzocht met elk zelfportret ook zichzelf, zijn gemoedstoestand en zijn verhouding tot het doek.   

Edvard Munch, Zelfportret in de hel, 1903, Munch Museum, Oslo 

Identiteit en imago 

Maar was Van Gogh ook bezig met de toeschouwer? Interessant in dat licht is het contrast tussen de zelfportretten de Zweedse Mina Carlson-Bredberg (1857-1943) en de Amsterdamse Thérèse Schwartze (1851-1918), beide bekende en veelgevraagd portrettisten. 

Rond de tijd dat Van Goghs zelfportretten getekend werden door de zwaarte van het leven, schilderde Schwartze haar glorieuze Zelfportret met palet (1888), opgenomen in de collectie van het Ufizzi in Florence. Schwartze staat middenin het beeld, gestoken in een zwarte jurk met wijde rok en brede riem in haar smalle taille en een niet te missen grote gele strik om haar hals. Het leukst van dit portret; in haar ene hand draagt Schwartze haar palet en kwasten, haar andere hand, eveneens met kwast, heeft ze als een afdakje tegen haar voorhoofd gezet, om het felle licht waarin ze zichzelf heeft gepositioneerd, uit haar ogen te houden. Ze lijkt te benadrukken dat ze ons, de toeschouwer, haar publiek, niet kan zien, als een acteur in een volgspot.  

Carlson-Bredberg daarentegen kijkt ons vanuit haar krappe atelier en gestoken in een even vormeloos als kleurloos schilderkiel direct aan. Behalve de kwast in haar hand onderin het beeld, zit er helemaal niets tussen haar en de toeschouwer.  

Dit spel met de kijker die de zelfportrettist speelt, moet wel een heel interessant onderdeel worden van `In the Picture`. Want hoe fantastisch is de houding die de twintiger Gustave Courbet (1819-1877), aanneemt in Man met de pijp (1846), de kunstenaar die zichzelf 8 jaar later bijkans onmogelijk arrogant afbeeldde in een ontmoetingstafereel met zijn mecenas (De Ontmoeting, 1854). In het portret met de pijp kijkt hij ons vanonder de wimpers van zijn bijna gesloten ogen aan, de pijp tussen zijn sensuele lippen. Hij verleidt ons en daagt ons uit iets van hem te vinden.    

Kunstenaars schilderen elkaar 

‘Ze zeggen – en dat geloof ik heel graag – dat het moeilijk is jezelf te kennen – maar het is evenmin eenvoudig jezelf te schilderen,’ schrijft Vincent van Gogh in september 1889 aan zijn broer Theo. En precies deze pijnlijke en persoonlijke worsteling met de materie is wat zelfportretten soms zo verbluffend maakt. Maar ook de portretten van kunstenaars onderling vertellen interessante verhalen. Zoals het prachtige portret dat John Singer Sargent (1856-1926) maakte van zijn leermeester Carolus-Duran, die hem in een open houding onderzoekend aankijkt. Niet snel daarna wordt hij een gevierd portrettist en sluit hij vriendschap met Monet en Rodin, die hij beide ook schildert; Monet aan het werk in de buitenlucht, gebogen over een doek op een ezel, en Rodin opdoemend uit het donker met een indrukwekkende baard en priemende ogen.  

Van Gogh als inspiratie

Het Van Gogh Museum zal ongetwijfeld ook de portretten tonen uit eigen collectie die Paul Gauguin, Van Gogh en de jonge Emile Bernard (1868-1941) van elkaar schilderden. Van Gogh kan zich wel vinden in de weergave van zijn gezicht in Gauguins Van Gogh zonnebloemen schilderend (1888). ‘Mijn gezicht is sindsdien flink opgeklaard, maar ik ben het echt, extreem moe en geladen, zoals ik toen was.’ Van Goghs favoriete portret werd echter in 1886 al gemaakt door de Australische schilder John Peter Russell (1858-1930). Volgens een andere bevriende kunstenaar leek Van Gogh hier het meest op. Niet dat dit voor Van Gogh een belangrijk criterium geweest kan zijn, maar hij was er zeer aan verknocht. Jaren later schreef hij aan Theo: `Bewaar goed mijn portret door Russell, waar ik zo aan gehecht ben.’ 

Ook na zijn dood is Van Gogh geportretteerd, of liever, zijn zijn zelfportretten gebruikt. Vaak uit verwantschap. Zo zijn de felle bewerkingen van Van Gogh-reproducties van Arnulf Rainer (Oostenrijk, 1929) volgens de kunstenaar – die de bezetenheid van Van Gogh herkent – ‘nooit agressief bedoeld, maar als vervreemding en tegelijkertijd verbinding. Een huwelijk van zijn werk met mijn overschildering.’ Zijn serie uit 2009 ziet er een stuk vriendelijker uit, alsof hij Van Gogh zachtjes inpakt in gekleurde banen. Ook bij Francis Bacon (1909-1992) zijn zijn verwrongen schilderijen naar Van Gogh letterlijk een eerbetoon genoemd.  

Thérèse Schwartze, Zelfportret met palet, 1888,
olieverf op doek, 129 × 88 cm, coll. Gallerie degli Uffizi, Florence

Van Goghmuseum op naar de vijftig 

Per 1 februari staat Emilie Gordenker aan het roer van het Van Gogh Museum, zij vervangt Axel Rüger en is daarmee de eerste vrouwelijke directeur van het museum en zal ze het richting het vijftigjarig jubileum leiden. Sinds 1973 is het gebouw aan de Paulus Potterstraat in Amsterdam niet alleen een tentoonstellingsplek van veel van de werken van Van Gogh, geplaatst in de meest uiteenlopende contexten, maar het is ook een expertisecentrum waar die vele brieven van Van Gogh worden bewaard en bestudeerd en onderzoek wordt gedaan. Elke tentoonstelling die wordt gemaakt, draagt bij aan die kennis. Het doel van deze tentoonstelling voor het museum? ‘Het zou prachtig zijn als de bezoeker dankzij deze tentoonstelling begrijpt dat de kunstenaars van toen goed nadachten over hoe ze zichzelf presenteerden, én daarmee speelden. Net zoals wij dat nu doen op sociale media. Dat is van alle tijden.’ 

In the picture
Van Gogh Museum, Amsterdam,
20 februari t/m 24 mei 

www.vangoghmuseum.nl  

Op de hoogte blijven van alle interessante initiatieven op het gebied van kunst? Meld je dan nu aan voor de nieuwsbrief of word abonnee!

 

Categorieën
2020 Highlights

Laatste kans! Edouard Vuillard in het Van Gogh Museum

Lees meer in Tableau Magazine!

De kleuren werden feller, de voorstellingen minder realistisch. Een schilderij is in de eerste plaats een ordening van vorm en kleur op een plat vlak, benadrukte schilder Maurice Denis, een van de leden van de groep, die van 1890 tot 1900 actief was in Frankrijk. Dat geldt ook voor een serie prenten van Eduard Vuillard (1868-1940) die het Van Gogh museum laat zien. In de kleurrijke bladen lopen voor- en achtergrond in elkaar over en is de voorstelling tegelijk een patroon van kleuren, lijnen en vlakken. Vuillard legde huiselijke taferelen, landschappen en stadsgezichten vast. In een van de interieurs danst een roze-rood behangpatroon bijna van het blad af. Het domineert het beeld, waar desondanks ook duidelijk een hoek van een kamer en een dame bij de deur te herkennen zijn. Paysages et Intérieurs bestaat uit dertien kleurenlithografieën, die Vuillard van zijn dagelijkse omgeving maakte. Van zijn wandelingen met vrienden, favoriete plekken in Parijs en scènes bij vrienden thuis. Een serie met soms felle kleuren en patronen en soms wat terughoudender. Vuillard beperkt zich steeds tot een klein aantal kleuren in een bladvullende compositie, waarin de patronen op textiel en behang, of het ritme van de straat evenveel aandacht vragen als de afgebeelde scène.

Van Gogh Museum • Amsterdam
Tot en met 8 januari 2020
www.vangoghmuseum.nl

Categorieën
2019 Nieuws

Emilie Gordenker nieuwe directeur Van Gogh Museum

Emilie Gordenker (1965, Princeton, New Jersey, Verenigde Staten) is sinds 2008 directeur van het Mauritshuis in Den Haag. Ze heeft een B.A. in Russian and East European Studies (Yale University) en is gepromoveerd in de kunstgeschiedenis met een specialisme in de 17e-eeuwse Nederlandse en Vlaamse kunst (New York University). Gordenker was onder meer senior conservator Nederlandse en Vlaamse schilderkunst bij de National Gallery of Scotland voordat zij in 2008 aan de slag ging bij het Mauritshuis. Onder haar leiding vond tussen 2012 en 2014 een grote verbouwing van het museum plaats, waardoor de totale oppervlakte werd verdubbeld, de hoofdingang werd verplaatst naar het voorplein en het 17e-eeuwse huis werd gemoderniseerd.

Emilie Gordenker: `Na bijna 12 fantastische jaren bij het Mauritshuis is het tijd voor een nieuwe uitdaging. Ik heb enorm veel zin om aan de slag te gaan bij het Van Gogh Museum. Het is een eer om leiding te mogen geven aan zo’n succesvol museum en ik verheug me erop dat succes voort te zetten in de toekomst. Het Mauritshuis, de collectie, het gebouw en de medewerkers zullen altijd een warme plek in mijn hart hebben.`

Emilie Gordenker begint in een naar verwachting wederom mooi jaar voor het Van Gogh Museum, waarin onder andere de tentoonstellingen In the Picture, over de rijkdom aan zelfportretten en portretten die kunstenaars van elkaar maakten in de tweede helft van de 19e eeuw en de vroege 20e eeuw, Van Goghs mooiste brieven en Mancini. Eigenzinnig & extravagant (in De Mesdag Collectie in Den Haag, die sinds 1990 door de Stichting Van Gogh Museum wordt beheerd) te zien zullen zijn.

Jaap Winter, voorzitter van de Raad van Toezicht van het Van Gogh Museum feliciteert Emilie Gordenker van harte met haar benoeming tot algemeen directeur: `De Raad is bijzonder blij te kunnen aankondigen dat Emilie Gordenker is benoemd als de nieuwe algemeen directeur. Emilie is een ervaren museumdirecteur met een groot nationaal en internationaal netwerk, die in staat is met de staf van het museum een overtuigende lange termijnvisie voor het Van Gogh Museum te ontwikkelen. Wij kijken zeer uit naar haar komst en wensen haar veel succes.`

Vanaf 1 januari 2020 zal Renée Jongejan als enig statutair bestuurder de functie van algemeen directeur van het Mauritshuis waarnemen, totdat een opvolger van Emilie Gordenker is benoemd.

Categorieën
2019 Tentoonstellingen - Nationaal

Intiem met Van Gogh

De tentoonstelling laat zien dat Van Gogh heel veel lange, innige relaties had met familie en vrienden. En dat hij van collega-kunstenaars vriendschap, waardering en erkenning ondervond. Charles de Mooij, directeur Het Noordbrabants Museum: ‘In deze expositie tonen we Vincent door de ogen van hen die van hem hielden. Door middel van zijn kunstwerken, brieven en zelden getoonde persoonlijke objecten vertellen we intieme verhalen over zijn relatie met degenen die hem nabij waren. Zo krijgt de bezoeker meer begrip voor Van Gogh als persoon, maar ook voor Van Gogh als kunstenaar. We weten allemaal hoe belangrijk vriendschappen, liefde en familie zijn voor je eigen ontwikkeling. Daarop vormde Van Gogh geen uitzondering.’
 
Gastconservator Sjraar van Heugten, voormalig hoofd collecties van het Van Gogh Museum bedacht het concept en werkte nauw samen met Helewise Berger, conservator 19e en 20e eeuw van Het Noordbrabants Museum. De tentoonstelling opent op 21 september aanstaande en duurt tot en met 12 januari 2020.
 
Kaarten voor de internationale tentoonstelling Van Goghs intimi. Familie, vrienden, modellen zijn online te boeken via www.hnbm.nl/intimi. Bezoekers kunnen vooraf een dag en de gewenste aanvangstijd (timeslot) reserveren zodat zij verzekerd zijn van toegang.

Lees meer in Tableau Magazine!

 
Vincent van Gogh, Portret van Theo van Gogh, zomer 1887, oliefverf op karton, 19 x 14,1 cm, Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)